Buiten tikte de regen met dikke druppels tegen het raam, maar ik zat droog en warm, ik had een stoel en in m'n handtas zaten gelukkig nog wat oningevulde kruiswoordraadsels. Meer dan een uur wachten in de Proximuswinkel, het viel al bij al nog mee.
De bijzonder vriendelijke jongedame die me uiteindelijk bediende keek me twee keer opnieuw aan, breed glimlachend en verbaasd, met een blik van "meent ge dat of wat?!" toen ik haar m'n gratis te vervangen decoder overhandigde. Blijkbaar had ik net een digitale antiquiteit voor haar neergezet, een decoder van het allereerste uur, zoals ze er al een hele tijd geen meer gezien had... En dat kan ook kloppen, want ik had al heel erg vroeg digitale televisie en maakte, tot gisterenavond, na al die jaren nog steeds gebruik van diezelfde allereerste decoder.
Tja, luister, ik draag behoorlijk goed zorg voor mijn bezittingen en al deed het bakje al een paar maanden niet echt meer wat er van hem verwacht werd - het juiste programma te pakken krijgen was een ware uitdaging - als het nog werkt wordt het bij mij niet vervangen!
Iets in mij gaat er precies ook nog steeds van uit dat dingen een leven lang mee gaan... Maar da's een vlieger die totaaaaaaaaaaaal niet meer opgaat in de razendsnel veranderende wereld van de multimedia.
"Ja, dat was een robuust bakske", mijmerde ze, terwijl ze de decoder een vriendelijk tikje op z'n zwarte zware metalen omhulsel gaf. "Maar spijtig genoeg krijgt die al lang al die zware opdates niet meer verwerkt, dus nu mag hij met pensioen." Waarna ze hem meenam naar ergens vanachter en terug kwam met een half zo grote en superlichte nieuwe versie, die ze me met een knipoog grappend overhandigde: "En gij, gij gaat niet weten wat ge meemaakt straks! Dat gaat nogal vooruit gaan, en schoon beeld, amai, zet u maar schrap!"
Wreed content met m'n nieuwe aanwinst en vol verwachting over de kwaliteit van het beloofde kijkplezier verliet ik de winkel. Onderweg bekroop me toch het gevoel dat ik, al dan niet digitaal, zélf een beetje een antiquiteit aan 't worden ben... Hoog tijd voor een update! Of wie weet zelfs een upgrade. Zowel voor de hardware als de software, vrees ik... ;-)
Over muziek, poezen, bloemen, mensen, kerstmis... en zo veel meer. Geniet mee van de grote en kleine belevenissen en bedenkingen van zangeres Kristina Meganck.
donderdag 30 april 2015
woensdag 29 april 2015
Roze sneeuw.
Terwijl ik, ondanks m'n warme winterjas rillend van de kou, stevig doortrapte, even snel op de fiets naar de bank, sneed de ijselijke wind me gemeen in het gezicht. Om me heen dansten duizenden dikke vlokken door de lucht en langst de huizen voor me uit over de straat...
Het zou het begin kunnen zijn van een mooi winters verhaal, maar het gebeurde deze woensdagochtend eind april.
De temperatuur vroeg zeker nog om winterkleding en de wind kwam absoluut uit koudere regionen, maar de sneeuw... De sneeuw was roze!
Heen en weer bewogen door de strakke bries lieten de enorme Japanse kerselaars, na die hele korte periode van overdonderende schoonheid, allemaal samen hun dikke roze bloesem los. De duizenden bloemblaadjes draaiden en kolkten omhoog langst de huizen en weer omlaag langst de lantaarnpalen, om uiteindelijk op hoopjes bijeen geblazen in de goot te blijven liggen. Daar werden ze meteen ijverig bij elkaar geveegd door de veegmachines en bezems van de noest werkende stadsdiensten, als waren het de honderden kilo's confetti na een voorbij getrokken carnavalsstoet. Een klein beetje triest, want het is mooi, zo'n met roze fluf getooide straten en stoepen. Maar ja, het slipgevaar, hé...
De busreis naar het werk werd ook begeleid door meevliegende roze sneeuw. Het maakte de dag op een ontroerende manier feestelijk.
De verdere namiddag dwarrelde de roze vrolijkheid uit de grote boom naast het kantoor speels voorbij de kamerbrede en -hoge vensters achter mijn computerschermen, krullend omhoog gezwierd in de plotse windstoten, om in steeds kleiner cirkels bij elkaar te schuiven, als in grote roze sneeuwpoelen, tussen de auto's op de parking.
Blauwe lucht met grauwe wolken, iets te frisse lentebries, nog comfortabel in een dikke winterjas... en overal die roze bloemensneeuw, die zich tuimelend wentelt in de aarzelende zonnestraaltjes. Ik blijf het een sprookjesachtig spektakel vinden en geniet er van, met volle teugen, elk jaar opnieuw. :-)
Het zou het begin kunnen zijn van een mooi winters verhaal, maar het gebeurde deze woensdagochtend eind april.
De temperatuur vroeg zeker nog om winterkleding en de wind kwam absoluut uit koudere regionen, maar de sneeuw... De sneeuw was roze!
Heen en weer bewogen door de strakke bries lieten de enorme Japanse kerselaars, na die hele korte periode van overdonderende schoonheid, allemaal samen hun dikke roze bloesem los. De duizenden bloemblaadjes draaiden en kolkten omhoog langst de huizen en weer omlaag langst de lantaarnpalen, om uiteindelijk op hoopjes bijeen geblazen in de goot te blijven liggen. Daar werden ze meteen ijverig bij elkaar geveegd door de veegmachines en bezems van de noest werkende stadsdiensten, als waren het de honderden kilo's confetti na een voorbij getrokken carnavalsstoet. Een klein beetje triest, want het is mooi, zo'n met roze fluf getooide straten en stoepen. Maar ja, het slipgevaar, hé...
De busreis naar het werk werd ook begeleid door meevliegende roze sneeuw. Het maakte de dag op een ontroerende manier feestelijk.
De verdere namiddag dwarrelde de roze vrolijkheid uit de grote boom naast het kantoor speels voorbij de kamerbrede en -hoge vensters achter mijn computerschermen, krullend omhoog gezwierd in de plotse windstoten, om in steeds kleiner cirkels bij elkaar te schuiven, als in grote roze sneeuwpoelen, tussen de auto's op de parking.
Blauwe lucht met grauwe wolken, iets te frisse lentebries, nog comfortabel in een dikke winterjas... en overal die roze bloemensneeuw, die zich tuimelend wentelt in de aarzelende zonnestraaltjes. Ik blijf het een sprookjesachtig spektakel vinden en geniet er van, met volle teugen, elk jaar opnieuw. :-)
dinsdag 28 april 2015
Dik.
Druk pratend en luid lachend plofte de jongeman, zo groot en vooral zo breed als hij was, onzacht naast me neer op de bus.
't Is te zeggen, nààst me, dat klopt niet echt, het was meer óp mij...
Ik besef heel goed dat ik zelf niet de smalste ben, en de stoeltjes van het openbaar vervoer zijn niet echt voorzien op zo twéé van mij naast elkaar, maar deze man had eigenlijk de béide zitplaatsjes voor zich alleen nodig...
Nu ben ik ondertussen wel wat gewend op vlak van onvermijdelijk ongewild fysiek contact in de overvolle bussen en trams. Vaker dan ik wens zit ik gesandwiched tussen het raampje en een mij totaal onbekende medereiziger. Zij aan zij, dij tegen dij, been over been, een elleboog in een ribbenkast, geen plaats meer voor pakken en zakken... Zo wiegelen en wiebelen we als grote gelatinepuddingen tegen elkaar geplakt naar onze eindbestemming. En dat is op zich eigenlijk meer dan genant genoeg.
Maar de jongeman van vanmiddag placeerde zich ongeïnteresseerd half óp me. En dat deed pijn. M'n dij en heup werden zowat afgeknepen onder zijn been en achterwerk, z'n elleboog en bovenarm drukten zwaar op de rest van m'n lijf en op de koop toe zat hij geen seconde stil...
Zeer beleefd en voorzichtig vroeg ik of hij misschien toch een heel klein beetje anders kon gaan zitten... Hij draaide zich half om, net lang genoeg om me toe te snauwen: "Da's toch mijn schuld ni da gij zo'n vette koei zijt!" en zette z'n geambieerd gesprek met z'n vriend verder.
Tegen de tijd dat ik wat bekomen was van de shock waren ze al weer afgestapt. Een passend weerwoord is nog steeds niet in me opgekomen. Daarvoor is er te hard op dat pijnpuntje van mijn bestaan geduwd, denk ik, al jaren sukkelend en ongelukkig met m'n gewicht.
Allesinds, zooooo enoooooorm ben ik vermoedelijk toch ook weer niet: hij had niet gezien en zélfs niet gevoeld dat ik onder hem zat... En dat zegt meer over zíjn overgewicht dan het mijne! ;-)
't Is te zeggen, nààst me, dat klopt niet echt, het was meer óp mij...
Ik besef heel goed dat ik zelf niet de smalste ben, en de stoeltjes van het openbaar vervoer zijn niet echt voorzien op zo twéé van mij naast elkaar, maar deze man had eigenlijk de béide zitplaatsjes voor zich alleen nodig...
Nu ben ik ondertussen wel wat gewend op vlak van onvermijdelijk ongewild fysiek contact in de overvolle bussen en trams. Vaker dan ik wens zit ik gesandwiched tussen het raampje en een mij totaal onbekende medereiziger. Zij aan zij, dij tegen dij, been over been, een elleboog in een ribbenkast, geen plaats meer voor pakken en zakken... Zo wiegelen en wiebelen we als grote gelatinepuddingen tegen elkaar geplakt naar onze eindbestemming. En dat is op zich eigenlijk meer dan genant genoeg.
Maar de jongeman van vanmiddag placeerde zich ongeïnteresseerd half óp me. En dat deed pijn. M'n dij en heup werden zowat afgeknepen onder zijn been en achterwerk, z'n elleboog en bovenarm drukten zwaar op de rest van m'n lijf en op de koop toe zat hij geen seconde stil...
Zeer beleefd en voorzichtig vroeg ik of hij misschien toch een heel klein beetje anders kon gaan zitten... Hij draaide zich half om, net lang genoeg om me toe te snauwen: "Da's toch mijn schuld ni da gij zo'n vette koei zijt!" en zette z'n geambieerd gesprek met z'n vriend verder.
Tegen de tijd dat ik wat bekomen was van de shock waren ze al weer afgestapt. Een passend weerwoord is nog steeds niet in me opgekomen. Daarvoor is er te hard op dat pijnpuntje van mijn bestaan geduwd, denk ik, al jaren sukkelend en ongelukkig met m'n gewicht.
Allesinds, zooooo enoooooorm ben ik vermoedelijk toch ook weer niet: hij had niet gezien en zélfs niet gevoeld dat ik onder hem zat... En dat zegt meer over zíjn overgewicht dan het mijne! ;-)
zondag 26 april 2015
Groenten opnieuw eten.
Grasduinend in allerlei ecologische en groene-vingers-pagina's kwam ik het idee hier en daar al wel eens tegen: groenten een 2e keer eten.
Nee, nee, nee, ik bedoel niet dat ik als een koe de reeds opgegeten boel een beetje zou gaan zitten herkauwen... Brrr, het idee alleen al.
Nee, je zou, volgens de gelezen artikels, uit het onderste stukje, de aanhechting van de wortels, van gekochte groenten een geheel nieuwe plant kunnen kweken en ze dus als het ware hergebruiken.
Toen ik 2 weken geleden een selder fijn sneed voor mijn stoofpotje was dat het ideale moment om de theorie in praktijk te testen: het stompje kreeg, in een glazen bloempotje met een bodempje water, een mooi licht plekje op het aanrecht. Als je het niet probeert dan weet je niet of het werkt, hé. En mocht het alsnog een fabeltje blijken dan belandde het selder-stompje gewoon een weekje later alsnog bij het groenafval. Simpel.
'k Heb het rustig laten doen, 't water af en toe bijgevuld, en... tot mijn grote vreugde kan ik jullie vandaag een heel nieuw selderplantje laten zien!
Om hier een echt opnieuw eetbare plant uit te laten groeien zet ik hem straks over in een pot met aarde. Een grote pot, want ik verwacht uiteraard dat het een selder van formaat wordt! Voor minder gaan we niet. ;-)
't Zou ook moeten lukken met het uiteinde van prei, ui, knoflook en lente-uitjes, het stompje van de krop sla, stukjes gember en met het topje van wortels waar het groen nog aan zit. Als je er wat uitgelopen aardappels en de groene kop van een ananas bij plant groeit er bijna een volledige maaltijd op je vensterbank! Uit restjes die anders de vuilbak in gingen...
De geraniums, orchideeën en kamerplantstekjes, die nu mijn aanrecht bij het keukenraam inpalmen zullen een nieuw plekje elders in huis moeten vinden. Vanaf nu vervang ik ze, met m'n nieuwe groene-vingers-uitdaging, potje voor potje, voor allerlei éétbaar fraais! Nom nom nom nom nom. :-)
Nee, nee, nee, ik bedoel niet dat ik als een koe de reeds opgegeten boel een beetje zou gaan zitten herkauwen... Brrr, het idee alleen al.
Nee, je zou, volgens de gelezen artikels, uit het onderste stukje, de aanhechting van de wortels, van gekochte groenten een geheel nieuwe plant kunnen kweken en ze dus als het ware hergebruiken.
Toen ik 2 weken geleden een selder fijn sneed voor mijn stoofpotje was dat het ideale moment om de theorie in praktijk te testen: het stompje kreeg, in een glazen bloempotje met een bodempje water, een mooi licht plekje op het aanrecht. Als je het niet probeert dan weet je niet of het werkt, hé. En mocht het alsnog een fabeltje blijken dan belandde het selder-stompje gewoon een weekje later alsnog bij het groenafval. Simpel.
'k Heb het rustig laten doen, 't water af en toe bijgevuld, en... tot mijn grote vreugde kan ik jullie vandaag een heel nieuw selderplantje laten zien!
Om hier een echt opnieuw eetbare plant uit te laten groeien zet ik hem straks over in een pot met aarde. Een grote pot, want ik verwacht uiteraard dat het een selder van formaat wordt! Voor minder gaan we niet. ;-)
't Zou ook moeten lukken met het uiteinde van prei, ui, knoflook en lente-uitjes, het stompje van de krop sla, stukjes gember en met het topje van wortels waar het groen nog aan zit. Als je er wat uitgelopen aardappels en de groene kop van een ananas bij plant groeit er bijna een volledige maaltijd op je vensterbank! Uit restjes die anders de vuilbak in gingen...
De geraniums, orchideeën en kamerplantstekjes, die nu mijn aanrecht bij het keukenraam inpalmen zullen een nieuw plekje elders in huis moeten vinden. Vanaf nu vervang ik ze, met m'n nieuwe groene-vingers-uitdaging, potje voor potje, voor allerlei éétbaar fraais! Nom nom nom nom nom. :-)
zaterdag 25 april 2015
Klein beetje ziek, klein beetje genieten...
Al een week opgestaan met een rauwe keel en zere klieren. Spierpijntjes, elke ochtend opnieuw. Pijnlijke oren, nu al een paar dagen. Af en toe een beetje mottig. Af en toe ook dat ietsiepietsie koorts. En sinds eergisteren een lijf dat maar niet kan beslissen of het nu te warm of te koud heeft.
Misschien is het vermoeidheid, misschien is het stress, misschien zijn het zorgen. Of misschien ben ik, heel gewoon, een klein beetje ziekjes.
En da's niet fijn als je moet gaan werken, want dat werkt niet mee, hé.
Maar vandaag is het weekend, en dus is het anders. Als je niet percé vanalles dringend moét, dan kan je je eventjes totaal overgeven aan je niet honderd procent voelen, dan mag dat, voor een dagje of zo.
'k Geef toe dat ik me er na een paar uurtjes wel lichtjes schuldig over voel, en dan toch maar even een wasmachine aan zet of snel de afwas doe, maar verder gebruik ik nu het, volgens mij, meest oprechte en geldige excuus om in pyjama als een slome slak van de zetel naar het bed te sloffen, en ook even naar 't bad, maar dan zonder pyjama natuurlijk, en me als een echte luiaard over te geven aan languit liggende en lui hangend, ergens tussen waken en slapen, uitsluitende thee slurpend, vogeltjes en televisie kijkend, internet scrollend en poezen flodderend, al de uren van de dag door te brengen. En dus geef ik me er met overgave aan over.
Af en toe een heel klein beetje ziekjes zijn en er dan stiekem ook een heel klein beetje van genieten, dat moet kunnen, toch? ;-)
Misschien is het vermoeidheid, misschien is het stress, misschien zijn het zorgen. Of misschien ben ik, heel gewoon, een klein beetje ziekjes.
En da's niet fijn als je moet gaan werken, want dat werkt niet mee, hé.
Maar vandaag is het weekend, en dus is het anders. Als je niet percé vanalles dringend moét, dan kan je je eventjes totaal overgeven aan je niet honderd procent voelen, dan mag dat, voor een dagje of zo.
'k Geef toe dat ik me er na een paar uurtjes wel lichtjes schuldig over voel, en dan toch maar even een wasmachine aan zet of snel de afwas doe, maar verder gebruik ik nu het, volgens mij, meest oprechte en geldige excuus om in pyjama als een slome slak van de zetel naar het bed te sloffen, en ook even naar 't bad, maar dan zonder pyjama natuurlijk, en me als een echte luiaard over te geven aan languit liggende en lui hangend, ergens tussen waken en slapen, uitsluitende thee slurpend, vogeltjes en televisie kijkend, internet scrollend en poezen flodderend, al de uren van de dag door te brengen. En dus geef ik me er met overgave aan over.
Af en toe een heel klein beetje ziekjes zijn en er dan stiekem ook een heel klein beetje van genieten, dat moet kunnen, toch? ;-)
dinsdag 21 april 2015
Nieuwe kleren maken de vrouw!
Als je al jaaaaaren dezelfde kledingstukken draagt dan slaag je er misschien wel in om er nog steeds netjes en verzorgd, en, heel belangrijk: vooral jezelf, uit te zien aan de buitenkant, maar vanbinnen voel je je toch stilletjes aan verslonzen... En je kan me nog steeds door een ringetje halen, dat bevestigt men mij toch regelmatig, mét overtuiging, zo voélt het al lang niet meer. Er komt trouwens steevast een moment dat gaten écht niet meer te (ver)stoppen zijn...
En met het tanen der kleerkast neemt duidelijk ook het zelfvertrouwen af.
Volgens mij heeft absoluut élke vrouw af en toe eens een nieuw jurkje nodig op zich op en top goed in haar vel te blijven voelen. De kleren maken niet alleen de man, vermoedelijk nog eens zo veel de vrouw!
Maar... meer dan ooit is de portemonnai leeg.
Geen shoppingbudget. Niks. Nul. Noppes.
En zo met dat zomerse zonnetje word je daar nóg minder blij van.
Vanmiddag hebben we er daarom even stevig een stokje voor gestoken, ons moe en ik. Gewapend met lintmeter, patroonpapier, schaar en spelden smeten we ons op mijn stoffenoverschot. Uit een paar meter miskoop, ooit bedoelt voor een concertkleed maar nooit gebruikt, een restje god-mag-weten-van-wat satijn, een enorme omslagsjaal met glitterkes en twee zijden sari's - da's verdorie veel meter stof, hoor - die mij ooit iemand kado deed zullen de komende weken dank zijn de kundige en ijverige handen van ons moe wel zés nieuwe tuniekjurken ontstaan!
En alsof dat nog niet genoeg was kreeg ik van een vriendin, recht uit haar kleerkast, ook nog een heel pak schitterende afdankers, waarvan mijn moeder er enkele vakkundig zal verbouwen tot nieuwe outfits voor mij.
Hoera voor handige moeders met geduld, tijd en goeie naaimachines!
Daar kan je niet dankbaar genoeg voor zijn, vind ik.
Als het allemaal af geraakt en keurig past, en daar ben ik wel zeker van, dan voel ik me binnen de kortste keren weer helemaal m'n koninklijke zelf!
Allé, aan den buitenkant dan toch alvast... ;-)
En met het tanen der kleerkast neemt duidelijk ook het zelfvertrouwen af.
Volgens mij heeft absoluut élke vrouw af en toe eens een nieuw jurkje nodig op zich op en top goed in haar vel te blijven voelen. De kleren maken niet alleen de man, vermoedelijk nog eens zo veel de vrouw!
Maar... meer dan ooit is de portemonnai leeg.
Geen shoppingbudget. Niks. Nul. Noppes.
En zo met dat zomerse zonnetje word je daar nóg minder blij van.
Vanmiddag hebben we er daarom even stevig een stokje voor gestoken, ons moe en ik. Gewapend met lintmeter, patroonpapier, schaar en spelden smeten we ons op mijn stoffenoverschot. Uit een paar meter miskoop, ooit bedoelt voor een concertkleed maar nooit gebruikt, een restje god-mag-weten-van-wat satijn, een enorme omslagsjaal met glitterkes en twee zijden sari's - da's verdorie veel meter stof, hoor - die mij ooit iemand kado deed zullen de komende weken dank zijn de kundige en ijverige handen van ons moe wel zés nieuwe tuniekjurken ontstaan!
En alsof dat nog niet genoeg was kreeg ik van een vriendin, recht uit haar kleerkast, ook nog een heel pak schitterende afdankers, waarvan mijn moeder er enkele vakkundig zal verbouwen tot nieuwe outfits voor mij.
Hoera voor handige moeders met geduld, tijd en goeie naaimachines!
Daar kan je niet dankbaar genoeg voor zijn, vind ik.
Als het allemaal af geraakt en keurig past, en daar ben ik wel zeker van, dan voel ik me binnen de kortste keren weer helemaal m'n koninklijke zelf!
Allé, aan den buitenkant dan toch alvast... ;-)
zaterdag 18 april 2015
Poezenknuffels en knuffelpoezen.
"Ség, allé, gij gaat mij toch ni knuffelen zekerst!!! Laat los, zeg ik u! Laat me loo-oos!" Telkens ik Poekie of Pompon van de vloer durf grabbelen voor een dikke poezenknuffel wriemelen ze zich onmiddellijk zacht doch met overtuiging uit m'n armen los. 't Zijn jongens, hé, én technisch gezien ook tieners... Flodderen met hun poezenmoeder? Dat had je gedàcht! No way!
En dat vind ik natuurlijk wel een beetje spijtig...
Pas op, ze zien me graag, hoor, en dat laten ze ook weten.
Tussen het wilde spelevechten, de opwindende jachtpartijen op god-mag-weten-wat en de eindeloze voetbal- en basketbalsessies door komt er altijd wel ééntje, lang uitgestrekt naast me op de zetel of op den bureau, even in de rapte onder z'n oksels of over z'n buikske laten wrijven, of toch minstens een vlugge aai over z'n bolleke halen. Of ik krijg, in 't voorbijgaan, bijna stiekem, een kopje. Maar verder is de boodschap duidelijk: aan ons lijf géén 'pakken en scharen'!
Tot het een uur of 3 's nachts is...
Rond dat tijdstip sluipt er, bijna elke nacht, iemand met zachte voetjes voorzichtig over het krakende dekbed om zich, altijd links van me, liefst in mijn open hand en ook graag zo dicht mogelijk bij mijn hoofd, half op het kussen, en al dan niet met van die knedende pootjes, tevreden ronkend te komen nestelen. Da's Pompon.
Op datzelfde nachtelijke moment wriemelt er zich, uitsluitend rechts van mij, meestal iets donzig zacht met een nat snuffelneusje en graaipootjes mee ónder datzelfde dekbed, om zich, al naar gelang hoe ik lig, tegen m'n rug of zijkant of in m'n oksel neer te ploffen. Soms her-legt hij zich een keer of 3, 4, om maar zo dicht mogelijk te liggen, liefst nog met een arm van mij stevig rond hem. Poekie dus.
Ja, het maakt me altijd even wakker... En ja, ik kan en mag daarna absoluut niet meer bewegen of anders gaan liggen... En ja, soms ik stel me de vraag of dat allemaal wel zo hygiënisch is...
Voorlopig kan me dat allemaal niet schelen. In het donkerste van de nacht blijken m'n twee stoere ventjes dan toch nog een ietsiepietsie Kristina's kleine troeteltjes te zijn, en dat is alleen maar onmetelijk vertederend. ;-)
En dat vind ik natuurlijk wel een beetje spijtig...
Pas op, ze zien me graag, hoor, en dat laten ze ook weten.
Tussen het wilde spelevechten, de opwindende jachtpartijen op god-mag-weten-wat en de eindeloze voetbal- en basketbalsessies door komt er altijd wel ééntje, lang uitgestrekt naast me op de zetel of op den bureau, even in de rapte onder z'n oksels of over z'n buikske laten wrijven, of toch minstens een vlugge aai over z'n bolleke halen. Of ik krijg, in 't voorbijgaan, bijna stiekem, een kopje. Maar verder is de boodschap duidelijk: aan ons lijf géén 'pakken en scharen'!
Tot het een uur of 3 's nachts is...
Rond dat tijdstip sluipt er, bijna elke nacht, iemand met zachte voetjes voorzichtig over het krakende dekbed om zich, altijd links van me, liefst in mijn open hand en ook graag zo dicht mogelijk bij mijn hoofd, half op het kussen, en al dan niet met van die knedende pootjes, tevreden ronkend te komen nestelen. Da's Pompon.
Op datzelfde nachtelijke moment wriemelt er zich, uitsluitend rechts van mij, meestal iets donzig zacht met een nat snuffelneusje en graaipootjes mee ónder datzelfde dekbed, om zich, al naar gelang hoe ik lig, tegen m'n rug of zijkant of in m'n oksel neer te ploffen. Soms her-legt hij zich een keer of 3, 4, om maar zo dicht mogelijk te liggen, liefst nog met een arm van mij stevig rond hem. Poekie dus.
Ja, het maakt me altijd even wakker... En ja, ik kan en mag daarna absoluut niet meer bewegen of anders gaan liggen... En ja, soms ik stel me de vraag of dat allemaal wel zo hygiënisch is...
Voorlopig kan me dat allemaal niet schelen. In het donkerste van de nacht blijken m'n twee stoere ventjes dan toch nog een ietsiepietsie Kristina's kleine troeteltjes te zijn, en dat is alleen maar onmetelijk vertederend. ;-)
vrijdag 17 april 2015
Stilte op de bus!...
Stilstaand voor het rode licht tussen het centraal station en eindhalte Rooseveltplaats stak de buschauffeur z'n breed lachend gezicht uit z'n glazen hokje en riep naar de passagiers in zijn nog halfvolle bus: "Haaaaallooooookes iedereen! Alles goe doar vanachtere? Joa, efkes checken, hej, want gulle zijt zoe stil da'k vreesde da' g' allemoal oepgehouwe woart mé aseme en allemoal veur dood laagt!"
Het was me tot op dat moment eerlijk gezegd zelf niet eens opgevallen dat het inderdaad een zeer aangename rustige en zelfs uitzonderlijk stille rit geweest was in die bus vol zwijgzame medereizigers.
Ik zelf vond de jolige uitroep van de chauffeur echt heerlijk grappig.
Mijn medereizigers duidelijk helemaal niet en zij waren zelfs een beetje beledigd of geshockeerd...
Ongestoord en uitbundig gebarend vervolgde de chauffeur gul en met een zo mogelijk nog bredere lach: "Van maaj meugde gulle gerust allemoal nog is mé maaj meeraaie, zenne!"
De gezichten om me heen draaiden nóg een graad zuurder.
En ik, ik kon m'n lach niet langer inhouden. Geweldig toch, zoveel lol!
Tja, gewoon gezellige humor, 't is duidelijk niet aan iedereen besteed...
Goed-gezind zijn trouwens blijkbaar ook niet...
Ik heb deze vrolijke buschauffeur van harte een heel fijn weekend gewenst.
Hij heeft het mijne alvast met een brede glimlach doen beginnen. :-)
Het was me tot op dat moment eerlijk gezegd zelf niet eens opgevallen dat het inderdaad een zeer aangename rustige en zelfs uitzonderlijk stille rit geweest was in die bus vol zwijgzame medereizigers.
Ik zelf vond de jolige uitroep van de chauffeur echt heerlijk grappig.
Mijn medereizigers duidelijk helemaal niet en zij waren zelfs een beetje beledigd of geshockeerd...
Ongestoord en uitbundig gebarend vervolgde de chauffeur gul en met een zo mogelijk nog bredere lach: "Van maaj meugde gulle gerust allemoal nog is mé maaj meeraaie, zenne!"
De gezichten om me heen draaiden nóg een graad zuurder.
En ik, ik kon m'n lach niet langer inhouden. Geweldig toch, zoveel lol!
Tja, gewoon gezellige humor, 't is duidelijk niet aan iedereen besteed...
Goed-gezind zijn trouwens blijkbaar ook niet...
Ik heb deze vrolijke buschauffeur van harte een heel fijn weekend gewenst.
Hij heeft het mijne alvast met een brede glimlach doen beginnen. :-)
donderdag 16 april 2015
Bezige bijtjes.
Er doen al een hele tijd berichten de ronde dat het echt niet goed gaat met onze bijen. Op sommige plaatsen is dit ijverige insectje al volledig uitgestorven. En het verbaast me dan ook dat die boodschap, en de ernst van de gevolgen, aan veel mensen totaal voorbij gaat.
Dus, met m'n grote liefde voor alles wat groeit en bloeit, wil ook ik er even een stukje over schrijven, alle beetjes helpen.
Gisteren las ik dat in bepaalde delen van China de honingbij door het spuiten van insecticiden volledig verdwenen is en de bestuiving van fruitbomen reeds door mensen gedaan moet worden: manueel, bloempje per bloempje, met de hand, om toch nog een oogst te kunnen hebben.
Kunt u zich daar iets bij voor stellen? Hoe zou het de boomgaarden dicht bij huis, in bijvoorbeeld Haspengouw, vergaan denkt u, zonder bijen?...
Maar niet alleen uw en mijn eten komt in het gedrang, het hele ecosysteem dreigt in te storten. 80% van àlle gewassen en 90% van àlle fruitsoorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van de bestuiving door bijen. En van die gewassen moeten niet alleen wij, maar ook de meeste dieren leven...
Het is een kettingreactie met verschrikkelijke gevolgen.
Albert Einstein zei dat de mens nog maar 4 jaar te leven heeft als de bijen eenmaal uitgestorven zijn. Geloof me, veel tijd hebben we niet meer.
En wat wij, als simpele, gewone mens, daar dan aan kunnen doen, vraag je je nu misschien af...
Wel, om te beginnen: sla er al geen ééntje meer dood. Wees niet bang van bijen, ze steken alleen als ze in het nauw zitten en zich bedreigd voelen.
En, uiteraard, gebruik geen insecticiden. En ik snap heel goed dat dat lastig is, hoor: hier, op mijn paar vierkante meter terras lever ik dagelijks strijd met vraatzuchtige insecten die m'n troetelplantjes zowel langst boven als in de grond aanvallen en totaal decimeren... You win some, you lose some. Steeds op zoek naar oplossingen en evenwicht.
Maak je buitenruimte, hoe groot of klein die ook is, tot een plek waar bijen welkom zijn. Plant bloemen en bloeiende struiken waar het kan, laat zeker ook de paardenbloemen en madeliefjes in het gazon staan, bouw en hang overal bijen- en insectenhotelletjes...
Zelf zet ik m'n bloembakken alvast boordevol met een brede waaier aan planten en bloemen die, behalve voor mij fraai om naar te kijken, ook voedsel en schuilplaats zijn voor zowel de bijen als zoveel andere insecten, denk maar aan vlinders bijvoorbeeld, ook al met uitsterven bedreigd...
Er zijn massa's sites die je ideetjes geven. Het kan een leuke nieuwe hobby worden om te kijken hoeveel leven je, zelfs op je piepkleine balkonnetje, kunt creëren.
Dus, om de bijtjes van de ondergang te redden: hup, iedereen aan de slag, tuinieren en knutselen als échte bezige bijtjes! ;-)
Dus, met m'n grote liefde voor alles wat groeit en bloeit, wil ook ik er even een stukje over schrijven, alle beetjes helpen.
Gisteren las ik dat in bepaalde delen van China de honingbij door het spuiten van insecticiden volledig verdwenen is en de bestuiving van fruitbomen reeds door mensen gedaan moet worden: manueel, bloempje per bloempje, met de hand, om toch nog een oogst te kunnen hebben.
Kunt u zich daar iets bij voor stellen? Hoe zou het de boomgaarden dicht bij huis, in bijvoorbeeld Haspengouw, vergaan denkt u, zonder bijen?...
Maar niet alleen uw en mijn eten komt in het gedrang, het hele ecosysteem dreigt in te storten. 80% van àlle gewassen en 90% van àlle fruitsoorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van de bestuiving door bijen. En van die gewassen moeten niet alleen wij, maar ook de meeste dieren leven...
Het is een kettingreactie met verschrikkelijke gevolgen.
Albert Einstein zei dat de mens nog maar 4 jaar te leven heeft als de bijen eenmaal uitgestorven zijn. Geloof me, veel tijd hebben we niet meer.
En wat wij, als simpele, gewone mens, daar dan aan kunnen doen, vraag je je nu misschien af...
Wel, om te beginnen: sla er al geen ééntje meer dood. Wees niet bang van bijen, ze steken alleen als ze in het nauw zitten en zich bedreigd voelen.
En, uiteraard, gebruik geen insecticiden. En ik snap heel goed dat dat lastig is, hoor: hier, op mijn paar vierkante meter terras lever ik dagelijks strijd met vraatzuchtige insecten die m'n troetelplantjes zowel langst boven als in de grond aanvallen en totaal decimeren... You win some, you lose some. Steeds op zoek naar oplossingen en evenwicht.
Maak je buitenruimte, hoe groot of klein die ook is, tot een plek waar bijen welkom zijn. Plant bloemen en bloeiende struiken waar het kan, laat zeker ook de paardenbloemen en madeliefjes in het gazon staan, bouw en hang overal bijen- en insectenhotelletjes...
Zelf zet ik m'n bloembakken alvast boordevol met een brede waaier aan planten en bloemen die, behalve voor mij fraai om naar te kijken, ook voedsel en schuilplaats zijn voor zowel de bijen als zoveel andere insecten, denk maar aan vlinders bijvoorbeeld, ook al met uitsterven bedreigd...
Er zijn massa's sites die je ideetjes geven. Het kan een leuke nieuwe hobby worden om te kijken hoeveel leven je, zelfs op je piepkleine balkonnetje, kunt creëren.
Dus, om de bijtjes van de ondergang te redden: hup, iedereen aan de slag, tuinieren en knutselen als échte bezige bijtjes! ;-)
dinsdag 14 april 2015
Lente snuiven.
Hij overviel me vanochtend bij het openen van het venster onmiddellijk, die typische zalige lentegeur van dauw op het gras gekoesterd door de eerste zonnestralen van de dag.
Toen ik een paar uur later richting tram wandelde kwamen er, opgewarmd door de stralende zon en geserveerd door het lentebriesje, van alle kanten verrassend veel bloemengeuren op me af. En geloof me, ik vind het best wel lastig om stevig rechtdoor te blijven wandelen als ik door m'n neus telkens weer op een heerlijk zijspoor word gezet.
Snuffelend in de wind probeerde ik de verschillende luchtjes thuis te brengen. 'k Herkende alvast vleugjes narcissen, viburnum, magnolia, mahonie en zelfs al een beetje jasmijn. Dat ik niet alle lentebloeiers thuis kon brengen maakte het alleen maar boeiender.
Eens buiten de stad vermengde het boeket van bloemenparfums zich met de meer aardse aroma's van gedroogde koemest en vers gemaaid gras. En met het hete-stoeptegels-luchtje en een vleugje barbecuerook in de wind kon je al volop zomer inademen.
Met volle teugen genietend zette ik m'n reukorgaan wagenwijd open om al die heerlijke geurigheid diep in me te laten doordringen...
En dat had ik misschien beter met iets minder overgave gedaan...
Op de bus naar huis werd mijn snufferd genadeloos gebombardeerd met de overweldigende odeur van in zweet zwemmende open-hemdjes-oksels en onfris vochtige sandaal-voeten, waarvan ik in al m'n enthousiasme, uiteraard, het bestaan totaal vergeten was.
Vermoedelijk hoog tijd dus om naast de zonnebril ook weer een flesje eau de cologne in m'n handtas te steken... ;-)
Toen ik een paar uur later richting tram wandelde kwamen er, opgewarmd door de stralende zon en geserveerd door het lentebriesje, van alle kanten verrassend veel bloemengeuren op me af. En geloof me, ik vind het best wel lastig om stevig rechtdoor te blijven wandelen als ik door m'n neus telkens weer op een heerlijk zijspoor word gezet.
Snuffelend in de wind probeerde ik de verschillende luchtjes thuis te brengen. 'k Herkende alvast vleugjes narcissen, viburnum, magnolia, mahonie en zelfs al een beetje jasmijn. Dat ik niet alle lentebloeiers thuis kon brengen maakte het alleen maar boeiender.
Eens buiten de stad vermengde het boeket van bloemenparfums zich met de meer aardse aroma's van gedroogde koemest en vers gemaaid gras. En met het hete-stoeptegels-luchtje en een vleugje barbecuerook in de wind kon je al volop zomer inademen.
Met volle teugen genietend zette ik m'n reukorgaan wagenwijd open om al die heerlijke geurigheid diep in me te laten doordringen...
En dat had ik misschien beter met iets minder overgave gedaan...
Op de bus naar huis werd mijn snufferd genadeloos gebombardeerd met de overweldigende odeur van in zweet zwemmende open-hemdjes-oksels en onfris vochtige sandaal-voeten, waarvan ik in al m'n enthousiasme, uiteraard, het bestaan totaal vergeten was.
Vermoedelijk hoog tijd dus om naast de zonnebril ook weer een flesje eau de cologne in m'n handtas te steken... ;-)
maandag 13 april 2015
Rijk?... of rijk!
Ik ben de zeer dankbare eigenaar van een hele boel rijkdom.
'k Heb een heel pak toffe kennissen en een handvol geweldige vrienden, mensen die met plezier voor me klaar staan. Ik woon in m'n eigen leuke appartement met fraai uitzicht, omringd door m'n zo geliefde bloemen en planten, vol van m'n gekoesterde frullekes, kunst en meubeltjes. 'k Geniet het schattige gezelschap van 2 ondeugende poesjes. M'n gezondheid valt tegenwoordig behoorlijk mee. 'k Ben gezegend met een paar geinige artistieke talenten, en tijd om daar mee bezig te zijn. En, zeker niet onbelangrijk, ik ben in het bezit van een zonnige natuur en een ingebakken optimisme, waardoor ik altijd en overal schone dingen zie, letterlijk en figuurlijk. Dat alles maakt me onmetelijk rijk.
Maar... financieel, wel, da's een heel ander verhaal.
Ja, ik heb m'n baan, naast die artistieke neigingen van me, maar met wat ik verdien krijg ik tegenwoordig niet eens 't beleg op m'n brood betaald.
Elke maand opnieuw is het een hels gepuzzel en geknutsel om uit de penarie te blijven. Gelukkig dat ik ook gezegend ben met een stevige dosis creativiteit en vindingrijkheid. Die komen op dat vlak uitstekend van pas!
Afgelopen weekend besefte ik plots dat dat eeuwige gesukkel ongemerkt deel van m'n dagelijks leven geworden is, een gewoonte. Zodanig overgenomen door Overleven vergat ik te Leven... en te dromen.
Niet dat ik veel meer zou kopen dan nu, maar hoe fijn zou het zijn om eens zonder angst een euro tekort te komen aan de kassa te staan bij de wekelijks inkopen... Hoe fijn zou het zijn om na zoveel jaren nog eens gewoon om een nieuwe outfit te kunnen gaan shoppen, of voor nieuwe schoenen... Hoe fijn zou het zijn om mezelf weer eens met regelmaat een bloemetje te kunnen meebrengen, of een boek... En zonder zorgen hulp te kunnen inschakelen voor een échte goede gezondheid... En stel je voor dat ik mezelf eens iets van grotere orde zou kunnen gunnen: een nieuwe matras, nieuwe gordijnen,... of een dagje naar zee, mét zakgeld. Of dat ik zou kunnen sparen, voor nieuwe ramen bijvoorbeeld, of ooit een autootje...
Uiteraard mag ik er trots op zijn dat het me telkens wel weer ongeveer lukt rond te komen met eigenlijk altijd een serieus stuk te weinig. Tevreden en gelukkig zijn met eenvoudige dingen en kleine vreugdes, da's mooi, maar 't mag het streven naar 'beter' niet doen vergeten of in de weg staan.
Misschien is het hoog tijd om al die creativiteit, waarmee nu hoofdzakelijk gezocht wordt naar nieuwe mogelijkheden de buikriem nóg verder aan te halen, eens te gaan gebruiken om uit die verdovende sleur, die immer neerwaartse spiraal, los te breken. Hoe, dat weet ik nog niet, maar het probleem onder ogen zien is 't begin van de oplossing, hé.
Ik geef mezelf hierbij de toestemming rijk te worden, op àlle soorten manieren! ;-)
'k Heb een heel pak toffe kennissen en een handvol geweldige vrienden, mensen die met plezier voor me klaar staan. Ik woon in m'n eigen leuke appartement met fraai uitzicht, omringd door m'n zo geliefde bloemen en planten, vol van m'n gekoesterde frullekes, kunst en meubeltjes. 'k Geniet het schattige gezelschap van 2 ondeugende poesjes. M'n gezondheid valt tegenwoordig behoorlijk mee. 'k Ben gezegend met een paar geinige artistieke talenten, en tijd om daar mee bezig te zijn. En, zeker niet onbelangrijk, ik ben in het bezit van een zonnige natuur en een ingebakken optimisme, waardoor ik altijd en overal schone dingen zie, letterlijk en figuurlijk. Dat alles maakt me onmetelijk rijk.
Maar... financieel, wel, da's een heel ander verhaal.
Ja, ik heb m'n baan, naast die artistieke neigingen van me, maar met wat ik verdien krijg ik tegenwoordig niet eens 't beleg op m'n brood betaald.
Elke maand opnieuw is het een hels gepuzzel en geknutsel om uit de penarie te blijven. Gelukkig dat ik ook gezegend ben met een stevige dosis creativiteit en vindingrijkheid. Die komen op dat vlak uitstekend van pas!
Afgelopen weekend besefte ik plots dat dat eeuwige gesukkel ongemerkt deel van m'n dagelijks leven geworden is, een gewoonte. Zodanig overgenomen door Overleven vergat ik te Leven... en te dromen.
Niet dat ik veel meer zou kopen dan nu, maar hoe fijn zou het zijn om eens zonder angst een euro tekort te komen aan de kassa te staan bij de wekelijks inkopen... Hoe fijn zou het zijn om na zoveel jaren nog eens gewoon om een nieuwe outfit te kunnen gaan shoppen, of voor nieuwe schoenen... Hoe fijn zou het zijn om mezelf weer eens met regelmaat een bloemetje te kunnen meebrengen, of een boek... En zonder zorgen hulp te kunnen inschakelen voor een échte goede gezondheid... En stel je voor dat ik mezelf eens iets van grotere orde zou kunnen gunnen: een nieuwe matras, nieuwe gordijnen,... of een dagje naar zee, mét zakgeld. Of dat ik zou kunnen sparen, voor nieuwe ramen bijvoorbeeld, of ooit een autootje...
Uiteraard mag ik er trots op zijn dat het me telkens wel weer ongeveer lukt rond te komen met eigenlijk altijd een serieus stuk te weinig. Tevreden en gelukkig zijn met eenvoudige dingen en kleine vreugdes, da's mooi, maar 't mag het streven naar 'beter' niet doen vergeten of in de weg staan.
Misschien is het hoog tijd om al die creativiteit, waarmee nu hoofdzakelijk gezocht wordt naar nieuwe mogelijkheden de buikriem nóg verder aan te halen, eens te gaan gebruiken om uit die verdovende sleur, die immer neerwaartse spiraal, los te breken. Hoe, dat weet ik nog niet, maar het probleem onder ogen zien is 't begin van de oplossing, hé.
Ik geef mezelf hierbij de toestemming rijk te worden, op àlle soorten manieren! ;-)
zaterdag 11 april 2015
Geen vogel voor de kat...
Poezen en vogels, dat gaat niet samen, dat weet iedereen.
Maar ik vind dat spijtig, want ik hou van allebei.
Het terras van m'n vorige appartement was elke winter weer een ware volière met een zeer uitgebreide collectie vogels die genoten van het aangeboden voedsel. Vorig jaar, toen ik pas in deze flat woonde, vonden, tot mijn grote vreugde, ook hier de meesjes, vinken en roodborstjes de weg naar m'n voederbakjes. Maar... toen was ik nog in het gezelschap van Nala en Myra, de lieve stokoude poezen. Als die twee languit luierend op de vensterbank lagen keken ze wel met enige interesse naar het geflapper daar buiten aan de andere kant van het raam, maar met de wijsheid van hun jaren wisten ze dat elke uitgestoken poot tevergeefse moeite zou zijn, al was het maar door de immer aanwezige glazen barrière.
Tegenwoordig deel ik m'n kamers met jong geweld. Het minste geritsel, de kleinste beweging, het geringste geluid uit de richting van de tuin wekt de onmiddellijke onverdeelde aandacht van poesjes Pompon en Poekie. Vooral Poekie vliegt nog wel eens van kamer tot kamer, van venster tot venster, gefocust op één doel: de indringers móeten gepakt of toch minstens verdreven worden! De poot- en snuitafdrukken van z'n verwoede pogingen verhinderen, ondanks mijn regelmatig passeren met spons en zeep, vaak het zicht naar buiten.
Omdat ik de hele winter lang niet één pluimenbolletje spotte berustte ik in het vogelloos blijven van het terras. Toch zeker de eerste jaren, tot de poesjes misschien wat rustig of wijzer zouden worden.
Maar dat was buiten de gevederde beestjes zelf gerekend.
Afgelopen week dacht ik meesjes te hebben zien wegvliegen van tussen de bloempotten en er was duidelijk ook van het vogelvoer gegeten.
Vandaag had ik tijd en vanop de sofa, half verscholen achter de grote kamerplanten heb ik de boel bespied. 't Is bewezen: die meesjes zijn véél slimmer dan de poezen. Volgens mij hebben ze begrepen dat als die 2 wildemannen slapen, liefst zo ver mogelijk van de vensterbank, dat zij dan zonder schrik en op hun gemakje overal op het terras hapjes kunnen komen stelen. Zélfs uit het voederbakje dat tegen het grote schuifraam plakt.
Ze zitten even op uitkijk op de balustrade of in één van m'n vele planten en ornamenten, je ziet ze écht de boel checken, en als de kust veilig is doen ze zich uitgebreid te goed aan al het uitgestalde lekkers.
En ik ben blij. Poezen én vogeltjes, ik heb ze tóch weer allebei! :-)
Maar ik vind dat spijtig, want ik hou van allebei.
Het terras van m'n vorige appartement was elke winter weer een ware volière met een zeer uitgebreide collectie vogels die genoten van het aangeboden voedsel. Vorig jaar, toen ik pas in deze flat woonde, vonden, tot mijn grote vreugde, ook hier de meesjes, vinken en roodborstjes de weg naar m'n voederbakjes. Maar... toen was ik nog in het gezelschap van Nala en Myra, de lieve stokoude poezen. Als die twee languit luierend op de vensterbank lagen keken ze wel met enige interesse naar het geflapper daar buiten aan de andere kant van het raam, maar met de wijsheid van hun jaren wisten ze dat elke uitgestoken poot tevergeefse moeite zou zijn, al was het maar door de immer aanwezige glazen barrière.
Tegenwoordig deel ik m'n kamers met jong geweld. Het minste geritsel, de kleinste beweging, het geringste geluid uit de richting van de tuin wekt de onmiddellijke onverdeelde aandacht van poesjes Pompon en Poekie. Vooral Poekie vliegt nog wel eens van kamer tot kamer, van venster tot venster, gefocust op één doel: de indringers móeten gepakt of toch minstens verdreven worden! De poot- en snuitafdrukken van z'n verwoede pogingen verhinderen, ondanks mijn regelmatig passeren met spons en zeep, vaak het zicht naar buiten.
Omdat ik de hele winter lang niet één pluimenbolletje spotte berustte ik in het vogelloos blijven van het terras. Toch zeker de eerste jaren, tot de poesjes misschien wat rustig of wijzer zouden worden.
Maar dat was buiten de gevederde beestjes zelf gerekend.
Afgelopen week dacht ik meesjes te hebben zien wegvliegen van tussen de bloempotten en er was duidelijk ook van het vogelvoer gegeten.
Vandaag had ik tijd en vanop de sofa, half verscholen achter de grote kamerplanten heb ik de boel bespied. 't Is bewezen: die meesjes zijn véél slimmer dan de poezen. Volgens mij hebben ze begrepen dat als die 2 wildemannen slapen, liefst zo ver mogelijk van de vensterbank, dat zij dan zonder schrik en op hun gemakje overal op het terras hapjes kunnen komen stelen. Zélfs uit het voederbakje dat tegen het grote schuifraam plakt.
Ze zitten even op uitkijk op de balustrade of in één van m'n vele planten en ornamenten, je ziet ze écht de boel checken, en als de kust veilig is doen ze zich uitgebreid te goed aan al het uitgestalde lekkers.
En ik ben blij. Poezen én vogeltjes, ik heb ze tóch weer allebei! :-)
donderdag 9 april 2015
Maarts Viooltje in april.
Een paar jaar geleden merkte ik één heel klein, diep purper bloemetje in het gras langst de kant van de weg waar ik zowat alle dagen voorbij kom. Sinds begin maart dit jaar staat er ongeveer een vierkante meter vol van te geuren, zomaar in de wegberm. Na een klein beetje opzoekwerk blijkt het, inderdaad, zoals ik al dacht, het Maarts Viooltje te zijn.
Aan dit bloemetje hangen heel wat wijsheden, verhalen en krachten vast.
Hippocrates, de grondlegger van de moderne geneeskunde, beschreef reeds de heilzame werking van dit nederige plantje. Het is de nationale bloem van Griekenland en het wordt verwerkt in liefdesdranken en door iedereen gezien als symbool van vruchtbaarheid, vriendschap en de terugkerende lente. Eeuwenlang werd er trouwens in heel uiteenlopende landen naar gezocht als aankondiger van die lente. Zelfs de koningen zochten mee. Vele roemrijke namen vonden zich niet te groot om zich over het geliefde kleinood te buigen. Goethe, bijvoorbeeld, was zo zot van het viooltje dat hij er overal zaadjes van mee nam en uitstrooide, en Shakespeare gebruikte het in een liefdestoverdrankje in zijn Midsummer Night's Dream.
Vandaag is het nog steeds in gebruik tegen ontzettend veel kwalen, zoals hoofdpijn, duizeligheid, keelontsteking, bronchitis, huidaandoeningen, angsten, slapeloosheid en zelfs tumoren! Maar die kleine purperen bloemetjes worden ook heel simpel gesuikerd en gebruikt om gebak mee te versieren, of verwerkt tot 'Les bonbons à la Violette', diep paarse snoepjes. Dat móet gewoon lekker zijn, dat kan niet anders.
En de geur van het violetje, daar is iets heel bijzonders mee. Die geur ruik je maar een seconde, hij verdwijnt van zodra je hem waarneemt! Ik las dat dat komt omdat er een verdovende stof in zit die je neusharen buiten spel zet. Grappig. Maar 't ruikt echt wel heel erg lekker!
In Frankrijk maken ze er al eeuwen parfum van!
Van in m'n jeugd koester ik een heel oud doosje met afbeeldingen van de violetjes er op en in zwierig handschrift "Violettes de Toulouse" en de tekst "O moun païs, ô Toulousa, ô Toulousa - Qu'aymi tas flous, toun cel, toun soulel d'or". Komt van m'n grootmoeder, denk ik. Het heeft z'n vaste plekje in m'n frullekeskast. En 'k heb me àltijd afgevraagd wat daar toch in gezeten zou kunnen hebben... Nu weet ik het dus: een flesje parfum! En daar zal ik dan toch wel eens een keertje naar op zoek moeten gaan...
Toch wel heel bijzonder dat dit piepkleine paarse viooltje dus zo goed als onopgemerkt langst mijn dagelijks pad staat. Niet in de diepe bossen of in een beschermd natuurgebied, nee, doodgewoon onder een boom op een stukje gras tussen de straat en de stoep.
Ja, 't is een specialleke, dat Maarts Viooltje. :-)
Aan dit bloemetje hangen heel wat wijsheden, verhalen en krachten vast.
Hippocrates, de grondlegger van de moderne geneeskunde, beschreef reeds de heilzame werking van dit nederige plantje. Het is de nationale bloem van Griekenland en het wordt verwerkt in liefdesdranken en door iedereen gezien als symbool van vruchtbaarheid, vriendschap en de terugkerende lente. Eeuwenlang werd er trouwens in heel uiteenlopende landen naar gezocht als aankondiger van die lente. Zelfs de koningen zochten mee. Vele roemrijke namen vonden zich niet te groot om zich over het geliefde kleinood te buigen. Goethe, bijvoorbeeld, was zo zot van het viooltje dat hij er overal zaadjes van mee nam en uitstrooide, en Shakespeare gebruikte het in een liefdestoverdrankje in zijn Midsummer Night's Dream.
Vandaag is het nog steeds in gebruik tegen ontzettend veel kwalen, zoals hoofdpijn, duizeligheid, keelontsteking, bronchitis, huidaandoeningen, angsten, slapeloosheid en zelfs tumoren! Maar die kleine purperen bloemetjes worden ook heel simpel gesuikerd en gebruikt om gebak mee te versieren, of verwerkt tot 'Les bonbons à la Violette', diep paarse snoepjes. Dat móet gewoon lekker zijn, dat kan niet anders.
En de geur van het violetje, daar is iets heel bijzonders mee. Die geur ruik je maar een seconde, hij verdwijnt van zodra je hem waarneemt! Ik las dat dat komt omdat er een verdovende stof in zit die je neusharen buiten spel zet. Grappig. Maar 't ruikt echt wel heel erg lekker!
In Frankrijk maken ze er al eeuwen parfum van!
Van in m'n jeugd koester ik een heel oud doosje met afbeeldingen van de violetjes er op en in zwierig handschrift "Violettes de Toulouse" en de tekst "O moun païs, ô Toulousa, ô Toulousa - Qu'aymi tas flous, toun cel, toun soulel d'or". Komt van m'n grootmoeder, denk ik. Het heeft z'n vaste plekje in m'n frullekeskast. En 'k heb me àltijd afgevraagd wat daar toch in gezeten zou kunnen hebben... Nu weet ik het dus: een flesje parfum! En daar zal ik dan toch wel eens een keertje naar op zoek moeten gaan...
Toch wel heel bijzonder dat dit piepkleine paarse viooltje dus zo goed als onopgemerkt langst mijn dagelijks pad staat. Niet in de diepe bossen of in een beschermd natuurgebied, nee, doodgewoon onder een boom op een stukje gras tussen de straat en de stoep.
Ja, 't is een specialleke, dat Maarts Viooltje. :-)
woensdag 8 april 2015
Daar is 'em, daar is 'em!!!
Ik rij al jaren alle dagen met bus en tram, en dat onderga ik gelaten, bij gebrek aan beter. En al kan ik er af en toe een serieus stukske over zagen - daar ben ik me echt wel van bewust - ik heb ze nodig, ze zijn er, en ze brengen me, misschien niet altijd even snel maar toch, altijd weer waar ik moet zijn. En daar ben ik ook dankbaar voor.
Maar die reisjes heen en weer, zo met het openbaar vervoer, die horen bij de gewone gang van zaken van elke dag. Tenzij ze je weer eens veel te lang laten wachten, of er wreed vervelende mensen mee rijden, sta je daar eigenlijk totaal niet meer bij stil. Je wordt er warm noch koud van.
Daarstraks, wachtend in de metro op m'n tramaansluiting, zag ik op het perron aan de overkant een grootvader en grootmoeder, tenminste dat denk ik, met twee van hun kleinkinderen staan. En vooral dat ene jongetje was echt super opgewonden. Hij stond van het ene been op het andere te springen en naar de lichtjes die de voortgang van de verschillende lijnen weergeven te wijzen. Elk moment kon de tram komen! En dat was overduidelijk keispannend.
Toen vanuit de donkere mollengang het licht van de koplampen van de aanstormende tram verscheen begon het jongetje vol blijdschap rond te springen, met z'n armen in de lucht alsof hij de goal van z'n leven gemaakt had, zielsgelukkig roepend "daar is 'em, daar is 'em!!!"
Dan kunt ge écht niet anders dan breed glimlachen, hoor, tot ver achter je oren. Zoveel vreugde, zoveel geluk, zulke uitgelatenheid!
Misschien wel omdat het zo'n herkenbare blijdschap was.
Hebben wij ons niet ook zo gevoeld, toen wij, lang geleden als kind, voor 't eerst met de tram mee mochten. Niet dan!?...
En die galmende juichkreet werkte nog aanstekelijk ook...
Toen de tram die mijn richting uitging eindelijk tevoorschijn kwam moest ik me inhouden om niet ook een sprongetje te maken en luidkeels "daar is 'em, daar is 'em!!!" uit m'n mond te laten ontsnappen. Al was het maar omdat ik dan weer fijn snel thuis zou zijn...
Juichend langst, pardon, mét De Lijn, dus.
Als je 't mij vraagt scoren ze, met dat 'trammetje-rijden'. ;-)
dinsdag 7 april 2015
Ouwe trouwe blauwe overall.
Omdat we gisteren toch met heel de ploeg aanwezig waren, hebben we meteen een pak klusjes in en om het ouderlijk huis van moeders to-do-lijstje afgewerkt. Nog wat dingen opruimen, 't één en 't ander weer vastnagelen en -lijmen, wat spul afbreken,... En de enorme, ondertussen volledig lege, kelder moest een paar frisse laagjes witte verf krijgen.
Dus, feestdag of niet: iedereen in werkkledij!
En dat betekent voor mij dat ik m'n ouwe trouwe blauwe overall aantrek.
Die overall heb ik al vele jaren. 't Is een mannenmodel. Ooit eens goedkoop gekocht. In een extra grote maat, anders paste hij niet over mijn koninklijk royale derrière... De pijpen zijn, nog steeds, veel te lang, en dus altijd opgerold. De bretellen zijn ook oversized en hangen nog wel eens ongewild ergens in. Verspreid over het hele kledingstuk vind je trouwens met zekerheid élke verfsoort, die ik ooit al eens ergens tegen een muur of plafond gesmeerd heb, terug.
En, 't moet gezegd, het is niet anders: ondertussen zijn vooral m'n heupen er stilletjes totaal uit aan 't groeien... met constant losschietende knipperkes en gevaarlijk wegknallende knopen. Da's 't gratis bijkomend showelement...
Maar, wat er ook van is: als ik klus, en zéker als ik verf, is dàt m'n geliefde outfit. Dus zo ook gisteren. Er liepen nog wel een paar anderen met blauwe overalls rond, maar tante Kristina in die van haar, da's om de één of andere reden altijd immens grappig. Hilariteit, gegiechel en gedoe alom.
En gek genoeg, ook complimenten. Dat het me eigenlijk wel staat, zo'n blauwe werkbroek met bretellen en verfspetters... Misschien eens nadenken over een carrièreswitch, opperde iemand... Toch maar niet, denk ik. ;-)
Allesinds, 't schilderen van de kelder ging wreed goed vooruit, 't was bijna niet te geloven. Ja, wat wil je, als je er 12 wilde enthousiastelingen ineens op loslaat... Het 60-Minutes-Make-Over-Team, van het gelijknamige televisieprogramma, 't was er niks tegen! (maar voorlopig zijn wij, spijtig genoeg voor u, nog niet in te huren, hoor... hihihi)
Behalve een heel erg propere kelder voor ons moe leverde deze verf-uitspatting ook een heel plezant portret op van iedere telg van de familie. Super leuk! Dank je wel, schoonbroer fotograaf. :-)
En m'n ouwe trouwe blauwe overall, wel, die ligt ondertussen weer netjes gewassen in de kast te wachten op de volgende klus. Hij heeft z'n strepen alweer dik verdiend. Deze keer een heleboel witte. ;-)
Dus, feestdag of niet: iedereen in werkkledij!
En dat betekent voor mij dat ik m'n ouwe trouwe blauwe overall aantrek.
Die overall heb ik al vele jaren. 't Is een mannenmodel. Ooit eens goedkoop gekocht. In een extra grote maat, anders paste hij niet over mijn koninklijk royale derrière... De pijpen zijn, nog steeds, veel te lang, en dus altijd opgerold. De bretellen zijn ook oversized en hangen nog wel eens ongewild ergens in. Verspreid over het hele kledingstuk vind je trouwens met zekerheid élke verfsoort, die ik ooit al eens ergens tegen een muur of plafond gesmeerd heb, terug.
En, 't moet gezegd, het is niet anders: ondertussen zijn vooral m'n heupen er stilletjes totaal uit aan 't groeien... met constant losschietende knipperkes en gevaarlijk wegknallende knopen. Da's 't gratis bijkomend showelement...
Maar, wat er ook van is: als ik klus, en zéker als ik verf, is dàt m'n geliefde outfit. Dus zo ook gisteren. Er liepen nog wel een paar anderen met blauwe overalls rond, maar tante Kristina in die van haar, da's om de één of andere reden altijd immens grappig. Hilariteit, gegiechel en gedoe alom.
En gek genoeg, ook complimenten. Dat het me eigenlijk wel staat, zo'n blauwe werkbroek met bretellen en verfspetters... Misschien eens nadenken over een carrièreswitch, opperde iemand... Toch maar niet, denk ik. ;-)
Allesinds, 't schilderen van de kelder ging wreed goed vooruit, 't was bijna niet te geloven. Ja, wat wil je, als je er 12 wilde enthousiastelingen ineens op loslaat... Het 60-Minutes-Make-Over-Team, van het gelijknamige televisieprogramma, 't was er niks tegen! (maar voorlopig zijn wij, spijtig genoeg voor u, nog niet in te huren, hoor... hihihi)
Behalve een heel erg propere kelder voor ons moe leverde deze verf-uitspatting ook een heel plezant portret op van iedere telg van de familie. Super leuk! Dank je wel, schoonbroer fotograaf. :-)
En m'n ouwe trouwe blauwe overall, wel, die ligt ondertussen weer netjes gewassen in de kast te wachten op de volgende klus. Hij heeft z'n strepen alweer dik verdiend. Deze keer een heleboel witte. ;-)
maandag 6 april 2015
Suikerspin - herinnering.
Paasmaandag, da's familiefeest bij ons. Al de kinderen, de bijhorende partners, de kleinkinderen... iedereen zakt af naar 't grote ouderlijk huis in de Schoolstraat.
Er wordt wat gegeten, er wordt wat gedronken.
En er wordt, naar bijna eeuwenoude goede traditie, naar de kermis gegaan.
En dat was onze va zijnen dada! Daar keek hij echt naar uit.
Met z'n zakken vol klein geld en pretlichtjes in z'n ogen kocht hij voor iedereen de kaartjes. Wie gaat er mee in de snelle rups? Wie gaat er mee in de botsautootjes? Wie wil er schieten? Zijn de kogeltjes op, dan koop ik er nog! Wie gaat er mee naar 't lunapark? Hebt ge nog munten genoeg voor in de speelautomaten? Welke prijs ga je kiezen?...
Ik hoor het hem zo allemaal nog vrolijk declameren.
En je zag hem met volle teugen genieten van ons zorgeloos plezier.
Eventjes waren we gewoon weer allemààl dolblije kinderen.
Lange tijd was ik de enige die ook steevast een grote roze suikerspin wou.
Een paar jaar terug ging m'n schoonzusje er mee ééntje halen. Gezellig!
En vorig jaar... Wel, vorig jaar moest onze va er ook één hebben!
En toen wou meteen ook iedereen. In mijn herinnering was dat een heel erg plakkerige situatie, maar vooral ook een heel erg leuk en grappig moment.
En als ik naar de foto's kijk, dan bevestigen die dat absoluut.
Vandaag zijn we ook naar de kermis geweest. Niet echt van harte, want hoe doe je dat, zo zonder onze va, de enthousiaste grote voortrekker...
Maar we gingen toch. De kleinkinderen keken er zo naar uit.
We hebben het lunapark onveilig gemaakt, pijpjes geschoten, prijzen gewonnen. Maar 't was bijlange niet zo zorgeloos plezant als vroeger...
Ik had m'n zinnen op een suikerspin gezet. Uiteraard, naar goede gewoonte, maar ook een beetje met dat bijzondere moment van vorig jaar in gedachte.
En daar ging m'n schoonzus maar wat graag helemaal in mee. Gelukkig.
Suikerspin etend zijn we weer naar huis gewandeld, en de suiker was roze en plakkerig en lekker, en het was ook wel een beetje plezierig.
Maar 'k weet zeker dat het zoveel beter geweest was als we ze nog eens samen hadden kunnen opeten, vader...
We zullen je blijven missen, op de kermis en bij de suikerspinnen, al zal je er vanaf nu ook altijd wel een beetje bij zijn: als een zoete herinnering, stevig vastgeplakt in elke kleverige wolk roze suikerspin... ;-)
Er wordt wat gegeten, er wordt wat gedronken.
En er wordt, naar bijna eeuwenoude goede traditie, naar de kermis gegaan.
En dat was onze va zijnen dada! Daar keek hij echt naar uit.
Met z'n zakken vol klein geld en pretlichtjes in z'n ogen kocht hij voor iedereen de kaartjes. Wie gaat er mee in de snelle rups? Wie gaat er mee in de botsautootjes? Wie wil er schieten? Zijn de kogeltjes op, dan koop ik er nog! Wie gaat er mee naar 't lunapark? Hebt ge nog munten genoeg voor in de speelautomaten? Welke prijs ga je kiezen?...
Ik hoor het hem zo allemaal nog vrolijk declameren.
En je zag hem met volle teugen genieten van ons zorgeloos plezier.
Eventjes waren we gewoon weer allemààl dolblije kinderen.
Lange tijd was ik de enige die ook steevast een grote roze suikerspin wou.
Een paar jaar terug ging m'n schoonzusje er mee ééntje halen. Gezellig!
En vorig jaar... Wel, vorig jaar moest onze va er ook één hebben!
En toen wou meteen ook iedereen. In mijn herinnering was dat een heel erg plakkerige situatie, maar vooral ook een heel erg leuk en grappig moment.
En als ik naar de foto's kijk, dan bevestigen die dat absoluut.
Vandaag zijn we ook naar de kermis geweest. Niet echt van harte, want hoe doe je dat, zo zonder onze va, de enthousiaste grote voortrekker...
Maar we gingen toch. De kleinkinderen keken er zo naar uit.
We hebben het lunapark onveilig gemaakt, pijpjes geschoten, prijzen gewonnen. Maar 't was bijlange niet zo zorgeloos plezant als vroeger...
Ik had m'n zinnen op een suikerspin gezet. Uiteraard, naar goede gewoonte, maar ook een beetje met dat bijzondere moment van vorig jaar in gedachte.
En daar ging m'n schoonzus maar wat graag helemaal in mee. Gelukkig.
Suikerspin etend zijn we weer naar huis gewandeld, en de suiker was roze en plakkerig en lekker, en het was ook wel een beetje plezierig.
Maar 'k weet zeker dat het zoveel beter geweest was als we ze nog eens samen hadden kunnen opeten, vader...
We zullen je blijven missen, op de kermis en bij de suikerspinnen, al zal je er vanaf nu ook altijd wel een beetje bij zijn: als een zoete herinnering, stevig vastgeplakt in elke kleverige wolk roze suikerspin... ;-)
zondag 5 april 2015
Zoektocht. Naar eieren?
Vroeger was Pasen eerst en vooral een religieuze aangelegenheid voor ons. Met veel missen, op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag, en als apotheose de extra lange Paasvieringen met de zegening van water, vuur en licht. Dan werd de kerk fantastisch mooi versierd met een overdaad van bloemen en bloesems, en er stond een klaterende fontein, waardoor ik halverwege de dienst vreesde in m'n broek te plassen... Hoeveel van die missen zou ik ondertussen al niet met gezang hebben mogen opluisteren?...
En toch lag de grootste vreugde altijd in het eitjes mogen rapen.
Op Paasochtend konden we niet snel genoeg uit ons bed zijn en stormden we, gewapende met mandjes en emmertjes, op teken van va en moe, die al bijna even enthousiast waren, de enorme tuin in. En het chocolade en suikeren lekkers lag en hing echt o-ve-ral! Hoog, laag, zichtbaar en verstopt. Je kon het zo gek niet bedenken. Het was een ware schattenjacht.
Als al de mandjes gevuld waren werd de buit op de keukentafel uitgespreid. Van elk item, elk soort ei, kuiken of haasje, waren er juist genoeg om exact deelbaar te zijn door het aantal kinderen. Als er één eitje of kipje tekort was begon de tocht door de tuin van voor af aan, op zoek naar dat één ontbrekende snoepje. En dan degene zijn die dàt vond, wat een trots!
Ik heb ooit een schrijfwedstrijd gewonnen met het verhaal van dat ene ei dat tussen de bladeren van de wingerd was blijven hangen en half gesmolten bij 't vallen van 't blad in de herfst werd teruggevonden. Echt gebeurd.
Zoals de laatste jaren is Pasen ook dit jaar een hele stille zondag voor mij.
Het familiefeest is traditioneel op paasmaandag, 'k heb geen schoonfamilie om te moeten begroeten, de vele vrienden zijn naar hun eigen paasdiners.
En, spijtig genoeg, mijn zangstem had men dit jaar ook nergens nodig.
Vanochtend sloeg ik een zelf gekocht melkchocolade ei plat tussen m'n boterham, en nu liggen er een paar van die kleine gevulde naast m'n koffie.
Ik scroll wat door de feestberichten op Facebook en zap wat door de televisieprogramma's. Een misviering, de pauselijke zegen, een kookspecial met paasgebak, praatprogramma's, nieuws uit binnen- en buitenland.
'k Bleef lang plakken bij een wetenschappelijk programma over de diepere betekenis en symboliek van het leven en de werken van Jezus en zijn impact op de wereldgeschiedenis. Behoorlijk zware materie, hoor. En als ik zo aan de nieuwsberichten terugdenk, bedenk ik met zwaar gemoed hoe bitter weinig we eigenlijk van die man geleerd hebben, laat staan toepassen...
En een beetje melancholisch verlangde ik plots intens terug naar die ongeremde vreugde van het eitjes rapen, toen de wereld nog puur, onschuldig en vol mogelijkheden en blijdschap leek... Dat mis ik toch wel. Maar gelukkig zijn er de fijne herinneringen die moeiteloos weer een glimlach op m'n gezicht toveren.
Ik wens u van harte een echte ZALIGE Pasen!
En toch lag de grootste vreugde altijd in het eitjes mogen rapen.
Op Paasochtend konden we niet snel genoeg uit ons bed zijn en stormden we, gewapende met mandjes en emmertjes, op teken van va en moe, die al bijna even enthousiast waren, de enorme tuin in. En het chocolade en suikeren lekkers lag en hing echt o-ve-ral! Hoog, laag, zichtbaar en verstopt. Je kon het zo gek niet bedenken. Het was een ware schattenjacht.
Als al de mandjes gevuld waren werd de buit op de keukentafel uitgespreid. Van elk item, elk soort ei, kuiken of haasje, waren er juist genoeg om exact deelbaar te zijn door het aantal kinderen. Als er één eitje of kipje tekort was begon de tocht door de tuin van voor af aan, op zoek naar dat één ontbrekende snoepje. En dan degene zijn die dàt vond, wat een trots!
Ik heb ooit een schrijfwedstrijd gewonnen met het verhaal van dat ene ei dat tussen de bladeren van de wingerd was blijven hangen en half gesmolten bij 't vallen van 't blad in de herfst werd teruggevonden. Echt gebeurd.
Zoals de laatste jaren is Pasen ook dit jaar een hele stille zondag voor mij.
Het familiefeest is traditioneel op paasmaandag, 'k heb geen schoonfamilie om te moeten begroeten, de vele vrienden zijn naar hun eigen paasdiners.
En, spijtig genoeg, mijn zangstem had men dit jaar ook nergens nodig.
Vanochtend sloeg ik een zelf gekocht melkchocolade ei plat tussen m'n boterham, en nu liggen er een paar van die kleine gevulde naast m'n koffie.
Ik scroll wat door de feestberichten op Facebook en zap wat door de televisieprogramma's. Een misviering, de pauselijke zegen, een kookspecial met paasgebak, praatprogramma's, nieuws uit binnen- en buitenland.
'k Bleef lang plakken bij een wetenschappelijk programma over de diepere betekenis en symboliek van het leven en de werken van Jezus en zijn impact op de wereldgeschiedenis. Behoorlijk zware materie, hoor. En als ik zo aan de nieuwsberichten terugdenk, bedenk ik met zwaar gemoed hoe bitter weinig we eigenlijk van die man geleerd hebben, laat staan toepassen...
En een beetje melancholisch verlangde ik plots intens terug naar die ongeremde vreugde van het eitjes rapen, toen de wereld nog puur, onschuldig en vol mogelijkheden en blijdschap leek... Dat mis ik toch wel. Maar gelukkig zijn er de fijne herinneringen die moeiteloos weer een glimlach op m'n gezicht toveren.
Ik wens u van harte een echte ZALIGE Pasen!
zaterdag 4 april 2015
Second Hand Rose.
Het regende, geen pijpenstelen, maar meer dan hard genoeg om door m'n wollen jas en muts heen te sijpelen. De ijzige wind stak de algemene verkleuming nog een extra handje toe.
Maar... we moesten en zouden naar de rommelmarkt!
Schatrijk, met die moeizaam gespaarde 20 euro op zak, en vastberaden, om het maximum uit dit lang verwachte vakantie-uitstapje te halen.
Ik bedacht me met een glimlach en een gelukzalig gevoel dat ik tegenwoordig voor het eerst in m'n leven in een appartement woon omringt door nieuwe dingen. M'n zelfgekozen nieuwe keuken met nieuwe kastjes en toestellen. M'n zelfgekozen nieuwe badkamer met de zeer geliefde nieuwe kranen en de nieuwe wasmachine. De nieuwe boeken- en vitrinekasten. De nieuwe vloeren... Er lopen hier zélfs 2 'nieuwe' poesjes rond! ;-)
Het is me allemaal dierbaar. Om terecht trots op te zijn en te waarderen.
En toch...
Versta me niet verkeerd, al ben ik er dagelijks dankbaar voor, die dingen waren puur een kwestie van 't beste binnen het te besteden budget vinden en laten installeren. En hoe leuk dat, uiteraard, ook absoluut kan zijn en was, ik miste dat snuifje 'extra', dat kleine beetje magie.
Het merendeel van mijn meest geliefde bezittingen zijn 'vondsten'.
Tegengekomen, soms per ongeluk, soms na lang zoeken, in tweedehands zaken, rommelmarkten, containerparken, kelders en zolders, zelfs gewoon langst de kant van de weg. Of gekregen, van vrienden en familie.
Spullen met een verhaal. M'n huis is er vol van. En dat vind ik heerlijk.
Trouwe shopkameraad Roger kocht zich vandaag een flink pak cd's, dvd's en boeken en verkondigde met een vette knipoog: "Da's weer eens wat anders dan m'n éigen boeken, hé... Schrijf dat straks maar in uw nieuw blogske!"
Na een super gezellige voormiddag in opperbest gezelschap keerde ik, slechts 18 euro armer, moe en koud maar bijzonder content huiswaarts.
De 11 stuks sterke buit van deze schatjacht heeft ondertussen z'n plekje al gevonden tussen de rest van de tweedehands rijkdom in mijn tweedehands koninkrijk. ♪♫ "Second hand Rose, they call me second hand Rose..." zing ik vrolijk giechelend, en daar absoluut niks mis mee. ;-)
Maar... we moesten en zouden naar de rommelmarkt!
Schatrijk, met die moeizaam gespaarde 20 euro op zak, en vastberaden, om het maximum uit dit lang verwachte vakantie-uitstapje te halen.
Ik bedacht me met een glimlach en een gelukzalig gevoel dat ik tegenwoordig voor het eerst in m'n leven in een appartement woon omringt door nieuwe dingen. M'n zelfgekozen nieuwe keuken met nieuwe kastjes en toestellen. M'n zelfgekozen nieuwe badkamer met de zeer geliefde nieuwe kranen en de nieuwe wasmachine. De nieuwe boeken- en vitrinekasten. De nieuwe vloeren... Er lopen hier zélfs 2 'nieuwe' poesjes rond! ;-)
Het is me allemaal dierbaar. Om terecht trots op te zijn en te waarderen.
En toch...
Versta me niet verkeerd, al ben ik er dagelijks dankbaar voor, die dingen waren puur een kwestie van 't beste binnen het te besteden budget vinden en laten installeren. En hoe leuk dat, uiteraard, ook absoluut kan zijn en was, ik miste dat snuifje 'extra', dat kleine beetje magie.
Het merendeel van mijn meest geliefde bezittingen zijn 'vondsten'.
Tegengekomen, soms per ongeluk, soms na lang zoeken, in tweedehands zaken, rommelmarkten, containerparken, kelders en zolders, zelfs gewoon langst de kant van de weg. Of gekregen, van vrienden en familie.
Spullen met een verhaal. M'n huis is er vol van. En dat vind ik heerlijk.
Trouwe shopkameraad Roger kocht zich vandaag een flink pak cd's, dvd's en boeken en verkondigde met een vette knipoog: "Da's weer eens wat anders dan m'n éigen boeken, hé... Schrijf dat straks maar in uw nieuw blogske!"
Na een super gezellige voormiddag in opperbest gezelschap keerde ik, slechts 18 euro armer, moe en koud maar bijzonder content huiswaarts.
De 11 stuks sterke buit van deze schatjacht heeft ondertussen z'n plekje al gevonden tussen de rest van de tweedehands rijkdom in mijn tweedehands koninkrijk. ♪♫ "Second hand Rose, they call me second hand Rose..." zing ik vrolijk giechelend, en daar absoluut niks mis mee. ;-)
vrijdag 3 april 2015
Kiezen om te leven.
Vijf keer heb ik op het punt gestaan er een eind aan te maken.
In een periode waarin m'n leven zo ondragelijk veel pijn deed, heb ik, overweldigd door immens lijden, geweld, eenzaamheid, onbegrip en uitzichtloosheid, vijf keer uit het leven proberen stappen.
Ik weet uit eerste hand hoe moegetergd je kan zijn en tot in het diepste van je ziel alleen en verlaten. Hoe je totaal geen uitweg meer ziet. De signalen die je nog probeert te geven worden niet gehoord of weggelachen...
En het is geen kwestie van 'dood willen'.
Je wil gewoon dat 'het' ophoudt, je kan het écht niet langer verdragen. Je bent moe, doodmoe en je wil eindelijk rust. Verlossing van het kwade.
M'n allereerste poes Mingo sleurde me één keer terug uit de afgrond.
De vier andere keren heeft één enkele gedachte me telkens op 't nipperke gered: "Als ik dit doe, dan hebben ZIJ gewonnen!" En dat gunde ik hen niet.
Die ene bedenking, op het meest cruciale moment, was nét genoeg om de pillen en alcohol weer uit te kotsen en, mezelf vasthoudend aan elke mogelijke en onmogelijke strohalm, toch maar weer verder door het leven te strompelen. In die ene seconde koos ik er voor te leven.
Dat maakt mij niet groter of sterker dan iemand anders, want het blijft een strijd. Kiezen voor het leven, dat doe je elke dag opnieuw.
Want het gaat niet over rozen. Elke dag weer word ook ik nog overspoeld met ellende, heel persoonlijke of van buitenaf... En in de hele donkere dagen springt dan de gedachte om op te geven wel eens terug als 'oplossing' in m'n hoofd, als een oud automaticske. Maar die weg bewandel ik niet meer. Dat definitieve opgeven is geen optie, tenminste niet meer voor mij.
Met vallen en opstaan, de ene dag al wat makkelijker dan de andere, leerde ik mezelf te kijken naar al het mooie, hoe klein ook, dat in elke dag te vinden is. Naar alles wat ik wél heb, wél kan, wat er wél is. Al is het slechts een straaltje zon, een vlinder, een bloem, een lach, een woord... En nee, dat lost inderdaad geen zorgen van wereldformaat op, maar het geeft je wel net dat hele kleine beetje houvast. Houvast om te groeien in positiviteit en levenskracht. En dat is niet naïef, dat is geen flowerpowerblablabla.
Het werkt. Mij heeft het ondertussen al duizenden keren gered.
En, hoe lastig ik het ook vond ze in m'n leven toe te laten, gelukkig zijn zij er tegenwoordig ook: lieve mensen, die 't wél horen als ik vertel dat ik de pedalen weer eens totaal kwijt ben, want, het is en blijft een strijd, hé.
Ik ben door dit alles een hele grote optimist geworden.
En dat deel ik graag, niet alleen in dit verhaal, maar vooral in de dagelijkse schrijfsels over al die ogenschijnlijk onbelangrijke maar zo met vreugde gevulde onderwerpen waar zoveel andere mensen zich mee aan optrekken.
Alles komt goed, dat geloof ik oprecht, hoe moeilijk en zwaar vandaag ook is. Morgen is een nieuwe dag en kan alles anders zijn. En zolang er leven is, is er altijd hoop. Dat móet ik gewoon geloven... om te blijven kiezen voor het leven. En kiezen om te leven, dat doe ik, elke dag opnieuw! :-)
In een periode waarin m'n leven zo ondragelijk veel pijn deed, heb ik, overweldigd door immens lijden, geweld, eenzaamheid, onbegrip en uitzichtloosheid, vijf keer uit het leven proberen stappen.
Ik weet uit eerste hand hoe moegetergd je kan zijn en tot in het diepste van je ziel alleen en verlaten. Hoe je totaal geen uitweg meer ziet. De signalen die je nog probeert te geven worden niet gehoord of weggelachen...
En het is geen kwestie van 'dood willen'.
Je wil gewoon dat 'het' ophoudt, je kan het écht niet langer verdragen. Je bent moe, doodmoe en je wil eindelijk rust. Verlossing van het kwade.
M'n allereerste poes Mingo sleurde me één keer terug uit de afgrond.
De vier andere keren heeft één enkele gedachte me telkens op 't nipperke gered: "Als ik dit doe, dan hebben ZIJ gewonnen!" En dat gunde ik hen niet.
Die ene bedenking, op het meest cruciale moment, was nét genoeg om de pillen en alcohol weer uit te kotsen en, mezelf vasthoudend aan elke mogelijke en onmogelijke strohalm, toch maar weer verder door het leven te strompelen. In die ene seconde koos ik er voor te leven.
Dat maakt mij niet groter of sterker dan iemand anders, want het blijft een strijd. Kiezen voor het leven, dat doe je elke dag opnieuw.
Want het gaat niet over rozen. Elke dag weer word ook ik nog overspoeld met ellende, heel persoonlijke of van buitenaf... En in de hele donkere dagen springt dan de gedachte om op te geven wel eens terug als 'oplossing' in m'n hoofd, als een oud automaticske. Maar die weg bewandel ik niet meer. Dat definitieve opgeven is geen optie, tenminste niet meer voor mij.
Met vallen en opstaan, de ene dag al wat makkelijker dan de andere, leerde ik mezelf te kijken naar al het mooie, hoe klein ook, dat in elke dag te vinden is. Naar alles wat ik wél heb, wél kan, wat er wél is. Al is het slechts een straaltje zon, een vlinder, een bloem, een lach, een woord... En nee, dat lost inderdaad geen zorgen van wereldformaat op, maar het geeft je wel net dat hele kleine beetje houvast. Houvast om te groeien in positiviteit en levenskracht. En dat is niet naïef, dat is geen flowerpowerblablabla.
Het werkt. Mij heeft het ondertussen al duizenden keren gered.
En, hoe lastig ik het ook vond ze in m'n leven toe te laten, gelukkig zijn zij er tegenwoordig ook: lieve mensen, die 't wél horen als ik vertel dat ik de pedalen weer eens totaal kwijt ben, want, het is en blijft een strijd, hé.
Ik ben door dit alles een hele grote optimist geworden.
En dat deel ik graag, niet alleen in dit verhaal, maar vooral in de dagelijkse schrijfsels over al die ogenschijnlijk onbelangrijke maar zo met vreugde gevulde onderwerpen waar zoveel andere mensen zich mee aan optrekken.
Alles komt goed, dat geloof ik oprecht, hoe moeilijk en zwaar vandaag ook is. Morgen is een nieuwe dag en kan alles anders zijn. En zolang er leven is, is er altijd hoop. Dat móet ik gewoon geloven... om te blijven kiezen voor het leven. En kiezen om te leven, dat doe ik, elke dag opnieuw! :-)
donderdag 2 april 2015
Lente(ge)sleur 3.
Zand en potten aansleuren volstaat natuurlijk niet.
Daar moeten ook nog plantjes in, veel plantjes...
Nog voor de nachten goed en wel vorstvrij zijn krijg je ze op alle mogelijke plaatsen naar je hoofd gegooid, de éénjarigen.
En daar gaf ik mij altijd gretig aan over. Goed voor een leuke uitstap en een overvolle auto, die jaarlijkse aankoop van vele tientallen geraniums, vlijtige liesjes, fuchsia's, petunia's, verbena's, lobelia's, stinkerkes, begonia's... in vele tinten (vooral roze uiteraard), soorten en maten.
Fortuinen heb ik er aan gespendeerd, jaar na jaar. Het terras werd elk jaar een, door iedereen bewonderde, zee van bloemen en kleuren. Een speelplaats voor vogels en insecten waar ik urenlang van kon genieten.
Vorig jaar was het wennen aan het nieuwe terras, met een totaal andere lichtinval en zonnestand, en onverwacht veel vernietigende insecten en passerende katten. Een paar vlinderstruiken, wat hibiscusboompjes, en rozen, vooral veel bijzondere, kleurrijke en heerlijk geurende rozen, moesten voor de nodige hoogte, sterke invulling en onmiddellijke impact zorgen. De éénjarigen die ik er overal nog mee tussen zette waren niet gelukkig, dat was snel duidelijk. Niet genoeg uren volle zon, denk ik.
Dus dit jaar doen we het nog anders. M'n onbestaand budget laat trouwens het half leeg kopen van een tuincentrum toch absoluut niet toe...
Op m'n fiets haalde ik gisteren nog 3 rozenstruiken en 1 klimroos.
De extra potten, die ik al eerder kocht, kregen, met veel passen en meten, hun plekje op het terras. Nu kan er volgens mij geen pot meer bij! Historische woorden, uit mijn mond. ;-)
Aarde er in, rozenstruiken er in en links en recht een gladiool- of dahliabloembol er tussen. En met de puinhoop, die dit soort verbouwing altijd met zich meebrengt, eindelijk weer aan de kant was ik klaar voor een rijk gevuld, letterlijk, boeiend en bloeiend zomerseizoen. Dacht ik.
'k Heb vandaag m'n piepkleine serre bovengehaald, en potjes en bloemenzaadjes. Want heel misschien, dacht ik onrustig, blijft er straks in al die potten en tussen al die planten hier en daar toch een heel klein beetje plaats leeg, plaats voor nog iets extra's...
Ja, bloemen en planten, ik krijg er écht niet genoeg van.
Volgens mij noemen ze dat verslaafd. ;-)
Daar moeten ook nog plantjes in, veel plantjes...
Nog voor de nachten goed en wel vorstvrij zijn krijg je ze op alle mogelijke plaatsen naar je hoofd gegooid, de éénjarigen.
En daar gaf ik mij altijd gretig aan over. Goed voor een leuke uitstap en een overvolle auto, die jaarlijkse aankoop van vele tientallen geraniums, vlijtige liesjes, fuchsia's, petunia's, verbena's, lobelia's, stinkerkes, begonia's... in vele tinten (vooral roze uiteraard), soorten en maten.
Fortuinen heb ik er aan gespendeerd, jaar na jaar. Het terras werd elk jaar een, door iedereen bewonderde, zee van bloemen en kleuren. Een speelplaats voor vogels en insecten waar ik urenlang van kon genieten.
Vorig jaar was het wennen aan het nieuwe terras, met een totaal andere lichtinval en zonnestand, en onverwacht veel vernietigende insecten en passerende katten. Een paar vlinderstruiken, wat hibiscusboompjes, en rozen, vooral veel bijzondere, kleurrijke en heerlijk geurende rozen, moesten voor de nodige hoogte, sterke invulling en onmiddellijke impact zorgen. De éénjarigen die ik er overal nog mee tussen zette waren niet gelukkig, dat was snel duidelijk. Niet genoeg uren volle zon, denk ik.
Dus dit jaar doen we het nog anders. M'n onbestaand budget laat trouwens het half leeg kopen van een tuincentrum toch absoluut niet toe...
Op m'n fiets haalde ik gisteren nog 3 rozenstruiken en 1 klimroos.
De extra potten, die ik al eerder kocht, kregen, met veel passen en meten, hun plekje op het terras. Nu kan er volgens mij geen pot meer bij! Historische woorden, uit mijn mond. ;-)
Aarde er in, rozenstruiken er in en links en recht een gladiool- of dahliabloembol er tussen. En met de puinhoop, die dit soort verbouwing altijd met zich meebrengt, eindelijk weer aan de kant was ik klaar voor een rijk gevuld, letterlijk, boeiend en bloeiend zomerseizoen. Dacht ik.
'k Heb vandaag m'n piepkleine serre bovengehaald, en potjes en bloemenzaadjes. Want heel misschien, dacht ik onrustig, blijft er straks in al die potten en tussen al die planten hier en daar toch een heel klein beetje plaats leeg, plaats voor nog iets extra's...
Ja, bloemen en planten, ik krijg er écht niet genoeg van.
Volgens mij noemen ze dat verslaafd. ;-)
Abonneren op:
Posts (Atom)