zondag 31 mei 2020

Voltooid verleden tijd...

Met regelmaat laat Facebook mij, via de 'herinneringen' van dezelfde dag zoveel jaren geleden, m'n eigen kleine schrijfsels, de voorlopertjes van mijn blog, opnieuw ontdekken. Soms is zo'n kleinood een pareltje, boeiend genoeg om in een nieuw verhaal te herwerken; soms verdwijnt het na een glimlach van mij weer in een vergeten schuifje van de archieven. En dat laatste was in eerste instantie ook het geval met dit kleine verhaaltje, dat afgelopen week heel even m'n computerscherm passeerde. Leuk, lief, optimistisch en positief, zoals altijd, maar naar mijn idee niet spectaculair genoeg om nogmaals de wereld in te sturen...
En toch, toch laat ik het jullie bij deze weer even lezen! Het is namelijk de voorbije dagen ergens in m'n achterhoofd blijven plakken en zette moeiteloos een paar kleine bedenkingen in actie...

Op 27 mei 2016 schreef ik, met het bijpassende plaatje, dat je ook onder deze tekst terugvindt, het volgende:
"Mijn weekend is alvast goed begonnen: ik mocht niet alleen een heel stuk met een lieve collega met de auto mee richting thuis, wat tot 45 minuten scheelt, toen ik even later met een loodzware caddy boodschappen, onder het toeziend oog van een geamuseerde publiek bestaande uit 3 smoezelige heren met elk een halve liter blik bier in de hand en 1 opzichter van De Lijn lurkend aan een sigaretje, heel voorzichtig en met het nodige gesukkel de eindeloos lange trap naar beneden, naar de metro, probeerde te overbruggen, vroeg me een Marokkaanse jongeman in bijzonder keurig Nederlands of hij mij mocht (mócht!) helpen. Hij tilde de caddy op alsof het niks was en zette hem in no time onderaan de trap voor me neer. "Wauw, heel hartelijk bedankt!", zei ik. "Het is niks", zei hij, "en nog een heel prettig weekend!" En toen kwam m'n tram ook nog binnen de halve minuut! Fantastisch, toch?! :-) ""Goh!", dacht ik, "Waar is de tijd dat het na een lange werkdag vergezeld van een loodzware lading boodschappen met de tram 
thuis geraken m'n grootste zorg was?!..." Het berichtje is inderdaad al van een paar jaar geleden, maar het had gerust ook 'slechts' een leuk, lief en positief schrijfseltje van amper zes maanden terug in de tijd kunnen zijn. Ondertussen echter is het uitvoeren van onze dagelijkse bezigheden vermoedelijk voorgoed veranderd. Zoveel dingen die op het banale af doodgewoon en vanzelfsprekend voor ons waren, zullen nooit meer hetzelfde zijn.
Werken zit er voorlopig niet meer voor me in. Als zangeres zag ik het ene na het andere optreden gecanceld worden. Zullen we ooit nog opnieuw een theaterzaal mogen vullen met publiek? Kunnen we het ons tegen die tijd nog financieel veroorloven om kerstconcerten te houden? Zal ik ergens in de toekomst weer glasramen van prachtige kerken mogen laten rinkelen bij concertmissen met fantastische orgelbegeleiding? Het blijft koffiedik kijken... Als receptioniste-ad-interim ben ik voorlopig ook een overbodige luxe. Nu thuiswerken de norm is, zijn velen van m'n collega's vliegende en vast-in-dienst receptionistes tijdelijk werkloos, en uiteraard -met een vrachtwagenlading begrip- komt hen als eerste een voor kortere of langere tijd in te vullen plekje toe. En solliciteren in deze tijden, als je voor 66% werkonbekwaam bent en dus automatisch een 'lastig geval', daar is ook geen beginnen meer aan.
Even vlotjes ergens met de tram heen, zowel voor 't werk als voor de lol? Tja, tenzij in hoogdringende gevallen, op momenten het écht niet anders kan, situaties die me de afgelopen maanden -gelukkig- bespaard bleven, mijd ik elke vorm van openbaar vervoer als de pest. In meer 'normale' tijden bestempelde ik bussen en trams al als 'virus- en bacteriekweekbakjes'...
Mensen die aan de in- en uitgang van een metrostation zonder doel en zonder bescherming in groep maar wat rondhangen, al dan niet met blikken bier of rookgerief in de hand, da's ook verleden tijd, denk ik. Niet veilig voor hen zelf, niet voor de passanten en niet voor al de naasten, vrienden en familieleden.
Een caddy vol boodschappen laten 'hanteren' door een mij ongekende persoon, hoe vriendelijk en sympathiek die mens ook mag zijn, da's deze dagen ook volledig uit den boze. En al helemaal zonder plastieken handschoenen. Je laat ook iemand die je niet kent -en zelfs sommige mensen die je wél kent- niet zomaar meer tot vlak bij je komen. Zeker niet zonder mondmasker op...
Een tripje naar de winkel, lekker even boodschappen doen, da's voor mij voorlopig nog steeds niet terug 'gewoon'. Het blijft vooralsnog iets dat 'gepland' moet worden, en echt niet meer alleen qua lijstjes en centjes...
Zelfs simpelweg een keertje comfortabel meerijden in de auto van een lieve vriendin is iets waar je tegenwoordig eerst even heel goed over na moet denken, en waarvan je toch een soort risicoberekeningetje maakt...
Ja, in een paar maanden tijd is niets van al die dingen die we zo vanzelfsprekend vonden nog hetzelfde. En zo krijgen van die pietepeuterige, wat onbenullige, doch zoete lieve schrijfseltjes van mij, uit een niet eens zo ver verleden, plotseling en totaal onvermoed een zoveel diepere en verrassende betekenis. Ze komen als het ware uit een heel ander leven, uit een -letterlijk- voltooid verleden tijd... Tja, het is wat het is, hé. En achterom staren, dat helpt niet echt. Dus, ik pas me -positief ingesteld als ik ben- zo goed mogelijk aan, en kijk hoopvol en optimistisch uit naar de 'onvoltooid toekomstige tijd'. ;-)




vrijdag 22 mei 2020

Mijn moeders struikgewas...

Iedereen die mij een klein beetje kent, weet dat ik behoorlijk gek ben op bloemen en planten. Eigenlijk vrees ik dat het woord 'verslaving' hierbij niet eens misstaat. En toch... Aan het begin van de lockdown, ondertussen een dikke twee maand geleden, op het moment dat ik normaal gezien een beetje begin te noteren wat er deze lente weer voor moois gekocht en daarna geplant zal worden op dat lange smalle stukje buitenruimte van mij, slalomde ik op m'n gemakje tussen de beplanting van m'n groene strook door en verraste mezelf met de verbluffende gedachte: "Nu kan er toch écht geen pot of plant meer bij, hoor! Absoluut niks nodig dit jaar." 'k Sloeg er haast zelf van verbazing van achterover. Echt waar. Uiteraard viel er met de tijdelijke sluiting van al mijn 'leveranciers' sowieso niks te kopen, maar 'k was er zelfs 200% van overtuigd dat 't terras er komende zomer minstens even fraai als anders bij zou staan zonder ook maar één euro uit m'n geldbeugel te halen. Alle geraniums hadden de zachte winter met glans overleefd. De open ruimte in de hangmanden kon ik opvullen met eigen kweeksels uit de zakjes met zaadjes, overgebleven van voorbije jaren. En alle andere vaste en overlevende planten gaven met hun meer dan enthousiaste groei en weelderige bloei aan, dat de behandeling, afgelopen herfst, met de aaltjes, absoluut deugd gedaan had. Ja, dat kwam dik in orde. Het voelde een beetje vreemd voor me, maar 't gaf ook voldoening. Bon, hou dit alles nu in je achterhoofd bij het volgende verhaal. ;-)
Voor vandaag beloofde ik mezelf een 'kalm-aan-dagje'. Gisteren was vriendin Lena voor 't eerst na een maand of drie weer op bezoek geweest. Om optimaal op dit heugelijke weerzien voorbereid te zijn, had ik m'n flat een uitermate stevige poetsbeurt gegeven. En die ongelofelijk gezellige middag rettepetetten bleek achteraf toch een stuk vermoeiender dan verwacht. Een keertje 'goed geweten lui rondhangen' vond ik dus wel veroorloofd. Edoch!...
Bij 't op m'n duizend gemakjes, nog in pyjama, zetten van m'n eerste kop koffie ging de telefoon. En met mijn moeders stem, die opgetogen zei: "Uw broer komt seffens de planten brengen!!!", veranderde op slag m'n hele to do lijstje van heerlijk relaxed leeg naar intensief arbeidzaam boordevol!...
Die planten, vraag je? Ja, hierbij is inderdaad wat uitleg nodig. Vijf jaar geleden verhuisde mijn moeder naar haar huidige appartement. Omdat ze daar zo nogal erg plots geen tuin meer had, en het met slechts een terras zonder uitzicht op enig groen moest stellen, wou ze, om toch nog iets van 'tuingevoel' te hebben en meteen ook 't idee van beschutting, 'struikgewas in bloempot'. Dus, dat kwam er. Op 't plat dak vlak voor 't lage muurke van 't terras, vijf middelgrote zwarte plastieken potten, met in elke pot een glansmispel (Photinia fraseri). Da's een groenblijvende zomerbloeier, rijkelijk bezaaid met witte, minuscuul kleine stervormige bloempjes met een heerlijk zoete geur. De bladeren, die bij kneuzing ook lekker ruiken, zijn mooi glanzend en zitten per drie aan de steel. Het bruinrode nieuwe blad van het voorjaar krijgt naar de zomer toe een donkergroene tint, en in het najaar verkleurt het bovenste blad naar bordeauxrood. Een meer dan bekoorlijke plantenkeuze dus. Voilà, moeder blij, iedereen content. En, een tijdlang werkte deze tuinillusie prima. Mijn moeders struikgewas groeide en bloeide dat het een lieve lust was. Maar... Bij hevige wind vielen die ondertussen topzware potten steeds vaker om. En hemeltjelief, wat een worsteling om ze dan weer overeind te krijgen!... 'Vieze' insecten vonden hun weg naar die lekker smeuïge potgrond. Gore beesten, die ons moe 
in de veertig jaar in hare hof zelfs nooit gezien had!... Er begon ook steeds meer aangewaaid onkruid tussen de keitjes op het plat dak rond de potten te verzamelen... En minstens even gedecideerd als toen ze besloot dat ze er moesten komen, klonk een paar maanden geleden het onverbiddelijke, onmiddellijk ingaande verdict van mijn moeder: weg met die potten! Makkelijker gezegd dan gedaan, zo in coronatijden... Vlak voor de lockdown tilde m'n broer David, in afwachting van hun definitieve verhuizing, de vijf potten alvast over het muurtje op het terras. En... daar bleven ze noodgedwongen wekenlang seriéus in ons moe hare weg staan. Man man man, ellende was dat voor haar, en wij, de kinderen, we hebben het geweten, hoor! Ge moogt gerust zijn. hihihihi Allé ja, 't is waar, ze stonden daar in al hun groot- en breedheid uiteraard veel te veel plaats in te nemen op dat kleine terras. Maar planten ophalen en vervoeren is nu eenmaal geen essentiële verplaatsing, hé... Bon, om een lang verhaal kort te maken: na wreed veel vijven en zessen verhuisden een paar weken geleden alvast twee van die potten met struiken naar mijn broers tuin. En die andere drie... Tja, niemand wou ze of kon er wat mee. En ge voelt het al aankomen natuurlijk: ik heb ze dan maar geadopteerd. Zucht. 
Tot ongelofelijke opluchting van mijn moeder kon, mocht en wou mijn immer behulpzame broer ze dus vandaag éindelijk bij haar de smalle wenteltrap af sjouwen, in zijn schone auto proppen en tot bij mij vervoeren. En voortgaande op de afmetingen van de bloempotten -veertig cm doorsnee, vijfenveertig hoog- dacht ik luchthartig dat beetje struikgewas nog wel snel 'ergens', in een hoekje, in een gaatje, op m'n terras kwijt te kunnen... Een bijzonder ernstig misvatting van mij kant! Dat bleek onmiddellijk toen de achterklep van de wagen openging en er drie uit de kluiten gewassen struiken, even hoog als mezelf en zeker drie keer zo breed, tevoorschijn kwamen! OMG! Afin, even later vulden ze gedrieën m'n volledige woonkamer en kon mijn gevecht met hen beginnen. En gevóchten heb ik, met al mijn kracht, geloof het maar! 
'k Heb werkelijk 't halve terras versleurd en herschikt om tenminste iétwat plaats te maken. Chance da'k zo goed in puzzelen en tentris ben, hé. Altijd wonderbaarlijk trouwens hoeveel vuiligheid zo'n verbouwoperatie met zich meebrengt. Alweer een vuilniszak vol! Luidop "Wat ruist er door het struikgewas..." giechelend worstelde ik furieus met de woest zwiepende takken die me genadeloos keihard in 't gezicht sloegen en m'n huid en handen tot bloedens toe open haalden. "Zeg mannekes, zal 't zo een bitje gaan, ja?! 'k Zennekik ullie ier wel aan 't redden, hé!" sprak ik ze met m'n handen in m'n zij streng toe, waarna ze inbonden. Allé, 't is te zeggen, waarna de weerspannige heesters zich, ondanks ambetant touw dat maar blééf knappen, alsnog tot enigszins hanteerbare volumes liéten inbinden. Een paar onwillige takjes sneuvelden in 't vuur van de strijd, een paar andere snoeide ik als dappere tuinvrouw resoluut uit de weg. Ondertussen vielen daar, midden in mijn woonkamer, inmiddels als vanzelfsprekend breed bezaaid met een stevig pak bladeren en duizenden minuscule bloemetjes, bij bosjes die 'vieze beesten' uit het ruisende struikgewas. Getverderrie, diezelfde gore zwarte kevers waarvan de engerlingen, de larven dus, jarenlang ondergronds al m'n planten op 't terras kaal vraten! Ik zag al meteen een nieuwe plaag uitbreken, niet alleen op het terras, maar ook bij mijn huiskameroerwoud! Aaaargh! Mijn anders zo alle leven koesterende handen hebben elke kruipende engerd die ik kon bespeuren toch zonder enige aarzeling doodgeknepen, minstens een dertigtal. 
Uiterst voorzichtig, en met zowel stevig gevloek als klaterend gelach -volgens mij zag al dat gedoe er, zeker weten, meer dan dolkomisch uit- manoeuvreerde ik ze -dan weer hoog optillend, dan weer laag vooruitschuivend, even naar links hellend, vervolgens naar rechts- met zo min mogelijk beschadiging aan alle andere geliefde planten naar hun nieuwe plekje. Zeven uur, jawel zé-ven uur, van mijn leven heeft het me gekost, en 'k ben meer dan stikkapot. Maar... 't is me gelukt! En, al zeg ik het zelf, 't ziet er zelfs -o mirakel- verbazingwekkend goed uit!
Nog eens een uur later oogde de binnenkant van m'n huis gelukkig ook weer ongeveer proper. Tegen die tijd schreeuwde elke spier in mijn lijf luidkeels z'n pijn uit, kon m'n arme fragiele nek m'n hoofd nog amper dragen en weigerden m'n van puur vermoeidheid gezwollen voeten met klem gelijk welke verdere medewerking
. Je kan je er wel iets bij voorstellen, vermoed ik. Dat belooft trouwens niet veel actie meer voor de komende dagen, als ik überhaupt nog kán bewegen dan... Een hoognodige hete douche spoelde de dikke lagen stof en modder van m'n overal pijnlijk geschaafde en doorprikte huid. En met die stevige stroom zalig warm water en goed veel zachte zeep verdween gelukkig ook weer dat halve oerwoud dat zich bij zulke groenvoorzieningsverbouwingswerkzaamheden steevast in m'n haar en decolleté verzamelt. Daarna, onderuitgezakt in de sofa voor de televisie, m'n voeten omhoog op een stapel kussens, die snelle pizza uit de oven met dat fris pintje ernaast: dik verdient, vind ik. En morgen? Hewel, morgen hé, dan kunt g'op uwe kop gaan staan, maar dan neem ik niet eens een 'kalm-aan-dagje', maar een onvervalst 'ik-lig-volledig-strijk-dagje! O ja! Of mijn lijf gaat in lockdown, vrees ik. hihihi
Nog juist dit even zeggen... Ge gaat het vermoedelijk moeilijk geloven, maar toch is het zo... Door heel die verbouwing (Man, wat ben ik toch góed in puzzelen, zeg! On-ge-lo-fe-lijk!) blijk ik nu... tja... zo links en rechts... heu... in een aantal potten... hum... toch weer... oepsie... met een open plekje te zitten,... ahum... waar, heu... toch nog,... denk ik,... tsss... goh, echt wel, hoor... hihihi... een plantje of twee, drie... hum... giechel... tja... zou mogen komen... heu... dus. Komt dá tegen! hihihi ;-)



dinsdag 19 mei 2020

Puzzelpassie.

Voorlopig heb ik absoluut niets van dat coronavirus geweten. Nog steeds rond -iets ronder zelfs- en gezond. Op het gewone occasionele hoestje of niesje na natuurlijk. Maar daar gaan we niet over vallen, hé.
Allé, 't is te zeggen. 'k Heb aan heel die lockdown blijkbaar toch wel iets overgehouden, vrees ik... Er heeft zich een ware puzzelpassie van mij meester gemaakt! Ge zoudt zelfs kunnen zeggen da'k een beetje verslaafd geraakt ben...

De afgelopen jaren hield ik al behoorlijk veel van mijn dagelijkse puzzel. Nee, niet zo ééntje uit een kartonnen doos, die je op tafel uitkiepert en die dan diezelfde tafel dagenlang volledig voor gelijk wat anders onbruikbaar maakt. Niet zo'n puzzel waarvan je gegarandeerd een paar keer stevig gaat vloeken omdat de poezen, hoe sympathiek bedoeld ook, enthousiast mee wilden helpen en in hun eindeloze nieuwsgierigheid en speelsheid elke vorm van orde in de te leggen stukjes systematisch ongedaan maken. Net zoals je met absolute zekerheid tal van stukjes kwijtraakt omdat die leuke rare kartonnen dingetjes met een nog ongekende geur perfect als geïmproviseerde prooi ontzettend plezant door alle kamers heen en weer gespeeld kunnen worden. Net zolang tot die twee jagertjes ze zelf niet eens meer weten liggen... En ge kent dat wel: maanden later floept er op gepaste tijden dan nog steeds af en toe ééntje onverwacht de stofzuiger in. Nee, geen tastbare puzzels voor mij dus. Ik puzzel al jaren online!
Het begon met één puzzel per dag via de site Daily Jigsaw, die elke dag van het jaar ergens tussen 12 en 13 uur een nieuwe puzzel lanceert. Je kan zelf de moeilijkheidsgraad instellen met het aantal stukjes én hun de vorm. Ik kies altijd het meeste aantal stukjes, dan ben ik lekker een tijdje bezig. Soms is het een makkelijke prent, dan volstaan 30 minuutjes. Soms is het een plaatje waarvan alle stukjes bijna exact op elkaar lijken. Dan moet er behoorlijk wat geduld geoefend worden en kost het me natuurlijk een pak meer tijd. En om het extra spannend te maken, laat ik me altijd verrassen door het eindresultaat. 'k Wil op voorhand niet weten welke afbeelding het wordt en zal dus tijdens het maken van de puzzel zeker niet spieken. Na al die tijd kijk ik er nog steeds naar uit, naar dat dagelijks legpuzzeltje. 't Is als een soort ankerpunt in mijn dag. Ik baal als een stekker en 'k kan zelfs wat van slag zijn als die (ik zeg het er maar bij: door reclame gesponsorde en daardoor misschien niet altijd even 'veilige') site eens een paar dagen platligt...
Geweldig genietend van dat dagelijkse puzzelmomentje wou ik af en toe méér. En tevens de zekerheid dat ik alle dagen sowieso toch tenminste één puzzel te maken hád. Talloze puzzelsites passeerden het scherm van mijn computer, maar niet één voldeed. Te kinderlijk, teveel reclame, te riskant, teveel frutsels eromheen, teveel geluiden, schreeuwlelijke vormgeving, afschuwelijke prentjes... Doch, wie zoekt, die vindt, hé. En ik vond!
Heel erg per ongeluk klikte ik, zo ongeveer een half jaar geleden, Jigsaw Planet open, en ontdekte daarmee een fenomenale puzzelschat! Werkelijk duizenden puzzels staan er voor je klaar, elke dag komen er nog nieuwe bij, 
en absoluut voor elk wat wils. Veel stukjes (het maximum is 300, anders past het niet meer op je computerscherm...), weinig stukjes (slechts 24, dat moet lukken, hé); nog zelf te roteren in de juiste richting, of al allemaal voor jou gesorteerd qua oriëntatie; en naargelang de puzzel in kwestie is er ook nog keuze uit verschillende puzzelstukjesvormen, waarvan sommige verrassend lastig. Plaatjes zijn in echt álle mogelijke en onmogelijke stijlen. Als je hier je goesting niet vindt... En, zie je een prachtig prentje, dat je echt super graag in elkaar wil puzzelen, maar vind je het net teveel of te weinig stukjes hebben, dan kan je ook dat aanpassen. Alle puzzels worden gemaakt op de site zelf, door mensen die net als jij graag puzzelen. Als je op de site inlogt, kan je dat dus ook, zelf puzzels maken en delen. Of je kan jouw favoriete puzzelmakers 'volgen' en je meteen met hun laatste nieuwe creaties amuseren. Maar dat hoeft allemaal niet. Geen verplichtingen. Ook 'niet-ingelogd' scrol je naar hartenlust door al het moois en puzzel je zoveel (of zo weinig) je wenst.
Ik zelf ben dol op puzzels met het maximumaantal stukjes, liefst nog zonder oriëntatie, met of ontzettend veel kleine getekende figuurtjes en voorwerpjes in een uitermate gedetailleerd decor; of schilderijen van schitterende landschappen, al dan niet met kleurrijke zonsondergang, sprookjeshuisjes in weelderige bloementuintjes, en die overbekende Oud-Hollandse bloemstillevens. In het eerste geval lijkt niet één stukje bij een ander te passen, want elk op zich zijn ze als piepkleine apart prentjes. In het tweede geval maken de borstelstreken en het bijzonder kleurgebruik van elke artiest het puzzelen extra interessant en spannend.
Urenlang kan ik er ondertussen mee bezig zijn, met dat geconcentreerd stukjes in elkaar passen online. Er gaat geen dag meer voorbij zonder een puzzel of twee. 't Is echt een passie geworden. 'k Zou het zelfs nog moeilijk kunnen missen, denk ik. Ja, 'verslaafd' zal dan misschien toch wel 't juiste woord zijn... Noem het hoe je wil, mijn puzzelafhankelijkheid heeft vooral goede gevolgen. Ik vergeet er bijvoorbeeld even al m'n zorgen door. Puzzelen heeft ook een ontzettend ontspannende werking op mij. Het relaxt me volledig, maakt m'n hoofd vrij en bezorgt me simpelweg een vredig geluksgevoel. Niks op de televisie? Computer op en puzzelen maar! Stresstelefoontje? Efkes een puzzeltje leggen en we zijn weer helemaal zen! Geen inspiratie voor wat dan ook? Tijdens 't puzzelen komen de beste ideeën als vanzelf naar boven drijven! Baaldag? Niets dat een puzzel of twee niet beter maakt! En de poezen, die zitten hier gezellig naast me zonder dat ik moet vrezen voor rondvliegende of verdwijnende puzzelstukjes...
Aan twee maanden lockdown hoef je dus niet per se nare ervaringen of lastige herinneringen over te houden. Je kan ook geweldig gepassioneerd raken van een gezellig, ontspannend en totaal onschadelijk tijdverdrijf. Zoals mijn kleine puzzelverslaving bijvoorbeeld. Iets waar ik duidelijk -nu ik dit verhaal even herlas- al met minstens even veel hartstocht en enthousiasme over vertel... ;-)




vrijdag 15 mei 2020

Mondmaskermijmeringen.

Op het ritme van m'n eigen ademhalen stap en fiets ik tegenwoordig door de straten. Meer dan ooit is ademen een zeer aanwezig en merkbaar iets. 'Buiten komen' staat in mijn wereld immers gelijk aan 'een mondmasker dragen'. Daardoor vóel je plots in alle mogelijke facetten de lucht in en uit je neus en mond stromen. Afhankelijk van het materiaal waaruit de gezichtsbedekking gemaakt werd, beweegt het hele ding trouwens mee op en neer. Of het wordt langzaam maar zeker steeds klammer, doorweekt van het vocht in je adem. En warmer, dat wordt het ook, steeds warmer. Je hele gezicht geraakt er met momenten totaal oververhit van. De hete damp van de mij verlatende lucht beslaat alle vijf voeten m'n zonnebril en dwingt me dan wat trager te stappen of te fietsen. Met elke ademhaling ruik ik eindeloos opnieuw de geur van m'n tandpasta, of, al naar gelang het moment van de dag, het aroma van m'n laatste kop koffie of thee. Zelfs m'n vleugje parfum hangt wat langer in m'n neus. En misschien is het maar een gedachte -ik ben er nog niet helemaal zeker van- maar volgens mij hóór ik mezelf nu ook de hele tijd ademhalen. Zeker als het hele lappengeval stukje bij beetje omhoog begint te schuiven en mij het zintuig 'zien' ontneemt. Iets wat uiteraard ook systematisch gebeurt telkens ik me vooroverbuig om iets op te rapen, uit het onderste rek in de supermarkt te nemen, in m'n winkelwagentje of fietstas op te bergen, of m'n fiets van of op z'n slot doe...
M'n eigen ademhaling overduidelijk voelend, zie ik ook de evolutie van m'n mondmaskers in gedachten weer voorbijkomen. Eerst was er m'n heel assortiment veelkleurige sjaals. Super praktisch om bij een outfit te laten passen, dat wel, maar, zeker met ook nog eens een donkere zonnebril erboven, leek het toch wel een beetje alsof ik een wel heel erg kleurrijke bankovervaller speelde. Of een soort verloren gelopen paardloze cowgirl, al dan niet uit The Far West, maar wel met een voorkeur voor cowboy-vreemde tinten, printen en stofjes... 
Dan behielp ik me een tijdje met m'n zelf gefabriceerde zakdoekmondmaskers. Werkt prima. Ziet er ook niet slecht uit, zo met die bloemetjes erop en zo. En, in geval van 'nood': meteen een zakdoek of twee bij de hand, hé. Maar warm! Lieve hemel, zoooo warm... Tegen de tijd da'k dan weer thuiskwam van m'n toerke buitenshuis kon je het hele zakdoekfabrikaat letterlijk uitwringen. Gelijk een natte schotelvod over 't grootste deel van je gezicht dus... 
Nieuwsgierig naar het verschil en hopend op iets meer comfort kocht ik bij de apotheek een tiental van die lichtblauwe medische mondlapjes. En ja, dat zit prima. Een stuk minder groot dan m'n zakdoeken, en meteen ook een heel stuk lichter. De longen met zuurstof gevuld krijgen is niet langer meer een moeizame strijd. En pasvorm verzekerd, zo met dat stukje metaal bovenaan om over je neusbrug in de goeie vorm te knijpen. Niet slecht, zeker niet. Maar dat ding is alleen verkrijgbaar in lichtblauw... Dat past perfect bij een deel van m'n garderobe, ja zeker, maar lang niet bij alles. En da's voor een immer 'gecoördineerd' iemand als ik dikke pech. Dat zal je wel begrijpen. Voorlopig draag ik dus gegarandeerd iets met blauw in als je me buiten rond ziet lopen...
Keurig beschermd, vlot ademend en niet al te aangedampt of verhit bewandel ik opnieuw de straten; onderweg, zoals dat al m'n hele leven de gewoonte is, elke passant vriendelijk en hartelijk begroetend met een stralende lach. Doch plots, in een onverwachte vaag van verrassende helderheid, bedenk ik me dat niemand dat nog ziét!... Heel even ben ik er totaal mijn kluts van kwijt! Eén fundamentele levenskwestie beheerst in een mum van tijd absoluut al m'n gedachten: wie ben ik in 's hemelsnaam nog, zo zónder mijn alom gekende, immer aanwezige, zon doen schijnende, stralend brede tandpastalach?!... Aaaaargh! hihihi ;-) Nondepitjes, nu moest ik dát ook nog opgelost krijgen!
Het is inderdaad wel een feit dat een mondmasker zo een twee derde van het menselijk gezicht wegneemt, en daardoor onnoemelijk veel informatie over die persoon uitveegt. We 'lezen' zoveel -vermoedelijk zelfs ontiegelijk veel meer dan waar we ons bewust van zijn- van iemands gelaatsuitdrukkingen. Nog voor we ook maar één woord met iemand gewisseld hebben, weten we al zoveel over die mens voor ons. En daar valt nu het grootste deel van weg!... Toch ook iets om eens bij stil te staan eigenlijk.

Je zag het natuurlijk al aankomen: ook hiervoor heb ik een klein -misschien tijdelijk, misschien de start van een ware rage, wie weet- oplossingske voor gevonden. Gisteren ging ik naar de winkel met -nog gevonden in m'n grote 'plakplaatjesdoos'- een rode foam sticker in de vorm van een elegant mondje op m'n masker gekleefd. Ik toverde ook deze keer géén glimlach op het gezicht van de mensen die m'n pad kruisten door die immer blijde brede lach van mij, maar 'k heb er toch een hele boel behoorlijk doen giechelen bij 't plots opmerken van dat eigenwijze detail op mijn 'serieuze' masker! Zeker als er dan ook nog eens een hele gewone -als niets vermoedend, 'ik ben mij van geen 'kwaad' bewust'- vriendelijke 'goeiedag' van achteruit kwam klinken. Dan lachten ze zelf ook breeduit, al dan niet vanachter hun mondmasker.
Ja, wie had het kunnen denken, hé, dat ik ooit nog eens een volledig blogje zou schrijven puur en alleen over m'n mondmaskermijneringen... Ik alvast niet, hoor. ;-)





zaterdag 9 mei 2020

Poezenleed.

Er zijn behoorlijk wat dingen in deze wereld die ik vermoedelijk nooit zal begrijpen, en die af en toe m'n hoofd met vragen vullen. De voorbije weken stak weer eens zo'n situatie de kop op. Begrijpt u waarom mensen katten 'in huis' halen, om ze dan dag en nacht buiten los te laten lopen en voor zichzelf te laten zorgen? En uiteraard: zónder halsbandje, zónder chip en ook zónder castratie of sterilisatie. Het kan aan mij liggen, maar ik snap er om zoveel verschillende redenen alleszins niks van. Toch zeker hier niet, in zulk verstedelijkt gebied. Op 'den boeren buiten' kan ik er eventueel nog wel in komen...
Sinds ik hier op mijn gelijkvloers appartement kwam wonen, maakte ik kennis met een eindeloze stoet 'buurtkatten'. Hoeveel zou ik er ondertussen al niet hebben zien komen... en gaan? In 't beste geval kuieren ze op hun gemakje voorbij het terras of liggen ze zich als ware pasha's op de warme stenen te koesteren in de zon. Jammer genoeg blijft het daar meestal niet bij. Er wordt regelmatig met veel energie op alle tuinvogels groot en klein gejaagd, en geloof me, ze krijgen ze nog te pakken ook. 'k Wil niet weten wat dat met het vogelbestand doet!... Elke lente opnieuw vinden er hevige territoriumgevechten plaats in de tuin, met veel nachtelijk gekrijs en gejank. En ook vaak met de meest vreselijke verwondingen tot gevolg. Die strompelen hier dan duidelijk zichtbaar de dagen erna voorbij... Mijn terras blijkt een soort catwalk -letterlijk, hahaha- te zijn. Een plek om jezelf als kat te laten opmerken. Ontzettend vrijpostig paraderen hier zowat alle poezenbeesten uit de buurt voorbij; zeker alle katers, om, meestal elk op z'n beurt, met stevig wat sproeiwerk tegen m'n bloempotten mijn buitenruimte als de hunne te claimen... Ze drinken ongegeneerd uit m'n bak met waterplanten, slurpen onverstoorbaar de vogelzwembadjes leeg en likken zelfs het drinksysteem voor de insecten -een stenen bord met natte keien- helemaal droog. Al doende vertrappelen ze achteloos m'n geliefde, o zo frêle bloemen. En af en toe geeft één van m'n planten de geest omdat ik niet op tijd merkte dat de aarde in zijn bloempot tot uitverkoren plasplekje gedoopt werd...
Mijn twee katers Poekie en Pompon mogen nooit naar buiten. Neen, da's niet zielig, echt niet. Ze hebben een heel boeiend leven hier binnenskamers en komen absoluut niets te kort, op geen enkel vlak. Daar mag je gerust in zijn. Zo blijven ze veilig, gezond en vrij van parasitair ongedierte, wat een geruststelling voor mij is; en zo zijn ook de zaadjes en nootjes etende vogeltjes op het terras safe. En al mogen ze niet vrij in- en uitlopen, die twee knuffels van mij, ze genieten wél van de buitenlucht. Als hier de ramen wijd open staan, dan plaats ik daar horren in. Geen gewone horren met insectengaas, maar speciale zelf gefabriceerde poezenhorren met gegalvaniseerd volièregaas, met gaten van ongeveer één vierkante centimeter. En ze vinden het echt zalig om ervoor te hangen, en onbezorgd en gretig alle geurtjes en luchtjes van buiten op te snuiven met de zon of de wind op hun snuiteke; of hoog vanop de krabpaal, die ik er dan altijd voor zet, nét niet zonder barrière de vogeltjes te bespieden en al het reilen en zeilen in de tuin nauwgezet in 't oog te houden.
Twee weken geleden stond er plots een nieuwe, nog erg jonge kat voor de hor in het openstaande venster. Een volledig lichtbruin-zwart gestreept tijgerke zonder enige vorm van schuwheid of bedreiging, heel gewoon met slechts een stevige dosis kinderlijk onschuldige nieuwsgierigheid. 't Zag er nogal een lieveke uit en omdat mijn katers zo nog wel vriendjes aan de andere kant van het gaas hadden, vond ik het wel leuk voor hen. Maar de volgende dagen was dat katje er weer, en deze keer niet zo vredevol! Met alle kracht in zich viel het mijn katers achter de hor aan! Het haar vloog in het rond en het geschreeuw moet ver te horen geweest zijn. Misschien lag het aan het 'kattenseizoen', want het luidde een intens aantal dagen in met epische gevechten in de tuin. De lucht zat dagenlang vol van door merg en been snijdend gekrijs en het gegil, zo uit de ergste horrornachtmerrie, als van een baby die op gruwelijke wijze doodgebeten wordt of zoiets, bleef me opnieuw en opnieuw ijskoude rillingen bezorgen.
Ik trachtte te achterhalen wie er nu precies aan 't bakkeleien was, want ontdek de verschillende individuen maar eens in zo'n kluwen vechtende plush ergens half verborgen in het dichte struikgewas. En behalve een aantal van de zelfverzekerde 'veteranen' hier croste hier precies steeds weer datzelfde tijgertje voorbij... Niet moeilijk dat ik uitgerekend dié altijd zag: het was niet één tijgertje, het bleken er uiteindelijk dríe te zijn! Drie nieuwe gestreepte katten 
in de tuin, en vermoedelijk allemaal ongesneden katers. Twee identiek dezelfde tijgertjes -één lief en één kwaadaardig- en één iets grotere, iets rondere, tijger met wat meer grijs in z'n strepen. Mooi beestje eigenlijk. En omdat ze nieuw in de buurt zijn, is hier dus een ware burgeroorlog uitgebroken. Zucht.
Poekie trekt het zich niet aan. Eén bijzonder doordringende blik van hem, geen geluid erbij of niks, slechts één blik, en gelijk welke andere kat druipt geruisloos af. Mijn zelfverzekerde Poekie is de baas en daarmee uit. Met de anders al zo schuchtere en snel angstige Pompon is het een heel ander verhaal. Hij houdt, met hoge rug, z'n vacht volledig overeind en z'n staart vier keer zo dik als normaal, gevaarlijk grommend en blazend de wacht bij het open venster, ook als er niemand aan de andere kant is. In zijn alles overheersende benauwdheid wou hij mij zelfs bijten toen ik hem trachtte te kalmeren. Pompon is werkelijk totaal van z'n melk door al die vechtersbazen. Radeloos over z'n toeren en panisch angstig probeerde hij al z'n favoriete spullen in huis te markeren als de zijne. Niet door erop te sproeien, zoals katers normaal gezien doen, want dat kan hij als gesteriliseerde kater uiteraard niet meer, maar door er -tot mijn grote ellende- overal een klein plasje op te doen. Op de vloer, op de matjes op de vensterbanken, op de krabpalen, in de poezenmandjes, op z'n ál speelgoed, op de poezendeken op bed (gelúkkig voor mij en m'n bed ééntje met een vochtafstotende onderkant), bij de eetbakjes, naast de drinkwaterschaal...
Er is weinig dat ik eraan kan doen. Begrip tonen en vooral niet boos zijn. Opruimen en poetsen. De wasmachine draait bijna continu. 'k Hou een beetje de wacht om met een krachtige plantenspuit elke eventuele snode belager meteen een stevig nat pak te bezorgen, want dat werkt bijzonder goed als afschrikmiddel. Verder overlaad ik Pompon met extra veel aandacht en een overdosis knuffels, en 'k leid hem zoveel als mogelijk af met allerlei leuke spelletjes, 
zodat hij zich hopelijk gauw weer terug veilig gaat voelen. En ondertussen wens ik vanuit de grond van mijn hart dat die knokkende oproerlingen daarbuiten snel tot een degelijk en langdurig vredesakkoord komen. Graag vandáág nog. En liefst zonder nog één of andere allerlaatste fenomenale aanslag op mijn geliefde terras en huisgenootjes. Want wat mij betreft is het poezenleed hier op 'den Bosuil' stilaan niet meer te overzien, hoor... ;-)



donderdag 7 mei 2020

Jan en Flori.

De ontzettend gezellige, behoorlijk lange en bijzonder geanimeerde babbel in de grote hal van het appartementsgebouw hier met m'n zus Jacinta en schoonbroer Eric, afgelopen zaterdag, had me al ontzettend veel deugd gedaan. De dagen ervoor zat ik echt wel wat in een dipje door de totale afwezigheid van menselijk interactie in mijn leven tegenwoordig, en al helemaal in levenden lijve. Het was echt genieten, en het monterde me geweldig op. Ja, 'k kon weer verder met de energie die op die manier m'n richting uit stroomde. Oef. En hoera.
Gisteren wandelde ik, intens genietend van het zonneke, -en daardoor jammer genoeg ook wel serieus zwetend achter dat zelfgemaakt zakdoekenmondmasker en in die dikke plastieken tuinhandschoenen- langs de dokter voor een klaarliggend voorschrift, met een bochtje door de supermarkt voor m'n favoriete brood -dat er natuurlijk niet meer was- richting apotheek. Daar was ik, hoe wonderlijk, in eerste instantie de enige aanwezige klant. En omdat ik al de dames apothekeressen al vele jaren ken en ook graag mag, ontstond er al snel een erg prettig gesprekje. Over zelfgemaakte en alle andere modellen van mondmaskers, en over m'n liedjes op YouTube. Het deed me alweer buitengewoon veel deugd en met een door het mondmasker verborgen brede glimlach kuierde ik weer richting thuis. De zon scheen warm op m'n gezicht, de wind blies vrolijk m'n haar in de war, de vogeltjes in al het ontluikende groen floten onbezorgd uit volle borst. En slecht hier en daar, en goed ver weg van mij, bevond zich nog iemand anders.
'k Liep zodanig op m'n gemakje te genieten, daar op het wandelpad van de groene zone tussen de flatgebouwen, da'k ze bijna niet eens opgemerkt had, de beide heren op de fiets, in de tegenovergestelde richting. Doch in dezelfde fractie van een seconde herkende ik hen en zij mij! Dat waren verdorie Jan en Flori! Wat deden die hier?!...

Dit supersympathieke echtpaar kende ik eerst jarenlang als 'vrienden van mijn ouders'. Eén van hen is een oud-collega van mijn vader. Maar al snel werden het ook bijzonder gewaardeerde vrienden van en voor mij. En absolute enthousiaste fans ook. Ze lezen met heel veel vreugd en deugd al mijn verhaaltjes, maken onverbloemd reclame voor mijn boeken, volgen bijzonder meelevend al mijn reilen en zeilen, en zijn steevast, al dan niet met een hele schare vrienden in hun zog, aanwezig op zowat elk mogelijk optreden. Heerlijke mensen zijn zij, Jan en Flori, mensen waar ik graag en zonder moeite een paar uur mee weg kan babbelen als de gelegenheid zich voor doet.
Omdat ze goed beseften dat ik heel deze quarantaine ook maar in m'n ééntje door zit te knoeften, en met als inspiratie m'n verhaal over die eerste babbel in de hal met zus en schoonbroer, waren ze uit hartje Antwerpen tot bij mij komen fietsen. Om even bij te kletsen. Ook in de hal. Of buiten op de stoep. En, zoals ik achteraf hoorde van m'n buren, die op de trap voor het gebouw, gezellig als op een terrasje of zo, van de stralende zon genoten en waarmee ik achteraf eveneens nog een half uurtje weg taterde, hadden ze tot hun spijt en ondanks bijzonder geduldig wachten geen gehoor gekregen bij het aanbellen. Kristina was jammer genoeg, en uitzonderlijk net nu natuurlijk, eens niet thuis... Niks aan te doen, dus stapten ze terug op hun stalen ros om dan maar verder van de fietstocht te genieten.
Maar wie kwam hen daar op het cementen wandelpad tegen, zich van geen kwaad bewust vrolijk over het pad kuierend, haar boodschappenkarretje met zich mee rollend? Ons Kristina dus! Hoeveel chance kunt ge hebben, hé.
We babbelden uitgelaten en blij elkaar te zien een flink pak minuten weg, daar lekker in het warme zonnetje. Over de familie, over het alleen zijn, over kleinkinderen missen, over YouTube filmkes, en 'goe bezig zijn', over toekomst en concerten, en ook over dankbaarheid. Dankbaarheid voor onze gezondheid en de vriendschap. En toen het grote betonnen gebouw ons de zonnestralen ontnam en het plots toch erg fris werd, was het tijd om weer afscheid te nemen. Netjes zonder risico's vanop een afstandje. 
En even later -na die ook al zo leuke babbel met de buren dus- vond ik in m'n brievenbus op de koop toe een prachtig, zelfgemaakt kaartje van hen beide, met daarop nog eens zoveel lieve en bemoedigende woorden. Mijn dag kon écht niet meer stuk. En geloof het of niet, ik glimlach nog steeds uitzonderlijk breed!
Ja, wat warme, welgemeende menselijke interactie, dat doet wonderen, hé. En nog geen klein beetje! 't Blijkt maar weer wat een noodzakelijke en onmisbaar gegeven dat is. En ik ben ongetwijfeld een gezegend iemand met zulke fijne personen om me heen. En die vrienden van mij, vrienden zoals Jan en Flori, die zijn echt helemaal te gek wauw! Zalig, toch?!... ♥️
P.S. Ondanks het feit dat ze bij alle soorten evenementen steeds aanwezig zijn, viel het toch niet mee om een mooie foto van hen samen te vinden in mijn uitgebreide archieven... Maar, 't is me gelukkig toch gelukt, al zeg ik er wel eerlijkheidshalve bij dat dit leuke portretje ondertussen toch ook alweer 8 jaar oud is. We zullen eens doelbewust samen, met z'n drieën, wat plaatjes moeten schieten in 't vervolg, hé, heren... ;-)



maandag 4 mei 2020

Raindrops Keep Fallin' on My Head.

Blijkbaar gaan we eind deze week alweer richting zomertemperaturen en zon, zon, zon!... 'k Heb er dus maar snel van geprofiteerd, zolang het nu nog even regent, om ook een ander 'vochtig' liedje op te nemen. En ja, dit is inderdaad een stuk vrolijker en zoveel minder introvert dan het vorige. 'k Ben er zelf ook weer een klein beetje opgewekter van geworden! Gelukkig maar, want 'k zat echt in een dipje... Dus, wie weet, loop jij zo dadelijk eveneens lekker vrolijk dit 'catchy' nummerke door de kamers te neuriën. Joepie!
En de boodschap van dit liedje is er eentje die zelfs ik door de voortdurende quarantaine en het altijd alleen zijn heel even vergeten was, maar die bij deze weer fris en helder in m'n hoofd zit: een lastige situatie wordt niet beter als je je hoofd laat hangen. Net zoals het nog nooit gestopt is met regenen omdat iemand er over liep te klagen, hé... ;-)


Rechtstreekse link naar dit nummer op YouTube: klik hier!


zaterdag 2 mei 2020

Het regent in de straten.

'k Ga er geen spel van maken, er zitten zeker weten heel wat mensen in een gelijkaardige situatie, dus 'k zeg het maar zoals het is: de eenzaamheid begint serieus te wegen. 'k Mis de -weliswaar vaak slechts sporadische- aanwezigheid van vrienden en familie in mijn dagelijks leven. Het is hier bijna dodelijk stil. De ene dag glijdt naadloos en geruisloos over in de andere, en ik zie vaak dagenlang niet één mens. Ware het niet voor dat dagelijks telefoontje tussen mijn moeder en mezelf, de ergens ver weg klinkende man-made geluiden in het gebouw, en het weerkerende applausgedoe op de omliggende balkons om 20 u, dan hóórde ik zelfs niemand. 'k Word er langzaamaan een beetje depri van, vrees ik. En de regen van de afgelopen dagen hielp niet echt...
Maar,... daardoor weerklonk er, zoals gewoonlijk 'als vanzelf', weer een liedje in m'n hoofd! Ja, ik weet dat dit eigenlijk over een verloren gewaande liefde gaat -allé, dat voor zover ik weet toch- maar geef toe: het is ook absoluut perfect toepasbaar op het ontzettende en immer toenemende gemis van al die lieve mensen die van enige betekenis in iemands leven zijn!
Zo even tussen haakjes, maar 't moet gezegd, vind ik: die teksten van Will Ferdy, tjonge, ze zijn soms toch écht wel ontzettend krachtig, hé... V
ermoedelijk zijn ze daarom ook al die vele jaren, ergens netjes opgeborgen, in m'n brein blijven plakken, om op gepaste momenten, zoals nu dus, weer de kop op te steken.
Het heeft me, ondanks het ietsiepietsie goesting om het op te nemen en er een filmke van te maken, wegens totale en faliekante 'platheid' toch nog verschillende dagen gekost om eraan te beginnen, maar vanochtend lukt het me dan éindelijk tóch. Oef! En geloof het of niet, vermoedelijk door die eeuwigdurende repetitie -in de letterlijke én figuurlijke zin van het woord- dagenlang in m'n hoofd, stond het er zélfs in slechts één take op! Echt waar. Dit moet dus niet meer of minder dan recht uit 't diepste van m'n hart, het hoogste van m'n ziel en het puntje van m'n tenen gekomen zijn, hé... ;-)

Rechtstreekse link naar dit nummer op YouTube: klik hier!