dinsdag 26 april 2016

Fenomenaal, die Floraliën!

Op een zondag om 6 uur uit je bed moeten, dat lukt bij mij alleen als er iets geweldig leuks gepland staat! En zo bevond ik me vrolijk ongeduldig, fris gewassen en klaar voor wat een super daguitstap beloofde te worden, om 7u30 reeds aan de tramhalte. En het begon al goed: 45 minuten lang geen tram. Zucht. Eindelijk toch in Antwerpen Centraal geraakt restte me nog juist 4 minuten om een ticketje te kopen én de trein naar Gent te halen. Gelukkig had die 2 minuten vertraging en stond hij op perron 1, da's gewoon boven in de grote hal, waardoor ik er, nog nét op tijd, totaal buiten adem van het trappen op crossen, in kon springen. Hoera! Zo begon m'n dag Floraliën met vriendin Marleen. Hoedje op tegen de regen, jas-sjaal-handschoenen tegen de kou, zonnebril voor mocht de zon schijnen, een beetje zakgeld voor de lekkere trek en een leuk souvenirtje, en m'n camera met in totaal 4GB aan fotokaartjes om het allemaal vast te leggen.
Marleen stond me al op te wachten in het Sint Pietersstation en schoot bij de imposante bloemenopstelling aldaar meteen de eerste kiekjes van de dag.
We begonnen ons parcours in de Bijloke. Aan de inkom kregen we allebei meteen een polsbandje omgesnoerd om overal in en uit te loggen, want veiligheid boven alles, en tevens diende dit als betaalmiddel -waar je uiteraard zelf centjes op moest zetten- want de Floraliën zijn vanaf dit jaar 'cashfree'.
Maar, ondanks de vele infostanden, stewards, agenten, enz. -allemaal van enorm goede wil- zaten er in zowel die veiligheid als in dat centenvrij-zijn toch wel wat gaten, hoor... Geloof me, 't was wreed sukkelen met momenten. 
We zagen spannende bamboe kunstwerken, de rustgevende Japanse tuin, een enorme verzameling prachtige bonsai's, een massa bijzonder fraaie Gentse azalea's en de Cocon, een soort futuristisch huis van ronde kamertjes gevlochten in natuurlijke materialen en behangen met allerlei levende planten in potten en manden. De film 'Waterworld" kwam van ver in m'n gedachten.
Shuttlebus naar de volgende site? Niks voor ons! Wij hadden onze stevige stappers aan en alles lag op loopafstand. Volgende halte: de Leopoldskazerne, waar 'groen in de stad' gepromoot werd met een schitterend aangelegd mythologisch belevingsbos en groene gevels, voor verticaal tuinieren.
Ondertussen trakteerde Moeder Natuur ons overdreven gul op alle mogelijke seizoenen in één dag. Zwetend in de felle zon afgewisseld met bibberend van de ijskoude windvlagen naar dringend moeten schuilen voor plotse hevige slagregen en ware hagelbombardementen met zelfs hier en daar wat verdwaalde sneeuwvlokken tussen. Maar het bedierf de pret helemaal niet, in tegendeel zelfs. Heen en weer tussen rillen en bakken? Spannend, vonden wij!
Op de volgende site, het Sint-Pietersplein, was de lol was er voor mij wel even af toen ik, volledig geconcentreerd de vleesetende planten fotograferend, behoorlijk kortaf en hardhandig uit de weg geduwd, zonder pardon plaats moest maken voor 'monseigneur'. Misschien gek, maar bij dat woord denk ik altijd meteen aan een wijze kardinaal met een imposant karmozijnrood gewaad... maar, het was dus prins Laurent, omgeven door een volledige cameraploeg van de televisie, een bende niets ontziende, druk flitsende pers- en andere fotografen, aangevuld met een schare wild enthousiaste fans en een kudde elkaar verdringende kijklustigen. Wijs als we zijn lieten Marleen en ik die krioelende mensenmeute dan maar aan ons voorbij stromen. Zo konden wij tenminste weer op ons dooie gemak en zonder opgejaagd of 'ge-loopt-in-de-weg!' gevoel verder van al die sierlijke schoonheid genieten.
In de Sint-Pieterskerk bewonderden we het omstreden pronkstuk van deze Floraliën-editie: die reusachtige kleurrijke en sprookjesachtige bloemenluster.
En verder ging onze florawandeling, richting Citadelpark. Inspiratietuinen, 'Flower Power', 'Back to the Roots' op de allereerste locatie, bomen, struiken, azalea's, tuinplanten allerlei, groot en klein, in alle kleuren en geuren... Een ware bos-tuin in een enorme hangar. Wauw! En o o o, niet te vergeten: die ongelofelijk indrukwekkende begonia's, zo groot als je gezicht! Daar vielen de oooh's en aaaah's overvloedig uit m'n mond! Die wil ik! Voor m'n terras! O ja!
Vermoedelijk om de voorgang van de bezoekers niet te stremmen stond er eigenlijk nergens langst de hele route een bankje of zo om even, ondertussen genietend van een aangenaam uitzicht, de moede rug en voeten te laten rusten. En omdat we, ik weet niet hoe, behalve het occasionele doornatte en behagelde terrasje-zonder-meer, blijkbaar zowat alle mogelijke eet- en drankgelegenheden onopgemerkt voorbij liepen deden de honger en dorst stilaan bijna meer pijn dan ons zeurende lijf... 
Hadden we dan misschien toch een Würst van Jeroen Meus moeten soldaat maken, zoveel uren terug, aan het begin, in de Bijloke?...
Helemaal aan het eind van de boeiende bloeiende rondgang strompelden we, doodmoe maar wreed content -vooral omdat we het vonden- het zelfbedieningsrestaurant binnen. De meer dan welkome Griekse sla en frietjes met een Hoegaarden Rosé, voor mij, en het bord dampende Gentse stoverij, ook met frietjes, en een glas rode wijn, voor Marleen, smaakten echt onwaarschijnlijk verrukkelijk. Een excellent orgelpunt op deze dag!
Een uurtje later stond ik terug aan het zonovergoten Sint-Pietersstation, waar m'n kunstje van die ochtend nét niet opnieuw lukte: met nog 3 minuten te gaan trok ik opnieuw een sprintje, de trein stond nog aan het perron, maar 'k mocht er van de treinbegeleidster niet meer bij op springen. Koffietje dus.
Extreem gelukkig met de warme vriendschap, de massa's foto's en de leuke souvenirtjes plofte ik volledig voldaan rond 18u30 in m'n eigen zetel en... viel prompt in slaap. Doodmoe van de fysieke inspanning -minstens 30.000 stappen tussen ons getweeën- maar ook pompaf van al die meer dan fantastische indrukken van dit overheerlijke bloemen-uitje. O, wat ga ik hier nog lang van nagenieten, amai! En het opnieuw en opnieuw beleven begon al onmiddellijk: die meer dan 1.000 foto's, die we samen schoten, uitzoeken, bijwerken, knippen, plakken, van commentaar voorzien en in een album krijgen. En uiteraard, wat had je gedacht, doorloop ik de hele uitstap nogmaals van voren af aan met het schrijven van dit blogje! ;-)
Dank je wel, Marleen, dit was waarlijk een absolute bloemen-topdag! Fenomenaal, die Floraliën! ♥


zaterdag 23 april 2016

Japanse roze kersenbloesemwolk.

Àlle bloesem is verrukkelijk, absoluut, maar voor mij persoonlijk spant de geweldig overdadige en uitbundige grote roze bloemenwolk van de Japanse kerselaar toch écht wel de kroon!
Afhankelijk van zon, wind en regen is deze kwetsbare pracht elke lente slecht 1 à 2 weken te bewonderen, maar dat maakt al die schoonheid zo mogelijk nog kostbaarder. Ik probeer er zo intens mogelijk van te genieten, en al dat moois in me op te nemen, als het ware op te zuigen in elke vezel van mijn lijf, zodat dat intense gevoel van bijna kinderlijke vreugde een veel langer leven beschoren is dan die frêle bloesems zelf...
Vroeger woonde ik in een straat aan weerszijde geflankeerd door rijen van die roze reuzensuikerspinnen. Zoooo mooi was dat! Maar ondertussen zijn die, spijtig genoeg, op 4 of 5 na, allemaal gekapt, wegens te veel 'vuiligheid' bij het vallen van de miljoenen bloesemblaadjes...
Tegenwoordig moet ik tevreden zijn met slechts één zo'n boom, maar dat is dan ook wel echt een prachtexemplaar. En hij staat ideaal: vlak voor de receptie waar ik in een doorsnee week toch minstens 25 uur van m'n leven doorbreng. Werken met een meer dan schitterend uitzicht dus!
Deze kerselaar vormt niet alleen een fraai decor, hij is ook een bijzonder fijn en veelvuldig gebruikt gespreksonderwerp bij mij aan de balie. Zowel de collega's als de frequente bezoekers volgden met spanning de voortgang van de ontluikende knoppen. "Ja, 't is bijna zover!" "Krijgen we zon dit weekend? Dan staat hij tegen maandag volledig in bloei!" of heel simpel "Schoon, hé..."
En sinds vorig weekend staat die Japanse kerselaar in al z'n glorie te blinken in de zon. Dus vermoedelijk kan ik er nog een klein weekje verder van genieten, als het niet hard gaat waaien en/of regen tenminste. Maar zelfs als de bloemen verwelken en hun blaadjes loslaten verblijden ze m'n dagen nóg, dansend als roze sneeuw in de wind, tot ze op hoopjes bij elkaar geblazen en voor ze opgeveegd worden, de bestrating van de parking heel even extra kleur geven.
Afgelopen donderdag stond de kerselaar voor mij zo ongeveer op z'n mooist, dus schoot ik er -wat handig toch, zo'n smartphone- wat leuke kiekjes van.
En omdat een prentje zo vaak het geschreven woord versterkt -en andersom natuurlijk- en om jullie er ook een beetje van mee te laten genieten, geef ik vanaf hier het woord aan de plaatjes. Geschreven blog & roze beeldverhaal! ;-)


 
 
 

dinsdag 19 april 2016

Ecologische terras-oorlog, deel 2: een netelige kwestie.

Mijn plan om brandnetelgier te maken vond meteen ondersteuning bij Herta, een geweldig sympathieke collega op het werk, die me, indien ik dat wenste, gerust een pak brandnetels, volledig biologisch en vrij van pesticiden, uit haar tuin kon bezorgen. En zo een aanbod laat je niet schieten, dus: gisterenochtend overhandigde ze me een grote plastieken boodschappentas boordevol vers geplukte, nog nat van de dauw, fris lentegroene jonge neteltwijgjes. 
M'n hele shift lang stond die zak naast me op de grond achter de balie, gewoon, open, kwestie van al dat jeugdige groen niet te verstikken. 
Hilariteit alom bij m'n vertrek huiswaarts: een grote huisjesslak had zich gedurende de voormiddag via het plastiek ophoog gewerkt en zat nu op z'n gemak op de rand van de tas rond te kijken.
Grappig, zo'n supplementair huisdier-kado, maar toch liever niet nog eens een veelvraat extra op het terras... Er was wat overredingskracht nodig om hem, of haar, te overtuigen die inmiddels duidelijk vertrouwde zak los te laten. Maar uiteindelijk lukte het me toch om het beestje veilig en wel in het bosje langs m'n weg naar de bus 'vrij' te laten.
Met die nog steeds openstaande boodschappenbrandneteltas naast me op de bank viel het me tijdens de busrit op dat de mensen om me heen zowel bijzonder gefascineerd als met een lichte walging naar me zaten de staren. En ik begreep al snel waarom: er kwamen nóg 3 van die dikke huisjesslakken van tussen de netels gekropen, klaar om het openbaar vervoer te veroveren, veronderstel ik!... Er zat niets anders op dan ze, met de bijbehorende branderige jeuk op m'n handen als gevolg, terug tussen het groen te duwen en de zak, zo goed mogelijk, en duidelijke tot grote opluchting van m'n medereizigers, hermetisch dicht te knopen.
Maak je maar geen zorgen, op het laatste stukje van m'n vaste route, van de tramhalte tot m'n voordeur, heb ik die drie stiekeme passagiers, met natuurlijk -auw auw auw- nog meer geprik in m'n vel en vingers, van tussen het netelige groen gevist en ze met hun drietjes achtergelaten diep in een dicht bebladerde grote struik van een plantsoentje.
Op verschillende tuinsites had ik ondertussen gelezen dat je, door de alles overheersende, absoluut niet te harden stank die het gistingsproces van de brandnetels verspreid, het goedje best zo ver mogelijk van je huis en terras neerzet, ergens helemaal achterin de tuin of zo. Da's natuurlijk iets wat uitgesloten is als je, zoals ik, in een flatgebouw woont... En ik krijg ook liever géén slaande ambras met al die vele verdiepingen boven en naast me.
Er kon echter ook, door simpelweg een half uurtje koken, een dagje laten staan en dan zeven, m.a.w. zónder gistingsproces en bijgevolg ook zónder geurhinder, een extract van de brandnetels getrokken worden dat nog steeds prima werkt ter verdrijving van bladluizen. Da's dus ondertussen allemaal al gebeurd en er staat hier nu 4,5 liter wreed straffe brandnetel-heu...-'thee' -laat ik het zo maar noemen- klaar voor gebruik!
Maar voor ze de grote soeppot in gingen heb ik al de neteltakjes wél eerst, uiterst zorgvuldig en met m'n zelden gebruikte tuinhandschoenen aan, één voor één gecheckt op nog meer verstekelingen. Want als brave vegetariër eet ik uiteraard ook geen, al dan niet gekookte, escargots... ;-)


  
 


maandag 18 april 2016

Achtbaan der emoties.

Zo, hier zit ik dan weer, achter de computer, met zicht op de tuin -nog maar eens onveilig gemaakt door een bende jong schorriemorrie- waar de zon nog van de partij is en langst het gebouw heen de naaldbomen fraai belicht. Genietend van de gezellige vogeltjesdrukte op m'n terras beleef ik in m'n hoofd opnieuw heel de emotionele achtbaan van deze bijna afgelopen zondag. 
De dag begon met een telefoontje van m'n moeder. Een allergische reactie zorgde er voor dat ze dan toch niet zou komen luisteren naar de concertmis. Een spijtige tegenvaller, maar ik liet me er niet door van m'n stuk brengen.
Vol goede moed besloot ik die, voor mijn doen nogal erg korte, felblauwe jurk aan te trekken én, zo mogelijk nóg uitzonderlijker, m'n lange haren voor 't grootste deel eens een keer niét op te steken. 
M'n spiegelbeeld deed vreemd aan, maar ik zag een best leuk ogende vrouw naar me terugkijken, dus niet getwijfeld en hup, naar de tram. 
Als een sardientje tussen de overdosis andere passagiers gepropt, uitsluitend mensen in sporttenue, vermoedelijk allemaal op weg naar de Ten Miles, viel ik op, zo netjes opgemaakt, in hoge hakken en deftige jas. Ze keken me aan als kwam ik van een andere planeet. 
De vele meters kasseien en het laatste onverwachte stuk te voet deden me te laat, met pijnlijke pootjes, m'n hoge hakken verwensend, buiten adem en een beetje verwilderd toekomen in de kerk. Maar daar wachtte me het heerlijk musiceren met organist Peter Maus. En reeds bij de eerste tonen vielen er feestelijk zonnestralen door de glasramen, als zette iemand ergens hoog daarboven een spot op ons. Zalig.
Door alle commotie rond die blog van mij over de muzikaal-intieme samenwerking met Peter dacht ik een pak meer publiek dan anders te zullen zien plaatsnemen op de kerkstoelen. Doch hier was duidelijk sprake van 'veel geblaat, wreed weinig wol'... Slechts 45 mensen, waarvan 40 'gewone' zondagse kerkgangers. Een beetje een desillusie dus.
Het knip- en plakwerk, waarmee sommige lezers van die ondertussen blijkbaar beruchte blog, mijn hoogste goed en diepste zieleroersels tot een hoofdstuk uit "50 Tinten Grijs" reduceerden, -en ja, ik snap het wel, hoor. En ja, dat is ook best grappig- bracht me toch zodanig van m'n stuk dat ik muzikaal even de pedalen verloor, tot m'n grote opluchting zoals steeds professioneel en daardoor bijna onopgemerkt opgevangen door die geweldige begeleider voor wie ik, zeker als zangeres, inmiddels duidelijk een open boek ben... 
In het grote poeha-stuk van Mendelssohn vond ik mezelf -en dus ook m'n pedalen- gelukkig weer helemaal terug en we eindigden stralend in alle grootsheid en schoonheid met "Zueignung" van Richard Strauss, 'ons' nummer.
En terwijl Peter ten uitgeleide nog een schitterende, alles overdonderende orgelimprovisatie ten beste gaf, waar ik ook steeds glimlachend van sta te genieten, kwam de droeve gedacht 'het is alweer voorbij' reeds in me op...
Goddank stond er in het parochiezaaltje, vast ritueel ondertussen, naast een paar enthousiaste toehoorders met felicitaties en goede vrienden Jan en Flori, al een trappist 'van 't schap' op me te wachten.
Peter ging, richting volgende muzikale onderneming. 
Een 2e trappist kwam. 
En, geheel los van het stijgende alcoholgehalte, werd het bijzonder aangename gesprek met de harde kern van m'n fanclub steeds boeiender. Zodanig zelfs dat de heren besloten deze gezellige namiddag nog een paar uurtjes langer met me door te brengen en namen me mee naar café-restaurant "Lambik". Bij een bord super lekkere asperges op Vlaamse wijze en gebakken aardappeltjes zette de conversatie zich verder. Zowel hele leuke als behoorlijk droeve onderwerpen passeerden de revue. 
Met een uitzonderlijk voldaan gevoel liet ik de tram me weer huiswaarts voeren. M'n hoofd tolde van de duizenden gedachten en bedenkingen, en de emoties, die me alle kanten uit rukten, overweldigden me.
En hier zit ik nu. De vuilbak staat buiten, de poezen hebben gegeten, m'n bad en bed lonken, en ik schrijf een blogje over een dag waarin de emoties op en neer en zelfs totaal overkop gingen. De tekst hierboven even overlopend tel ik, naast een tweetal rustigere stukjes, ongeveer 24 keer op en neer tussen droef en blij, en een keer of 5 een volledig looping. Mijn leven is dus als een pretpark, met deze zondag duidelijk een flinke rit op de duizelingwekkende achtbaan... ;-)
Even luisteren?

vrijdag 15 april 2016

Ecologische terras-oorlog.

Er woedt een kleine oorlog op m'n terras, een oorlog om ecologisch evenwicht. Ik strijd ononderbroken, het hele jaar door, in alle seizoenen, tegen de bijna onstuitbare vloedgolf insecten, die zich maar wat graag aan m'n bloemen en planten te barsten schransen. Duizenden bladluizen in alle mogelijke kleuren doen zich te goed aan de rozen en hybiscussen. Elk nieuw blaadje of piepklein bloemknopje, ze maken geen schijn van kans: met honderden tegelijk storten ze zich er op. De rupsen van de Atalanta en de Dagpauwoog, wondermooie vlinders, die laat ik rustig een beschaafd hapje eten, maar ik heb een hekel aan die groene vette rupsen van de Appelbladroller -een mottige mot-, die aan zowat àlles knagen dat enigszins groen is en zich dan oprollen door, liefst de meest frisse en nieuwe, blaadjes aan elkaar te spinnen. Die vreselijke schrokoppen vraten al 2 grote viburnum-struiken volledig kaal en tot m'n grote ontsteltenis vond ik ze ook al binnen terug, op de kamerplanten! En dan zijn er ook nog de kevers, bruine snuitkevers en zwarte rozenkevers. De volwassen exemplaren kluiven aan alles wat ze te pakken krijgen bovengronds, en hun baby's, engerlingen genaamd -en ze zijn ook echt wel eng, vind ik, brrrrr- schrokken ondergronds in slechts enkele paar dagen àlle wortels van nieuwe aanplantingen volledig weg zodat er slechts een los kluitje verschrompelde blaadjes over blijft. 
Van de uitgebreide populatie spinnen, vooral kruisspinnen, tussen de vele potten en het miljoenenleger wriemelende pissebedden ónder diezelfde potten, heb ik absoluut geen last: zij blijven netjes van m'n planten af.
Elke dag doe ik de grote toer langst elk blaadje en elk knopje, onderzoek ik elke centimeter van elke plant op m'n terras en knijp ik de insecten die ik tegenkom heeeeel voorzichtig van tussen het o zo kwetsbare nieuwe groen uit. Met een erg dubbel gevoel, want zoals ik dat heb met elk ander levend wezen, dood ik ook insecten liever niet...
En ik wil gerust m'n bloemenzee delen met al die kleine krioelende wezentjes, maar er moet een evenwicht zijn, hé, een, op dit moment vér zoek zijnde, ecologisch evenwicht. Volgens mij kan het toch écht niet de bedoeling zijn dat élk jaar weer àlle bloemen, planten en bomen in de vele potten en bakken vervangen moeten worden door nieuwe, om dan alleen maar als levend voer voor die kriebelbeestjes te dienen...
Vorig jaar in de lente strooide ik een sterke verdelger tegen die ondergrondse ellendelingen, en hoera! voor het eerst schitteren de vrolijke gezichtjes van de grote en kleine viooltjes me kleurrijk en overvloedig groeiend toe vanuit m'n bloembakken! De bladluizen pakte ik, tegen àl m'n pricipes in, opnieuw en opnieuw aan met een chemische spray. Het hielp niet echt veel, maar de rozenstruiken hebben de plaag tenminste enigszins overleefd...
Nu de zon aan kracht wint en alle botjes en knopjes stilaan blaadjes en bloemen worden begon ik alvast, met een diepe zucht en behoorlijk wat tegenzin, online m'n zoektocht naar nieuwe en wie weet betere verdelgingsmiddelen. De leuke koolmeesjes die druk rond hupten op de rand van het terras en van pot naar pot waren zoveel boeiender om naar te kijken dan het computerscherm. En terwijl ik met een glimlach hun capriolen gadesloeg viel me plots iets op dat ik nooit eerder zag: mijn gevleugelde vriendjes kwamen mij en m'n plantjes ter hulp: ze deden zich met veel smaak te goed aan de vele bladluizen! En een beetje later zag ik ook het schattige roodborstje mee prutsen aan zo'n opgerold blaadje, hopend op zo'n heerlijke vette rups! Wauw! Fantastisch! En o zo leuk om naar te kijken.
Tja, nu kan en wil ik uiteraard al helemààl geen chemisch spul meer gebruiken, ik zou het leven van m'n geliefde vederbolletjes en hun kleintjes in gevaar brengen!... En misschien schroef ik m'n dagelijkse dood-knijp-terras-toertje bij deze dus ook maar beter terug naar één keer per week of zo, kwestie van ze hun uitgebreide buffet met verse snackjes niet volledig af te pakken, hé... hihi
Ik klikte op de computer meteen de sites met chemische producten dicht en liet Google naar insectenhotels zoeken. Wie weet lukt het me op die manier, met de hulp van de vogels in combinatie met de juiste insecten, om zo een ecologisch evenwicht te creëren op m'n terras, en daarmee een plek waar zowel de planten als ik zelf als de vele soorten geleedpotigen gelukkig zijn. 
Dus laat de lieveheersbeestjes, gaasvliegen, oorwormen, solitaire bijen en vlinders al maar op weg gaan richting mijn terras, hun knusse nieuwe appartementjes worden begin volgende week aan huis geleverd!
En ondertussen ga ik, mocht het toch weer té erg worden, maar weer aan de slag met bruine-zeep-mengsels en die verschrikkelijk onwelriekende brandnetelgier... Want ge moet er iets voor over hebben, hé, om 'simpelweg' van uw zo geliefde bloemetjes te kunnen genieten... ;-)



  

zaterdag 9 april 2016

Magisch mooie muzikale middag.

Door alle mogelijke en onmogelijk stormen in m'n leven heen is mijn innige band met muziek zowat de enige relatie die overeind bleef en blijft. En binnen die relatie is één bepaalde en behoorlijk unieke combinatie mijn allerhoogste goed, mijn persoonlijke hemel op aarde. De elementen van die bijzondere combinatie zijn mezelf, dramatische sopraan met een bekoorlijke voorliefde voor grootsheid en poeha in al z'n vormen; Peter Maus, getalenteerde en charmante organist met een breed muzikaal aanvoelen en genoeg lef om al eens buiten de gangbare lijntjes te kleuren; de Hoog Romantische composities van o.a. Strauss, Wagner, Wolf, Brahms, Mendelssohn-Bartholdy... maar ook weinig uitgevoerde andere grootse werken van minder bekende of zelfs vergeten componisten; en tot slot de ongelofelijk fraaie akoestiek van de prachtige Sint-Michielskerk in Antwerpen met het meer dan magistrale, en door ons allebei geliefde, Romantische Stevensorgel op het hoogzaal.
Niets, echt absoluut niets in mijn leven brengt me meer allesoverheersend geluk en grenzeloze vreugde. 
De orkestrale tonen, die Peter met vlugge lenige vingers en vederlicht dansende voeten uit het orgel tovert, nemen elke vezel van m'n lichaam over en vermengen zich naadloos met de klanken uit mijn instrument. Terwijl deze heerlijke notenmix jubelend door de imposante ruimte tuimelt verdwijnt alle tumult in m'n hoofd als sneeuw voor de zon. Lichamelijk en geestelijk los komen en opstijgen uit alles wat klein-menselijk is. Slechts het samen 'muziek-zijn' blijft. "Alsof we vleugels krijgen", zei Peter.
Daarboven op het hoogzaal scheiden ons steeds een meter of 3 plankenvloer, de partituren op de pupiter en de vele klavieren, pedalen en registerknoppen van de orgelspeeltafel, maar hoe meer geabsorbeerd we worden door en opgaan in het gezamenlijke klankenspel, hoe groter de intimiteit tussen ons. Soms zodanig intens dat het ons allebei volledig gegeneerd en verlegen maakt. De lucht om ons heen knettert dan nét niet van geladenheid en ik bedenk me altijd een beetje giechelend dat als ik hem, of hij mij, dàn zou aanraken, we mogelijk één of ander soort ontploffing veroorzaken. En al krijg ik op zulk moment altijd het gevoel dat het hoogdringend tijd is om weer huiswaarts te keren, alles in mij blijft verlangen naar meer van deze heerlijkheid. Zelfs m'n o zo geliefde poezen en m'n alom tegenwoordige en onmisbare bloemen en planten vallen er bij in het niets. Die diepe intense voldoening overstijgt elke andere vorm van genot. Het allerbeste orgasme ooit komt niet eens in de buurt...
Afgelopen donderdag repeteerden Peter en ik voor onze jaarlijkse -ja, deze voor mij allerhoogste zaligheid beleef ik spijtig genoeg slecht één, maximum 2 keer per jaar- concertmis in de Sint-Michielskerk, volgende week zondag 17 april 2016. Ik ging er, zoals altijd eigenlijk, van uit dat de repetitie 'gewoon' en slechts 'muziek doornemen' zou zijn, maar... het werd alwéér zo'n magisch mooi muzikaal moment want als vanouds stegen we meteen weer op, mee met de tonen van de verrukkelijke muziek. 
En ja, Peter werkt mee aan zoveel uitermate boeiende projecten met massa's andere muzikanten, zangers en dus ook met sopranen van mijn kaliber... En ja, ik creëer ook hele fijne muzikale dingen met andere geweldige organisten... 
Maar dit, deze steeds weerkerende, ongelofelijk intense, niet van deze wereld, buitengewoon magische beleving, die hebben we allebei nooit elders meegemaakt. "Schrijf daar maar eens een blogje over", knipoogde Peter. De gulzige goesting en overgave waarmee hij vervolgens z'n laatste nieuwe lievelingsstuk -'Carillon Sortie' van Henri Mulet- ten beste gaf, deden onmiddellijk inspiratie in mij omhoog borrelen en terwijl ik met volle teugen genoot van de over me heen stromende sprankelende orgelklanken draaide mijn brein op volle toeren om alvast de nodige superlatieven bij elkaar te sprokkelen.
Niemand keert graag uit de hemel terug naar de dagdagelijkse vaak harde realiteit. En al was bij het verlaten van de kerk de door een hevige regenbui net frisgewassen wereld vol zonneschijn en kleur, op de tram overviel me een trieste leegte, verdacht veel lijkend op liefdesverdriet... 
Weet je, dit diep innige muzikale samensmelten is echt als een drug: je wil er altijd méér van en na de euforische 'high' komt onvermijdelijk een pijnlijke 'low', met een emotioneel én fysiek gemis, altijd vergezeld door die sluimerende angst 'komt er nog wel een volgende keer?...'
En plots realiseerde ik me dat het deze uitzonderlijke bijna bovenmenselijke intimiteit is die ik zocht en niet vond in een relatie met een man... En naar zoiets kan je hopeloos lang lopen zoeken. Vooral als je het éigenlijk al hebt... 
Ach, misschien word ik steeds meer ik een oude sentimentele dwaas. Dat kan en je mag er van denken wat je wil. De herinneringen aan deze absolute hoogtepunten in mijn bestaan koester ik, met Peter en al, zowiezo voor altijd in een speciaal rood fluwelen kamertje in m'n hart. En hopelijk gunt het leven mij nog lang en veel van deze glorieuze en verrukkelijke momenten... 
En weliswaar gekleurd door een vleugje droefheid -omdat het daarna weer een tijdje stil zal zijn- kijk ik vandaag breed glimlachend uit naar die Magisch Mooie Meesterlijk Muzikale Mis bij sint Michiel met Meneer Maus en Mevrouw Meganck! Mmmmmmmmmm... ;-)
Concertmis Sint-Michielskerk
Zondag 17 april 2016, 11u
Amerikalei 165, 2080 Antwerpen
Inkom gratis
En erg goed bereikbaar met openbaar vervoer

woensdag 6 april 2016

Rebekka en Jos.

"Zou mijn vader ooit één seconde gedacht hebben dat dit nog zou gebeuren?" vroeg ik me afgelopen maandagnamiddag af, terwijl ik vanop de eerste rij in de trouwzaal van het districtshuis in Deurne toekeek hoe m'n jongste zus Rebekka het ja-woord gaf aan haar geliefde Jos.
Die zus van mij, 4e spruit in de rij van 5, die altijd het zorgenkind geweest is van onze va en ons moe vanwege haar vertraagde ontwikkeling met een mentale achterstand, leerstoornissen en gedragsproblemen als gevolg. 
Als kind hoorde ik hen zich zo vaak luidop afvragen wat er van haar moest worden als de dag kwam dat zij met hun tweetjes er niet meer zouden zijn om te vechten voor haar plekje in de maatschappij... Wij, de andere 4 kinderen, vonden dat echt niet altijd even tof, maar va en moe deden er absoluut àlles aan, geen moeite of inspanning was te groot, om haar de best mogelijke kansen en toekomst mee te geven. 
Als je 't mij vraagt is Rebekka door al die ondersteuning eigenlijk de meest zelfzekere van den hoop geworden. Dat, en die beperkingen, die een enorm pak remmingen wegnemen uiteraard -je wilt het soms écht niet weten- waardoor je je zonder nadenken in gelijk wat stort met een 'klinkt het niet dan botst het maar en een ander zal het puin wel ruimen'-houding, maakte haar niet mijn meest geliefde zusje. Veel te direct, veel te luid, veel te grof, veel te lomp, af en toe zelfs veel te vies... Allé, té dus, en van weinig positiefs.
Maar met behoorlijk wat vallen en opstaan -en daardoor ook met menig slapeloze nacht, hartklopping en koppijn-attaque voor ons va en moe- zocht en vond ze haar eigen weg en leven. 
Alleen wonen en voor zichzelf zorgen, een baantje, een liefje of 2, 3... weliswaar allemaal onder professionele begeleiding heeft ze zowat alle 'gewone' dingen des levens kunnen en mogen beleven, zoals elk van ons.
En sinds een paar jaar woont ze in een bijzonder mooi appartement samen met Jos. Jos, de wat oudere, met volle goesting nog steeds keihard werkende, zachte en meestal wat stille man, met een geweldig gevoel voor humor en een meer dan Bourgondische eetlust, die werkelijk de grond aanbid waarop zij loopt. Zij is zijn godin, zijn maatje, zijn hemel en hel, en nu ook zijn vrouw.
Afgelopen maandag zag ik m'n jongste zus ineens even met andere ogen. Ik ben zelf 2 maal (en absoluut niet succesvol) getrouwd geweest, maar volgens mij heb ik als bruid niet één seconde zo gestraald en zo oprecht gelukkig lopen blinken als zij, met hààr dag en hààr Jos.
Ja, liefde kan ook gewoon zijn, heel uitzonderlijk gewoon, wonderbaarlijk vanzelfsprekend en evident. Kijk maar eens naar die twee: allebei niet echt moeders mooiste, niet uitzonderlijk getalenteerd in iets, niet overladen met intellectuele bagage, zelfs niet bulkend van de centen... maar ze vonden elkaar in de meest eenvoudige en dagdagelijkse dingen. Samen voluit en ongegeneerd genietend van alles wat leuk, mooi en lekker is in het leven, vullen ze elkaar aan. Ze zien, zonder er bij na te denken, vermoedelijk totaal onbewust, elkaars innerlijke schoonheid. Dat voel je, écht waar, als je in hun buurt bent, en afgelopen maandag meer dan overduidelijk volgens mij. Hopelijk ondervonden en begrepen de mensen die wel eens met Rebekka durven lachen dat ook... 
Een paar uur voor de huwelijksceremonie reed ik in de gietende regen op m'n fiets tot bij hen, om het bruidsboeket en haarstukje en ook een corsage voor Jos, die ik met ontzettend veel plezier voor hen had mogen maken, af te leveren. Hun oprechte blijheid om zoveel bloemenpracht steeg boven hun overduidelijke zenuwen uit, en de dikke knuffel die ik van hen kreeg heb ik voor het eerst in heel veel jaren -en ja, dat beschaamt me- met open geest en armen ontvangen en in m'n hart toegelaten.
Maandag 4 april 2016, huwelijksdatum van Rebekka en Jos. Een onvergetelijk feestelijke dag, vol vreugde en geluk, met wat verdriet om de geliefde afwezigen, met ambiance met die vele en o zo diverse wél-aanwezigen, met kleurrijke bloemen, ernstige en ook zotte foto's, lekkere hapjes en drankjes, en zelfs, zoals in elk leven en elk huwelijk, ook met zon én regen... 
En onze va, die keek vanop z'n hemelwolk, met een trappist in de hand, nog steeds ietwat verrast maar tevreden monkelend naar beneden en zag dat het goed was. Dat weet ik zeker. :-)