zondag 23 februari 2020

Hoera, ik klus!

Vroeger, bij ons thuis, dienden schoolvakanties niet enkel om te spelen. Nee, er werd door de kinderen élke voormiddag 'geholpen' in en om het huis. En dat was geen vrije keuze, dat was een verplichting. Eéntje waar we geen van allen aan ontsnapten. En de lijst met mogelijke werkjes was lang. En nu ik er zo over nadenk, ook behoorlijk vindingrijk. Creatief zelfs... Ik kan onmogelijk álles opnoemen, maar geef je toch graag een aantal dingen mee.
We kuisten ruiten, fietsen, de auto... of schuurden de garage. Met warm weer super leuk met heel veel gespletter en gesplash. We rommelden de kelder op of uit. Een vaak stoffige bedoening die meestal lumineuze spel- of knutselideetjes voor 's namiddags met zich mee bracht. We reden het gras af. Het hele, enorm gazon, met slechts één 'duwerke'. Da's niet veel meer dan twee wielen met daartussen een stel roterende messen aan een steel met twee handvaten, en dat werkte prima, maar je duwde jezelf zo ongeveer een ongeluk, ge moogt er zeker van zijn. We wiedden het onkruid. In die reuzegrote tuin een nooit eindigend, niet echt geliefd jobke. De haag knippen -jawel, met de haagschaar, niet elektrisch maar puur 'handwerk'- was eerst weggelegd voor mij, als oudste. Later kwamen we allemaal wel eens aan de beurt voor dit 'gespierde' karwei. Meer dan 100 meter haag, da's geen klein werkske, hé. En al heel jong hielpen we reeds mee aan het verwerken van vele kilo's groenten, vaak geweldig overdadige overschotten van de meer dan ijverige tuinders in de buurt, voor in de diepvriezer. Altijd super leuk als je het molentje voor de snijbonen mocht 'bedienen', of het in onze ogen 'magische' apparaatje dat de plastieken zakjes luchtvrij dicht smolt en vervolgens netjes af sneed.
Toen we wat ouder werden kwamen bij de klusjes ook schilderwerken allerhande. De touter werd elke jaar door minstens één van ons van een nieuwe laklaag voorzien, zodat hij niet begon te roesten. Ook het 'terras' van ons grote speelhuis kreeg een propere witte verflaag. Al de houten koterijen in de tuin en het tuinpoortje mochten we telkens weer met een stevige kwast in de carbolineum stoppen. Wat een stinkend plakkerig goedje was dat, zeg, en de vlekken op je vel waren amper weg te schrobben. Maar het smeerde geweldig en super gemakkelijk, en 't stak niet zo nauw hoe je er mee verfde, als het hout er maar goed mee bedekt werd. Dus: we vonden het absoluut leuk om te doen!
Ik herinner me dat onze schilderskwaliteiten op zeker moment goed genoeg waren om ook het houtwerk van de garagepoorten en de vele raamkozijnen van het huis zelf op te schuren en van nieuwe vernis te voorzien, en de bakstenen gevels een laag vochtwerende coating.
O ja, we zullen er zeker en vast alle vijf wel eens ernstig over geklaagd en gezaagd hebben, dat weet ik wel zeker. Maar als ik er nu op terugkijk, moet ik eerlijk bekennen dat ik er ook wel van genoot. Meer nog: ik was stiekem reuze trots op wat ik allemaal kon! Het voelde eigenlijk allemaal best wel stoer aan.

Misschien omdat de mannen in mijn verdere leven allemaal -netjes gezegd- minstens twee linkerhanden hadden, en dus nog niet eens een nieuw peerke in een lamp konden -of wilden?...- draaien; misschien gewoon omdat ik het altijd super plezant vond; wie zal het zeggen; ik ben het blijven doen, al dat klussen. 'k Heb bomen gesnoeid, hagen geschoren, hout gehakt, muurkes gemetseld, vloerkes gelegd, beton gegoten en onvoorstelbaar veel kamers geschilderd. Ik haalde kasten uit elkaar en zette ze weer ineen alsof het maar niks was. Absoluut geen énkel (Ikea)bouwpakket is me een te grote uitdaging. Koud kunstje. Laat maar komen, met plezier zelfs. Probleemkes met 't sanitair of de elektriciteit? Nieuw kraantje steken? Andere stekker aan een lamp? Geen zorgen, ik loste het allemaal zonder al te veel gedoe perfect op. Toen ik als hotelreceptioniste werkte, mocht je steevast mij met m'n werkbak aan je kamerdeur verwachten als er weer eens een venster uit z'n kader gevallen was of het toilet bleef doorlopen. En wat genoot ik steeds weer van die verbaasde blikken... hihihi
Heerlijk vind ik het om dingen te maken, te herstellen en te verfraaien. Werken met m'n handen en m'n gereedschap, daar kan ik echt ontzettend van genieten.
M'n broers waren, bij het leegmaken van mijn vaders werkbank, zeer geïnteresseerd in al het elektrisch gereedschap. Ik ging dolgelukkig naar huis met twee extra koffers voor handwerktuigen. Zalig, zo'n extra set schroevendraaiers en tangen. Super om te gebruiken, die handboorkes van m'n grootvader. Fantastisch om te hebben -en te 'bezigen' natuurlijk-, al die verschillende soorten en maten zagen. En al die 'supplementaire' verfborstels, kwasten, rollen en roerstokjes... haaa, wat een rijkdom. O ja, je kan gerust zeggen dat ik van mijn gereedschap hou.
'k Weet het, zenne, helemaal 'normaal' kunt ge mij als vrouw misschien niet noemen... Beste vriend Roger grapt maar al te graag dat er vermoedelijk toch wel een heel stuk 'vent' in mij zit... En dat stuk zie je vooral aan de oppervlakte komen op een rommelmarkt, waar ik zonder pardon steeds opnieuw blijf plakken bij de kramen met gereedschap -liefst uit de categorieën 'oud spul', 'ongekend gebruik' of 'niet meer gangbaar' wegens vervangen door één of andere elektrische werktuig-, speurend naar handtools 'die ik nog niet heb'... Altijd een gniffelmoment, als we zo met z'n tweeën op stap zijn. Meestal sleurt Roger mij dan gedecideerd verder mee, en zegt, exact zoals een man tegen een 'gewone' vrouw zou zeggen als ze weer eens veel te lang blijft plakken bij de etalage van de zoveelste schoenwinkel: "Ge hebt hier al genoeg van voor de rest van uw leven!"
Kijken naar gereedschap op rommelmarkten doe ik nog steeds. Het gebruiken van al m'n werktuigen, dat zat er de laatste zoveel jaren niet meer in. Natuurlijk heb ik nog wel eens één of ander nageltje ergens in gehamerd, links of rechts wat vijzen los of vast geschroefd, en meer van dat soort minuscuul, te verwaarlozen gereedschapsgebruik, maar de problemen van m'n rug en vooral in m'n nek maakten het me onmogelijk nog écht te klussen. De allerlaatste grote werkzaamheden die ik nog aanpakte, hadden met de renovatie van m'n appartement, nu meer dan zes jaar geleden, te maken. Toen heb ik nog uitgebreid alle kamers geschilderd. Ik hielp met het leggen van de laminaatvloer en zette nieuwe klinken op alle deuren. De volledige keuken, de badkamermeubelen en de paar nieuwe kasten zette ik allemaal met m'n (hand)schroevendraaiersetje, m'n rubberen hamer en het bijgeleverde inbussleuteltje in elkaar. En sindsdien is het stil geweest.
Ja, inderdaad, 'k heb ondertussen al wel, plat op m'n gat op de grond gezeten,  wreed op 't gemak (letterlijk en figuurlijk dus! hahaha) en met vooral heel veel pauze tussenin, stuk voor stuk al die kleine keitjes en schelpjes op m'n toiletvloer geplakt, da's waar. En ook, zo goed en kwaad m'n armen het me toestonden, al een begin gemaakt aan de muurschildering, dat klopt... Maar 
na al die tijd is die kleine ruimte nog steeds niet volledig af geraakt, vrees ik. Edoch, er is hoop. Goede hoop zelfs!
Sinds ik de dry needling behandeling krijg, ben ik gelijk een nieuwe mens! Oké, 'k moet nog steeds niet 't zotteke uithangen. Er blijven uiteraard serieuze beperkingen aan wat ik kan doen en vooral aan hoe ik iets mag aanpakken. Maar, netjes rekening houdend met mijn fysieke mankementen en keurig de grenzen van het 'verstandige' bewakend, klus ik tegenwoordig eindelijk weer!
Het lijstje met openstaande karweitjes werd van z'n dikke laag stof ontdaan, en de eerste klusjes zijn reeds doorgestreept. In de badkamer kregen niet alleen de nieuwe af- en aanvoerpijpen van de wasmachine een mooie lik verf om iets minder qua lelijkheid op te vallen en ietwat in den decor te verdwijnen, ook de achterliggende muur onderging een schoonheidsbehandeling met de verwijdering van gaten en beschadigingen. Goed dat ik zes jaar geleden kwaliteitsverf kocht en... met dit soort klusjes in gedachten, 
ook nog eens de restjes bijhield! Bij het verwijderen van de kapotte radiator in de keuken werd niet alleen het bezetsel van de muur beschadigd, er bleek ook nog een stuk van de oude tegelmuur achter te zitten. Heel rustig en met absoluut respect voor m'n nek en armen ben ik aan de slag gegaan. En ik voelde het achteraf toch ook wel een beetje, dat geef ik eerlijk toe. Maar... het was ronduit zalig om zo nog eens met hamer en beitel los te mogen gaan! Een stuk muur netjes bezetten, zeker als het nieuwe bezetsel naadloos moet aansluiten bij het reeds bestaande stuk, da's echt wel een vak apart, geloof me. Helemaal perfect is het me dus jammer genoeg niet gelukt. En dan dat schuurwerk, man man man, ellende, pure ellende: pijn en stof! Werkelijk overal! Maar nu, met twee lagen verf -ja, ook van deze kleur had ik nog wat overschot- zie je echt niet meer dat er ooit een vreemd gat achter de vuilbak onder het handdoekrek in de muur van de keuken zat! Ik ben er meer dan tevreden mee. *blink blink*
En dit is nog maar een begin, hoor! Er staan nog zoveel karweitjes groot en klein op dat lijstje... Nog zoveel om met goesting naar uit te kijken, vol goeie moed aan te beginnen, trots op te zijn na afloop, en vooral: van te genieten én over te vertellen dus, nu ik, hoera, weer klus! ;-)






dinsdag 18 februari 2020

Twee dames op de bus.

Zo'n minuscuul, ietsiepietsie maar ontzettend warm verhaaltje uit een ver verleden, lang voor mijn 'echte' blogjes, dat mag ter afwisseling ook wel eens, hé. En hoe kort het ook is, er zit zoveel 'verhaal' in. Het had het begin van een spannende roman kunnen zijn, of de inspiratie voor een volledige film. Er valt immers nog zoveel nog tussen de lijnen te lezen... Maar, net zo goed volstaan deze paar woorden, en is hiermee alles al verteld... Daarover mag jij zelf beslissen. En hoe het ook zij, wat je er ook van denkt of vindt: sowieso schreef ik, vandaag exact 8 jaar geleden, 17 februari 2012, met een ontzettend brede glimlach de volgende lijnen neer op mijn Facebookpagina. 
"Alice, zo een zeldzame échte dame, ik schat haar een jaar of 75, zit regelmatig op dezelfde bus als ik. Haar sneeuwwitte haren steeds feestelijk in een kapsel uit dezelfde eeuw als het mijne...
Vandaag had ik eindelijk de moed om haar eens aan te spreken. En dat maakte haar oprecht heel blij!
Daar reden zij dan: allebei de handtas op schoot, handschoentjes en paraplu, keurig verzorgd en gekapt, de ene al wat ouder, de andere nog iets jonger.
Ge zou er een foto van moeten kunnen maken...
Twee dames op een bus." ;-) 




dinsdag 11 februari 2020

Rimpelingen.

Al vele jaren strekken er zich, als diepe voren van een oude ploeg in een kale akker, over mijn voorhoofd een paar stevige horizontale rimpels uit. Die vormden zich vermoedelijk door het uitermate verbaasd -vooral positief verrast, doch ook wel eens om iets negatiefs- veelvuldige, bijna systematische optrekken van mijn wenkbrauwen. Ik kan me eigenlijk niet eens meer de tijd herinneren toen die nogal uitgesproken lijnen er nog niet waren, en ze behoren wat mij betreft doodgewoon bij m'n gezicht.
Kraaienpootjes en lachplooitjes doen de laatste jaren heel voorzichtig hun intrede rond m'n ogen, maar zijn vooral zichtbaar bij vermoeidheid, of na een onrustige nacht. Net zoals een stel diepe inkepingen, eindigend in een soort uiteenspattende stervorm, horizontaal onder diezelfde ogen, waarvan ik, de ochtend na veel te weinig uurtjes onder de wol, wel eens behoorlijk kan schrikken bij m'n eerste blik in de spiegel. Maar voorlopig trekken die strepen nog netjes weg na een grote kop koffie en een koud washandje. Net zoals het totaal verfrommelde kopke, dat in de reflectie naar me terug kijk en dringend een heet stoomstrijkijzer nodig lijkt te hebben, als gevolg van een nacht overheerlijk slapen op en tussen gekreukte en verfrommelde kussens en lakens. Geef het een uurtje, al dan niet gecombineerd met een frisse douche en een beetje hydraterende dagcrème, en 't egaliseert zich als vanzelf weer in het vertrouwde, nog behoorlijk strak zittend velletje.
"Ondanks mijne leeftijd valt het nog steeds wreed goed mee, met die rimpelingen!" bedenk ik me wel eens tevreden, m'n spiegelbeeld breed in plooien toelachend. En 'k smeer voor alle zekerheid toch nog maar eens een extra laagje antirimpelbalsem of boter mezelf nog eens dik in met een veelbelovende 'herstellende' nachtcrème. "Beter voorkomen dan genezen", zegt het spreekwoord, hé. En een vrouw mag haar schoonheid toch wel een beetje onderhouden ook, vind ik.
Vanochtend, nog echt niet goed wakker -niet meer gewend aan een wekker die om 6u al begint te schreeuwen- stond ik, met bijzonder weinig enthousiasme en een beetje op de tast na het wassen van m'n slaperige snuit, m'n haar in z'n keurige knot te draaien, toen ik dwars over m'n bovenlip een piepklein zwart streepje meende te zien. "Och, een verloren haartje", flitst er lauwtjes door m'n hoofd en ik wreef het weg zonder er verder aandacht aan te besteden.
Tijdens het maquilleren gebeurt het wel eens dat één van de borsteltjes zo'n minihaartje verliest, soms er laat al eens een wimpertje los. Bij het opnieuw opmerken van dat zwarte lijntje dacht ik dus meteen daaraan, en poetste m'n hele gezicht -behalve de net zo leuk en netjes ingekleurde zones rond mijn ogen uiteraard- voor alle zekerheid even na met wat lotion op een wattenschijfje.
Doch bij het tandenpoetsen bleek er nog steeds een fijn streepje, uitdagend schuin omhoog wijzend, vlak boven m'n lip te zitten!... 
"Allé, verdorie, wa's da nu weer voor iets?!" ergerde ik me lichtjes en ging op zoek naar m'n leesbril voor een scherpere, en vooral meer gedetailleerde kijk op de zaak. Ja lap, daar had ge 't dus: het lijntje was een rimpeltje, een klein doch onuitwisbaar breeklijntje. "O, nee!" overdreef het stukje dramaqueen in mij met veel gevoel voor tragiek, "ziet dat daar staan, die overduidelijke eerste aanzet naar zo'n verschrompeld, liploos en wie weet ook wel tandloos oude-vrouwtjes-pruimenmondje! Aaaargh, dit is het begin van het einde!" En eigenlijk had ik er nog in totale theatrale operamodus, zo met de handrug tegen het voorhoofd en wegdraaiende ogen, als een bevallige plumpudding sierlijk bij moeten in elkaar zakken, om vervolgens bijzonder elegant half over de badrand te blijven hangen... Maar er waren geen adorerende toeschouwers in de buurt, geen vererend publiek dat met stokkende adem het smartelijke tafereel aanschouwde, dus ook geen stoere held om de flauw gevallen diva ter hulp te snellen en galant weer voorzichtig overeind te helpen, dus hebben we dat maar overgeslagen. hihihi (Ja, ge moogt er gerust in zijn: 'k moet soms zelf ook verschrikkelijk lachen met al die doldwaze komische scenario's die mijn fantasierijk brein schijnbaar moeiteloos voortbrengt, gediplomeerd zot model als ik ben...)
Tja, geen ontsnappen aan, hé, aan dat ouder worden, en 'verrimpelen'... "Wel, 't zal de laatste nog niet zijn", dacht ik er gelaten achteraan. En gelijk had ik, want ondertussen kondigt er zich, ongeacht het extra aandachtige gefrot en gesmeer, naast dat eerste minivoortje duidelijk al een tweede aan... Een wijze spreuk van op 't internet gaf me mee dat 'rimpels in je gezicht de landkaart van je leven vormen'. Als dat zo is, dan hoop ik dat ze in mijn geval vooral van het vele lachen en glimlachen komen, en van het blijvend vrolijk verwonderd naar de wereld kijken. Trouwens, ze zeggen ook dat zolang een vrouw twinkellichtjes in haar ogen heeft, geen enkele man de rimpels ernaast zal zien. Misschien geldt dat ook wel voor een vrouw met een mond, waar weliswaar wat rimpeling omheen zit, doch waaruit nog steeds bijzonder mooie muzikale klanken weerklinken, hé... ;-)



maandag 10 februari 2020

Theofiel, de kerstboom.

"Help! Mijn kerstboom heeft het helemaal overleefd! Hij krijgt zelfs scheuten en "bloemekes". Ik kan het niet over mijn hart krijgen zo'n prachtig levend boomke mee te geven met Ivago, vrijdag. Kan ik hem dit weekend komen planten bij iemand? Iemand een tuin waar Theofiel de kerstboom in past?" schreef Steve de Schepper, een bijzonder sympathieke acteur (die ik ooit, in de rol van oude zigeunerheks, wreed mocht 'lastigvallen'...), met een tikkeltje gepaste dramatiek een tijdje terug op Facebook. Het trok meteen mijn volle aandacht! Hier wou ik alles van weten. En even later verscheen het vervolgverhaal, mét happy end: "De redding van Theofiel de kerstboom... met in de hoofdrol: Peter Van Doorn! Hartelijk dank, Peter. Theofiel staat vanaf nu prachtig boven de vijver van de Toulousetuin in Deinze!" Ik vond het fantastisch! Zo een geweldig leuk verhaal, het bleef gewoon in m'n hoofd hangen.
Wil het toeval dat mijn moeder me, in diezelfde week, een krantenartikel liet lezen over een man, die in regio Wijnegem-Deurne uw de-feestdagen-overlevende kerstboom met plezier kwam ophalen, om hem daarna op een grote lap braakliggende grond met z'n wortels terug in de aarde te planten. "O, zo tof!", dacht ik, "zoveel bomen die gered worden van de brandstapel dankzij deze sympathieke ziel. E
cht super!" En m'n geloof in de mensheid nam weer een beetje toe. Al maakte de advocaat van de duivel in me er even later toch de zoveel minder idyllische bedenking bij, dat die man ze dan over niet afzienbare tijd even goed simpelweg terug zou kunnen uitgraven -of erger: omhakken!- om er een dikke cent uit te slaan tijdens de feestdagen ergens in de toekomst... Tja, dat kan, maar toch borg ik dat idee maar snel weer op. Positief blijven denken, hé! 't Moet niet altijd slecht aflopen in de wereld...
Beide verhalen deden me met heel veel plezier terugdenken aan de enorme tuin in de Schoolstraat, dat paradijselijke Hof van Eden achter mijn ouderlijk huis. Toen ik nog erg klein was, stond er met kerst steevast een echte kerstboom in de woonkamer, mét wortel. Fier als een gieter mocht ik hem dan, als oudste, heel voorzichtig -en ja, met een gietertje uiteraard- af en toe water geven. Water met wat glycerine erin, want 'dan bleven de naalden beter hangen', wist grootmoeder te zeggen. Of dat waar is, weet ik eigenlijk niet, maar wat ik wél heel goed weet, is dat die bomen elk jaar weer de kerstperiode met glans overleefden, en vervolgens in de tuin geplant werden. De plaats bij uitstek om dat te doen was het toenmalige kiekenkot. Omdat de kippen dat stuk afgerasterde tuin steeds bijzonder ijverig om en daardoor volledig kaal scharrelden, vond je daar de perfecte 'lege' plek om nog een boom neer te kunnen zetten. Zo werd de uitbundig en weelderig groeiende en bloeiende -en uiteraard uitermate bewonderde en gekoesterde, ook door mij- plantencollectie van mijn moeder niet onnodig verstoord.
De kippen verdwenen, de afrastering ook, het kippen-slaap-en-eieren-leggen-kot mocht blijven, als opbergruimte voor tuingereedschap en als speelhuisje voor de vijf kinderen. En de kerstbomen, die groeiden op hun gemakje onverstoord verder. Ze zagen de tuin om zich heen af en toe stevig veranderen. Er lag een tijdje een prachtige vijver tussen hen in, met een watervalletje en een bankje ernaast. In hun takken zat toen, tot grote frustratie van mijn vader, af en toe een reiger, loerend op de vele visjes onder de waterleliebladeren.
De bomen groeiden jaar na jaar verder en verder. Reuzen werden het, ik schat makkelijk een meter of 8, 9. Misschien wel meer, maar een boom opmeten in je herinnering is behoorlijk lastig... Er werd af en toe wel een klein beetje gesnoeid, jawel, maar dat was hoofdzakelijk aan de onderkant, vooral dode takken. Of aan de zijkant, want alles wat over de tuinscheiding hing, moest er steevast aan geloven. De buren waren absoluut niet blij met dat wassende bos van zoveel meer dan alleen maar sparren naast hun stukje grond... Zij hadden namelijk uitsluitend een vlakte vol netjes afgemeten en totaal fantasieloze 'moestuin', en dat oerwoud van ons, dat bracht volgens hen verschrikkelijk veel vuiligheid met zich mee, tot ín hun sla, en het pakte de zon van hun spruiten en prei af. Ja, ons va en ons moe hebben af en toe stevige toespraken van ongenoegen mogen aanhoren, en dan druk ik me nog erg netjes uit, hoor... ;-)
De geliefde blauwe regen naast het oude houten kot vond al snel via de dakspanten 
z'n weg naar de sparrentakken, en kleurde de kerstbomen van ergens in mei tot soms wel eind juni weelderig en overdadig vloeiend purper. We konden er niet genoeg foto's van maken, van dat beeld. Op zoek in de computerbestanden van mijn vader naar beeldmateriaal bij dit verhaal blééf ik ze maar tegenkomen, die kiekjes, jaar na jaar na jaar. En eigenlijk legde geen enkele van die plaatjes, hoe mooi ook, de overdonderend overvloed en pracht van de werkelijkheid echt goed vast, volgens mij.
De map met mijn vaders foto's van die ene strenge winter waarin zelfs het watervalletje van de vijver bevroor en alles in de tuin onder een schitterend sneeuwtapijt verdween, bevatte ook beelden van de uit de kluiten gewassen sparren in vol kerstboom-ornaat: glinsterend in het koude winterzonnetje, pijnlijk fel aan de ogen afstekend tegen de knalblauwe lucht, decoratie 
puur natuur, in hun eclatante sneeuwlaagje. Zo mooi! Zucht. Om nooit meer te vergeten.
Het huis werd verkocht. De tuin is niet meer. En ik vrees dat de oude kerstbomen, na meer dan vier decennia zowat àlles te hebben overleefd, uiteindelijk toch het loodje moesten leggen, samen met al de rest van ons persoonlijk stukje aards paradijs, om plaats maken voor een meer 'gecultiveerde', 'moderne' en vermoedelijk zoveel minder toverachtige en idyllische buitenruimte... Geen fijne gedachte eigenlijk. Maar ja, de tijd van mijn ouderlijk huis, zoals wij dat altijd kenden, is lang voorbij. Jammer, maar zo gaat het nu eenmaal in het leven, hé. Je moet zulke dingen loslaten. Maar de verwondering, de bewondering en het geloof in alles wat feeëriek en sprookjesachtig is uit m'n kindertijd, dat alles liet ik niet los en ben ik, als heel gewoon, verder met me mee blijven dragen.
En gelukkig passeert er zo af en toe ook eens een klein verhaaltje, waarin de geschiedenis zich toch op een erg fijne manier lijkt te herhalen, en dat je samen met een overdosis fotomateriaal breed glimlachend terugvoert naar zulk een mooie tijd op en in zo een fantastische plek. Of hoe Theofiel, de kerstboom, met zijn reddende planting in een al even fraaie sprookjestuin, mij terugbracht naar de vele naamloze, doch niet minder gekoesterde kerstbomen uit m'n jeugd. ♥️







zaterdag 8 februari 2020

Terugblik op de kerstconcerten.

Allé, nu is het ondertussen al dik februari, en nóg staan er dozen en zakken met kerstconcertspullen onuitgepakt, bij elkaar gepropt en totaal verloren, niet op hun plaats in m'n rommelkamer. Te wachten op... wie weet wat.
De organisatie van de concerten neemt altijd een paar maanden in beslag, en het definitief klaar zetten van alle nodige spullen toch zeker een week. Alle mogelijke (en onmogelijke) benodigdheden verzamelen zich langzaam maar zeker in m'n woonkamer, tot op het punt dat die eigenlijk niet meer leefbaar is. En dan ga ik intensief aan de slag om alles zeer geordend en buitengewoon netjes in te pakken in m'n twee, ondertussen zeer beroemde, rood-zwarte koffertjes, een enorme stapel super praktische plastieken opbergbakken met deksel, en tot slot, mocht dit alles nog niet volstaan, speciaal daarvoor verzamelde en bijgehouden stevige kartonnen dozen en reuzegrote handige winkeltassen. Het publiek staat daar zelden bij stil, denk ik, dat 99% van álles wat zo vanzelfsprekend aanwezig is bij zulke concerten, door mij persoonlijk bij elkaar gezocht werd, of gemaakt, en ingepakt en verplaatst.
Om u er maar even een voorbeeld van te geven: als er op de scène een prachtige witte boom staat met twinkellichtjes erin, dan is dat omdat ik al zijn keurig apart verpakte onderdelen uit hun vaste plek in de rommelkamer gesleurd heb; die onhandige en vormeloze bundels een week dik in de weg naast m'n eetkamertafel gelegen hebben; ze daarna op de dag van het eerst concert 's morgens door mezelf of degene die mij er eventueel bij helpt in een auto gesleept worden, om vervolgens uit die auto de concertzaal te worden binnengedragen, uitgepakt en tak voor tak secuur en met aandacht voor detail in elkaar gezet, waarna er met behulp van de grote ladders van de lichttechnicus twee snoeren kerstlichtjes netjes  in die takken te verdelen, stekkers en verlengdraden te zoeken, alles aan te sluiten en op de grond vast te tapen. En tsazaam: 'als bij toverslag' een fraai winters decorstuk!...
Zo gaat dat dus met absoluut alles. Van duidelijke dingen, zoals kostuums, affiches en programmaboekjes, tot de minder opvallende zaken, zoals veiligheidsspelden, plakband en deodorant. Wekenlang vergiet ik elk jaar weer bloed (een druppel of twee, bij het in m'n vingers prikken of zo), zweet (emmers vol, met al dat gesleur) en tranen (hele oceanen, van puur moeheid en af en toe van frustratie) om die drie voorstellingen (waarvan er dan dit jaar nog één gecanceld moest worden) op touw te zetten. Ik vecht met de financiën, met sponsors, met de affiches, met de partituren, met het programmaboekje, met de props, met de kostuums, en met honderdduizenden andere, schijnbaar onbelangrijke details. En jammer genoeg is het zo goed als onmogelijk hiervan zaken uit te besteden. Niet dat ik dat niet geprobeerd heb, hoor, maar al die dingetjes, die ik al zoveel jaar zowat op automatische piloot uitvoer, zijn zelfs elk apart en voor mensen die van uitzonderlijke goede wil zijn, maar niet vertrouwd met wat er bij het organiseren van een concert allemaal komt kijken, duidelijk een onmogelijke opdracht.
Totaal zonder hulp zit ik dan ook weer niet, hoor. Er zijn altijd goede vrienden met auto's die me helpen met het vervoer heen en weer. Jef, die met liefde de ticketverkoop doet, en Lena, die met zwier en toewijding m'n speciale 'concert pop up winkeltje' met m'n boeken en massa's kerstspulletjes uitbaat. Er zijn de GC-vrijwilligers die achter de bar staan, en de werkelijk fantastische geluids- en lichttechnicus Jos, die ons nu al een paar jaar vergezeld. En al zal Roger jullie met veel plezier vertellen dat het meeste werk en al de vernieuwende ideeën hoofdzakelijk van mij komen, hij zorgt sowieso steeds getrouw voor ál de teksten. Hij alleen speurt het hele jaar door naar bruikbare nieuwigheden. Bovendien waakt hij een beetje over mijn 'geestelijke welstand', want het kan me nog wel eens teveel worden, ge moogt gerust zijn... En gelukkig brengen de muzikanten ook nog steeds zelf hun instrumenten, partituren en 't grootste deel van hun kledij mee. 't Zou anders nog zoveel ingewikkelder worden, vrees ik... hihihi

En zo is ook afgelopen december weer alles op tijd in orde geraakt. En de concerten zijn bijzonder goed geweest. Uitzonderlijk goed zelfs. We werden zo ongeveer bedólven onder de lovende woorden! Er zit duidelijk een stijgende lijn in. Roger en ik bevinden ons onbetwistbaar op 't juiste spoor met onze programmatie, want de laatste jaren horen we steeds opnieuw: "'t Was nóg beter dan vorig jaar!" En, heel eerlijk, zo voelt het voor ons ook aan. We hebben er duidelijk 'de pak van weg', zoals ze dat zeggen. Na zeventien jaar mag dat ook wel, natuurlijk. 
Ja, nu ik er (eindelijk) over schrijf en me de voorstellingen weer voor de geest haal, voel ik ook weer hoe fantastisch het was. De muzikanten, absoluut top. Mon en Marleen, die al vele jaren meedraaien, speelden samen met nieuwkomers Ilka en Paul alsof ze elkaar al járenlang kenden. Special guest Maarten met z'n gitaar, een fenomenale muzikant en een ongelofelijke warme mens, vriend voor het leven. En m'n nichtje Ilke, 't zot model, aan mij gewaagd, die met verve voor de komische noot zorgde. Heerlijk, echt. Om duimen en vingers bij af te likken, zo zalig. En dan dat mega enthousiaste publiek, al die blije en gelukkig mensen, die aan het einde oprecht dankbaar en in volledige kerstsfeer warm huiswaarts keerden. Dáár doe je het steeds weer voor. Voor dat ene weekend vol vreugde, vriendschap en geestdrift knoeft je, soms de wanhoop nabij, weken-, maandenlang... Maar, het is het dus écht wel waard.
En dan, als in slechts één korte bliksemflits, is weer allemaal alweer voorbij... Daar sta je terug in je woonkamer, te midden van een onoverzichtelijke en rommelige hoeveelheid dozen, bakken, zakken, koffers en nog wat andere ondefinieerbare pakken. Het kerstconcertweekend is voorbij, en ik mag aan de opruim beginnen... Om alles klaar te zetten, neem ik zoveel tijd als ik nodig heb. Omdat dat kan. Om weer in te pakken... da's een totaal ander verhaal! Op ongeveer een uur tijd moet alles, maar dan ook echt álles, van in de concertzaal, de coulissen en de inkom terug ingepakt én in de auto's geraken. Niet moeilijk dus dat 't meeste daarom maar een beetje lukraak in gelijk welke doos of zak gemikt wordt, absoluut alles door elkaar! In de chaos verdwijnen belangrijke verpakkingen, sneuvelt er altijd wel iets en raakt er, zeker weten, 't één of 't ander hopeloos in de knoop... Het doet er niet toe, het maakt niet uit, als alles maar weer op de één of andere manier diezelfde avond nog terug bij mij in huis staat...
't Is al dik februari, en ja, alles is al wel in de rommelkamer geraakt, en zelfs al een heel klein beetje uitgesorteerd, maar helemaal op orde, nee, zover zijn we nog bijlange niet. 't Is dus goed mogelijk dat ik begin december, als ik alles weer naar de woonkamer begin te zeulen en het huis nog maar eens in een puinhoop veranderd, 't gevoel zal hebben dat alles nog maar juistekes op z'n plaats was, en ik het dus eigenlijk net zo goed had kunnen laten staan waar het in februari nog stond... hihihi ;-) 





vrijdag 7 februari 2020

Een kotselijk verhaaltje.

Nee, er staat geen schrijffout in de titel van dit verhaal. Ik heb de letters van het tweede woord niet per ongeluk door elkaar gehaald. En wie weet ben jij misschien wel één van die mensen die dit een koSTelijk verhaal zouden vinden, maar als je ook maar enigszins de neiging naar een zwakke maag hebt, dan raad ik je ten stelligste aan vanaf hier niet meer verder te lezen!...
U bent er nog? U leest toch nog verder? Oké dan. Je kan niet zeggen dat ik je niet verwittigd heb, hé, dus straks niet komen klagen, hoor!...
Zoals ik al wel eens eerder vertelde, ligt de oorsprong van mijn blogjes bij de miniverhaaltjes met belevenissen uit mijn alledaagse leven, die ik zo kort en bondig als mogelijk neerpende en deelde op Facebook. En in het zowat dagelijks weergeven van 'herinneringen van X aantal jaar geleden' verrast FB mij nog regelmatig met m'n eigen vergeten pareltjes. 
Zo ook gisteren. Dit waargebeurde -dat zweer ik op mijn communiezieltje- en zonder enige vorm van overdrijven neergeschreven verhaaltje van exact 5 jaar geleden; een 'belevenis' op bus 32, onderweg naar mijn toenmalig receptiewerk in Edegem; kwakte zichzelf vlak na m'n middageten genadeloos hard in m'n maag... En een schoon blinkend 'pareltje' kan je dit écht niet noemen, vrees ik.
"Kotst u, net als ik, ook gezellig mee als u iemand anders dat hoort of ziet doen? Hou de emmer dan al maar klaar voor mijn volgende verhaal!... Toen ik vanmiddag op de bus wou stappen draaide de man voor mij zich plots om en kotste vlak langst me heen in alle hevigheid z’n ziel en zaligheid uit. Geen ‘sorry’ of niks. Lichtjes in shock en al een klein beetje misselijk nam ik achter in de bus plaats. De man in kwestie, vergezeld van z’n vrouw, kwam achter me zitten. En we waren nog niet goed vertrokken of, jawel hoor, daar spletterde de gal al door het gangpad. Zonder verpinken stonden ze op en gingen een beetje verder zitten. Tussen de Rooseveltplaats en Berchem-statie heeft dit scenario zich 3 keer herhaald. Het kostte me écht àl m’n zelfbeheersing om niet zelf over m’n nek te gaan! Aan de statie ben ik afgestapt en heb de volgende bus verder naar ‘t werk genomen, voor de rest van de middag zo mottig als ‘k weet ni hoe wa..."
Mijn lichaam reageerde hevig. En onmiddellijk. Alsof het allemaal opnieuw vlak voor me gebeurde. Wat moet dat toen een ongelofelijke en onuitwisbare indruk op me gemaakt hebben, want meteen zat die walgelijke stank weer diep in m'n neus en draaide mijn maag toerkes als een dolle paardenmolen op de kermis. Misselijk hing ik voor de rest van de namiddag een beetje zombieachtig in het huis rond.
De avond viel, m'n maag kwam eindelijk tot rust, en het avondeten smaakte zelfs.
Zittend achter m'n computer, een poging doende om nog wat van die blogjesachterstand en dat inhaalmanoeuvre verder te werken, hoor ik op een 'gewoon' moment achter me, vanuit de wc en/of de badkamer meestal vaag wat geluiden uit andere appartementen. Achter een stevig vastgeschroefd houten luik in m'n kleinste kamerke loopt namelijk een enorme schacht tot helemaal boven in het gebouw, en in die schacht zitten o.a. grote afvoerbuizen. Een bad dat leegloopt, een toilet dat doorgetrokken wordt of een swingend wringende wasmachine, het weerklinkt in meerdere of mindere mate allemaal in mijn persoonlijke wc ruimte. Da's normaal, ik hoor het nog amper. Deel uitmakend van de achtergrondgeluiden en het zachte geroezemoes van het gebouw geeft het me meestal een fijn 'thuis'-gevoel.
Maar dit, dit was duidelijk geen 'gewoon' moment... Verre van! Amai amai!
Ergens in een toilet heel erg vlakbij -tegenover, vlak boven of schuin boven het mijne- stond er iemand mi-nu-ten-lang ver-schrik-ke-lijk over te geven. Echt, het bleef maar duren. Alsof er nooit een eind aan zou komen. Die kotste letterlijk de ziel uit z'n lijf! En, volgens de weerzinwekkende geluiden die ik zelfs met de deur van mijn toilet volledig dicht tot bij m'n bureautje hoorde galmen, ook z'n hart, z'n nieren en z'n zaligheid erbij! Mijn god, wat een ellende! 'k Had oprecht ontzettend met die mens te doen, zo ziek als hij was, amai!...
En lag het nu aan het toeval, da'k nog maar net bekomen was van m'n eigen story van 5 jaar geleden, of kwam het door puur 'sympathiek' gezellig mee te willen braken -een neiging waaronder ik, zoals vele mensen, al heel m'n leven gebukt ga-, op slag was ook ik weer kotsmisselijk, 
man man man, echt zo afgrijselijk mottig dat woorden tekort schieten om het te beschrijven. Er zat niet veel anders op dan maar weer wreed onpasselijk en met dat ziekelijk wee gevoel in m'n maag in de zetel te gaan liggen bekomen, om, al snel daarna, en nog steeds behoorlijk slappekes, van puur arremoei maar eens extra vroeg in bed te kruipen.
Vanochtend was de misselijkheid gelukkig over. Oef. Maar nu ik, een heel klein beetje tegen beter weten in, heel dat kostelijk kotselijk verhaal hier toch neergeschreven heb, denk ik da'k maar wéér efkes ergens wat ga liggen liggen... En u misschien ook. ;-)




woensdag 5 februari 2020

Een extreem zeldzame dag.

Afgelopen zondag mocht ik -alweer- m'n verjaardag vieren. Op zich absoluut niks bijzonders. Ik verjaar tenslotte, net zoals iedereen, gewoon elk jaar weer, hé. En zoals je misschien al wel wist, sinds ik 50 werd, 'vier' ik het eigenlijk ook niet meer echt. Allé, 't is te zeggen, ik ben echt ongelofelijk dankbaar voor die vele vele hartelijke wensen die via de post, mail, telefoon en Facebook bij me blijven binnenstromen elk jaar opnieuw, absoluut. Puur de hoeveelheid alleen al verwarmt je hart, hé. Maar voor mij, heel persoonlijk, is die dag vooral een uitstekend excuus om telkens wat lieve vriendinnen uit te nodigen en hén eens in de watten te leggen. Wat we ook dit jaar uiteraard weer deden. Een leuke babbel, een hapje en een drankje, en 't was echtentechtig supergezellig!
Ik vond mijn geboortedag eigenlijk altijd al wel iets heel bijzonders hebben: 'Lichtmis'! Ik ben dus letterlijk een 'Kind van het Licht'. "En op de koop toe ons éérste", voegde m'n moeder er steeds aan toe. Maar ook de cijfers van die dag koester ik al 
m'n hele leven lang: 2-2-'66. Leuk toch? En, ontzettend makkelijk om te onthouden! 
Wil nu het fantastische toeval dat die tweede dag van februari, die ik op zich al zo dolletjes vind, dit jaar wel extra speciaal uitviel! Deze datum, namelijk 02-02-2020, is de ultieme palindroomdag. Even een beetje uitleg nodig? Wel, een palindroom is een woord, zin, cijferreeks of, zoals in dit geval, een datum die exact hetzelfde is, gelezen van voor naar achter, als van achter naar voor. Of als dat duidelijker voor je is: van links naar rechts, en van rechts naar links. Van dat soort woorden ken je zeker en vast wel een paar. Pop, kok, madam en lepel bijvoorbeeld; of wat langer: droomoord, maandnaam en taartstraat; of helemaal te gek: iets als legermeetsysteemregel.
Een palindroomdatum van 8 cijfers is echter, op z'n minst gezegd, héél erg zeldzaam. 
Extra bijzonder is ook dat deze datum, 
ongeacht de datumnotatie, wereldwijd erkend werd als palindroom. Wij schrijven eerst de dag, dan de maand en tot slot het jaartal, maar in Amerika bijvoorbeeld schrijft men altijd eerst de maanden en dan pas de dagen en het jaar. Maar ook in dat geval blijft het omgekeerd met deze datum dus exact hetzelfde. Hoe straf is dát?! 
De laatste keer dat de wereld zo een dag kende was 909 jaar geleden, namelijk op 11-11-1111! En de volgende? Tja, die gaan wij vermoedelijk niet meer meemaken, want die valt op 12-12-2121. Da's dus nog zo maar efkes 101 jaar wachten. En daarna passeren er maar liefst 1010 jaren voor de mensheid dit nog eens mee kan maken... Met onze datumschrijfwijze moeten we echter niet zo lang wachten: volgend jaar al zullen we in onze contreien opnieuw een palindroomdatum kennen, namelijk op 21-02-2021.
Zulke speciale datums zijn zeer gegeerd voor o.a. trouwerijen, want het zou geweldig veel geluk brengen, zo'n dag. En dat daar maar wat graag gebruik van gemaakt wordt, zien we bijvoorbeeld aan de trouwdatum van de Nederlandse koningspaar Willem-Alexander en Máxima, die in het huwelijksbootje stapten op 02-02-02. Geen palindroomdatum, maar toch ook wel een bijzonder mooie.

Maar, die palindroomdatum afgelopen zondag, dat was nog niet alles, hoor! Er is meer! Ja, echt. Alsof al het vorige nog niet genoeg was, wil het toeval nu ook nog dat de 2e februari van dit jaar in een schrikkeljaar valt. Daardoor is 02-02-2020 de 33e dag van het jaar, met... nog exact 333 dagen te gaan!!! Ja, inderdaad: komt dát tegen, hé... Veel straffer moet het zelfs voor u toch ook niet meer worden, denk ik, zo speciaal voor mij verjaardag... hihi
Met die leuke dames hier bij mij thuis op bezoek voelde ik me op 'mijn' dag al behoorlijk gezegend, zeker weten. En met al die fenomenale extra's kon het eigenlijk alleen al maar een ongelofelijk fantastisch, succesvol, overgelukkig nieuw levensjaar worden. Maar toch... Iemand had me gezegd dat je dan ook nog eens een wens mocht/moest doen om 20u02. 02-02-2020 om 20u02 dus. Amai, dat zou nogal eens wat geven, dacht ik. Dus netjes op tijd zat ik op het bankje op mijn terras in de bijna verdacht warme februarinacht, en keek naar de voorbijdrijvende wolken in de donkere lucht. Wat zou ik wensen??? Een miraculeuze genezing? De Grote Liefde? Een erg late maar desalniettemin schitterende zangcarrière, of roem als schrijfster? Genoeg centjes op de bank voor de rest van mijn leven? Wereldvrede en nergens meer hongersnood of andere rampen?... Ik wist het echt niet. En al snel werd me duidelijk dat ik eigenlijk ook niks wensen wou. Wie zegt me of ik gelukkiger zou zijn met één van die zaken? Of meer mezelf. Niets op iemands levenspad is 'zomaar'. Niet alleen alle goeie dingen, die ik meemaakte of ontving, vormden mij tot wie ik ben, maar ook -en vermoedelijk zelfs nog zoveel meer- de tegenslagen en dieptepunten...
Op 02-02-2020 zat ik aldus om 20u02 op m'n kleine bankje op het geliefde terras en sprak geen wens, maar mijn dankbaarheid uit. Intense dank voor alles wat er al op m'n pad kwam dit leven en voor alles wat er nog zou komen, zowel positief als negatief. En de kracht, het geduld en het inzicht dat nodig is om daar allemaal op een goeie manier mee overweg te kunnen, die moest ik me ook niet meer wensen, want die kwaliteiten zaten al in mezelf, besefte ik. Bovenop al het andere bleek 02-02-2020 dus ook nog eens een moment van buitengewone wijsheid te zijn. Van een extreem zeldzame dag gesproken... ;-)





 

zaterdag 1 februari 2020

Pijnbestrijding, het vervolg...

Gesakkerd dat ik heb, de afgelopen weken, echt, dat het een lieve lust was! Het knetterde langs alle kanten wreed straffe krachttermen!... "Ha ja", zult ge zeggen, "van de pijn natuurlijk!" En ja, ge hebt gelijk, maar niet op de manier dat ge wel dacht!... Wel nu, ik zal je uitleggen hoe de vork in de steel zit.
Na m'n ronduit absurde visite bij de chirurg (zie ook het blogje 'Pijnbestrijding.') richtte ik me, een beetje twijfelend nog, dan toch maar tot de mij reeds gekende kinesistenpraktijk en werd naar kinesist Ronny verwezen. Redelijk tegen m'n zin, en uiteraard nog steeds met serieus wat pijn, verscheen ik bij hem op de afspraak. Ronny kende mijn chirurg en noemde hem een 'slager', een keiharde man zonder enig mededogen noch inlevingsvermogen... In het voor mij onleesbare voorschrift voor 'kiné', dat ik bij die -bij deze absolúút allerlaatste- doktersafspraak mee kreeg, bleek tot mijn persoonlijke afgrijzen een verzoek te staan mij te 'kraken'. Gelukkig -ik kan niet beschrijven hoe opgelucht ik daarvan was- wist ook Ronny zeer goed dat dat zo ongeveer het slechtste plan ooit voor een nek als de mijne was. Zeker in onervaren kinesistenhanden zou de kans tot verlamming gewoonweg reëel geweest zijn... Man, man, man, ik moet er niet aan denken!... Er zijn, als ge 't mij vraagt, sympathiekere manieren om van een patiënt af te geraken, maar effectief is het zeker en vast wel: gekraakt of niet, mij ziet deze chirurg niet meer! En met die bijzonder onbeduidende en zeer vrijblijvende ook voorgeschreven 'relaxatie oefeningen' kwamen we ook geen meter verder in het oplossen van mijn pijnprobleem...
Maar, hoera, kinesist Ronny wist iets beters! Hij wilde graag proberen mij enige verlichting te bezorgen met 'dry needling' (ongeveer letterlijk vertaald: droog naalden). Die verschuivende wervels en de knel zittende zenuwen in m'n nek, daar kon hij uiteraard niets aan verhelpen, maar die naalden zouden wel een prima effect kunnen hebben op al de spieren daarom heen, dus zowel in m'n nek als m'n schouders, bovenrug, en eventueel ook verder. Spieren, die door de jarenlange pijn en verkramping, zowat allemaal steenhard werden en daardoor op hun beurt mede verantwoordelijk voor een groot deel van mijn leed. Rony's uitleg klonk zeer logisch, dus ik vond het goed. Tja, 'k ben ondertussen al tot veel bereid om enige soelaas te vinden, hé, ge moogt gerust zijn...

Er wordt wel eens gedacht -en gezegd- dat dry needling iets is als acupunctuur. Men gebruikt dezelfde naalden, jawel, maar da's dan meteen ook de enige overeenkomst tussen deze twee behandelingswijzen. Bij acupunctuur, een Oosterse geneeswijze, worden oppervlakkig meerdere naalden op verschillende plaatsen van het lichaam gezet, die daar dan enige tijd blijven zitten en zo uw 'energiebanen' beïnvloeden. Er zijn steeds meerdere sessies nodig om resultaat te voelen. Bij dry needling, ook 'intramuscular stimulation' of kort 'IMS' genoemd, werkt men meestal met één naald, om kortstondig de 'triggerpoints' -kleine verkrampingen dus- in de te behandelen spieren aan te prikken. En zelfs na één behandeling met deze Westerse behandelingsmethode voelt men vaak al verlichting. Voilà, tot zover dus de 'theorie' en den uitleg.
'k Mocht al meteen 't één en 't ander uit spelen en plat op m'n buik op de tafel gaan liggen. Da's allemaal al niet zo gemakkelijk voor mij... maar vooruit, "concentratie en wilskracht, Kristina, verstand op nul en gáán", en oké, het lukte. En terwijl hij mij aan de praat hield -ter afleiding, dat snapte ik diréct- ging Ronny onvervaard en boud aan de slag... Je moet potverdorie over een echt wel enórme dosis zelfzekerheid beschikken, volgens mij, om je patiënt, goed geweten, zo doelgericht te martelen! Ja, sorry, hoor, een milder woord heb ik er niet voor... Nondepitjes! Ik plakte zowat tegen het plafond! Wa was dá!!! Goed da'k ondertussen al wel wat gewend ben, plus over een ferme hoeveelheid zelfbeheersing beschik, anders was ik al lang van die tafel gewipt en had de kinesist een fikse draai rond z'n oren gehad, of zo iets... 
hihihi Ja wadde! Auw auw auw!!! 
Bon, die eerste 'prikjes' waren 'om efkes te proberen', kijken of ik het kon verdragen... Hum. Tja. Hihi. Maar, het kon. Mits... begeleid van een bijzonder stevige lading krachttermen en verwensingen. En daar bovenop een hele boel gegiechel en gegrap, want die dingen gaan gewoonlijk hand in hand bij mij. Een klein half uurtje werd er aldus in me gestoken, en élke prik voelde als dat éne, afgrijselijk vervelende, piepkleine scherpe verdovingsnaaldje vooraf bij de ondertussen gekende infiltratie... Mocht er nu nog iemand zijn die aan mijn hoge pijngrens twijfelt, die trakteer ik persoonlijk, én met veel plezier, op ook zo'n sessie! hahaha
Alle gekheid op een stokje, naast het steekwerk werd ik nog iets heel anders, iets speciaals gewaar. Iedereen heeft wel eens de bobbeltjes van een plastieken bubbelverpakking plat geknepen, denk ik. Heel bevredigend, ontspannend zelfs, dat 'knets, knets, knets'. Exact dát voelde ik dus gebeuren in mijn spieren! Alsof de kinesist, ongelofelijk geduldig, en wie weet ook met veel voldoening en vermaak, honderden bubbeltjes in mij lek zat te prikken. :-)

Meteen na de behandeling leek het of m'n hele lijf in straf stijfsel -'grootmoedersstijl'- onder gedompeld was. 'k Kon niet eens m'n fiets meer op om terug huiswaarts rijden. Echt. Na iets wat op een eindeloos traag en lang schuifelwandelingetje van een slome slak leek, nestelde ik me, goed warm ingeduffeld en met een heet kersenpittenkussentje in m'n nek -zoals Ronny me opgedragen had- knus en doodop in de sofa, en viel er zowat terstond in slaap. En geloof het of niet -voor mij was 't alleszins op 't miraculeuze af-: vanaf de volgende ochtend al bewoog ik een pak soepeler dan de laatste maanden! Ja, ik had nog pijn, uiteraard, maar het 'scherpe' was getemperd. Voor het eerst in hele lange tijd was ik bevrijd van dat eeuwig stijve-nek-gevoel. En ja, er liepen ook nog steeds 'hete mieren' heen en weer in m'n handen, en m'n armen zijn nog steeds niet bevrijd uit dat knellende bankvijsgevoel, maar ik kon ze allemaal wel weer 'normaal' gebruiken! 
Ondertussen onderging ik reeds twee zulke behandelingen en, al ben ik zeker niet pijnvrij, de spieren in m'n schouders en bovenrug worden langzaam maar zeker weer ontspannen en soepel. En daardoor gaat het dagelijkse leven hier echt weer opvallend makkelijker. Van de gangbare huishoudelijke taken kunnen er gerust al eens meer dan één of twee op een dag bijvoorbeeld. Dat lijkt misschien niet zo bijzonder, maar voor mij is het niet meer of minder dan een wonder!
Vermoedelijk zal ik in de toekomst nog wel eens zo een infiltratie nodig hebben, om die geknelde zenuwen wat te sussen, hé, maar hoe minder chemische rommel in mijn lijf, hoe liever natuurlijk. Voorlopig mag Ronny mij dus nog gerust een tijdje als reuzegroot speldenkussen gebruiken. Lang leve 'dry needling'! (Nu nog wel telkens die 
30 euro per sessie bij elkaar gescharreld krijgen... Zucht. Ja, 't is ook altijd wat, hé. hahaha)
Eigenlijk is heel deze chirurgen-en-kinesisten-story een prachtig stijlvoorbeeld van 'een geluk bij een ongeluk!'... Hoe gezegend kan je zijn, hé. En zo zie je ook maar weer dat echt álles wat je nodig hebt, -al ben je totaal niet bij machte je er ook maar iets bij voor te stellen en zie je het eigenlijk allemaal niet meer zitten- zich 'heel gewoon' achter de volgende bocht van je levenspad kan bevinden. Je moet alleen maar blijven verder gaan, hé... Zalig, toch?! ;-) 
 
Met dank aan het Kinecenter in Deurne!