maandag 10 februari 2020

Theofiel, de kerstboom.

"Help! Mijn kerstboom heeft het helemaal overleefd! Hij krijgt zelfs scheuten en "bloemekes". Ik kan het niet over mijn hart krijgen zo'n prachtig levend boomke mee te geven met Ivago, vrijdag. Kan ik hem dit weekend komen planten bij iemand? Iemand een tuin waar Theofiel de kerstboom in past?" schreef Steve de Schepper, een bijzonder sympathieke acteur (die ik ooit, in de rol van oude zigeunerheks, wreed mocht 'lastigvallen'...), met een tikkeltje gepaste dramatiek een tijdje terug op Facebook. Het trok meteen mijn volle aandacht! Hier wou ik alles van weten. En even later verscheen het vervolgverhaal, mét happy end: "De redding van Theofiel de kerstboom... met in de hoofdrol: Peter Van Doorn! Hartelijk dank, Peter. Theofiel staat vanaf nu prachtig boven de vijver van de Toulousetuin in Deinze!" Ik vond het fantastisch! Zo een geweldig leuk verhaal, het bleef gewoon in m'n hoofd hangen.
Wil het toeval dat mijn moeder me, in diezelfde week, een krantenartikel liet lezen over een man, die in regio Wijnegem-Deurne uw de-feestdagen-overlevende kerstboom met plezier kwam ophalen, om hem daarna op een grote lap braakliggende grond met z'n wortels terug in de aarde te planten. "O, zo tof!", dacht ik, "zoveel bomen die gered worden van de brandstapel dankzij deze sympathieke ziel. E
cht super!" En m'n geloof in de mensheid nam weer een beetje toe. Al maakte de advocaat van de duivel in me er even later toch de zoveel minder idyllische bedenking bij, dat die man ze dan over niet afzienbare tijd even goed simpelweg terug zou kunnen uitgraven -of erger: omhakken!- om er een dikke cent uit te slaan tijdens de feestdagen ergens in de toekomst... Tja, dat kan, maar toch borg ik dat idee maar snel weer op. Positief blijven denken, hé! 't Moet niet altijd slecht aflopen in de wereld...
Beide verhalen deden me met heel veel plezier terugdenken aan de enorme tuin in de Schoolstraat, dat paradijselijke Hof van Eden achter mijn ouderlijk huis. Toen ik nog erg klein was, stond er met kerst steevast een echte kerstboom in de woonkamer, mét wortel. Fier als een gieter mocht ik hem dan, als oudste, heel voorzichtig -en ja, met een gietertje uiteraard- af en toe water geven. Water met wat glycerine erin, want 'dan bleven de naalden beter hangen', wist grootmoeder te zeggen. Of dat waar is, weet ik eigenlijk niet, maar wat ik wél heel goed weet, is dat die bomen elk jaar weer de kerstperiode met glans overleefden, en vervolgens in de tuin geplant werden. De plaats bij uitstek om dat te doen was het toenmalige kiekenkot. Omdat de kippen dat stuk afgerasterde tuin steeds bijzonder ijverig om en daardoor volledig kaal scharrelden, vond je daar de perfecte 'lege' plek om nog een boom neer te kunnen zetten. Zo werd de uitbundig en weelderig groeiende en bloeiende -en uiteraard uitermate bewonderde en gekoesterde, ook door mij- plantencollectie van mijn moeder niet onnodig verstoord.
De kippen verdwenen, de afrastering ook, het kippen-slaap-en-eieren-leggen-kot mocht blijven, als opbergruimte voor tuingereedschap en als speelhuisje voor de vijf kinderen. En de kerstbomen, die groeiden op hun gemakje onverstoord verder. Ze zagen de tuin om zich heen af en toe stevig veranderen. Er lag een tijdje een prachtige vijver tussen hen in, met een watervalletje en een bankje ernaast. In hun takken zat toen, tot grote frustratie van mijn vader, af en toe een reiger, loerend op de vele visjes onder de waterleliebladeren.
De bomen groeiden jaar na jaar verder en verder. Reuzen werden het, ik schat makkelijk een meter of 8, 9. Misschien wel meer, maar een boom opmeten in je herinnering is behoorlijk lastig... Er werd af en toe wel een klein beetje gesnoeid, jawel, maar dat was hoofdzakelijk aan de onderkant, vooral dode takken. Of aan de zijkant, want alles wat over de tuinscheiding hing, moest er steevast aan geloven. De buren waren absoluut niet blij met dat wassende bos van zoveel meer dan alleen maar sparren naast hun stukje grond... Zij hadden namelijk uitsluitend een vlakte vol netjes afgemeten en totaal fantasieloze 'moestuin', en dat oerwoud van ons, dat bracht volgens hen verschrikkelijk veel vuiligheid met zich mee, tot ín hun sla, en het pakte de zon van hun spruiten en prei af. Ja, ons va en ons moe hebben af en toe stevige toespraken van ongenoegen mogen aanhoren, en dan druk ik me nog erg netjes uit, hoor... ;-)
De geliefde blauwe regen naast het oude houten kot vond al snel via de dakspanten 
z'n weg naar de sparrentakken, en kleurde de kerstbomen van ergens in mei tot soms wel eind juni weelderig en overdadig vloeiend purper. We konden er niet genoeg foto's van maken, van dat beeld. Op zoek in de computerbestanden van mijn vader naar beeldmateriaal bij dit verhaal blééf ik ze maar tegenkomen, die kiekjes, jaar na jaar na jaar. En eigenlijk legde geen enkele van die plaatjes, hoe mooi ook, de overdonderend overvloed en pracht van de werkelijkheid echt goed vast, volgens mij.
De map met mijn vaders foto's van die ene strenge winter waarin zelfs het watervalletje van de vijver bevroor en alles in de tuin onder een schitterend sneeuwtapijt verdween, bevatte ook beelden van de uit de kluiten gewassen sparren in vol kerstboom-ornaat: glinsterend in het koude winterzonnetje, pijnlijk fel aan de ogen afstekend tegen de knalblauwe lucht, decoratie 
puur natuur, in hun eclatante sneeuwlaagje. Zo mooi! Zucht. Om nooit meer te vergeten.
Het huis werd verkocht. De tuin is niet meer. En ik vrees dat de oude kerstbomen, na meer dan vier decennia zowat àlles te hebben overleefd, uiteindelijk toch het loodje moesten leggen, samen met al de rest van ons persoonlijk stukje aards paradijs, om plaats maken voor een meer 'gecultiveerde', 'moderne' en vermoedelijk zoveel minder toverachtige en idyllische buitenruimte... Geen fijne gedachte eigenlijk. Maar ja, de tijd van mijn ouderlijk huis, zoals wij dat altijd kenden, is lang voorbij. Jammer, maar zo gaat het nu eenmaal in het leven, hé. Je moet zulke dingen loslaten. Maar de verwondering, de bewondering en het geloof in alles wat feeëriek en sprookjesachtig is uit m'n kindertijd, dat alles liet ik niet los en ben ik, als heel gewoon, verder met me mee blijven dragen.
En gelukkig passeert er zo af en toe ook eens een klein verhaaltje, waarin de geschiedenis zich toch op een erg fijne manier lijkt te herhalen, en dat je samen met een overdosis fotomateriaal breed glimlachend terugvoert naar zulk een mooie tijd op en in zo een fantastische plek. Of hoe Theofiel, de kerstboom, met zijn reddende planting in een al even fraaie sprookjestuin, mij terugbracht naar de vele naamloze, doch niet minder gekoesterde kerstbomen uit m'n jeugd. ♥️







Geen opmerkingen:

Een reactie posten