zaterdag 27 juli 2019

Parapluutje-parasolletje.

Wat een verschil 24 uur kunnen maken! Terwijl ik hier zit te schrijven, klettert daarbuiten de regen tegen de kasseien. De lucht is grijs, de dag is donker en de temperatuur... Tja, ongelofelijk, hé: die scheel mínstens 15° met die van gisteren. 't Is dat in huis nog steeds heel wat van die broeierige hitte van de afgelopen week hangt, anders zou je amper geloven dat we slecht één dag geleden ontzettend gebukt gingen onder weersomstandigheden recht uit een woestijn... En in mijn hoofd klinkt al de hele dag, uitstekend passend, niet alleen bij deze dag, maar vooral bij dit verhaaltje, het leuke kinderliedje 'Parapluutje, parasolletje, ééntje voor de regen en ééntje voor de zon! Pardon!"...  
Om mijn huidige tijdelijke werkplaats te bereiken, doe ik niet alleen vijf dagen per week beroep op het openbaar vervoer, ik leg ook telkens nog in totaal drie kilometer te voet af. Heel op m'n gemakje, hoor. Het werden zo een beetje m'n dagelijkse kuierwandelingetjes. En sinds het begin van deze week nam ik speciaal voor deze kleine promenades steevast één van mijn kleurrijke paraplu's mee. Simpelweg een kwestie van door die schroeiende, ongenadige zonnestralen niet binnen de kortste keren omgetoverd te worden tot een wandelend gebraden kieken. Of zelfs, met die uit de pan swingende recordtemperaturen en pizza-oven-hete windvlagen, eerder een overgaar, net niet verkoold kipke, de perfecte cuisson reeds lang voorbij. Ik nam dus gewoon overal mijn eigen schaduwplekje met me mee. Meteen ook absoluut aan te raden trouwens om tijdens dat soort hittegolven, wachtend op je tram op een verzengend bloedheet perron met aan weerszijden telkens drie baanvakken vol extra hitte afgevende voorbijsnellende auto's en vrachtwagens én zonder de geringste schuilmogelijkheid, niet levend gecremeerd te worden...
Bij zo'n hittegolf zie je links en recht al wel eens een leuk zomerhoedje passeren, maar iemand die ook een parasolletje met zich mee sleept, die was ik nog niet tegengekomen. De meewarige blikken daar in tegen, zeker 's morgens, als ik m'n kleurrijke, bij m'n outfit passende accessoire nog gewoon toegeplooid naast m'n handtas met me mee draag, die waren er veelvuldig. "Allé, ziet die! Die denkt zeker dat het nog gaat regenen vandaag! En met deze temperaturen! Ook goe zot, als ge 't mij vraagt!" Je zag het ze niet alleen denken, af en toe waren er ook een paar die het luidop dé klucht van de dag vonden. Och, daar zit ik niet mee, hoor. Ik weet/wist wel beter, hé.
Eergisteren, op weg naar huis, was het me op de overvolle tram toch nog gelukt een plekje om te zitten te bemachtigen. Zij het een beetje onhandig en met wat gestuntel, want het viel niet mee om m'n ruime handtas -die zowat het midden houdt tussen een leuke boodschappenmand en een handige boekentas- in combinatie met m'n mooie paraplu genoeg uit de weg voor de er zich nog bij proppende reizigers op mijn schoot te te balanceren. 
Halverwege de reis stapten er twee wat oudere Afrikaanse heren op de tram. Je kon ze echt niet gemist hebben, want ze zagen er schitterend uit. En ze waren duidelijk helemaal in hun element met die verhitte temperaturen, vermoedelijk ook door hun aangepaste Afrikaanse kledij. De eerste droeg fraai gevormde en kunstig opengewerkte leren slippers, een brede loszittende crèmekleurige linnen lange broek en daarboven een wijd soort tuniek-achtig hemd -een beetje zoals een schilderskiel- gemaakt uit soepele broderiestof (da's zo van die katoenen stof met heel veel van die sierlijk opengeborduurde gaatjes) in de meest wonderbaarlijke flashy maar toch net niet schreeuwerig oranje-gele kleur. Een verzorgde grijze baard en een stevige, eveneens verkleurende haardos vervolledigden het plaatje. De man die hem vergezelde was een rijzige, vorstelijk ogende zwarte heer in een lang elegant spierwit gewaad. Aan z'n voeten droeg hij een soort sierlijke witte leren pantoffels en op z'n hoofd een bijpassend klein wit rond hoedje zonder rand.
Met enig geworstel herschikte ik mijn bezittingen om hen te laten passeren. Daarbij schoot mijn paraplu heel even scherp vooruit, waarop de man in het witte gewaad hem even vriendelijk aantikte en in het typische Afrikaanse Frans aan me vroeg "Pour l' soleil?" ("Voor de zon?) Bijzonder blij verrast knikte ik breed lachend bevestigend. Hij stak, zo mogelijk nog breder lachend dan ik, met een indrukwekkende rij sprankelend witte tanden, waarderend z'n duim op en liet tegelijkertijd met z'n andere hand z'n eigen grote zwarte regenscherm zien, dat tot dat moment door de golvende plooien van zijn gewaad voor mij onzichtbaar bleef. Daarna richtte hij zich tot z'n vriend, al wat verder doorgeschoven in de massa op de tram, en verkondigde bijna uitgelaten opgewekt met klinkende stem: "Cett' madame, elle l'a bien compis!" ("Deze mevrouw, zij heeft het goed begrepen!") Weer bij elkaar, een stuk verderop in de tram, maar nog wel in mijn gezichtsveld, bespraken ze deze toevallige paraplu-ontmoeting duidelijk nog eens uitgebreid, niet meer in het Frans dit maal, maar in hun eigen taal. Om me vervolgens, deze keer tezamen -allebei duim hoog in de lucht en met een fenomenale stralende tandpastasmile- opnieuw onmiskenbaar goedkeurend en met veel appreciatie innemend en amicaal een laatste maal toe te knikken.
Wel, ondertussen zal m'n collectie kleurrijke regenschermen opnieuw voor een tijdje daadwerkelijk tegen de régen met me mee moeten, vrees ik. Maar wat betreft mijn paraplu-parasol-plannetje: dat is bij deze quasi officieel en met het grootste respect goedgekeurd door zij die het écht kunnen weten! Hopla! En bij de volgende hittegolf weet ik alvast wie er hier, zeker weten, aan het langste eind trekt. Dat ze me dan nóg maar eens durven uitlachen, hé!... 😉🌂




donderdag 25 juli 2019

Hittegolfgezever.

Nu de zomerse temperaturen recordbrekende hoogtes bereiken, worden we langs alle kanten gebombardeerd met info en tips om die hitte heelhuids door te komen. Genoeg drinken, jezelf tegen directe zonnestralen beschermen, veel rusten, koele plaatsen opzoeken, enz. Allemaal erg nuttig, maar eigenlijk weten we die dingen ondertussen wel, veronderstel ik... Daarover ga ik het hier dus niet meer hebben, maar ik wil wél graag het assortiment maatregels nog een beetje uitbreiden, én meteen ook aan de reeds gekende een paar toevoegingen plakken. Wat niet zo moeilijk zal zijn, aangezien alles van de hitte toch al plakt, hé… hihihi
Om te beginnen een hele belangrijke -vind ik persoonlijk toch zeker- extra maatregel: gebruik deodorant!!! Gebruik zelfs dubbel zoveel deodorant indien nodig, en ten allen tijde en overal. Help zo te voorkomen dat de mensen om je heen, vermoedelijk al behoorlijk misselijk van de hitte, door uw mogelijke walm ook daadwerkelijk tot kotsen over gaan.
Volgende, minstens even belangrijk punt: draag kleding! En ja, ook dit is een maatregel om misselijkheid en braakneigingen bij uw medemens tegen te gaan. Luister, in een enkel geval ben ik er ook helemaal vóór dat deze hitte de mannen dit maal eens niet van de jongens, maar wel van de t-shirts scheidt. Absoluut. Echter, over ’t algemeen geldt voor de overweldigende meerderheid, en zonder pardon: kleed je verdorie aan! En daarenboven: kleed je vooral naar het lichaam dat je hébt, en niet het lichaam dat je zou willen of het lichaam waar je van droomt… Ja, het klopt, men moet dragen waar men zich goed in voelt, ongeacht leeftijd, of gewicht, of wat dan ook. Helemaal mee eens. Maar, komaan, even serieus: er zijn grenzen, hé. Ik geef je voor de duidelijkheid een paar voorbeeldjes mee.
Dames, ik weet dat het warm en plakkerig is, en dat een knellende BH daarom misschien niet uw favoriete kledingstuk is dezer dagen. Dat gezegd en geweten zijnde, doe het ding toch maar aan. Die alle kanten uit zwiepende waterballonnenwinkel, da's nu precies toch ook echt geen zicht, hé, en zooooveel frisser voelt dat nu eigenlijk ook weer niet, geef het maar toe. 
Heren, een korte broek kan zeker, wat mij betreft dan toch -ik kijk al wel eens graag een keertje naar mooie mannenkuiten-, maar hou het alsjeblieft stijlvol, zeg. Te kort is te kort, punt. Zeker als je zo'n shortmodelletje met wijde pijpen wil dragen, om dan wijdbeens -hopend op een fris zuchtje wind???- en uiteráárd zónder ondergoed -want ook dáárvoor is het natuurlijk veel te warm- op de tram recht tegenover me komt zitten... Ding dong!
Ondertussen staan er al veel te veel 'OMG-had-ik-dát-maar-nooit-gezien-plaatjes' en 'Ooo-nee-mijn-arme-ogen!-prentjes' op m’n netvlies gebrand. Man man man man man!... 
O, ja, nog zo iets! Sandalen en slippers allerhande zijn super fijn om te dragen bij zulk een hitte, amai nog ni. Lang leve de frisse stappertjes! Maar sommige van die voeten, die tenen en zeker die nagels, die anders zelden of nooit daglicht zien en nu ineens de open ruimte krijgen... Aaaaargh! Pure horror van de bovenste plank, echt waar. Hemeltje lief, brrrrrrr. En de zeep is nochtans al lang uitgevonden, dacht ik toch...
Je kan uiteraard een zodanig donkere zonnebril opzetten dat je er niets meer van ziet… Aha! Dát is misschien de reden waarom zoveel van die zo gezegde stoere gasten zelfs in ’t donkerste van de metro dat ding niet van hun neus halen!... Bij de dames zou het kunnen dat die donkere bril op blijft om de door het zweten vreselijk uitgelopen make-up te verbergen, iets waar ik zelf ook al eens mee sukkel. Bij momenten schrik ik me rot van het abstracte-kunst-portret dat vanuit
 m’n zakspiegeltje naar me terug kijkt…
Genoeg drinken is inderdaad zeer belangrijk. Het is dan ook aan te raden bij deze temperaturen steeds iets te drinken bij je te hebben. Maar persoonlijk waardeer ik het niet echt om, als de tram plots hard remt bijvoorbeeld, de helft van uw verfrissing in mijn nek te krijgen… Net zoals ik het ook nogal onaangenaam vind om zowel op de perrons als in de rijtuigen aan de vloer vast te plakken door uw gemorste dorstlessers, en ik op diezelfde plaatsen beter géén zonnebril draag, uit angst te struikelen over al uw kwistig en gul rondgestrooid leeggoed. En ja, als liefhebber weet ik heel goed dat bier voor 95% uit water bestaat, doch, geloof me: geen goed alternatief. Uw hydratatie-met-bier-poging zal door deze warmte extra uitvergrootte negatieve gevolgen kennen, met –ja zeker alwéér- uit de hand lopende kotssituaties, zowel voor uzelf als voor de omstaanders... Volgens een artikeltje in de krant neemt trouwens met het stijgen van de temperatuur de neiging tot agressie toe. En dat klopt, volgens mij, als een bus. (hihi) M'n medereizigers gaven de voorbije dagen al verschillende malen blijk van 'lichte ontvlambaarheid', en zelf breng ik -tot m'n eigen verbazing eigenlijk- precies ook zoveel minder geduld op dan normaal met de onhebbelijkheden van de mij omringende openbaar-vervoer-gebruikers... Gelukkig heeft mijn sterk gevoel voor humor voorlopig nog steeds de overhand. Of toch op z'n minst die stevige dosis sarcasme... ahum. Al bij al, hydratatie met alcohol: geen goed plan dus.
En ja, het is heet, ja. Dat beseffen we ondertussen állemaal, en heel goed zelfs. Totaaal overbodig dus om zonder fout élk gesprek -in persoon, aan de telefoon of via sociale media- weer te beginnen met een meewarig "Warm, hé!" We wéten dat het snikheet is, gelóóf me! Wees eens een keertje origineel, open eens met iets verrassend en vrolijk de hele plak- en zweetboel een beetje op! 
Ik begin écht te denken dat veel mensen er zowat de hele winter en lente op gewacht hebben: eindelijk is het warm genoeg om er bijzonder uitgebreid over te klagen hoe warm het wel is. Het is natuurlijk een nationale sport, dat klagen en zagen, ik weet het, maar geef toe: dezelfde mensen die afgelopen winter steen en been kloegen dat het 'zo verschrikkelijk koud was en het niet snel genoeg zomer kon zijn', dat zijn vermoedelijk de eersten om nu tegen iedereen die het maar wil horen overdadig hun onvrede over deze temperaturen te spuien. Voor zover ik weet koelt klagen je niet af, in tegendeel, zou ik zelfs durven zeggen: al die opwinding verhit je volgens mij alleen maar meer… En god lieve deugd, wat zijn er tegenwoordig toch veel onderwerpen om eens stevig over door te mekkeren! Tjonge tjonge!... Je weet alle dagen van zowat iedereen of ze al dan niet kunnen slapen hebben, mét alle mogelijke details van de pogingen en de mislukkingen, en begeleid van een eindeloze hoeveelheid tips. De airco op 't werk staat te koud, of te warm, of werkt niet, of bestaat niet. Maakt niet uit: gij zult het geweten hebben! En vanzelfsprekend óók in geuren en kleuren. Dat de tram of de bus niet op tijd aan de halte arriveert, wordt logischerwijs eveneens aan de hittegolf gelinkt. En, o wat een ellende, in zowat élk rijtuig staat de airconditioning eveneens óf niet aan óf véél te koud, kunnen de vensterkes niet open of wil men ze juist zo gauw mogelijk -da trekt hier!-  dicht... Allemaal dingen waarover -wat had je gedacht- natuuuurlijk eveneens uitgebreid gekankerd moet worden. Nondepitjes, al dat gezaag! Ik zou er verdorie zélf uitvoerig en gepassioneerd van beginnen mopperen! Ola pola! Het is wat het is, hoor, je kan er niks aan veranderen, dus accepteer het en pas je aan, en vergeet niet te genieten van om het even wat, waar en wanneer het maar kan. Get comfortable with being uncomfortable! 
We zullen naar de toekomst toe vermoedelijk sowieso gewoon moeten geraken aan dit soort 'nieuwe' temperaturen. Me dunkt dat de opwarming van de aarde, met zo een paar van deze hittegolven en hete zomers na elkaar, toch écht niet meer te ontkennen valt... Met deze helse temperaturen gaat er trouwens geen dag voorbij of je hoort minstens één iemand een ontzettend gechargeerde, zeer openbare uitleg doen over het broeikaseffect en global warming en zo, met daar, uiteraaard, aan vastgekoppeld een ongezouten mening over de politici en rijkaards die daar, uiteraaaard, 120% verantwoordelijk voor geacht worden. Terwijl de fanatieke orator, gegarandeerd deo-loos walmend, wansmakelijk half ontkleed en met gore griezelvoeten z’n lege halve-liter-bierblikje ongegeneerd moedwillig de tramsporen op mikt… 
Ja, 'k weet het, kweetet, kwéétet!, da'k hier nu zelf al een halve blog zit te mauwen over dat gezever en gezaag, en da'k vermoedelijk ook weer een serieus stukske aan 't overdrijven ben... Tja, vergeef me, 't zal die hitte zijn, hé. hahaha 😀😇

 

donderdag 18 juli 2019

Jij bent zo vriendelijk!

"Jij bent zo vriendelijk." Sinds ik, nu met m'n tijdelijke werkhervatting, weer een stuk meer buiten en onder de mensen kom, krijg ik dat met grote regelmaat te horen. Zowel in de receptie als op de tram of de straat weerklinkt het, steeds met een behoorlijke verbazing, als was men er ongelofelijk door verrast: "Jij/u bent zo vriendelijk!" En die verrassende verbazing, die verbaast mij op m'n beurt dan weer mateloos. Is dat dan niet meer iets heel gewoons, iets normaal, dat je vriendelijk bent?!?!...
Als ik tegenwoordig, zeker zo in die vroege ochtenduurtjes, door de stille straten wandel, kom ik niet heel veel mensen tegen, maar zij die ik passeer, meestal elke dag dezelfden, begroet ik allemaal glimlachend met een welgemeende "goedemorgen!" De eerste keer keken de meesten van hen inderdaad verbaasd of verrast, maar ondertussen ontplooit op hun gezicht al een brede smile als ze me nog maar ergens in de verte zien afkomen. En elk eventueel bijhorend hondje weet duidelijk, me vrolijk kwispelend begroetend, dat er bij mij altijd wel een lieve aai over je bolletje te halen valt.

In de receptie en aan de telefoon kennen ze me ondertussen ook al, die altijd vriendelijke en immer lachende mevrouw met haar opgewekte stem, en men laat mij maar al te graag weten, zowel de medewerkers van het bedrijf als hun bezoekers, dat mijn vriendelijkheid echt hun dag opvrolijkt, vaak zoveel meer dan ik zelf wel besef.
Als ik niet al te veel pijn heb, sta ik op de tram nog regelmatig m'n zitplaats af aan iemand die trammetje-rijden duidelijk nóg lastiger vindt dan ik. Zelfs al zitten er overal om me heen zoveel jongere en vitalere personen te doen alsof ze niks gezien hebben. Ja, ik kan mij daar absoluut ook aan ergeren, maar besluit toch steeds maar weer met een brede glimlach het goede voorbeeld te geven. En vaak ontstaat uit zulk een kleine vriendelijkheid een aangenaam gesprekje. Iets waar ik altijd deugd aan heb. Dat gebeurt trouwens ook als iemand mij om reisinfo vraagt. Meestal met enige verbazing bij die persoon in kwestie, doch steevast ook met vreugde. Zoals eergisteren nog. Een mooie dame met een hoofddoek, die tram 5 richting Deurne zocht. Zo content met een heel gewoon, open en vrolijk gesprek, vrouwen onder elkaar, over kinderen en werk en wonen in een vreemd land, in prima Nederlands -"Fijn, oefenen!" zei ze blij-, met die vriendelijke Vlaamse mevrouw die zich, tot haar verbazing, niets aantrok van noch haar hoofddoek, noch haar origine, noch haar onwennigheid. Vandaag complementeerde ik een mevrouw, die in de tram schuin tegenover me kwam zitten, met haar ongelofelijk prachtige halssnoer. Ze was er even totaal, maar dan ook écht totáál, hare kluts van kwijt. Op een goeie manier, hoor, wees maar gerust. En nog geen twee seconden later zaten er acht mensen, die elkaar van haar nog pluimen kenden, gezellig samen te kletsen, alleen maar door dat ene piepkleine hartelijke complimentje, en die mevrouw met het fraaie sieraad zat stralend te blinken in het midden van dat alles.
Toch gek eigenlijk, bizar zelfs, en, wat mij betreft, enigszins verontrustend, dat vriendelijkheid zo iets verbazingwekkend geworden is...
Vriendelijk zijn is nochtans helemaal niet moeilijk. En absoluut elke daad van vriendelijkheid, hoe klein ook, is nooit verspilde moeite. Één welgemeend vriendelijk woord kan niet alleen iemands humeur of dag positief beïnvloeden, maar zelfs z'n volledige leven. Zonder uitzondering worstelt iedereen die jouw levenspad kruist wel met iets. Echt niemand is zonder zorgen. Het kleinste beetje vriendelijkheid, in welke vorm dan ook, maakt daardoor al gauw een groot verschil. Zeggen wat je denkt, dat kan en mag net zo goed iets heel aardig en opfleurend zijn. En zomaar. Er hoeft geen reden voor te zijn. Die vriendelijkheid zet zich trouwens bijna als vanzelf verder: als jij iets fijns tegen iemand zegt of iets sympathiek voor iemand doet, dan wordt die daar -normaal gezien toch, hé- zoveel blijer en gelukkiger van, en zal met gevolg dus ook sneller geneigd zijn om zelf een vriendelijke daad te stellen. Vriendelijk zijn maakt mensen aantrekkelijk, het maakt jóu aantrekkelijk. Als je de wereld voor je wil winnen, dan kan je hem alleen maar zo voor je doen smelten... 
Vriendelijkheid kost niks, zelfs geen moeite. Waarom zou je het dan niet als confetti overal om je heen in het rond strooien? En waarom wachten tot de anderen eerst vriendelijk tegen jou zijn? Geef het goeie voorbeeld! Begin er zelf mee, vandaag nog, en laat de wereld om je heen zien hoe het moet! "Ten aanval", zeg ik je, "hopla"! hihihi En, tot slot nog even dit: vooral niet schrikken, want je zal meteen merken dat vriendelijkheid heel erg moeilijk weg te geven valt... Ze wordt namelijk bijna altijd onmiddellijk weer teruggegeven!... 😀


zaterdag 13 juli 2019

Kleine gelukjes.

De tram stopte keurig op tijd aan m'n halte en m'n overstappen in de metro sloten absoluut naadloos aan. Exact zoals in de routeplanner uitgestippeld staat. Op elk voertuig was er meer dan ruimte genoeg om uitgebreid en weloverwogen een zitplaatsje te kiezen. De hele rit richting werk verliep dus zonder twijfel volmaakt vlekkeloos. Het te voet overbruggen van de afstand tussen m'n voordeur en de tramhalte, en een dik half uur later tussen de tramhalte en m'n tijdelijke receptie, geschiedde al even rimpelloos. Het was nog redelijk fris, zo vroeg in de ochtend, maar warm genoeg om op 't gemakje langs de straten te wandelen. En de opkomende zon, die van tussen de huizen en bomen kwam piepen, de felblauwe lucht hier en daar inkleurend met onwaarschijnlijke tinten roze en oranje, werkte ijverig mee aan een prima humeur. De vogeltjes floten in het groen en een licht zomers briesje deed de blaadjes van dat groen zachtjes ruisen. Ik begroette een leuk opgewekt hondje, die z'n al wat oudere baasje uit liet, en kreeg zowaar een vriendelijke 'goedemorgen' terug van hen beiden.
Rond de middag braken plots de hemelsluizen open. Allemaal tegelijkertijd. Met een fenomenale hevigheid, en met overtuiging begeleid door het betere orkestwerk van donder en bliksem, zette een ware zondvloed in geen tijd de parking en de omliggende straten volledig blank. Mensen met en zonder paraplu renden er als nietige miertjes kriskras door heen, met een vreemd soort verwarring en nervositeit, zich zo goed mogelijk verschuilend en beschermend, van bomen naar gebouwen verplaatsend en terug. In de veiligheid van m'n kunstmatig geacclimatiseerde -en op dat moment vooral dróge- werkplek stond ik aan het grote raam, afwisselend met m'n mok koffie en een klein stukje boterham in de hand, en bekeek onverstoorbaar sereen het bewegende tafereel aan de andere kant van het glas, zoals een luie kat, het jachten en jagen moe, naar een zacht bubbelend aquarium staart. Steeds iets minder fel dan bij die eerste vlaag herhaalde het hele scenario zich nog een keer of twee gedurende de namiddag.
Exact op het tijdstip dat ik m'n rustige kuiertochtje terug richting tramhalte huiswaarts aanvatte, begon het zonnetje weer van tussen de laatste restjes donderwolken te priemen. De straten, huizen, gazons en alle groenvoorziening er om heen, alles zag er als vers gewassen uit, en zo levendig en kleurrijk ook. De lucht voelde smetteloos zuiver en rook verrukkelijk fris. Zalig om daarmee je longen tot barstens toe te vullen! Het anders al zo overweldigende zwaar zoete parfum van de vele enorme lindebomen geurde zo mogelijk nóg sterker dan alle voorbije dagen. Echt geen ontsnappen aan, maar -gelukkig- ook onbeschrijflijk heerlijk. Mijn alles gretig opsnuivende neus draaide overuren. De zachte grappige zomerbries, die hartroerende herinneringen aan lang vervlogen strandwandelingen bij me opriep, joeg me, met breed flapperende jurk, speels vooruit en zorgde op de hoek van twee straten even voor een onverwacht Marylin Monroe momentje, zij het iets minder sensueel, doch zoveel meer zot stuntelig en vooral bijzonder hilarisch. 
De tram kwam alweer schitterend op tijd, en ook de overstappen verliepen opnieuw fantastisch soepel en zonder ook maar het minste tijdverlies. Afstappen en weer opstappen, afstappen en gelijk weer opstappen. En altijd een goed plekje om zittend -en dus voor mij met het maximaal haalbare comfort- te reizen. In geen tijd stond ik aan m'n persoonlijke eindhalte. De moedereenden met hun kleine spruitjes -de ene familie al wat groter dan de andere; hier nog friemelkleine donsbolletjes, daar al kuikentjes met een beetje tienerneigingen- vrolijkten zonder moeite met hun grappige gepiep en gesnater die laatste meters te voet naar huis op. En thuis, daar wachtten uiteraard die twee zotte pluizebollen van een heel andere 'cat'egorie met ongeduld op mij, om me, bij het openen van de voordeur, met veel poeha en dramatisch poezengedoe super content te onthalen. En, met natuurlijk ook de meer dan duidelijke boodschap: 'Eten, nú!', maar dat neem ik er uiteraard graag bij.
Ja, dat klopt: de onheilspellende, schreeuwende pijn in mijn nek wordt er niet dragelijker of zachter door. En mijn kolossale, niet bij te rusten vermoeidheid zal hiervan niet verminderen. Maar, laat ons wel wezen, die zaken zijn -en blijven- er óók als ik niét meer om me heen kijk, of ophoud me te verwonderen. Of als ik stop met genieten van die zovele kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke dingen...
Daarom besluit ik bij deze dus graag, dat gisteren, zeker en vast voor mij althans, simpelweg een fabelachtige, buitengewoon magnifieke dag was. Een dag boor-de-vol kleine gelukjes...
💗😊



dinsdag 9 juli 2019

Over tramtoestanden en nekknelpunten.

Sinds een dikke 2 weken ben ik tijdelijk eventjes terug aan het werk, als interim-receptioniste, vakantievervanging. Meteen met veeeeel te veel uren per week, maar mijn ongelofelijk sympathieke, meedenkende en mij volledig begrijpende controledokter van het ziekenfonds -die er ondertussen trouwens ook voor zorgde dat ik vanwege de ernst van mijn nekproblematiek arbeidsongeschikt verklaard ben tot aan mijn pensioen- stond het me éénmalig toe, dus uitsluitend voor dit contract van 2 maanden, zodat ik –en ik citeer haar- ‘aan den lijve kan ondervinden dat mijn lichaam dat niet meer aan kan’. En ik moet nu reeds toegeven dat ze, jammer genoeg, groot gelijk heeft...
t Is te zeggen. Mits alles ont-zet-tend rustig te doen, mij in absoluut niets te laten opjagen, na m’n uren en in ’t weekend eigenlijk niet veel meer te doen dan te eten en te slapen, en af en toe één van die superpijnstillers te nemen, viel het me eerlijk gezegd nog redelijk mee. Niet dat de situatie ideaal is, zeker niet, maar zo zou ik dit tijdelijke contract tenminste met opgeheven hoofd –behoorlijk letterlijk, in mijn geval! hahaha- kunnen volbrengen, dacht ik, vol doorzettingsvermogen, goede moed en een ijzeren wil.
Sinds vanochtend echter denk ik daar wel even anders over…
Nondepitjes nondepitjes nondepitjes! Wat was dát, zeg! Ze kunnen er bij De Lijn uiteraard ook niet aan doen dat er iets cruciaals stuk gaat en daardoor alle metroverkeer onmogelijk wordt. Dus versta me niet verkeerd, ik ben niet boos of zo, hoor. ’t Vroeg alleen verschrikkelijk straffe heksentoeren om überhaupt nog érgens te geraken, laat staan op tijd…
Ik vertrek steeds zeer goed op tijd, eigenlijk meestal zelfs belachelijk veel te vroeg. Simpelweg om nooit te moeten stressen, want da’s ook wreed nefast voor mijn arme nekske. Maar vooral om het laatste stukje van de tramhalte tot aan m’n tijdelijke werkplek, een kleine kilometer te voet, in een bijzonder comfortabel tempo af te kunnen leggen, onderweg volop genietend van het zonnetje en de bloemetjes en al het andere moois dat er zoal te zien valt.
Na 10 minuutjes aan de tramhalte van tram 5, bij mij thuis in Deurne, voelde ik al dat er iets niet klopte. Geen trams in de tegenovergestelde richting, geen bussen ook, en aan alle haltes veel wachtenden, waarvan sommigen duidelijk reeds onrustig werden. Nog eens 10 minuten later verschijnt er een bus, eentje waar ik normaal gezien niets aan heb. De geweldig vriendelijke chauffeur stopte aan alle soorten haltes en informeerde alle reizigers over de fenomenale panne bij De Lijn en het daaruit volgende reuzegroot probleem, vooral met de trams. En, dat we wel met hem mee konden naar Merksem, waar er op de Bredabaan de keuze genoeg was qua tram- en buslijnen, lijnen waarmee we vermoedelijk toch nog in de stad te geraken. De omvang en gevolgen van de situatie nog niet helemaal overziend, vond ik dat een uitstekend voorstel en stapte, er nog helemaal gerust in en met het idee ‘komt helemaal goed’, mee de bus op.
Maar… Met een bus meerijden, da’s al een hele tijd een pijnlijk gegeven voor mij, en al was het maar een kort ritje, ik heb het geweten!… Op de koop toe bleek, eenmaal in Merksem, dat het tramverkeer faliekant in de knoop zat. Absoluut álles moest z'n route volledig bovengronds rijden en sommige nummers reden gewoonweg niet. Chauffeurs gaven niet allemaal dezelfde uitleg en tussen de ongeruste pendelaars ontstonden de meest uiteenlopende versies van wat en hoe. Uiteindelijk meende ik te begrijpen dat het met tram 2 wel zou lukken om tot aan Harmonie te raken, en aldaar over te stappen op tram 7, vlotjes richting werkplek. Oef, en hoera!... Ja, dat dácht ik dus, eeuwige optimist als ik ben…
t Is dat ik lichtjes vreesde in tijdsnood te komen, anders was dit een ongelofelijk fantastische toeristische uitstap geweest! Echt. Geloof me. Werkelijk de héle stad heb ik gezien! We reden Merksem door richting Kinepolis. Vandaar over de Noorderlaan, langs en even zelfs dóór Park Spoor Noord (wauw, wat zijn ze daar nog allemaal aan het bouwen, zeg!), over het Eilandje, met in de verte het Havenhuis (fel als een diamant schitterend in de eerste zonnestralen) en bijna rakelings voorbij het MAS (machtig schoon, zo met het blinkende water er voor en de kleurrijke zonsopgang er achter) om dan met een grote bocht ter hoogte van het Schipperskwartier terug de stad in te duiken. De verrassingsreis ging verder langs de Minderbroedersrui en de Katelijnevest, over Meirbrug, om dan langs het Maagdenhuis en de Sint-Elisabethkliniek (ik dacht nog efkes af te stappen… hihihi) en voorbij het standbeeld van onze Leopold richting Nationale Bank te rijden. Van daaruit ging de rondrit rechttoe rechtaan richting Harmonie en dus eindelijk weer een beetje in de juiste richting. De overstap naar tram 7 nam nog een extra 10 minuutjes wachttijd in beslag, maar toen zat ik ten lange leste toch weer op het juiste spoor. Letterlijk.
Reeds dik anderhalf uur onderweg en met nog een laatste 7 minuutjes op de klok sprintte ik, zo snel m’n krakkemikkige lichaam dat nog enigszins toeliet, door de straten van Berchem, die laatste kleine kilometer tot aan m’n werkplek in recordtijd afleggend, om totaal gebroken, happend naar adem en met nog net geen pijnlijke grimas op m'n gezicht exact 1 minuutje te laat te arriveren. Wat me gelukkig prompt door m’n ook juist binnenkomende verantwoordelijke vergeven werd. Ze had namelijk op de radio al gehoord wat een soep het weer was met dat tramnetwerk, en verbaasde zich er zelfs over dat ik er überhaupt geraakte, laat staan nog zo mooi op tijd ook…
Toevallig was het vandaag uitzonderlijk rustig in de receptie en kon mijn lichaam een ietsiepietsie terug op z'n plooi komen. De reis naar huis liet jammer genoeg opnieuw z'n sporen na. En hoe! Met het nog steeds niet verholpen euvel bij het tramnetwerk werd het ondanks-alles-toch-de-bus-moeten-nemen jammer genoeg onvermijdelijk, en -komt dá tegen- de dichtstbijzijnde haltes werden 'niet bediend wegens werken'!... Er zat dus niets anders op dan te genieten van het 2 kilometer lange wandelingetje in de zon om tot bij m'n bus huiswaarts te geraken. Die liet goddank niet op zich wachten en ik kwam zelfs nog sneller thuis -alweer een recordtijd!- dan gewoonlijk. Maar ondanks de ongelofelijk voorzichtige en zeer bekwame chauffeur waren die ontelbare verkeersdrempels, de vele putten in de weg en al die korte bochten door de smalle straten één voor één een grimmige aanslag op mijn zo fragiele nekwervels... 
En nu, nu heb ik pijn. Veel. Pijn die eigenlijk te vermijden had kunnen zijn. Tja, die mankementen aan het tramnetwerk in combinatie met de mankementen aan mijn nek, da's niet voor de poes, hé. ’t Is dus weer wreed geduldig wachten op de verdovende werking van m’n pijnstillers, en verder niets dan platte rust. (Al maar goed dus, dat ik tegenwoordig ook al languit op m'n rug blogjes kan liggen schrijven, hé…) Maar, 't moet gezegd, zo ondervind ik inderdaad aan den lijve dat m’n controlegeneesheer –gek woord eigenlijk, voor een dame- de ernst van mijn mankementen vermoedelijk zoveel beter dan ikzelf inschat. Dít kan ik dus duidelijk écht niet meer. En misschien is het daarom wel goed dat ik het nog eens in 't groot en 't breed meemaakte…
Bij deze dus mijn hartelijke dank aan De Lijn. Het was werkelijk een sublieme, wondermooie en verrassende rondrit vanochtend. Eigenlijk echt meer dan de moeite waard om nog eens over te doen. Maar dan liefst niet meer met mij, of toch zeker niet meer met mij als werknemer. Want die wijze les is me vandaag door jullie ongeweten ook nog eens stevig ingepeperd… ;-)





maandag 8 juli 2019

En wij zagen dat het goed was.

Ze zijn getrouwd! En wij, wij waren er bij en zagen dat het goed was! 
Afgelopen zaterdag trad mijn meest favoriete organist/begeleider en vriend Peter Maus in het huwelijk met zijn geliefde en fantastische Dolores. Ja, ik weet het, ‘in het huwelijk treden’ klink geweldig chique, maar dat wás het ook! Niet zomaar iedereen kan en mag z’n ja-woord geven in het fenomenale kader van de Kathedraal van Antwerpen, hé.
Onze verwachting stond dus enigszins gespannen, toen wij –ons moe, m’n beste vriend Roger en ik- ruimschoots op tijd een zo ideaal mogelijk plaatsje in die heerlijke gezegende ruimte uitzochten: twee rijen achter de voor de familie gereserveerde stoelen, en ik mocht naast het grote middenpad zitten, met absoluut zicht op álles. Veel beter kon het écht niet, denk ik. Net op tijd ook, want al snel liep de hele kathedraal, en dus ook elke rij stoelen achter ons, vollédig vol. Nu was het wachten op de komst van de suite. Lang kon het niet meer duren, want op de Groenplaats hadden we nog net het antieke trammetje met de volledige bruidsentourage zien toekomen en nu liep Jef (ja, inderdaad, die uit het vorige verhaal), ceremoniemeester van dienst, als een ware Speedy Gonzales, geweldig lichtvoetig en met stevig tempo, een laatste maal te checken of alles w
at hij zich nog kon bedenken tot in het kleinste detail in orde was voor de komst van de bruid. Het sierlijke roodfluwelen koord dat de eveneens sierlijke roodfluwelen bruiloftsstoelen en knielbankjes voor toeristen vrijwaarde werd weggenomen, gereserveerde plaatsen nog een laatste maal geteld, misboekjes uitgedeeld, laatste instructies en afspraken doorgenomen met voorgangers en muzikanten. Het 100 zangers sterk Chorale Caecilia koor en de koristen van Keizersberg warmde de stemmen op en de 3 organisten hun vingers en voeten. Nu mochten ze komen, iedereen was klaar om het bruidspaar feestelijk te ontvangen.
De grote poort achteraan de kathedraal zwaaide open en een stoet van familieleden zette zich langzaam in beweging, netjes gedirigeerd door de ceremoniemeester, richting gereserveerde plaatsen vooraan. Even later mocht de bruidegom, begeleid door zijn moeder en met een schattig bruidsjongetje dat nog maar nét kon stappen tussen hun beiden in, in een bijzonder rustig tempo dezelfde wandeling maken. Peter zag er afgeborsteld netjes uit, in z’n op maat gemaakte bordeau-kleurige pak. Ongelofelijk lang en verbluffend slank, vond ik tot m'n eigen verwondering. Maar ‘k merkte meteen ook dat hij letterlijk stijf stond van de zenuwen...
Nu keken we allemaal reikhalzend uit naar de bruid. Ik zag ceremoniemeester Jef daar in de verte, helemaal achteraan, nog even met grootse gebaren een sleep en sluier goed leggen -iets wat hij trouw de hele plechtigheid lang bij elke beweging van de bruid zou blijven doen, samen met het eindeloos heen en weer verzetten van die 2 fluwelen ceremoniestoelen-, en, daar kwam ze! 't Is te zeggen, het duurde wel even voor ik haar ook daadwerkelijk kon zién, want een heleboel dames uit de rijen achter me stonden plots midden in het gangpad druk plaatjes te schieten van de breed lachende bruid, stralend aan de arm van haar vader. Maar, ze wás dan ook een plaatje, hoor. Dolores droeg een fraaie prinsessenjurk, helemaal passend in die enorme kerkelijke ruimte. De grote satijnen rok in een lichte crèmekleur met een roze tint waaierde uit in een lange sleep. Het mouwloze kanten lijfje met boothals werd afgeboord door een opstaand satijnen randje dat op de rug in leuke punt een verrassende v-uitsnijding vormde, met daarop een alleraardigst strikje, als was het een speels knipoogje. Persoonlijk, bloemenfreak als ik ben, miste ik in de kathedraal wat fleurige en geurige bruiloftsflora, en stelde het bruidsboeketje me wat teleur. Ik vond het een beetje te eenvoudig, wat klein uitgevallen, zeker bij zulk een fraaie jurk. Alsof iemand op het laatste moment nog snel even wat voor handen zijnde bloemetjes in een ruikertje gebonden had. Bloemetjes uit de tuin van iemand of zo. Goh, wie weet wás dat wel zo, en had het boeketje daardoor een heel speciale emotionele waarde. Dat kan natuurlijk. In dat geval heb ik absoluut niks gezegd, hoor. En eigenlijk moet ik er mij sowieso niet mee bemoeien, hé... Alleszins, de kleuren van de gebruikte bloemen pasten uitstekend bij het kostuum van de bruidegom, en dat vond ik dan wel weer heel erg mooi.
De plechtigheid en de huwelijksinzegening verliepen verrassend klassiek, en niets was langdradig, alles even vlot en eenvoudig. Als huwelijksgeloften weerklonken bijzonder traditionele beloften en dat had iets tijdloos, voor mij dan toch. Beloften over liefhebben en waarderen, elke dag van je leven, ook als het minder goed gaat, en over kindjes en het gelukkige gezin. De opvallende hoeveelheid aanwezige baby’s en kleutertjes, die met regelmaat stevig van zich lieten horen, en zo af en toe even iets met luide stem onderbraken of zelfs overschreeuwden, wierpen dus alvast een grappige blik op de toekomst. En volgens mij toverde dat op zowat elke aanwezig gezicht een terechte glimlach.
Wat me zeker en vast voor altijd zal bijblijven is de muziek. Wauw, wat een ongelofelijk prachtige dingen mochten we beluisteren! De Chorale zong, onder de begeesterende leiding van Paul Dinneweth, duidelijk met hart en ziel, prachtige werken van Rutter en Mendelsohn. Onwaarschijnlijk zálig, die kracht van 100 stemmen, die kleurschakeringen van de meerstemmigheid, het enthousiasme en de inbreng van elk individu... Heerlijk! ‘k Was super blij dat ik tijdens de receptie achteraf de kans kreeg om mijn enthousiasme hierover persoonlijk aan de dirigent mee te kunnen delen. De koristen van Keizersberg namen de misdelen voor hun rekening, en ik genoot met volle teugen van hun Gregoriaanse gezangen. Zooooo mooi, die mannenstemmen in perfecte harmonie. En al deze stemmen werden, waar nodig, begeleid door wel 3 verschillende organisten, Peter Van de Velde, Peter Jeurissen en Gert Amelinck. Zij brachten, afwisselend één van de beide fenomenale orgels van de kathedraal bespelend, ook op virtuoze manier een aantal schitterende instrumentale werken, een orgelconcert waardig. Ja, die muziek, wauw, super. Echt fantastisch! Geweldig gekozen én schitterend uitgevoerd. 
Reeds tijdens de plechtigheid bleven toeristen van over de hele wereld, die de beroemde kathedraal bezochten, staan om het gebeuren even te volgen. Ze applaudisseerden zelfs geestdriftig mee na de huwelijksinzegening. En dat was bij het verlaten van het gebouw niet anders. Het bruidspaar bleef, onder grote belangstelling van de passanten, net buiten de grote poort staan voor een kleine fotosessie met familie, koorleden en muzikanten, en om alvast wat felicitaties in ontvangst te nemen, en natuurlijk ook bloemetjes -in ruil voor een snoepje- van de aanwezige kindjes. Bij de wandeling in stoet, met het bruidspaar voorop, door de Hoogstraat, richting Parochiehuis voor de receptie, weerklonk er opnieuw langs alle kanten applaus, hoera-geroep en menig wens boordevol geluk. Dat was een erg leuke extra om mee te maken, vond ik.
Ondanks het gesukkel met die vreselijk hobbelige kasseien, vervaarlijk kwikkelkwakkelend op m’n hoge hakken –ik niet alleen trouwens- raakten we uiteindelijk toch heelhuids en zonder valpartijen tot in de gezellige en zalig frisse receptieruimte, waar de zeer verzorgde hapjes en drankjes al op ons stonden te wachten. Roger en ons moe deden zich te goed aan de fijne vleeswaren en ik genoot van de rauwkost. Met een lekker glaasje bubbels erbij, uiteraard. Nadat het bruidspaar uitgebreid de tijd genomen had om iedereen te begroeten en welkom te heten, konden ook zij eindelijk ontspannen en genieten. Ceremoniemeester Jef, wiens taak bij deze ook klaar was, vervoegde moe maar zeer tevreden ons gezelschap. Een beetje babbelen, veel mooie, blije en vriendelijk mensen om te bekijken en contact mee te maken, een hapje, een drankje… Perfecte receptie!
Heel erg lang zijn we niet gebleven. Ons moe verlangde reeds terug naar vertrouwde stekje en Jef zou haar, lekker comfortabel, met de auto brengen. Eerst namen we uiteraard nog uitgebreid afscheid van het bruidspaar. De vrolijke, mooie bruid -Dolores, super toffe madam- blij met onze aanwezigheid, knuffelde ons allemaal even stevig. Bruidegom Peter, die zich eindelijk leek te ontspannen, wees ons, met een dikke knipoog naar een 'onder-ons-grapje', nog eens expliciet op z’n nieuwe én netjes gepoetste schoenen, en showde op vraag van de dames nog even uitgebreid z'n fraaie maatpak met strikje. En vervolgens bracht hij me efkes totaal van mijnen apropos door, zonder veel overgang, al vol enthousiasme over de in het verschiet liggende concertmissen samen met mij te beginnen...
Wetende dat mijn moeder in goeie handen was, en veilig en wel thuis zou raken, kuierden Roger en ik op ons duizend gemakjes -niet dat het anders kon, met die nog steeds vervloekte kasseien-hoge-hakken-combinatie...- langs de aanlokkelijke winkeltjes van de Hoogstraat, om tot slot gezellig, genietend op een terras de gebeurtenissen van deze dag, en alle bijhorende emoties, nog even uitgebreid te overlopen.
Ja, ze zijn dus getrouwd. En wij, wij waren er bij en zagen dat het goed was! 💗









vrijdag 5 juli 2019

Een halssnoer met een verhaal.

Er was eens een man die een leuke vriendin had. Ik bedoel niet als vriendin-vriendin, als partner, nee, daarvoor hield hij veel te veel van mooie mannen. Met 'vriendin' bedoel ik gewoon iemand om lief en leed mee te delen, om mee te lachen en te huilen, iemand die er altijd voor je is en op wie je steeds kan rekenen, dat soort vriendin dus. Er zaten hier en daar wel wat periodes in hun leven waarin ze elkaar voor korte of langere tijd uit het oog verloren, maar eigenlijk hadden ze elkaar voor zover ze zich konden herinneren altijd al gekend. Ze groeiden op in aanpalende straten en zij was, als kind reeds, zowat de enige geweest die hem zonder vooroordelen of scrupules als volwaardige mens en vriend behandelde en aanvaarde. Vooral in de donkerste dagen van zijn leven had ze steeds onvoorwaardelijk en zonder oordeel voor hem klaar gestaan. Aan wie het horen wilde, vertelde hij wel eens dat ze een paar keer 'zijn leven gered had', iets wat zij steeds een beetje lacherig van de tafel veegde met 'da's toch maar normaal, daar zijn we toch vrienden voor'.
Het deed hem telkens weer ontzettend veel deugd om haar intens en met een bijna kinderlijk geluk te zien genieten als hij haar een keertje trakteerde op een fijn dagje aan zee, een mooi concert, lekker uit eten, of simpelweg een terrasje ergens in het zonnetje. 'Diva' noemde hij haar steevast met een brede glimlach. Niet alleen vanwege haar artistieke prestaties op allerlei podia en in menig kerkgebouw, maar vooral omdat hij vond dat ze ook puur als mens in alle opzichten absoluut groots was, een echt diva dus, vanbinnen en vanbuiten.
Glimlachend mijmerend over hun vriendschap kuierde de man langsheen de pittoreske kasseienstraatjes afgezoomd door de typische witgekalkte huisjes met felblauwe accenten van het eiland Myconos. Als het even kon, boekte hij graag een cruise voor zichzelf om in een rustig tempo en comfortabele omstandigheden steeds weer een nieuw stukje wereldschoonheid te ontdekken, en deze keer genoot hij met volle teugen van een vakantievaart langs een aantal Griekse eilanden.
Vanop de her en der verspreide terrasjes weerklonk het gezellige geroezemoes van de immer talrijk aanwezige toeristen. Overal om hem heen prezen charmante souvenirwinkeltjes hun uitgebreid assortiment kleurrijke prullaria aan. Helemaal opgaand in een heerlijk vakantiegevoel flaneerde ons heerschap lukraak verder door de steegjes van dit prachtige stadje. Voorbij wandelend aan een kleine juwelierszaak viel z'n oog ongewild op een bijzonder halssnoer in de etalage, alsof het speciaal om zíjn aandacht vroeg. Het juweel deed hem onmiddellijk aan z'n speciale vriendin denken. Niet dat hij op zoek naar iets voor haar was of zo -gewoonlijk bracht hij trouwens zelden of nooit voor iemand een geschenkje mee vanop één van z'n reizen- maar dit, dit zou haar werkelijk práchtig staan! "Volledig handgemaakt", vertelden de vriendelijk dames van het boetiekje, "met kralen in keramiek!" En, wat het voor een manspersoon uiteráárd meteen een stúk ingewikkelder maakt: verkrijgbaar in 2 totaal verschillende kleurencombinaties!... De kralen van de ketting uit het uitstalraam bestonden uit tinten grijs met rode en blauwe schakeringen, en de dames toonden hem maar wat graag een gelijkaardig exemplaar met een geel-oranje-oker-groen kleurenpalet. Potverdorie, dat maakte de keuze even helemaal onmogelijk. Meneer bedankte de beide dames hartelijk en besloot er even diep over na te denken. Welke kleuren zouden het mooiste zijn voor z'n maatje?... Terug in z'n kajuit, turend over het glinsterende water en de schitterende omgeving, trachtte hij zich de outfits van z'n diva voor de geest te halen. Ze was altijd om door een ringetje te halen, maar welke kleuren ze dan precies droeg, daar had hij eerlijk gezegd nooit zo op gelet... Blauw! Ja, hij had een sterk vermoeden dat hij haar al eens blauw zag dragen. En roze! Absoluut zonder enige twijfel. En ja, rood ook wel, dacht hij. Zwart? Dat moest welhaast, dat kon niet anders. Net zoals wit! Maar grijs bijvoorbeeld? Dat wist hij eigenlijk niet. Oker en aardetinten had hij precies ook nooit gezien. Of vergiste hij zich?... En hoe zat het met geel? En had ze nu laatst niet eens een keertje iets groens aan!?… Pffft. Een punthoofd kreeg hij ervan, ja. Lastig, hoor, zo een beslissing, buiten je comfortzone...
Die avond besloot onze reiziger even op te houden met z'n hoofd te pijnigen en ter ontspanning een stapje in de wereld te zetten. Hij zou z’n benen eens een keertje los gaan gooien op de dansvloer van een plaatselijke discotheek. Maar, dat sloeg hem lelijk tegen. De fenomenale decibels van de dreunende muziek deden bijna onmiddellijk serieus pijn aan z’n oren en tussen die dansende massa flitsend strakke jonge lijven voelde hij zich opeens volstrekt niet meer op z’n plaats. Jammer... Och, de rustgevende sfeer van het eiland en de bijzonder aangename zuiderse temperatuur nodigden uit tot nog een laat slentertoertje onder een hemelse sterrenpracht. Al wees de klok reeds 1u in de ochtend aan, de terrasjes zaten nog gezellig vol en zelfs in een groot deel van de winkeltjes was je op dit nachtelijke uur nog welkom. En kijk, alsof het zo moest zijn, ook bij het juwelierszaakje met dat fraaie halssnoer in de vitrine brandde nog licht. Het leek wel een teken! Nu moest het gebeuren, gewoonweg boem pats de knoop door hakken en klaar. De man stapte zelfverzekerd de winkel binnen en koos resoluut voor de grijs-blauw-rood-combinatie, die uit de etalage, die hij meteen helemaal te gek gevonden had toe z'n oog er op viel. Maar dat was buiten de verkoopsters gerekend. Ze hadden in exact deze kleuren namelijk ook nog twee verschillende maten van kralen! In de hoop geen nieuw denkproces te moeten starten, vroeg de man hen om raad. Zijn vriendin, een écht diva, was -hoe zeg je dat netjes- nogal aan de 'stevige kant', vertelde hij. ('Goed voorzien van oren en poten' verstaan ze vermoedelijk niet in Griekenland, hé.) De beide behulpzame dames besloten dat hij bij een 'mevrouw met wat meer gewicht' best voor de grotere kralen opteerde, wat hij ook prompt deed. "Oké! Pak maar in!", zei hij super tevreden en opgelucht. Maar de verkoopsters hadden blijkbaar het woord 'diva' nogal goed horen vallen en moesten daar toch echt nog eerst het fijne van weten. Was die mevrouw die hun halssnoer zou gaan dragen één of andere vedette misschien? Iemand die gekend was of beroemd zelfs? Een artieste of zo? Fier als een gieter vertelde de man in geuren en kleuren over z'n talentrijke vriendin, de 'echte óperazangeres'. De beide dames waren zwaar onder de indruk en vroegen zich luidop af of die bijzondere diva dan misschien ook hun mooie halssnoer bij concerten en zo zou gaan dragen... Het enthousiaste bevestigende antwoord van hun klant maakte hen buitengewoon gelukkig. Zo geweldig verrukt zelfs, dat ze hem bij het halssnoer pardoes ook de bijpassende armband inpakten. Gratis. Voor de diva. Met hoogachting. En voor de vriendschap. Met warme genegenheid.
Afgelopen Pinsterzondag, aan het eind van de misviering die ik als zangeres mocht opluisteren, kreeg ik, in de wandelgang richting welverdiende kop koffie, zonder veel omhaal of uitleg, een beetje in de rapte en bijna ongezien, van goeie vriend Jef een vermoedelijk in z'n koffer ietwat verfromfraaid geraakt wit pakje met blauwe letters toegestopt. In het bijzijn van ons moe, enkele andere bijzondere vrienden en een handvol fans –allemaal minstens even nieuwsgierig als ik zelf- opende ik, sowieso al ontzettend blij verrast, voorzichtig de papieren verpakking. Wauw, wat mooi! Alle aanwezigen waren het er roerend over eens: dit speciale halssnoer met bijpassende armband stond me ge-wél-dig! En die kleuren? Alsof ik ze zelf uitkoos, zo passend!
Beste Jef, dit is echt een schitterend cadeau. Ik ben er helemaal weg van! Het zal zeker en vast te pas en te onpas verschillende van mijn outfits vervolledigen. En dat er op de koop toe -met uiteraard ook bijzonder veel dank aan die lieve en meer dan behulpzame Griekse dames van het juwelierswinkeltje- nog zo een plezierig verhaal aan vast hangt, maakt het alleen nóg maar mooier. 💗