Elk bestaan kent een constant komen en gaan van mensen en dingen. We maken voortdurend kennis met massa's nieuwe zaken en nemen ook de hele tijd afscheid van minstens even veel. Meestal staan we daar niet zo bij stil, eventueel misschien bij bijzonder grootse gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld de aankoop van je eerste eigen stekje, afscheid nemen van je ouderlijk huis, het ontmoeten van je grote liefde, het moeten loslaten van een dierbare...
En soms, daar waar je het totaal niet verwacht, word je verrast, zoals ik vandaag. Volledig gepland nam ik vanmiddag de tijd om even stil te staan bij een, in eerste instantie vooral praktisch, afscheid. Maar 'k had niet kunnen inschatten dat het me, nog even een paar foto's en een filmke schietend, toch wat emotioneel zou maken, een beetje melancholisch zelfs...
Voor mijn gevoel heeft het m'n hele leven lang bestaan. Ik passeerde er in m'n jeugd, op weg naar school. De routes heen en weer naar m'n werk in de Vlaamse Opera, bij bloemenwinkel 7 Days, in de Hoedensalon, aan de balie van Hotel Villa Mozart, van en naar repetities en lessen in het Mago, en al die ontelbare andere verplaatsingen naar zoveel vergeten evenementen, ze liepen allemaal langst die ene plek. De laatste 2 decennia -schat ik ongeveer- kwam ik er minstens een paar keer per week, de laatste jaren zelfs bijna dagelijks: het premetrostation 'Opera'.
En vandaag stapte ik op weg naar m'n werk aan de balie voor de allerlaatste keer uit de tram op het zo vertrouwde perron. Vanaf morgen 1 september wordt, in het kader van de heraanleg van de Leien en het Operaplein, alles ontmanteld, al dan niet gesloopt en volledig herbouwd. Mijn reisjes om welke reden dan ook richting stad zullen dus zowiezo nooit meer hetzelfde zijn.
Ach ja, ook ik zag het heus wel achteruitgaan. Het station verloederde stilaan, voldeed niet helemaal meer aan de 'moderne' tijd, steeds vaker waren er dingen stuk -roltrappen, verlichting, ticketautomaten-, er was altijd wel ergens een lek, hele stukken stonden soms blank, en ondanks de inspanningen van de immer bezige poetsploegen zagen de trappen, gangen en ruimtes er steeds groezeliger uit. Je mag natuurlijk niet vergeten dat dit station in 1975 in gebruik werd genomen, samen met station Meir en Groenplaats, en daardoor letterlijk 'uit een andere eeuw' afstamt!... Dus, tijd voor verandering, tijd voor modernisering, tijd voor comfort, tijd voor veiligheid, tijd voor vooruitgang. En ook tijd voor de indienstneming van de reeds bestaande, maar voor de gewone reiziger verborgen, tunnels en perrons, die, half afgewerkt en dik onder het stof, na al die vele jaren nog steeds geduldig wachten op hun uiteindelijke bestemming.
De dichtersziel in mij bleef, zoals dichterszielen dat plegen te doen, nog even weemoedig hangen bij wat nu voorgoed voorbij is. Zoals ik de afgelopen maanden reeds bij elke passage met enig droefheid naar de grote lege plek keek waar al die tijd, 41 jaar lang, veilig achter glas, het omvangrijke terracotta kunstwerk 'Metro in de stad' van May Claerhout had gehangen. Haar oudste zoon was mijn eerste grote liefde en dat enorme beeld met de vele honderden figuurtjes en fraaie stadsmonumenten deed me elke keer weer met een warme glimlach aan hem en die lang vervlogen, nog zo zorgeloze en onschuldige tijd terugdenken. Zou er in het ontwerp van dat nieuwe ultramoderne kruisstation met 3 verdiepingen ook een plaatsje voor het beeld voorzien zijn? Geen idee. Afwachten dus, een jaartje of 2, 3...
In elke dag, elk seizoen, elk leven -eigenlijk in letterlijk àlles wat we zien, kennen, ervaren...- maakte het oude steeds weer plaats voor het nieuwe, en met een beetje geluk meteen ook voor iets van een hoger niveau, een betere kwaliteit. Zeker als je het hebt over premetrostations. ;-)
Over muziek, poezen, bloemen, mensen, kerstmis... en zo veel meer. Geniet mee van de grote en kleine belevenissen en bedenkingen van zangeres Kristina Meganck.
woensdag 31 augustus 2016
maandag 29 augustus 2016
Daghospitaaldagje.
De nevel die laag tussen de bomen en over de grasvelden hing deed al een beetje aan herfst denken, maar de hemel kleurde prachtig oranje-roze-rood van de opkomende zon. De wereld lag er fris bij, klaar voor een nieuwe dag. En ik, nog in twijfel of ík er wel klaar voor was, ik wachtte op de bus die mij naar het ziekenhuis zou brengen voor -alwéér- een operatie. Dit maal eentje die me hopelijk, na een lange 2,5 jaar, van de onophoudelijke kaak-, gewricht-, tand-, hoofd- en nekpijn af zou helpen. Een ingreep die meteen ook al mijn muzikale begeleiders moet verlossen van de immer aanwezige angst dat m'n mond toch eens een keer niét meer dicht zou gaan -en die kans zat er àltijd in-, en zij me hardhandig zouden moeten 'redden'...
Ontzettend goed op tijd melde ik mij -zoals gewenst volledig nuchter- aan bij de balie voor alle mogelijke voorafgaande testen. Als je 50+ bent nemen ze immers absoluut geen enkel risico meer met je... "Gelieve, met het gele mapje duidelijk zichtbaar, plaats te nemen in de inkomhal aub -bij de andere gelaten afwachtende sukkelaars dus- een vrijwilliger komt u daar ophalen".
Een vrolijke vrijwilliger kon je haar moeilijk noemen. Lachen was duidelijk niet besteed aan deze dame, en de geforceerde manier waarop ze onze namen afriep deed aan een tuchtschool denken: je sprong als vanzelf in houding.
'Volg me!' blafte ze, en de hele groep gehoorzaamde zonder morren. Er werd niet één woord gewisseld. En terwijl ze ons aanmaande tempo te maken, goed ter been of niet, geen compassie, stopte ze zelf steeds midden in de gang en steevast ook in elk deurgat, en hield zo opnieuw en opnieuw de voortgang van zaken in hoogst eigen persoon faliekant op. Hilarisch en irritant tegelijkertijd.
Eerste stop: bloedafname. Een goedgeluimde sympathieke jonge laborante trachtte haar werk op een enigszins georganiseerde manier te volbrengen in een, zo vroeg op de dag reeds, gloeiend heet minikamertje dat duidelijk ook als opbergruimte dienst deed. Voorlopig zag ze er de lol nog van in...
De vrijwilligster beval ons daar te wachten terwijl zij 'de volgende lading' ophaalde, riep bij terugkomst nogmaals streng onze namen af -min twee, want die mochten al beschikken- en stoomde met ons in haar kielzog naar de elektrocardiogram. Weer netjes op commando neerzitten en wachten.
Om de tijd te doden las ik telkens een stukje verder in de boeiende Engelstalige roman, geschreven door een vriend van me, en dat hadden m'n lotgenoten blijkbaar opgemerkt, want men sprak mij hoofdzakelijk in het Engels aan. Best grappig om dan in ongelofelijk keurig Nederlands te antwoorden! Of in het Frans, ter afwisseling...
Voor het grootste gedeelte van het gezelschap hield de reis daar bij het hartonderzoek op. De gendarme-begeleidster moest nog slecht mezelf meenemen en een meneer zonder tanden, die de hele tijd speekselend wou vertellen over al z'n vele facturen. En inderdaad: die twee namen moesten tóch ook weer luid afgeroepen worden, waarna we als opgejaagd wild voor haar uit stoven, de lange gangen door, richting longfoto.
Bij mijn buitenkomen aan de radiografie: iedereen verdwenen. Een lege gang, lege wachtzaal, rijen en rijen lege stoelen. Misschien was dit de laatste halte van de ene man geweest, maar mij wachtte nog een afspraak voor de longfunctie! "Dan maar op eigen houtje", dacht ik, maar slechts een paar meter verder hield een andere -veel vriendelijkere- vrijwilligster me staande, gebriefd om uit te kijken naar 'een juffrouw (ja, echt) met een lichtblauwe blouse', die persoon te onderscheppen en te droppen bij de dagkliniek. "Nog een afspraak? Ik weet van niks", zei ze, "dat sorteren ze dààr maar uit!" en leverde me zonder pardon af aan de zoveelste balie.
"Kamer 133, goed onthouden, hoor," knipoogde de vriendelijke verpleger en deed me een extra armbandje aan 'om me niet kwijt te raken in het gebouw'. Na wat instructies, een pak info en een eindeloze waslijst vragen waarvan ik af en toe zowat de slappe lach kreeg merkte hij op "O, u heeft nog een afspraak voor uw longfunctie! Oei, dan gaan we moeten opschieten. Weet u zelf de weg of...?" Ik kon niet snel genoeg 'ja, natuurlijk!' zeggen en weg was ik.
Weet je, het fijne aan al die testen is dat je even een volledige check-up krijgt en meteen weet dat je hart -ondanks zo vaak gebroken- nog steeds in uitstekende gezondheid je bloed krachtig rondpompt, bloed dat ook netjes àlles in zich heeft wat nodig is en ook niets teveel, en dat je longen een absoluut schitterend plaatje opleveren. Maar dat laatste onderzoek, werkelijk ge-wel-dig! Een ontzettend grappige verpleegster liet me plaatsnemen in een glazen hokje waar ik, met een mondstuk in mijn snater en een neusklem op m'n snufferd, op haar bijzonder enthousiaste aangeven moest in- en uitademen. Dan weer snel, dan weer traag, of heeeeel diep, heeeel lang, enz... Toen ik haar vertelde dat ze haar test afnam bij een 'klassieke geschoolde zangeres, opera en zo' lag ze om zoveel overduidelijk onnodige moeite volledig in een deuk, ze kwam er bijna niet meer van bij! En zoals te verwachten lagen mijn longinhoud en -capaciteiten vér boven het gemiddelde, waarop ik "O, gelukkig maar!" gniffelde, wat alweer goed was voor zo'n zalig bulderend lachsalvo.
De operatie stond pas gepland om 16u, doch nog maar net terug op m'n bed, het zal ongeveer 12u30 geweest zijn, kwam een moederlijke verpleegster me verzoeken al m'n spullen in het kluisje te steken, eventuele haarspelden en juwelen te verwijderen, m'n kledij uit te trekken en in te ruilen voor het gekende schortje, en me in bed te installeren: ik was nu meteen reeds aan de beurt!
En van daaraf ging het plots razend snel: ze sjeesden met m'n bed door de gangen en liften -m'n haar wapperde er van in de wind, écht-, parkeerde me kordaat in het wachtkwartier en voor ik het goed en wel besefte lag ik onder de grote lampen op de operatietafel, zag in een flits het ernstige gezicht van de anesthesist, ving een glimp op van de vrolijke snuit van de chirurg, en 'knip' m'n licht ging uit... En alsof er slecht één seconde voorbij was gegaan ontwaakte ik in de recovery met de mij ondertussen bijna 'vertrouwde' totale paniek. Pijn en angst. Mijn gespartel en geluidjes irriteerden duidelijk één van de verplegers nogal, want hij sloot resoluut alle gordijnen om me heen! Niet zo fijn eigenlijk... En omdat ik op die manier wat uit het zicht lag vergat men mij blijkbaar een beetje. Meer dan twee uur later, ondertussen volledig wakker, rolde ik dankzij een andere erg lieve verpleegster dan toch weer met bed en al kamer 133 in.
Daar ijsbeerde een zeer nerveuze oudere dame, op blote voeten, van kop tot teen gehuld in het zwart, hoofddoek en lang gewaad, heen en weer. Met een stralende glimlach op het verweerde gerimpelde maar o zo vriendelijk gezicht vroeg ze me of ik Arabisch sprak. Aangezien ik die taal niet meester ben en zij zich uitsluitend daarin kon uitdrukken behielpen we ons met gebarentaal en het occasionele woord -uit gelijk welke taal- dat we allebei begrepen. Haar dochter werd geopereerd, ze wachtte al 3 uur vol angst en was oprecht blij eindelijk even met iemand te kunnen spreken. En bij gebrek aan beter begon ze dan maar voor mij te zorgen: ze schikte m'n dekens, plooide m'n lakens, klopte m'n kussen op en hield m'n hand een tijdje vast. Lief, hé.
De doktersassistente bevond me fris genoeg voor vertrek en maande me aan toch een beetje op te schieten met omkleden en inpakken, zodat ik nog voor het sluitingsuur bij de apotheek aan de overkant van het ziekenhuis al m'n medicatie zou kunnen gaan kopen, maar 'k moest wel voorzichtig zijn en niet vallen. De verpleegster bracht me - hoera, éindelijk! bijna uitgedroogd van grote dorst!- een flesje water en een energiedrankje... da'k niet kon drinken wegens én lactose én gluten. Bon, met -ter vervanging dan maar- een stevig gesuikerd kopje thee in m'n maag en een grote ijszak tegen de rechterkant van m'n hoofd stapte ik, na een omwegje langst de zeer behulpzame apotheker, de bus naar huis weer op, naar m'n lekkere zetel, m'n heerlijke bed, het gezelschap van m'n knuffelpoezen en vooral drinken in overvloed.
De beademingstube heeft m'n stem wat gekwetst, de hele rechterkant van m'n gezicht is tijdelijk volledig 'raar', zelfs m'n haar doet vreemd, de pijn is nog niet helemaal onder controle, ik ben een zoveelste litteken rijker en 't blijft nog afwachten of deze ingreep me écht helpt... maar ik grinnik al de hele tijd da'k verdorie m'n stappenteller had moeten aandoen! Wie weet hoeveel kilometer ik in die plus-minus 10 uur wel niet afgelegd heb, hé... hihihi
Kortom, de moraal van dit verhaal: als je er voor open staat, beleef je echt óveral avonturen, inclusief de bijhorende brede waaier aan boeiende ontmoetingen. Zélfs tijdens één enkel daghospitaaldagje! :-)
Ontzettend goed op tijd melde ik mij -zoals gewenst volledig nuchter- aan bij de balie voor alle mogelijke voorafgaande testen. Als je 50+ bent nemen ze immers absoluut geen enkel risico meer met je... "Gelieve, met het gele mapje duidelijk zichtbaar, plaats te nemen in de inkomhal aub -bij de andere gelaten afwachtende sukkelaars dus- een vrijwilliger komt u daar ophalen".
Een vrolijke vrijwilliger kon je haar moeilijk noemen. Lachen was duidelijk niet besteed aan deze dame, en de geforceerde manier waarop ze onze namen afriep deed aan een tuchtschool denken: je sprong als vanzelf in houding.
'Volg me!' blafte ze, en de hele groep gehoorzaamde zonder morren. Er werd niet één woord gewisseld. En terwijl ze ons aanmaande tempo te maken, goed ter been of niet, geen compassie, stopte ze zelf steeds midden in de gang en steevast ook in elk deurgat, en hield zo opnieuw en opnieuw de voortgang van zaken in hoogst eigen persoon faliekant op. Hilarisch en irritant tegelijkertijd.
Eerste stop: bloedafname. Een goedgeluimde sympathieke jonge laborante trachtte haar werk op een enigszins georganiseerde manier te volbrengen in een, zo vroeg op de dag reeds, gloeiend heet minikamertje dat duidelijk ook als opbergruimte dienst deed. Voorlopig zag ze er de lol nog van in...
De vrijwilligster beval ons daar te wachten terwijl zij 'de volgende lading' ophaalde, riep bij terugkomst nogmaals streng onze namen af -min twee, want die mochten al beschikken- en stoomde met ons in haar kielzog naar de elektrocardiogram. Weer netjes op commando neerzitten en wachten.
Om de tijd te doden las ik telkens een stukje verder in de boeiende Engelstalige roman, geschreven door een vriend van me, en dat hadden m'n lotgenoten blijkbaar opgemerkt, want men sprak mij hoofdzakelijk in het Engels aan. Best grappig om dan in ongelofelijk keurig Nederlands te antwoorden! Of in het Frans, ter afwisseling...
Voor het grootste gedeelte van het gezelschap hield de reis daar bij het hartonderzoek op. De gendarme-begeleidster moest nog slecht mezelf meenemen en een meneer zonder tanden, die de hele tijd speekselend wou vertellen over al z'n vele facturen. En inderdaad: die twee namen moesten tóch ook weer luid afgeroepen worden, waarna we als opgejaagd wild voor haar uit stoven, de lange gangen door, richting longfoto.
Bij mijn buitenkomen aan de radiografie: iedereen verdwenen. Een lege gang, lege wachtzaal, rijen en rijen lege stoelen. Misschien was dit de laatste halte van de ene man geweest, maar mij wachtte nog een afspraak voor de longfunctie! "Dan maar op eigen houtje", dacht ik, maar slechts een paar meter verder hield een andere -veel vriendelijkere- vrijwilligster me staande, gebriefd om uit te kijken naar 'een juffrouw (ja, echt) met een lichtblauwe blouse', die persoon te onderscheppen en te droppen bij de dagkliniek. "Nog een afspraak? Ik weet van niks", zei ze, "dat sorteren ze dààr maar uit!" en leverde me zonder pardon af aan de zoveelste balie.
"Kamer 133, goed onthouden, hoor," knipoogde de vriendelijke verpleger en deed me een extra armbandje aan 'om me niet kwijt te raken in het gebouw'. Na wat instructies, een pak info en een eindeloze waslijst vragen waarvan ik af en toe zowat de slappe lach kreeg merkte hij op "O, u heeft nog een afspraak voor uw longfunctie! Oei, dan gaan we moeten opschieten. Weet u zelf de weg of...?" Ik kon niet snel genoeg 'ja, natuurlijk!' zeggen en weg was ik.
Weet je, het fijne aan al die testen is dat je even een volledige check-up krijgt en meteen weet dat je hart -ondanks zo vaak gebroken- nog steeds in uitstekende gezondheid je bloed krachtig rondpompt, bloed dat ook netjes àlles in zich heeft wat nodig is en ook niets teveel, en dat je longen een absoluut schitterend plaatje opleveren. Maar dat laatste onderzoek, werkelijk ge-wel-dig! Een ontzettend grappige verpleegster liet me plaatsnemen in een glazen hokje waar ik, met een mondstuk in mijn snater en een neusklem op m'n snufferd, op haar bijzonder enthousiaste aangeven moest in- en uitademen. Dan weer snel, dan weer traag, of heeeeel diep, heeeel lang, enz... Toen ik haar vertelde dat ze haar test afnam bij een 'klassieke geschoolde zangeres, opera en zo' lag ze om zoveel overduidelijk onnodige moeite volledig in een deuk, ze kwam er bijna niet meer van bij! En zoals te verwachten lagen mijn longinhoud en -capaciteiten vér boven het gemiddelde, waarop ik "O, gelukkig maar!" gniffelde, wat alweer goed was voor zo'n zalig bulderend lachsalvo.
De operatie stond pas gepland om 16u, doch nog maar net terug op m'n bed, het zal ongeveer 12u30 geweest zijn, kwam een moederlijke verpleegster me verzoeken al m'n spullen in het kluisje te steken, eventuele haarspelden en juwelen te verwijderen, m'n kledij uit te trekken en in te ruilen voor het gekende schortje, en me in bed te installeren: ik was nu meteen reeds aan de beurt!
En van daaraf ging het plots razend snel: ze sjeesden met m'n bed door de gangen en liften -m'n haar wapperde er van in de wind, écht-, parkeerde me kordaat in het wachtkwartier en voor ik het goed en wel besefte lag ik onder de grote lampen op de operatietafel, zag in een flits het ernstige gezicht van de anesthesist, ving een glimp op van de vrolijke snuit van de chirurg, en 'knip' m'n licht ging uit... En alsof er slecht één seconde voorbij was gegaan ontwaakte ik in de recovery met de mij ondertussen bijna 'vertrouwde' totale paniek. Pijn en angst. Mijn gespartel en geluidjes irriteerden duidelijk één van de verplegers nogal, want hij sloot resoluut alle gordijnen om me heen! Niet zo fijn eigenlijk... En omdat ik op die manier wat uit het zicht lag vergat men mij blijkbaar een beetje. Meer dan twee uur later, ondertussen volledig wakker, rolde ik dankzij een andere erg lieve verpleegster dan toch weer met bed en al kamer 133 in.
Daar ijsbeerde een zeer nerveuze oudere dame, op blote voeten, van kop tot teen gehuld in het zwart, hoofddoek en lang gewaad, heen en weer. Met een stralende glimlach op het verweerde gerimpelde maar o zo vriendelijk gezicht vroeg ze me of ik Arabisch sprak. Aangezien ik die taal niet meester ben en zij zich uitsluitend daarin kon uitdrukken behielpen we ons met gebarentaal en het occasionele woord -uit gelijk welke taal- dat we allebei begrepen. Haar dochter werd geopereerd, ze wachtte al 3 uur vol angst en was oprecht blij eindelijk even met iemand te kunnen spreken. En bij gebrek aan beter begon ze dan maar voor mij te zorgen: ze schikte m'n dekens, plooide m'n lakens, klopte m'n kussen op en hield m'n hand een tijdje vast. Lief, hé.
De doktersassistente bevond me fris genoeg voor vertrek en maande me aan toch een beetje op te schieten met omkleden en inpakken, zodat ik nog voor het sluitingsuur bij de apotheek aan de overkant van het ziekenhuis al m'n medicatie zou kunnen gaan kopen, maar 'k moest wel voorzichtig zijn en niet vallen. De verpleegster bracht me - hoera, éindelijk! bijna uitgedroogd van grote dorst!- een flesje water en een energiedrankje... da'k niet kon drinken wegens én lactose én gluten. Bon, met -ter vervanging dan maar- een stevig gesuikerd kopje thee in m'n maag en een grote ijszak tegen de rechterkant van m'n hoofd stapte ik, na een omwegje langst de zeer behulpzame apotheker, de bus naar huis weer op, naar m'n lekkere zetel, m'n heerlijke bed, het gezelschap van m'n knuffelpoezen en vooral drinken in overvloed.
De beademingstube heeft m'n stem wat gekwetst, de hele rechterkant van m'n gezicht is tijdelijk volledig 'raar', zelfs m'n haar doet vreemd, de pijn is nog niet helemaal onder controle, ik ben een zoveelste litteken rijker en 't blijft nog afwachten of deze ingreep me écht helpt... maar ik grinnik al de hele tijd da'k verdorie m'n stappenteller had moeten aandoen! Wie weet hoeveel kilometer ik in die plus-minus 10 uur wel niet afgelegd heb, hé... hihihi
Kortom, de moraal van dit verhaal: als je er voor open staat, beleef je echt óveral avonturen, inclusief de bijhorende brede waaier aan boeiende ontmoetingen. Zélfs tijdens één enkel daghospitaaldagje! :-)
dinsdag 23 augustus 2016
Fan of geen fan...
Fans, daar ben ik als artiest uiteraard dol op. En ik hou erg veel van al die fans van mij. Maar daar wou ik het vandaag even niet over hebben. 'Fan' is namelijk ook het Engelse woord voor ventilator. En ik hield ook erg veel van dié fan, mijn ventilator dus.
Inderdaad, u leest het goed, 'hield', want hij heeft de geest gegeven...
En zoals met zovele van mijn spulletjes was ook deze ventilator niet zomaar een gebruiksvoorwerp, doch een dierbaar iets, behangen met herinneringen.
Ik kocht hem zoveel jaar geleden, tijdens een lange, gloeiend hete zomer, het zweten meer dan beu, ergens halverwege tussen Beveren en Zwijndrecht bij Kringwinkel Ibogem, ondergebracht in een hoog groen torengebouw waar ik bij elk bezoek even m'n hoogtevrees moest temmen. 't Is te zeggen, ik betààlde hem -slechts 7 euro- want hij werd door m'n vader gevonden tussen alle andere tweedehands electronica. Ik zie hem nog altijd tussen de metalen rekken staan, mijn vader, nét niet op en neer springend van contentement, de gescoorde ventilator hoog boven z'n hoofd tillend in een triomfantelijk gebaar -kijk, Kristina, kijk!- alsof het de wereldcup voetbal of zo iets was. Dat zijn dingen die me toch steeds weer voor de geest komen en me doen glimlachen elke keer we in dit landje weer eens ventilatorweer hebben en het toestel met z'n zwaar zoemende bladen me toch een klein beetje koelte toewuift zodat ik ten minste niet helemaal dreig te verdrinken in m'n eigen zweet... Het luid zeurende, net niet gek-makende bromgeluid hield me uit m'n slaap, maar het was niet anders. Liever koel en wat lawaaierig, dus wat oppervlakkiger dutten, dan doorweekt en drijfnat van 't zweet een nacht onrustig woelen.
Aan het begin van deze zomer haalde ik de ventilator van de kast en vanonder het winterstof, en zette hem op z'n vertrouwde plekje in de slaapkamer. Twee nachten heeft hij nog het beste van zichzelf gegeven... en toen: niets meer. Alsof hij niet langer meer de kracht kon opbrengen z'n wieken rond te draaien.
En ja, ik heb hem volledig uit elkaar gevezen, nagekeken, ook aan de binnenkant van stof ontdaan, voorzichtig een drupje smeermiddel gegeven... en zolang ik hem niet volledig weer in elkaar zette dééd hij het, zij het uitsluitend op de hoogste stand en met af en toe een duwtje van mijn hand. Doch telkens ik àl z'n stukken weer volledig vast vees: behalve een diep ontevreden zacht gegrom, niks meer. Noegabollen nul noppes nada.
De ventilator-met-herinneringen staat nu al een tijdje, opnieuw, uitgebreid stof te verzamelen in de rommelkamer en ik vergat dat ik hem eigenlijk ook nog eens professioneel wou laten nakijken.
En vandaag begon die hittegolf. Bam, meteen 30 graden!
In het zachte flapperwindje van het kleine ventilatortje achter mijn balie overviel me m'n niet-voorbereid-zijn op zulke hitte. Meteen herinnerde ik me ook het gesprek met m'n beste vriendin om met m'n ecocheques eens op zoek te gaan naar een nieuw koele-lucht-blazertje. Een uitstapje dat er, hoe raad u het zo, nog steeds niet van gekomen was.
Zalig om leuke vrienden te hebben in zulke situatie. M'n maatje Stefaan vertelde over zijn eigen geweldige ventilator, online gekocht, die mij door de handige extra snufjes -afstandsbediening (hoef je niet uit bed om hem harder of zachter te zetten!), snoesinstelling (zo zet hij zichzelf na de gewenste tijd uit), optie zeebriesje (bijna geruisloos en toch nog verfrissend), en vooral bijzonder stil én betaalbaar- meteen voor zich gewonnen had. En, stante pede online besteld door de -zoals gewoonlijk- onmiddelijk sympathiek ter hulp schietende Rudi, echtgenoot van diezelfde beste vriendin, wordt het mij van smelten reddende designer koelding morgen al, hoera hoera hoera, bij me thuis geleverd!
En neen, hij was niet in het roze verkrijgbaar. Spijtig maar helaas, een mens kan niet àlles hebben, hé. ;-)
En voor vannacht? Tja, druipend in de badkuip gaan liggen om die emmers zweet te laten afvloeien, da's niet echt comfortabel slapen -toch wreed spijtig dat er niet ineens een paar kilo overtollig vet mee wegsmelt, hé- dus er wacht me een paar uurtjes wreed vochtig draaien en keren in bed. De stapel hoog-absorberende badhanddoeken ligt al klaar. Maar... daardoor zal ik morgennacht, positief ingesteld als ik ben, des te meer oneindig dankbaar zijn voor de koele bries in de kamer en die nieuwe fan gegarandeerd ten volle waarderen.
Artistieke toestanden of verfrissende luchtverplaatsingen, 't maakt niet uit: u mag gerust noteren dat ik, bijzonder enthousiast, met overtuiging fan ben van absoluut àl mijn geweldige fans! :-)
Inderdaad, u leest het goed, 'hield', want hij heeft de geest gegeven...
En zoals met zovele van mijn spulletjes was ook deze ventilator niet zomaar een gebruiksvoorwerp, doch een dierbaar iets, behangen met herinneringen.
Ik kocht hem zoveel jaar geleden, tijdens een lange, gloeiend hete zomer, het zweten meer dan beu, ergens halverwege tussen Beveren en Zwijndrecht bij Kringwinkel Ibogem, ondergebracht in een hoog groen torengebouw waar ik bij elk bezoek even m'n hoogtevrees moest temmen. 't Is te zeggen, ik betààlde hem -slechts 7 euro- want hij werd door m'n vader gevonden tussen alle andere tweedehands electronica. Ik zie hem nog altijd tussen de metalen rekken staan, mijn vader, nét niet op en neer springend van contentement, de gescoorde ventilator hoog boven z'n hoofd tillend in een triomfantelijk gebaar -kijk, Kristina, kijk!- alsof het de wereldcup voetbal of zo iets was. Dat zijn dingen die me toch steeds weer voor de geest komen en me doen glimlachen elke keer we in dit landje weer eens ventilatorweer hebben en het toestel met z'n zwaar zoemende bladen me toch een klein beetje koelte toewuift zodat ik ten minste niet helemaal dreig te verdrinken in m'n eigen zweet... Het luid zeurende, net niet gek-makende bromgeluid hield me uit m'n slaap, maar het was niet anders. Liever koel en wat lawaaierig, dus wat oppervlakkiger dutten, dan doorweekt en drijfnat van 't zweet een nacht onrustig woelen.
Aan het begin van deze zomer haalde ik de ventilator van de kast en vanonder het winterstof, en zette hem op z'n vertrouwde plekje in de slaapkamer. Twee nachten heeft hij nog het beste van zichzelf gegeven... en toen: niets meer. Alsof hij niet langer meer de kracht kon opbrengen z'n wieken rond te draaien.
En ja, ik heb hem volledig uit elkaar gevezen, nagekeken, ook aan de binnenkant van stof ontdaan, voorzichtig een drupje smeermiddel gegeven... en zolang ik hem niet volledig weer in elkaar zette dééd hij het, zij het uitsluitend op de hoogste stand en met af en toe een duwtje van mijn hand. Doch telkens ik àl z'n stukken weer volledig vast vees: behalve een diep ontevreden zacht gegrom, niks meer. Noegabollen nul noppes nada.
De ventilator-met-herinneringen staat nu al een tijdje, opnieuw, uitgebreid stof te verzamelen in de rommelkamer en ik vergat dat ik hem eigenlijk ook nog eens professioneel wou laten nakijken.
En vandaag begon die hittegolf. Bam, meteen 30 graden!
In het zachte flapperwindje van het kleine ventilatortje achter mijn balie overviel me m'n niet-voorbereid-zijn op zulke hitte. Meteen herinnerde ik me ook het gesprek met m'n beste vriendin om met m'n ecocheques eens op zoek te gaan naar een nieuw koele-lucht-blazertje. Een uitstapje dat er, hoe raad u het zo, nog steeds niet van gekomen was.
Zalig om leuke vrienden te hebben in zulke situatie. M'n maatje Stefaan vertelde over zijn eigen geweldige ventilator, online gekocht, die mij door de handige extra snufjes -afstandsbediening (hoef je niet uit bed om hem harder of zachter te zetten!), snoesinstelling (zo zet hij zichzelf na de gewenste tijd uit), optie zeebriesje (bijna geruisloos en toch nog verfrissend), en vooral bijzonder stil én betaalbaar- meteen voor zich gewonnen had. En, stante pede online besteld door de -zoals gewoonlijk- onmiddelijk sympathiek ter hulp schietende Rudi, echtgenoot van diezelfde beste vriendin, wordt het mij van smelten reddende designer koelding morgen al, hoera hoera hoera, bij me thuis geleverd!
En neen, hij was niet in het roze verkrijgbaar. Spijtig maar helaas, een mens kan niet àlles hebben, hé. ;-)
En voor vannacht? Tja, druipend in de badkuip gaan liggen om die emmers zweet te laten afvloeien, da's niet echt comfortabel slapen -toch wreed spijtig dat er niet ineens een paar kilo overtollig vet mee wegsmelt, hé- dus er wacht me een paar uurtjes wreed vochtig draaien en keren in bed. De stapel hoog-absorberende badhanddoeken ligt al klaar. Maar... daardoor zal ik morgennacht, positief ingesteld als ik ben, des te meer oneindig dankbaar zijn voor de koele bries in de kamer en die nieuwe fan gegarandeerd ten volle waarderen.
Artistieke toestanden of verfrissende luchtverplaatsingen, 't maakt niet uit: u mag gerust noteren dat ik, bijzonder enthousiast, met overtuiging fan ben van absoluut àl mijn geweldige fans! :-)
vrijdag 12 augustus 2016
De kracht van een glimlach.
Van kop tot teen gehuld in de vele lagen van een eindeloos aantal meters prachtige Afrikaanse stof, met naast de typische motieven ook een fraaie, in goud geborduurde, sierrand, stond ze op de volle tram, tussen de vele andere reizigers door, juistekes in mijn gezichtsveld. Vermoedelijk bewonderde ik haar outfit net een paar seconden te lang, want steels keek zij terug, een beetje onderzoekend. Toen onze ogen elkaar kruisten verscheen er een verlegen glimlachje op haar mooie zwarte gezicht. En, ge kent mij: meer heb ik echt niet nodig om totaal ontwapenend, volledig open en blij, breed terug te lachen.
Aan het station moest ik overstappen op een andere tram, en zij blijkbaar ook. Ze nam, in afwachting van, plaats op een bankje en ik zette me, op de enige nog vrije plek, vlak naast haar. Voorzichtig gluurde ze, met opnieuw die wat verlegen glimlach, even opzij naar mij en ik lachte uiteraard ook weer terug.
Wegens het lang uitblijven van het gewenste tramnummer -het was al snel duidelijk dat we op hetzelfde wachtten- klonk er af en toe bij ons allebei een diepe zucht, er werd al eens iets onverstaanbaar gemompeld, we wiebelden bijna tegelijk met onze voeten... En dat deed ons giechelden. Zo zaten we daar naast elkaar op het perron, bijzonder bewust van elkaars aanwezigheid, maar alle twee nog net niet moedig genoeg om de andere aan te spreken.
Eindelijk op de tram: één vrij bankje, voor twee. Ik wiste met m'n glimlach meteen al haar twijfel om naast me te komen zitten weg, en, eenmaal gezeten, uitte ik mijn bewondering voor haar jurk. Verlegen verontschuldigde ze zich voor haar povere Nederlands. Maar daar zit ik niet mee, we gingen eenvoudigweg over op Frans. Ze kwam uit Burundi, gevlucht voor de vreselijke oorlogen, en vond het hier erg koud. Niet alleen letterlijk -vandaar die vele lagen stof natuurlijk- maar ook figuurlijk, tussen de mensen hier... Mijn vriendelijkheid verbaasde haar dus echt wel.
Bij de laatste ondergrondse stop van de tram, nadat we zeker al 10 minuten stil stonden, liet de bestuurder weten dat hij wegens een ongeval een omweg van een 15-tal minuten zou moeten maken. Wie wou uitstappen mocht dat.
"Dan neem ik de bus voor het vervolg van m'n route naar huis", zei ik tegen m'n zwarte reisgenote die meteen wist welke bus ik bedoelde, het een prima plan vond en dus met me mee ging, de vele eindeloos lijkende trappen omhoog.
Spijtig genoeg zag ik met mijn lumineus idee één dingetje, klein detail -hum- over het hoofd: daarboven lagen honderden meters straat en een volledig kruispunt onherkenbaar opengebroken -wat we eigenlijk, als trouwe gebruikers van deze route, allebei al lang wisten maar in ons enthousiasme even vergeten waren- dus: geen bus uiteraard. Luidop lachend om onze eigen dommigheid en honderduit babbelend alsof we elkaar al jaren kenden daalden we dan maar weer af in de diepte van het metrostation en arriveerden net op tijd voor de volgende tram met het juiste lijnnummer. Vrolijk kwetterend propte we ons tussen de rest van de 'sardientjes' en ons opgewekt gesprek werkte aanstekelijk bij het groepje jongedames, allemaal met hoofddoek, waar we tussen plakten.
Ook nu brak mijn glimlach het ijs en na mijn -ik, de eeuwig vrolijke optimist- "Hoera, we doen zo dadelijk een heel uitzonderlijk ommetje met de tram, hoe spannend!" vond niemand om ons heen het nog erg dat we wat later thuis zouden geraken.
Terwijl ik figureerde als tolk voor de nodige simultane vertaling, van 't Nederlands naar 't Frans en terug, babbelde iedereen ongedwongen met iedereen, ambiance alom. Bij de aankondiging van déze chauffeur -zijn tram had ondertussen ook nog niet één centimeter bewogen- dat we dan tóch langst de normale route zou rijden was iedereen het dan ook meteen, breed lachend, roerend met me eens toen ik grapte "Allé jong, da meende nu toch ni! Amai, da's echt keispijtig!..."
De Afrikaanse mevrouw moest nog een paar haltes verder, maar één van de meisjes -lang, slank, mooi, ik denk Marokkaans, maar zeker hier geboren- verliet de tram samen met mij en wandelde nog een stukje mee terwijl ze haar intense blijheid uitte over dat super gezellige tramritje, waarin kleur, afkomst, leeftijd en zelfs taal uitzonderlijk eens een keertje géén barrière vormde...
"Als meer mensen zo zouden zijn, en dit vaker gebeurde, dan zou de wereld er volledig anders uit zien!" zuchtte ze nog. "Juist daarom schrijf ik dit soort belevenissen neer in een blogje", vertelde ik haar, "met de hoop mensen te inspireren, al was het maar één iemand..." En geweldig enthousiast die verhaaltjes ook te kunnen lezen schreef ze gretig de Google-gegevens op.
Ik weet dat men mij soms behoorlijk, zelfs kinderlijk, naïef vindt, en onrealistisch, wereldvreemd, als ik beweer dat één oprechte warme glimlach krachtig genoeg is om de hele wijde wereld te veranderen. Volgens mij is één 'smile' altijd de start van een positieve kettingreactie, zoals één kleine druppel in een enorme watervlakte naar alle kanten eindeloos uitdeinende cirkels op de waterspiegel veroorzaakt.
Zowiezo, zonder dom te zijn of het grote plaatje uit het oog te verliezen, alle beetjes helpen, hoe klein ook. Juist die ogenschijnlijk totaal onbelangrijke dingen, die we allemaal aan kunnen, hebben we hard nodig. Me dunkt dat deze waar gebeurde story daar toch ook weer een erg mooi bewijs van is...
Dus -zeg maar dat ik het gezegd heb- laat deze wereld jouw glimlach niet veranderen, maar verander met jouw glimlach de wereld! *Smile!* :-)
Aan het station moest ik overstappen op een andere tram, en zij blijkbaar ook. Ze nam, in afwachting van, plaats op een bankje en ik zette me, op de enige nog vrije plek, vlak naast haar. Voorzichtig gluurde ze, met opnieuw die wat verlegen glimlach, even opzij naar mij en ik lachte uiteraard ook weer terug.
Wegens het lang uitblijven van het gewenste tramnummer -het was al snel duidelijk dat we op hetzelfde wachtten- klonk er af en toe bij ons allebei een diepe zucht, er werd al eens iets onverstaanbaar gemompeld, we wiebelden bijna tegelijk met onze voeten... En dat deed ons giechelden. Zo zaten we daar naast elkaar op het perron, bijzonder bewust van elkaars aanwezigheid, maar alle twee nog net niet moedig genoeg om de andere aan te spreken.
Eindelijk op de tram: één vrij bankje, voor twee. Ik wiste met m'n glimlach meteen al haar twijfel om naast me te komen zitten weg, en, eenmaal gezeten, uitte ik mijn bewondering voor haar jurk. Verlegen verontschuldigde ze zich voor haar povere Nederlands. Maar daar zit ik niet mee, we gingen eenvoudigweg over op Frans. Ze kwam uit Burundi, gevlucht voor de vreselijke oorlogen, en vond het hier erg koud. Niet alleen letterlijk -vandaar die vele lagen stof natuurlijk- maar ook figuurlijk, tussen de mensen hier... Mijn vriendelijkheid verbaasde haar dus echt wel.
Bij de laatste ondergrondse stop van de tram, nadat we zeker al 10 minuten stil stonden, liet de bestuurder weten dat hij wegens een ongeval een omweg van een 15-tal minuten zou moeten maken. Wie wou uitstappen mocht dat.
"Dan neem ik de bus voor het vervolg van m'n route naar huis", zei ik tegen m'n zwarte reisgenote die meteen wist welke bus ik bedoelde, het een prima plan vond en dus met me mee ging, de vele eindeloos lijkende trappen omhoog.
Spijtig genoeg zag ik met mijn lumineus idee één dingetje, klein detail -hum- over het hoofd: daarboven lagen honderden meters straat en een volledig kruispunt onherkenbaar opengebroken -wat we eigenlijk, als trouwe gebruikers van deze route, allebei al lang wisten maar in ons enthousiasme even vergeten waren- dus: geen bus uiteraard. Luidop lachend om onze eigen dommigheid en honderduit babbelend alsof we elkaar al jaren kenden daalden we dan maar weer af in de diepte van het metrostation en arriveerden net op tijd voor de volgende tram met het juiste lijnnummer. Vrolijk kwetterend propte we ons tussen de rest van de 'sardientjes' en ons opgewekt gesprek werkte aanstekelijk bij het groepje jongedames, allemaal met hoofddoek, waar we tussen plakten.
Ook nu brak mijn glimlach het ijs en na mijn -ik, de eeuwig vrolijke optimist- "Hoera, we doen zo dadelijk een heel uitzonderlijk ommetje met de tram, hoe spannend!" vond niemand om ons heen het nog erg dat we wat later thuis zouden geraken.
Terwijl ik figureerde als tolk voor de nodige simultane vertaling, van 't Nederlands naar 't Frans en terug, babbelde iedereen ongedwongen met iedereen, ambiance alom. Bij de aankondiging van déze chauffeur -zijn tram had ondertussen ook nog niet één centimeter bewogen- dat we dan tóch langst de normale route zou rijden was iedereen het dan ook meteen, breed lachend, roerend met me eens toen ik grapte "Allé jong, da meende nu toch ni! Amai, da's echt keispijtig!..."
De Afrikaanse mevrouw moest nog een paar haltes verder, maar één van de meisjes -lang, slank, mooi, ik denk Marokkaans, maar zeker hier geboren- verliet de tram samen met mij en wandelde nog een stukje mee terwijl ze haar intense blijheid uitte over dat super gezellige tramritje, waarin kleur, afkomst, leeftijd en zelfs taal uitzonderlijk eens een keertje géén barrière vormde...
"Als meer mensen zo zouden zijn, en dit vaker gebeurde, dan zou de wereld er volledig anders uit zien!" zuchtte ze nog. "Juist daarom schrijf ik dit soort belevenissen neer in een blogje", vertelde ik haar, "met de hoop mensen te inspireren, al was het maar één iemand..." En geweldig enthousiast die verhaaltjes ook te kunnen lezen schreef ze gretig de Google-gegevens op.
Ik weet dat men mij soms behoorlijk, zelfs kinderlijk, naïef vindt, en onrealistisch, wereldvreemd, als ik beweer dat één oprechte warme glimlach krachtig genoeg is om de hele wijde wereld te veranderen. Volgens mij is één 'smile' altijd de start van een positieve kettingreactie, zoals één kleine druppel in een enorme watervlakte naar alle kanten eindeloos uitdeinende cirkels op de waterspiegel veroorzaakt.
Zowiezo, zonder dom te zijn of het grote plaatje uit het oog te verliezen, alle beetjes helpen, hoe klein ook. Juist die ogenschijnlijk totaal onbelangrijke dingen, die we allemaal aan kunnen, hebben we hard nodig. Me dunkt dat deze waar gebeurde story daar toch ook weer een erg mooi bewijs van is...
Dus -zeg maar dat ik het gezegd heb- laat deze wereld jouw glimlach niet veranderen, maar verander met jouw glimlach de wereld! *Smile!* :-)
Labels:
Afrikaans,
ambiance,
babbelen,
bus,
De Lijn,
Frans,
glimlach,
kleur,
lachen,
Marokkaans,
Nederlands,
omweg,
premetrostation,
smile,
tram,
wereldvrede
zondag 7 augustus 2016
Kleur bekennen, de video-casting.
Vrijdagnamiddag. Ergens, ogenschijnlijk in een stukje niemandsland, ver weg van andere bebouwing, tussen zonovergoten groene velden en uitgestrekte weilanden, wachten 6 dames van middelbare leeftijd samen in een kamer van een verder nietszeggend gebouw. En één van hen ben ik.
Door het venster zie ik m'n vriendin Ingrid, naast haar auto in het zonnetje genietend van een sigaretje, nog steeds verbaasd over de locatie staan rondkijken. Dit is vermoedelijk inderdaad niet echt het soort plek waaraan je denkt als je iemand naar een 'casting' rijdt, maar het klopt wel degelijk, want ik was er al eerder. Sinds een aantal jaren kan je namelijk mijn snuit terugvinden in het gezichtenboek van Streetcasting, een castingbureau gespecialiseerd in buitengewoon gewone mensen. Alles behalve de echte beroepsmodellen. En hun studio bevindt zich dus dààr.
Tijdens een gezellig en bij momenten ronduit hilarisch dagje photoshoot voor een toeristische folder werkte ik al één keertje voor hen, samen met m'n gelegenheidsechtgenoot Geert Goemaere en 2 kinderen. Een fijne ervaring.
En regelmatig valt er nog wel eens een uitnodiging voor een nieuwe casting in mijn mailbox. Maar vaak lukt het niet om er naar toe te gaan of valt de uiteindelijke draaidag op een totaal fout moment voor mijn agenda.
Maar déze vrijdagmiddag paste, en ik was er helemaal klaar voor!
Voor de uitzonderlijk dik betaalde opname van een reclamefilmpje voor een natuurlijk overgangskwaaltjesmiddel zocht de klant van het castingbureau dames tussen 40 en 60 jaar, verschillend van formaat en uitzicht.
"Nog voor geen miljard krijg je mij daar naar binnen!" zei Ingrid nog in de auto, maar ik vind zoiets gewoon super lollig om te doen. Uiteraard zou uitgekozen worden leuk zijn, maar zo een casting op zich is een prima oefening voor m'n zelfvertrouwen, en ik geniet er dan ook met volle teugen van.
De dames in de kamer probeerden, de ene al wat subtieler dan de andere, hoogte te krijgen van de concurrentie. Er ging een waar spervuur van bijzonder directe persoonlijke vragen heen en weer. En sterke verhalen, over met en voor wie, waar, waarvoor en vooral voor hoeveel geld ze al gewerkt hadden, en hoe 'beroemd' ze eigenlijk wel waren...
Wachten bij een casting is in alles te vergelijken met wachten bij audities: iedereen poetst zich op, zet z'n pluimen breeduit en maakt zich letterlijk en figuurlijk zo imposant mogelijk, want als je de mededingers kan doen twijfelen, dan heb je misschien zelf meer kans de uitverkorene te worden.
Beleefd beantwoordde ik de aan mij gerichte vragen -bij mij geen gedoe, niets dat je niet mag weten- en bleek de enige te zijn, of alleszins toch de enige die er open over durfde praten, die reeds ervaring had met de neveneffecten van de overgang. Dat deed hen 'jong' voelen en duidelijk ook een beetje 'superieur'. Ik luisterde glimlachend naar het gekakel en dacht er het mijne van.
In de reflectie van de grote spiegel zag ik mezelf tussen de perfect opgemaakte en gekapte, strak en modieus geklede, prachtig slanke andere kandidaten, en constateerde, zonder emotie of enig ander gevoel, het viel me gewoon even op, hoe 'anders' ik er wel uit zag: twee maal zo breed als elk van hen en opvallend meer 'gekleurd', niet alleen m'n kleding -fel wit en rood met veelkleurige bloemen, tussen hun zee van beige, bruin en beige- maar ook hoe mijn huid van zichzelf kleur uitstraalt, zonder een dikke laag poeder en blush...
"Of ik m'n rode vestje wou uitdoen en mezelf voor de camera even kon voorstellen", vroeg de dame die de proefopnames maakte, en ze leek aangenaam verrast met die klassieke-zangeres-receptioniste-combinatie voor zich. M'n niet zo doorsnee waaier hobby's -bloemen&planten, poezen, concerten, bloggen, photoshoppen- deden haar verwonderd en geïnteresseerd glimlachen.
Na een toertje ronddraaien, zodat de klant je lijf nauwkeurig kan beoordelen, moesten er zonder woorden een paar overgangsellende-scenes gespeeld worden. "Niet moeilijk om jezelf en je eigen ervaringen weer te geven", dacht ik, maar -ik had het kunnen denken, hé- mijn performance was te groot, veel te groot! "Te opera", lachte de castingdame vanachter haar lens. Uiteindelijk bleek 'niets doen', naar mij idee dan toch, en eens met m'n ogen rollen méér dan genoeg expressie... hihihi
Nog nadenkend en vertellend over alles wat ik bij deze casting gezien en gehoord had vroeg ik me, half ernstig, half grappend, tijdens de autorit huiswaarts luidop af van welke planeet ik in 's hemelsnaam kwam. "Van de Kristina-planeet" antwoordde Ingrid lachend, "waar alles kleur is, en bloemen, en muziek, en vooral... waar alles en iedereen 'echt' is." En ze heeft gelijk.
Of ik nu geboekt word of niet, die namiddag kwam ik zowiezo rijker naar huis. Ik kreeg de kans mezelf nog maar eens te bewijzen dat ik me echt niet als iemand anders dan wie ik ben hoef voor te doen, en ik daar ook niet (meer) toe te verleiden ben; dat ik het niet nodig heb om anderen onderuit te halen om zelf belangrijk(er) te zijn; dat ik niet minder waardevol ben omdat ik eventueel niet in het plaatje van de klant pas; en dat ik absoluut meer dan goed genoeg ben, exàct zoàls ik ben: ietwat eigenwijs, duidelijk wat anders, bubbelend en bruisend, een beetje zottekes, oprecht optimistisch, redelijk rond, uitzonderlijk kleurrijk en vooral, vanbinnen en vanbuiten, helemaal, onvervalst en authentiek, 'écht'. En dat is dik in orde, zou ik zo zeggen! <3 :-)
Door het venster zie ik m'n vriendin Ingrid, naast haar auto in het zonnetje genietend van een sigaretje, nog steeds verbaasd over de locatie staan rondkijken. Dit is vermoedelijk inderdaad niet echt het soort plek waaraan je denkt als je iemand naar een 'casting' rijdt, maar het klopt wel degelijk, want ik was er al eerder. Sinds een aantal jaren kan je namelijk mijn snuit terugvinden in het gezichtenboek van Streetcasting, een castingbureau gespecialiseerd in buitengewoon gewone mensen. Alles behalve de echte beroepsmodellen. En hun studio bevindt zich dus dààr.
Tijdens een gezellig en bij momenten ronduit hilarisch dagje photoshoot voor een toeristische folder werkte ik al één keertje voor hen, samen met m'n gelegenheidsechtgenoot Geert Goemaere en 2 kinderen. Een fijne ervaring.
En regelmatig valt er nog wel eens een uitnodiging voor een nieuwe casting in mijn mailbox. Maar vaak lukt het niet om er naar toe te gaan of valt de uiteindelijke draaidag op een totaal fout moment voor mijn agenda.
Maar déze vrijdagmiddag paste, en ik was er helemaal klaar voor!
Voor de uitzonderlijk dik betaalde opname van een reclamefilmpje voor een natuurlijk overgangskwaaltjesmiddel zocht de klant van het castingbureau dames tussen 40 en 60 jaar, verschillend van formaat en uitzicht.
"Nog voor geen miljard krijg je mij daar naar binnen!" zei Ingrid nog in de auto, maar ik vind zoiets gewoon super lollig om te doen. Uiteraard zou uitgekozen worden leuk zijn, maar zo een casting op zich is een prima oefening voor m'n zelfvertrouwen, en ik geniet er dan ook met volle teugen van.
De dames in de kamer probeerden, de ene al wat subtieler dan de andere, hoogte te krijgen van de concurrentie. Er ging een waar spervuur van bijzonder directe persoonlijke vragen heen en weer. En sterke verhalen, over met en voor wie, waar, waarvoor en vooral voor hoeveel geld ze al gewerkt hadden, en hoe 'beroemd' ze eigenlijk wel waren...
Wachten bij een casting is in alles te vergelijken met wachten bij audities: iedereen poetst zich op, zet z'n pluimen breeduit en maakt zich letterlijk en figuurlijk zo imposant mogelijk, want als je de mededingers kan doen twijfelen, dan heb je misschien zelf meer kans de uitverkorene te worden.
Beleefd beantwoordde ik de aan mij gerichte vragen -bij mij geen gedoe, niets dat je niet mag weten- en bleek de enige te zijn, of alleszins toch de enige die er open over durfde praten, die reeds ervaring had met de neveneffecten van de overgang. Dat deed hen 'jong' voelen en duidelijk ook een beetje 'superieur'. Ik luisterde glimlachend naar het gekakel en dacht er het mijne van.
In de reflectie van de grote spiegel zag ik mezelf tussen de perfect opgemaakte en gekapte, strak en modieus geklede, prachtig slanke andere kandidaten, en constateerde, zonder emotie of enig ander gevoel, het viel me gewoon even op, hoe 'anders' ik er wel uit zag: twee maal zo breed als elk van hen en opvallend meer 'gekleurd', niet alleen m'n kleding -fel wit en rood met veelkleurige bloemen, tussen hun zee van beige, bruin en beige- maar ook hoe mijn huid van zichzelf kleur uitstraalt, zonder een dikke laag poeder en blush...
"Of ik m'n rode vestje wou uitdoen en mezelf voor de camera even kon voorstellen", vroeg de dame die de proefopnames maakte, en ze leek aangenaam verrast met die klassieke-zangeres-receptioniste-combinatie voor zich. M'n niet zo doorsnee waaier hobby's -bloemen&planten, poezen, concerten, bloggen, photoshoppen- deden haar verwonderd en geïnteresseerd glimlachen.
Na een toertje ronddraaien, zodat de klant je lijf nauwkeurig kan beoordelen, moesten er zonder woorden een paar overgangsellende-scenes gespeeld worden. "Niet moeilijk om jezelf en je eigen ervaringen weer te geven", dacht ik, maar -ik had het kunnen denken, hé- mijn performance was te groot, veel te groot! "Te opera", lachte de castingdame vanachter haar lens. Uiteindelijk bleek 'niets doen', naar mij idee dan toch, en eens met m'n ogen rollen méér dan genoeg expressie... hihihi
Nog nadenkend en vertellend over alles wat ik bij deze casting gezien en gehoord had vroeg ik me, half ernstig, half grappend, tijdens de autorit huiswaarts luidop af van welke planeet ik in 's hemelsnaam kwam. "Van de Kristina-planeet" antwoordde Ingrid lachend, "waar alles kleur is, en bloemen, en muziek, en vooral... waar alles en iedereen 'echt' is." En ze heeft gelijk.
Of ik nu geboekt word of niet, die namiddag kwam ik zowiezo rijker naar huis. Ik kreeg de kans mezelf nog maar eens te bewijzen dat ik me echt niet als iemand anders dan wie ik ben hoef voor te doen, en ik daar ook niet (meer) toe te verleiden ben; dat ik het niet nodig heb om anderen onderuit te halen om zelf belangrijk(er) te zijn; dat ik niet minder waardevol ben omdat ik eventueel niet in het plaatje van de klant pas; en dat ik absoluut meer dan goed genoeg ben, exàct zoàls ik ben: ietwat eigenwijs, duidelijk wat anders, bubbelend en bruisend, een beetje zottekes, oprecht optimistisch, redelijk rond, uitzonderlijk kleurrijk en vooral, vanbinnen en vanbuiten, helemaal, onvervalst en authentiek, 'écht'. En dat is dik in orde, zou ik zo zeggen! <3 :-)
Abonneren op:
Posts (Atom)