Ontzettend goed op tijd melde ik mij -zoals gewenst volledig nuchter- aan bij de balie voor alle mogelijke voorafgaande testen. Als je 50+ bent nemen ze immers absoluut geen enkel risico meer met je... "Gelieve, met het gele mapje duidelijk zichtbaar, plaats te nemen in de inkomhal aub -bij de andere gelaten afwachtende sukkelaars dus- een vrijwilliger komt u daar ophalen".
Een vrolijke vrijwilliger kon je haar moeilijk noemen. Lachen was duidelijk niet besteed aan deze dame, en de geforceerde manier waarop ze onze namen afriep deed aan een tuchtschool denken: je sprong als vanzelf in houding.
'Volg me!' blafte ze, en de hele groep gehoorzaamde zonder morren. Er werd niet één woord gewisseld. En terwijl ze ons aanmaande tempo te maken, goed ter been of niet, geen compassie, stopte ze zelf steeds midden in de gang en steevast ook in elk deurgat, en hield zo opnieuw en opnieuw de voortgang van zaken in hoogst eigen persoon faliekant op. Hilarisch en irritant tegelijkertijd.
Eerste stop: bloedafname. Een goedgeluimde sympathieke jonge laborante trachtte haar werk op een enigszins georganiseerde manier te volbrengen in een, zo vroeg op de dag reeds, gloeiend heet minikamertje dat duidelijk ook als opbergruimte dienst deed. Voorlopig zag ze er de lol nog van in...
De vrijwilligster beval ons daar te wachten terwijl zij 'de volgende lading' ophaalde, riep bij terugkomst nogmaals streng onze namen af -min twee, want die mochten al beschikken- en stoomde met ons in haar kielzog naar de elektrocardiogram. Weer netjes op commando neerzitten en wachten.
Om de tijd te doden las ik telkens een stukje verder in de boeiende Engelstalige roman, geschreven door een vriend van me, en dat hadden m'n lotgenoten blijkbaar opgemerkt, want men sprak mij hoofdzakelijk in het Engels aan. Best grappig om dan in ongelofelijk keurig Nederlands te antwoorden! Of in het Frans, ter afwisseling...
Voor het grootste gedeelte van het gezelschap hield de reis daar bij het hartonderzoek op. De gendarme-begeleidster moest nog slecht mezelf meenemen en een meneer zonder tanden, die de hele tijd speekselend wou vertellen over al z'n vele facturen. En inderdaad: die twee namen moesten tóch ook weer luid afgeroepen worden, waarna we als opgejaagd wild voor haar uit stoven, de lange gangen door, richting longfoto.
Bij mijn buitenkomen aan de radiografie: iedereen verdwenen. Een lege gang, lege wachtzaal, rijen en rijen lege stoelen. Misschien was dit de laatste halte van de ene man geweest, maar mij wachtte nog een afspraak voor de longfunctie! "Dan maar op eigen houtje", dacht ik, maar slechts een paar meter verder hield een andere -veel vriendelijkere- vrijwilligster me staande, gebriefd om uit te kijken naar 'een juffrouw (ja, echt) met een lichtblauwe blouse', die persoon te onderscheppen en te droppen bij de dagkliniek. "Nog een afspraak? Ik weet van niks", zei ze, "dat sorteren ze dààr maar uit!" en leverde me zonder pardon af aan de zoveelste balie.
"Kamer 133, goed onthouden, hoor," knipoogde de vriendelijke verpleger en deed me een extra armbandje aan 'om me niet kwijt te raken in het gebouw'. Na wat instructies, een pak info en een eindeloze waslijst vragen waarvan ik af en toe zowat de slappe lach kreeg merkte hij op "O, u heeft nog een afspraak voor uw longfunctie! Oei, dan gaan we moeten opschieten. Weet u zelf de weg of...?" Ik kon niet snel genoeg 'ja, natuurlijk!' zeggen en weg was ik.
Weet je, het fijne aan al die testen is dat je even een volledige check-up krijgt en meteen weet dat je hart -ondanks zo vaak gebroken- nog steeds in uitstekende gezondheid je bloed krachtig rondpompt, bloed dat ook netjes àlles in zich heeft wat nodig is en ook niets teveel, en dat je longen een absoluut schitterend plaatje opleveren. Maar dat laatste onderzoek, werkelijk ge-wel-dig! Een ontzettend grappige verpleegster liet me plaatsnemen in een glazen hokje waar ik, met een mondstuk in mijn snater en een neusklem op m'n snufferd, op haar bijzonder enthousiaste aangeven moest in- en uitademen. Dan weer snel, dan weer traag, of heeeeel diep, heeeel lang, enz... Toen ik haar vertelde dat ze haar test afnam bij een 'klassieke geschoolde zangeres, opera en zo' lag ze om zoveel overduidelijk onnodige moeite volledig in een deuk, ze kwam er bijna niet meer van bij! En zoals te verwachten lagen mijn longinhoud en -capaciteiten vér boven het gemiddelde, waarop ik "O, gelukkig maar!" gniffelde, wat alweer goed was voor zo'n zalig bulderend lachsalvo.
De operatie stond pas gepland om 16u, doch nog maar net terug op m'n bed, het zal ongeveer 12u30 geweest zijn, kwam een moederlijke verpleegster me verzoeken al m'n spullen in het kluisje te steken, eventuele haarspelden en juwelen te verwijderen, m'n kledij uit te trekken en in te ruilen voor het gekende schortje, en me in bed te installeren: ik was nu meteen reeds aan de beurt!
En van daaraf ging het plots razend snel: ze sjeesden met m'n bed door de gangen en liften -m'n haar wapperde er van in de wind, écht-, parkeerde me kordaat in het wachtkwartier en voor ik het goed en wel besefte lag ik onder de grote lampen op de operatietafel, zag in een flits het ernstige gezicht van de anesthesist, ving een glimp op van de vrolijke snuit van de chirurg, en 'knip' m'n licht ging uit... En alsof er slecht één seconde voorbij was gegaan ontwaakte ik in de recovery met de mij ondertussen bijna 'vertrouwde' totale paniek. Pijn en angst. Mijn gespartel en geluidjes irriteerden duidelijk één van de verplegers nogal, want hij sloot resoluut alle gordijnen om me heen! Niet zo fijn eigenlijk... En omdat ik op die manier wat uit het zicht lag vergat men mij blijkbaar een beetje. Meer dan twee uur later, ondertussen volledig wakker, rolde ik dankzij een andere erg lieve verpleegster dan toch weer met bed en al kamer 133 in.
Daar ijsbeerde een zeer nerveuze oudere dame, op blote voeten, van kop tot teen gehuld in het zwart, hoofddoek en lang gewaad, heen en weer. Met een stralende glimlach op het verweerde gerimpelde maar o zo vriendelijk gezicht vroeg ze me of ik Arabisch sprak. Aangezien ik die taal niet meester ben en zij zich uitsluitend daarin kon uitdrukken behielpen we ons met gebarentaal en het occasionele woord -uit gelijk welke taal- dat we allebei begrepen. Haar dochter werd geopereerd, ze wachtte al 3 uur vol angst en was oprecht blij eindelijk even met iemand te kunnen spreken. En bij gebrek aan beter begon ze dan maar voor mij te zorgen: ze schikte m'n dekens, plooide m'n lakens, klopte m'n kussen op en hield m'n hand een tijdje vast. Lief, hé.
De doktersassistente bevond me fris genoeg voor vertrek en maande me aan toch een beetje op te schieten met omkleden en inpakken, zodat ik nog voor het sluitingsuur bij de apotheek aan de overkant van het ziekenhuis al m'n medicatie zou kunnen gaan kopen, maar 'k moest wel voorzichtig zijn en niet vallen. De verpleegster bracht me - hoera, éindelijk! bijna uitgedroogd van grote dorst!- een flesje water en een energiedrankje... da'k niet kon drinken wegens én lactose én gluten. Bon, met -ter vervanging dan maar- een stevig gesuikerd kopje thee in m'n maag en een grote ijszak tegen de rechterkant van m'n hoofd stapte ik, na een omwegje langst de zeer behulpzame apotheker, de bus naar huis weer op, naar m'n lekkere zetel, m'n heerlijke bed, het gezelschap van m'n knuffelpoezen en vooral drinken in overvloed.
De beademingstube heeft m'n stem wat gekwetst, de hele rechterkant van m'n gezicht is tijdelijk volledig 'raar', zelfs m'n haar doet vreemd, de pijn is nog niet helemaal onder controle, ik ben een zoveelste litteken rijker en 't blijft nog afwachten of deze ingreep me écht helpt... maar ik grinnik al de hele tijd da'k verdorie m'n stappenteller had moeten aandoen! Wie weet hoeveel kilometer ik in die plus-minus 10 uur wel niet afgelegd heb, hé... hihihi
Kortom, de moraal van dit verhaal: als je er voor open staat, beleef je echt óveral avonturen, inclusief de bijhorende brede waaier aan boeiende ontmoetingen. Zélfs tijdens één enkel daghospitaaldagje! :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten