Goede vriend Jef, die me wel vaker eens met plezier op sleeptouw neemt, had me reeds weken daarvoor met aandrang gevraagd die ene maandagavond speciaal voor hem te reserveren. We zouden samen naar een concert gaan. Maar welk concert,... dat moest tot de avond zelf een verrassing blijven. Spannend!
Een halve week voor het avondje uit zette een serieuze griepaanval me volledig buiten strijd. Nog steeds behoorlijk groggy belde ik Jef de avond vooraf of hij eventueel nog iemand anders mee uit kon nemen. En dat kon, maar... dat was dus eigenlijk ab-so-luut niet de bedoeling. In de hoop me toch nog mee te krijgen, verklapte hij me welk muzikaal gebeuren we zouden gaan bijwonen... En geloof me, meer motivatie had ik absoluut niet nodig om me de volgende late namiddag, nog een beetje onvolledig en wankel, en ondersteund door een paar extra pijnstillers, in iets feestelijks te hijsen, m'n haar in de krul te leggen, en alsnog bij Jef in de auto te stappen, om vervolgens samen richting Brussel te rijden.
In het voormalige Paleis voor Schone Kunsten in het centrum van onze hoofdstad, het prachtige Victor Horta gebouw uit 1928, nu gekend als 'den Bozar', ging die avond een zeer bijzondere muziekcompositie in wereldpremière. Vanwege het geweldige nieuwe orgel in de zaal schreef pianist-componist Jef Neve (voor alle duidelijkheid: dit is dus een totaal andere Jef dan die goeie vriend waarmee ik die avond op stap was!) op vraag van het kunstencentrum een fenomenaal nieuw werk voor orkest, piano én orgel. De compositie zou uitgevoerd worden door, uiteraard, hemzelf aan de vleugelpiano, een uitgelezen selectie muzikanten en met aan het orgel niemand minder dan mijn meest favoriete organist aller tijde: Peter Maus. Wat een fantastisch nieuw hoogtepunt in zijn carrière! U begrijpt meteen waarom wij daar absoluut bij moesten zijn, hé.
Over het muzikale kunnen van Jef Neve zijn de meningen in mijn entourage ontzettend verdeeld. De ene vindt hem zwaar overroepen, de andere adoreert hem dat het bijna niet netjes meer is... Ik kende deze pianist/componist niet echt. Eigenlijk alleen maar zijn naam, als schrijver van de filmmuziek bij 'De Helaasheid der Dingen'. "Een gat in mijne cultuur", zegt u? Tja, zou kunnen. Ik ben misschien niet meer helemaal mee, hé, dat kan... Alleszins, plots leek het alsof iedereen om me heen er z'n mond over vol had en zag je hem gelijk ook overal opduiken, tot zelfs hier in Deurne in de muziekacademie bij z'n boeklancering. Ondertussen ligt mijn mening -als die al van enig belang zou kúnnen zijn, wat ik zwaar betwijfel- over de man en zijn muzikale kunnen nog steeds niet vast. En dat doet er ook totáál niet toe, want geheel los van elke opinie: dit specifieke spiksplinternieuwe werk liet een fenomenale indruk op mij na!
Het concert begon met Jef solo aan de piano met twee jazz-nummers. Mij liet het nogal onbewogen, ik zat vooral op hete kolen voor de 'hoofdact', hé. Maar Nathalia (ja, inderdaad, dé Nathalia), waarmee Jef toert voor haar akoestische optredens (heel integer, stijlvol en zelfs enigszins ontroerend, volgens m'n goeie vriend Roger, die hen eens samen aan het werk zag op Tchingtchangsplaain), en die -hoe kon het ook anders- vlák achter me zat, brak ongeveer 't kot af van puur enthousiasme. Haar gefluit, geklap en 'gewoehoe' trok bijna meer aandacht dan wat er op de scene gebeurde. En de dame naast me fluisterde, lichtjes in mijn richting buigend, ietwat geërgerd maar vooral grappend: "Jaja, 't is al goe, zenne, w'ebben u gezien, ge zijt er ook bij!..." *giechel giechel*
En toen begon het 'echte' werk... We werden volledig ondergedompeld in allerlei ritmes en klanken, uiteenlopende timbres en kleuren, snelle en trage tempo's, diepe innige stukken en bijzonder explosieve extroverte delen, en alles in die erg speciale, en voor mij boeiend nieuwe, mix van klassiek, jazz en pop. Af en toe klonk me iets bekend in de oren, alsof ik het elders al eerder hoorde. Dan voelde de muziek heel even vreemd vertrouwd. Soms was me de overgang van de verschillende delen van het werk wat te abrupt, of was het ene deel veel te verschillend, te contrasterend met het vorige naar mijn gevoel op dat moment. 'k Was precies niet altijd mee. Maar omdat het geheel achteraf nog eens tweemaal volledig uitgezonden werd op de radio kon ik het nogmaals beluisteren. In de rust van m'n huiskamer, zonder afleiding van 'live muzikanten zien' en 'veel volk om me heen', klonk het meteen een heel stuk begrijpelijker, en zoveel mooier ook. Mijn muzikale gehoor moest er vermoedelijk even aan kunnen wennen, hé. Niks mis mee.
Deze zevendelige nieuwe compositie hier voor jullie beschrijven is trouwens onmogelijk. Ik zou niet weten met welke woorden. Daarvoor is mijn muzikaal onderlegd zijn toch te beperkt, denk ik, en vermoedelijk ook wat verouderd. Je moet dit zelf horen, met open geest beluisteren, zonder vooroordeel over je heen laten stromen en vooral voelen. Zoals eigenlijk met álle muziek het geval is.
De energie die van het volledige muziekstuk uit gaat is sowieso (ook al) niet te beschrijven groots. Maar, zo mogelijk nog veel indrukwekkender was de buitengewone, werkelijk verbazingwekkende, eigenlijk gewoonweg onmenselijke hoeveelheid noten die door de muzikanten geproduceerd werd! Man, man, man, ik geloof niet ooit al eens eerder puur door 'kwantiteit' bij een concert van m'n sokken geblazen te zijn. Hoe die fantastische muzikanten het voor mekaar kregen, het is en blijft me een raadsel. On-ge-lo-fe-lijk! Sen-sa-tio-neel! Echt. Volgens mij konden de strijkinstrumenten door de wrijving elk moment vuur vatten! En de lippen en tongen van de blazers moeten na afloop zowat aan flarden gelegen hebben! Van pure inspanning konden ze zelfs amper op hun stoel blijven zitten. De compleet geconcentreerde en intensief werkende muzikantenlijven kwamen allemaal wel eens ergens even 'los'. Vooral de solo-momenten vergden overduidelijk een monumentale lichamelijke inspanning. Ik zat er met open mond en ingehouden adem naar te kijken, in opperste verbazing en bewondering. Wauw, wauw, wauw! Wat een topmuzikanten waren dat, zeg. Zalig moet dat zijn om daarmee te kunnen en mogen werken, en met hen jouw compositie te zien en voelen groeien tot dit spetterend eindresultaat. Heeeeerlijk!
En dan moet er natuurlijk ook nog -ik was hem niet vergeten, hoor- over Peter en het imposante orgel verteld worden! Tja, 'k wist natuurlijk al langer dat zijn vingers aan een meer dan duivels tempo -en alsof het maar niks is- over de toetsen kunnen dansen, maar dit!?... Pfffft, wat was dat, zeg! Hij had me er vooraf al, wreed enthousiast, 't één en 't ander over verteld, en hoe er o.a. puur qua haalbaarheid van alles in het stuk bijgewerkt en zelf geschrapt was, dus ik was enigszins voorbereid, maar toch... Nondepitjes! Volgens mij zweette hij, daar vooraan op de scene, achter de klavieren van dat geweldige orgel het beste van zich zelve gevend, zowat los z'n kostuum uit! Wat een enorme krachtinspanning moet dat geweest zijn!...
'k Had Peter trouwens ook nog nooit zo gezellig zien zitten heen en weer swingen op z'n orgelbank. Een erg leuk zicht, dat valt niet te ontkennen.
Zwaar onder de indruk reden we later die avond weer terug richting Antwerpen. Er viel heel veel te zeggen, en toch ook weer niet. Alle emoties, gedachten, meningen en gevoelens rond dit concert mochten gerust nog een tijdje verder in ons brein ronddraaien, ontplooien en rijpen, zoals dat altijd is met memorabele gebeurtenissen in je leven. Want dat was werkelijk: een memorabele maandagavond. Eentje om over te schrijven, op die manier een beetje te delen en vooral om nooit te vergeten. En te denken dat ik het bijna gemist had... Tsss. ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten