zondag 23 juni 2019

Een 'blond' momentje...

Als het ene tapijt volledig bedekt is met draadjes in alle kleuren van de regenboog -gevolg van die vele zalige uurtjes prutsen aan m'n naaimachine, de afgelopen week- en het andere zo ongeveer verdwenen is onder een halve Poekie -mijn bijna witte kater, die met overdonderend enthousiasme blijkbaar van plan is het hele huis te decoreren met een gigantische hoeveelheid donzige wintervacht-, dan is het, vreselijk zweetweer of niet, vermoedelijk dringend tijd om weer eens een keer stevig te stofzuigeren.
De poezen Poekie en Pompon zijn als de dood voor dat onding en zouden, in paniek het huis rond vlammend, zichzelf een ongeluk aan doen. Daarom heb ik een ritueel ontwikkeld, een soort volgorde eigenlijk. Onder mijn bed is hun 'geheime' schuilplaats voor zo ongeveer álles waar ze eventueel bang voor zouden kunnen zijn. 't Zijn geen helden, die twee van mij, echte broekschijters als je 't mij vraagt, en de Pompon met stevige voorsprong, amai. Daarom begin ik steevast m'n stofzuigtoerke in de slaapkamer. Zo hoeven ze maar één kamer lang naar die o zo 'onveilige' andere kamers van het huis te vluchten, om daarna in alle peis en vree dicht bij elkaar in hun vertrouwde schuilholletje 'die verschrikkelijke horroraanval van dat afschuwelijke grommende en brommende zuigmonster' trotseren.

Verwend als ze zijn, hebben die twee wollebollen van mij absoluut in élk hoekje van elke kamer, vaak op de meest onmogelijke plekjes, wel wat speelgoed liggen. En al ruim ik het meeste gewoonlijk eerst even op, er blijft altijd nog wel, ergens op een niet direct in het oog schietend plekje, iets stiekem achter. Daardoor hoor ik bij het stofzuigen met regelmaat een droge 'pflop', als er zich voor de zoveelste keer weer eens een rubberen bal of een speelgoedmuis is de slang vast zoog. En vandaag was dat niet anders.
De karpetjes en de vloer van de slaapkamer hadden hun stof en god-mag-weten-wat-voor-rotzooi al afgegeven, en ik deed een toertje langs de plinten en onder de kasten met alleen de stofzuigerslang. 'Pflop' weerklonk het, een onmiskenbaar signaal dat we weer maar eens een verborgen of vergeten schat opgezogen hadden. Bon, ik zag niet direct ergens iets vast zitten, dus haalde ik de grote glazen knikker. Deze zware bol ligt steeds direct bij de hand klaar, uitsluitend voor dit klusje: geholpen door de zwaartekracht, en eventueel wat pittig schudwerk van mijn kant, het vastzittende voorwerp weer in beweging en uit de slang krijgen. Er zat niets klem. De knikker stuiterde er, ondanks de ribbels, aan hoog tempo vlotjes doorheen. In het doorzichtige opvangsysteem van de stofzuiger zag ik ook niet direct iets, dus demonteerde ik de slang om daar in het gat te kunnen zoeken. Ook niks. Dan toch maar even die vuilnisopvangbak leeg maken, wie weet wierp dat wel licht op de zaak. En jawel: onderaan de container, in de slakkenkrul van het systeem, zat een pluizige dikke witte namaakmuis vast. Trekken aan z'n staart hielp niet. Duwen tegen z'n neus maakte ook geen verschil. Het ding zat muurvast. Doch heb geen vrees! Onze Kristina -goed voorzien van een zeer uitgebreide collectie werkgerief-, die zou het wel oplossen. Efkes een gepast piepklein kruiskopschroevendraaierke (wauw, wat een woord) vinden, bodemke van dat doorzichtige opvangspul er voorzichtig uit schroeven, vooral die miniatuurvijsjes niet kwijtspelen, muis uit z'n benarde situatie redden en voorlopig efkes ergens veilig opbergen, bodemke terug vast vijzen en, voilà: klaar is keer, ik kon weer verder stof zuigen! Oef.
Terwijl het zweet langst m'n rug naar beneden liep en van m'n gezicht af droop, werkt ik ijverig verder. Poezenmanden, krabpaal, tussen de verwarming,... Alles moest er aan geloven. Het viel me op dat er merkwaardig veel stofvlokken rond vlogen. Vaak blaast de 'uitlaat' van de stofzuiger die van onder de kast -soms zet ik hem daarvoor opzettelijk ook in die richting neer-, maar hoe vaak ik die dustbunnies ook mee nam met de zuigmond van de stofzuiger, ze bléven maar ik het rond wervelen. En zó ontzettend vuil was m'n huis nu precies ook weer niet, vond ik... Vreemd. Vastberaden noest verder zwoegend viel het me ook op dat, ondanks het heel erg normaal klinken van de stofzuiger, z'n zuigkracht precies niet meer zo geweldig was... Oei, ik had met het openen van die container toch niks verprutst, zeker?! Maar nee, dat kon het écht niet zijn, zo invasief was mijn geklus nu ook weer niet. Misschien zat er ongemerkt wel weer ergens iets vast. Teveel poezenhaar of zo... Ik draaide mij naar de stofzuiger, tikte met m'n voet op de grote ronde knop bovenop waardoor hij stilviel en... schoot terstond in een klaterende schaterlach! Blijkbaar had ik de helft van de slaapkamer 'schoon' gezogen met een stofzuigerslang die niét aan de stofzuiger vastgekoppeld zat!... Niet moeilijk dat de zuigkracht op niks trok! En die eindeloos rond dwarrelende stofvlokken, dat was er dus maar één geweest, opnieuw en opnieuw! Hahaha 😄
Jaaahaa, ook ik heb dus wel eens een 'blond' momentje...
En voor wie het zich nog afvroeg: de rest van de stofzuigsessie is zonder andere accidentjes of beproevingen verlopen. Al moest ik wel meteen daarna ook alle vloeren nog dweilen, vanwege mijn overvloedig druipsporen achterlatend zweten. De poezen hebben het ook weer overleefd en zitten ondertussen al terug volledig op hun gemak voor het open venster van het frisse briesje te genieten. Nu nog juist het stof van mijn hersens afspoelen -en misschien best ook dat plaklaagje op m'n vel- en alles hier is weer helemaal spic en span! 😊

P.S. Moest u nu ook denken aan dat filmpje, dat al jaren de ronde doet op sociale media, met die vrouw die ook schoon maakt met, goed geweten, een afgekoppelde slang?...
Bekijk het nog eens via deze link!

donderdag 20 juni 2019

Het pakje dat op rondreis ging.

Misschien wist je het al, misschien niet, die 3 verschillende mooie hardcover boeken met daarin telkens 50 van mijn blogjes -nummer 4 te verkrijgen tegen Kerstmis!-, die maak ik volledig eigenhandig. Allé ja, 't is te zeggen... Uiteraard schrijf ik eerst al die verhaaltjes zelf, da's nogal wiedes. Maar om die daarna in boekvorm te krijgen, is er toch wel behoorlijk wat extra werk en tijd nodig. Je kiest een formaat en begint in een Word document op de computer, met het lettertype van je keuze, in de layout die je wenst, al die duizenden woorden en de bijhorende 50 plaatjes pagina voor pagina te schikken. Om het geheel aangenaam ogend en vlot lezend te krijgen, corrigeer je meteen mogelijk achtergebleven schrijffouten, worstel je onophoudelijk met paginanummering en schuif je verwoed opnieuw en opnieuw met alinea's en afbeeldingen. Geloof me, af en toe wordt daarbij stevig gevloekt en met momenten serieus gewanhoopt. Maar uiteindelijk heb je dan, na enkele maanden zwoegen, een document dat men het 'binnenwerk' van het boek noemt.
Ondertussen, zo na 3 boeken, ben ik volledig mee qua afmetingen, indeling van vlakken en pixelgrootte wat de kaft betreft. Maar die allereerste keer... Nondepitjes, amai mijne frak! Bon, na een hoop gemillimeter, geschuif, gepruts, geknip en geplak in Gimp (mijne 'Photoshop') is dan ten langen leste het 'buitenwerk, de kaft van het boek, dus ook klaar. 
Vervolgens komt de online drukkerij in Nederland, waar ik ongelofelijk tevreden van ben, waarmee de samenwerking steeds buitengewoon vlot en uitermate vriendelijk verloopt en die ik dus iedereen met bijzonder veel plezier kan aanbevelen, in beeld. Vergezeld van mijn wensen wat betreft de afwerkingsdetails van het boek (soort kaft, welk papier, hoe ingebonden, kleur van schutbladen, leeslint ja of nee, enz...) stuur ik hen per mail zowel het binnen- als het buitenwerk. Behalve een eventuele bestandscontrole, als je dat wenst en waar je extra voor betaalt, komen de mensen van de drukkerij absoluut nergens in tussen: wat jij levert, wordt gedrukt. Punt. En, na betaling van de factuur, bezorgt de post je enkele weken later het door jou bestelde aantal boeken in een pakket met minstens 3 dikke lagen karton en inpakpapier ter bescherming van de inhoud. Super systeem, buitengewoon tevreden van!
Omdat ik er ondertussen compleet de pak van weg heb, en me, eerlijk gezegd, gewéldig amuseer met die vele uren computergefrutsel en -gefrul, leen ik m'n 'kunnen' af en toe uit en fabriceerde ik al wel eens een boek voor iemand anders. Eén van die extra projectjes was het boek met de schrijfsels van Marie-José. Haar eerste bestelling bevatte slechts een handvol exemplaren, daar die boekjes hoofdzakelijk naar geïnteresseerde vrienden en kennissen zouden gaan. Maar dat bleken er uiteindelijk toch meer dan verwacht, en M.J. vroeg me nog 5 stuks bij te laten maken. Order geplaatst en een 2 weken later stond de postbode voor m'n deur met een pakje. Hoera, daar waren de boeken!
Maar,... ik vond het pakje een beetje verdacht. Het leek me érg plat en veel te egaal om een oneven aantal boeken te bevatten. Heel voorzichtig en secuur sneed ik met m'n mesje de plakband van de verschillende lagen van het verpakkingsmateriaal aan één zijkant door, hopend daardoor de inhoud, mogelijk mits enig schud- en friemelwerk, zonder volledig uitpakken toch te stekken te krijgen. En dat lukte wonderwel! En zoals ik al vreesde: in de binnenste, volledig dicht gekleefde, professionele verzendomslag, slechts te openen met een treklint, zaten geen 5 boeken. Het waren er 4. En, op de koop toe, niet de story's van Marie-José, doch het Engelstalig levensverhaal, blijkbaar ter gelegenheid van haar 60ste verjaardag, van een mij totaal onbekende dame. Michelle van de drukkerij schrok zich aan de andere kant van de telefoon het spreekwoordelijke hoedje en verontschuldigde zich alsof het de grootste ramp aller tijde in de geschiedenis van het boek betrof. Haar geruststellend met 'dat de boekjes van M.J. niet echt haast hadden', 'wij geen moeilijke mensen zijn' en 'ik het eigenlijk wel grappig vond' zochten we samen een oplossing. Mijn voorstel het nog bijna helemaal in tact zijnde pakket meteen van hieruit naar de eigenlijke bestemmeling door te sturen -op kosten van de drukkerij uiteraard- werd door Michelle maar al te graag en met een overdosis dank aangenomen. De 4 verjaardagsboekjes vertrokken dezelfde dag nog richting Wimbledon, Groot Brittannië, en klaar was kees. Simpel, toch?!

Maar waar was ons pakje dan gebleven? Michelle zocht, en Michelle vond. Blijkbaar had men bij het versturen van de 2 boekenpakketten eenvoudigweg de adresstickers verwisseld, en alzo belande Marie-José's bestelling over het grote water. En daar waren ze jammer genoeg niet zo welwillend... Het pakje moest opgehaald! Terwijl er regelmatig updates via mail tussen mij en Nederland heen en weer gingen, werden Engelse kennissen van de drukkerij ingeschakeld en de 5 M.J.-boekjes begonnen, van hand tot hand doorgegeven, een toerke door het Verenigd Koninkrijk, om tenslotte het laatste stuk van het tripje, de Noordzee over, per post te maken, richting mijn domicilie.
Uitgerekend op mijn infiltratie-ziekenhuis-dag belde de postbode met de aangetekende zending bij me aan, natúúrlijk, en daardoor duurde het nog een week extra voor ik het juiste pak eindelijk in handen had. Ik schrok van de abominabele verpakking: slechts één stuk karton, slordig toegeplakt, geen interne extra lagen. De boeken schoven binnenin vlot heen en weer, en de harde-kaft-hoekjes waren allemaal beschadigd door de open corners
 van het pakje. Volgens mij hebben we wreed chance gehad dat er onderweg niet een boek uit viel!...
Michelle bood nog aan om de hoekjes gratis te herstellen, maar Marie-José kon er zo wel mee leven. Een gebruikt boek loopt ook wel eens een krasje op, hé.
Met de allerlaatste etappe in de rondreis van M.J.'s boeken werd geen enkel risico meer genomen: ik zou ze in hoogst eigen persoon bij haar thuis afleveren! 
En met de belofte een lekker bakje koffie en een stukje heerlijke appeltaart maakt het niet uit op hoeveel trams je eindeloos moet wachten om er te geraken, hé... 
Het heeft exact 40 dagen geduurd, tussen de bestelling en mijn levering-aan-huis, maar met wat geduld, een dosis welwillendheid en een goed gevoel voor humor is het dan toch gelukt: het pakje heeft z'n rondreis beëindigd, de 5 boeken zijn veilig en wel op hun eindbestemming aangekomen. Hoera! En ik, ik had natuurlijk alweer stof voor een nieuw blogje, voor in boek nummer 5, ooit... 😉




vrijdag 14 juni 2019

Memorabel matrasmoment.

Als een super gelukkig kind op Sinterklaas-ochtend, zo ongeduldig en vol verwachting stond ik in de grote inkomhal te wachten. Hij kon nu echt élk moment om de hoek komen! Spannend... 'Uw pakket wordt vandaag tussen 13u en 15u geleverd', verkondigde de mail 's ochtends, en via een leuke link had ik de hele voormiddag lang de voortgang van het piepkleine vrachtwagentje op de kaart van Antwerpen online kunnen volgen. "De chauffeur is nu onderweg naar klant nummer 8. ...naar nummer 9. Enz..." telde het programma netjes af, en ik, ik bleek klant nummer 20 van die dag te zijn. Een kwartiertje op voorhand verscheen er een sms op mijn gsm met de boodschap: "Uw levering wordt verwacht rond 12u55." En even later zag ik de camionette op het scherm het laatste kruispunt op z'n weg hierheen oversteken, het sein voor mij om de honneurs te gaan waarnemen.
Eindelijk zou mijn -lang over tijd- nieuwe matras arriveren! Met een klein beetje tel- en rekenwerk bleek de oude ondertussen toch al om en bij de 20 jaar dienst te doen. En dat was er, zeker het laatste jaar, serieus aan te merken... Nu slaap ik inderdaad graag in een soort 'nest', goed omringt door kussens en ander fluffy spul, maar die enorme kuil in het midden van de matras, dát was toch net een beetje teveel van het goede. Om nog maar te zwijgen van de eventuele gevolgen voor mijn al zo krakkemikkige rug en nek van het nachtenlang in zo'n put liggen. Een tijdje had ik onder het motto 'roeien met de riemen die je hebt' het probleem nog enigszins kunnen verhelpen met een stevig opgevouwen dikke reserve-deken tussen de bedbodem en de matras, maar het bleef natuurlijk behelpen...
Ja, de afgelopen jaren sprokkelde ik, in een vlaag van vermetel riem-aan-snoeren, uit m'n povere maandbudget toch wel eens wat luttele centjes voor die hoognodige nieuwe slaapondergrond bij elkaar,... om dat zuinig gespaarde bedrag dan -uiteraard, wat had je gedacht- terstond te moeten gebruiken voor iets met een hogere 'dringendheidsfactor'.
Toen het ziekenfonds 2 maand geleden liet weten dat ik een paar honderd euro extra, als 'vakantiegeld', zou ontvangen, werd dat kapitaal in gedachten -joepie!- meteen volledig aan het 'betere slapen' besteed. Het zal wel zijn! Maar ook deze keer staken een paar stevige, niet eens onverwachte 
facturen daar een moedwillig stokje voor. Voor de zoveelste keer dat verhaaltje van 'weer niet gelukt' over de telefoon aan m'n moeder vertellend, kreeg ik de kordate reactie 'dat da gedoe met die matras lang genoeg geduurd had!' "Wa moet da spel koste?" vroeg ons moe, "da'k et sebiet ineens nog overschrijf oep aa rekening!" Als vanzelfsprekend deed ik al lang daarvoor uitgebreid onderzoek naar de voor mij ideale matras aan de eveneens ook voor mij ideale prijs. "175 euro, levering inbegrepen!" kon ik ogenblikkelijk doch met enig schromen antwoorden, en met een niet te weerleggen "geen gezever, geen gemaar, we regelen da wel" kwam het geld mijn richting uit en werd de bestelling geplaatst.
De hele voormiddag draaide de wasmachine vrolijk en tevreden brommend de ene na de andere roze lading lakens, fluwijnen en dekentjes. Absoluut álles moest schoon in de slaapkamer. De oude matras schoof ik in afwachting op z'n zijkant m'n bureau binnen, en reinigde vervolgens met stofzuiger en natte-spons-emmer-sopje-droog-doekje naarstig het hele bedframe en alle plankjes van de lattenbodem. En als ge dan toch bezig zijt, kunt ge wel meteen ook de vloer, de kasten, de spiegels, de gordijnen, de vensterbank, de planten, enzoverder enzovoort, allemaal geestdriftig een flinke opfrisbeurt geven, hé... 
Met enige spierkracht, handig gepruts met een paar meter touw en wat vindingrijke intelligentie raakte de oude matras, in afwachting van het containerpark, probleemloos m'n appartement uit en, hop, m'n kelder in. Voilà, klaar, de nieuwe aanwinst mocht komen!
Exáct om 12u55 stopte de bestelwagen voor het gebouw en droeg de bezorger de 22 kilo zware doos voorzichtig -de conciërge begroef net op dat moment bijzonder uitgebreid en met oog voor detail de grote trap volledig in het schuim- door de inkomhal tot juist voorbij mijn voordeur. Schitterende service! Wauw!
Behoedzaam sneed ik de meters karton met een mesje door, waarna ik de enorme strak in stevig plastiek gesnoerde matras-worst zonder veel moeite naar de slaapkamer kon slepen. Ongelofelijk toch, hoeveel matras er in zulk een relatief klein pakket zit, hé: van zodra je, nauwkeurig op de daarvoor aangegeven plaats, het plastieken worstenvel langzaam door knipt, komt het hele ding tot leven. Het ontplooit zich als vanzelf en zoekt met een zucht van verlichting -als deed iemand z'n te nauwe schoenen uit- z'n eigenlijke reusachtige afmetingen weer op. (Ik vraag me trouwens ondertussen écht af of er ooit al eens één niet tevreden klant in geslaagd is om, zoals de richtlijnen voor terugsturen altijd verlangen -ook in dit geval- zo een 'ontplooide' matras terug in z'n originele verpakking te krijgen... hihihi)
Nog voor de nieuwe matras weer helemaal zichzelf was en nog voor ik ze weer helemaal tot 'bed' aangekleed had, moest en zou ik ze al even uitproberen. Zo lang en zo breed als ik kon, strekte ik me uit. Heeeeeerlijk. En, ook een ietsiepietsie onverwacht hard. "O, wacht even", herinnerde ik mezelf, "hoe zit dat met die 7 zones? Hoe weet je of alles wel juist ligt?" Na serieus lang zoeken vond ik het minuscule labeltje, mee tussen de ritssluiting van de matrasovertrek gestikt, met daarop in het Duits 'Kopfteil', oftewel 'hoofdeinde' dus. En, u raadde het al, dat stuk lag natúúrlijk aan het voeteneind! Het in je ééntje in de lengte omflippen (voor platliggend ronddraaien is er niet genoeg plaats) van zoiets zwaar en lomp als een matras, da's zowel 'hilarisch geknoei' als 'lastig karwei'. "Als ze me nu bezig zagen..." dacht ik lachend. Bijna moest m'n geliefde roze-bloemetjes-luster er aan geloven en luid weerklonken, behalve de occasionele krachttermen, de stuntel- en klungelgiechels. Meer hoef ik er vermoedelijk niet over te vertellen, u kunt er zich vast en zeker wel iets bij voorstellen...
't Was de eerste nachten toch even wennen, hoor. Na het grootste deel van mijn volwassen slaap op matrassen met pocketveren te hebben rond gestuiterd, *boing boing boing*, is dit koudschuimen exemplaar nogal plots bijzonder bewegingloos, *pok* dus. Vroeger veerde ik *boing boing boing* met een minimum aan inspanning in en uit bed -ja, zelfs uit die diepe put-, en *boing boing boing* draaide en keerde ik als een soort gigantisch rubberen kaatsballeke van links naar rechts en terug tijdens m'n slaap. Absoluut elke beweging: *boing boing boing*. Nu is alles anders. Nu ga ik *pok* op de rand van het bed zitten en kruip ik *pok pok pok* op handen en voeten tot in het midden, om mijn redelijk zachte lijf *pflok* ietwat onzacht neer te ploffen. (Ja, u ziet het alweer voor u, ik snap het...) 's Nachts een andere houding aannemen: ook *pok*, en sleur en trek en kruip, *pok*, inspanning vereist. Deze matras lijkt erg hard en voelt met de hand of er op zittend in eerste instantie ook absoluut zo aan, maar eenmaal ik lig, geeft ze net voldoende mee op al de juiste plaatsen en blijkt alles merkwaardig goed ondersteund en precies zacht genoeg. Geweldig dus!
Ziezo, al heeft even geduurd, bij deze slaap ik weer als een reus van een roos (merci, schoon gedichtje van Paul van Ostaijen) in mijn grote roze nest. En, nog steeds overvloedig voorzien van zachte dikke kussens in frisse roze fluwijnen, roze naar rozen ruikende malse lakens, pluizige knuffeldekentjes met hoog aaibaarheidsgehalte in allemaal andere tinten roze, en het krakend als verse sneeuw luchtig opgeklopte dekbed, dankzij die fijne tussenkomst van mijn moeder hoeft heel deze behaaglijke comfortabele roze droomwereldwolk het niet langer te stellen zonder die betrouwbare ondersteuning van een nooit eerder zo stevige fundering! Hoera, en slaap lekker!... 💗 



zaterdag 8 juni 2019

Woeste wilde klote wind.

Het grote bed is warm en knus. Tussen de overvloed aan kussens voelt het veilig en geborgen. De dikke suède gordijnen houden moeiteloos de wereld buiten. De wekker wijst al 2 uur in de ochtend en alles aan mijn lichaam voelt zwaar en loom. Mijn ogen kan ik nog nauwelijks openhouden. En toch... Ondanks dit heerlijke zachte en roze oord blijkt tot rust komen en de slaap vinden een onmogelijke opgave. De genadeloos felle storm met z'n woeste wilde wind daarbuiten benauwd me mateloos. Verscholen onder het dekbed luister ik angstig naar alle vreemde en vaak verontrustende geluiden. M'n twee schattige viervoeters, ook lichtjes over hun toeren door al het brute geweld daarbuiten, verbergen zich mee onder de fleecejes en trachten zichzelf en elkaar te troosten met stevig geronk. Alles om ons heen piept en fluit nonstop. Overal rammelt en klettert het dat het een lieve lust is. En tussen het tegen de ramen en kasseien knallende rondvliegende puin en afval horen we -uiteraard- ook de vuilnisbakken weer 'vertrouwd gezellig' mee in het rond denderen. Het hele gebouw davert op z'n grondvesten en stampt als een schip dat heldhaftig de woeste golven van een intense storm op volle zee trotseert.
Al 5 maal verliet ik m'n behaaglijke beddengoedburcht om nerveus door alle kamers van het huis te lopen en van achter elke venster de genadeloze geseling van de planten op m'n terras hoofdschuddend en wanhopend gade te slaan. Nee, er is echt niks meer dat ik nog méér kan doen om m'n geliefde groen veilig te stellen. Ik kan nog 20 keer komen kijken, het helpt geen ene moer. Alles wat kon weg- of omwaaien is binnen gebracht, extra vastgebonden of op een beschutte plek geplaatst. Alles wat ik op de één of andere manier extra bescherming of ondersteuning kon geven, heeft dat ook gehad. Er rest mij niets anders dan gelaten het terras verder de foltering lijdzaam te laten ondergaan en zelf zo goed als mogelijk geduldig het einde van de storm af te wachten.
Terug tussen de warme lappen vroeg ik me af waar die vele vogeltjes, die mijn terras tot hun favoriete speelterrein en restaurant maakten, zich nu in 's hemelsnaam verschuilen. Zouden die ergens in een boom als koude, natte bolletjes veren in elkaar gedoken zitten bibberen, zich in ware doodsangst met een onwaarschijnlijke kracht vastklampend aan één of ander takje? Waar verstoppen al die zalig brommende donzige hommels zich bij dit soort noodweer? En de immer zo naarstige nectar verzamelende solitaire bijen? En, ja, ik hoop ook maar dat al de rondzwervende poezen uit de buurt, lief of wild, maakt niet uit, vannacht allemaal ergens naar binnen mochten... 
Uiteindelijk won de geborgenheid van m'n roze nest lakens, dekens en kussen het van m'n bezorgdheid en angstgevoel, en overmant door vermoeidheid viel ik ten langen leste dan toch in een diepe droomloze slaap.
De ravage vanochtend was niet te overzien. O, wat heb ik er een spijt van, zo ontzettend veel spijt, dat ik, zoals ik nog grappend aan m'n moeder zei -om het haar zonder een bezoekje toch te kunnen laten bewonderen- m'n uitgebreide bloemenweelde de afgelopen weken niet gefilmd of gefotografeerd heb, toen alles nog zo oogverblindend mooi, betoverend prachtig, verleidelijk kleurrijk en verrukkelijk overdadig als een waar oerwoud de smalle terrasruimte vulde... Er is niets, absoluut niets van over.
Overal liggen afgebroken takken en vermorzelde bloemen. Stevige steunstokken en ongenaakbare metalen klimtorens braken af of wiebelden zich, alles om zich heen meesleurend, uit de grond. Zelfs zware terracotta potten vielen om, hun inhoud vergruizeld over het terras strooiend. De van de muur gehaalde en goed beschut opgestelde insectenhotels liggen als door elkaar geschopt verspreid over de stenen vloer, de secuur opgebouwde en gevulde voorraadkamertjes voor een deel geruïneerd. Slechts een aantal korte en daardoor iets stevigere geraniums laag bij de grond en de dicht op elkaar gepakte kleinere plantjes in de lange 
propvol beplante bloembakken voor het keukenraam behielden hun felgekleurde bloemweelde. Absoluut elke andere bloem is verdwenen, alsof ze er nooit waren. De bijzonder lang afhangende, uitbundig bloeiende tweekleurige geraniums, uitzonderlijk overgebleven van vorige zomer, hadden dus minder geluk en zijn volledig geamputeerd: geen van hun lange armen overleefde het geweld. De dit jaar voor het eerst schitterend bloeiende rozen vervlogen als in rook, de vriendelijke viooltjes lijken in een vlaag van woede platgewalst, de veelkleurige petunia's en schattig gestreepte million bells één voor één ruw afgerukt en fijngeknepen. De vele overdadig fleurige clematissen verloren niet alleen elk van hun duizenden bloemblaadjes, maar zijn stuk voor stuk zelfs volledig tot stompjes afgebroken, precies door de hakselaar gehaald en tot moes geplet. Alle groene bladeren van de -gelukkig- nog niet bloeiende vlinder- en hibiscusstruiken zijn door de niet afhoudende wind bij elkaar gefrommeld, verschrompeld, alsof iemand er urenlang een hete haardroger op richtte. Tussen en rond de vele potten vormen zich puin- en modderhoopjes, een mix van zand en water met amper herkenbare blad- en bloemresten en bij elkaar geblazen stukken afval. Daar sta je dan met al die moeite die je je getroost om de natuur, de vogels, de insecten enz. te ondersteunen... Om maar te zwijgen van de intense vreugde die mij dit 'buitenverblijf' elke dag in overvloed schenkt... Zucht.
Versta me nu vooral niet verkeerd, hé. Ik wéét dat het qua leed absoluut en in de verste verten niet te vergelijken valt met bijvoorbeeld een tornado of een tsunami die je hele hebben en houden, je volledige leven in één fataal woest natuurmoment totaal aan gruzelementen slaat en voorgoed weg vaagt. Maar geloof me, ik kan me er nu toch wel een beetje iets bij voorstellen... 
En die woeste wilde wind, die raast nog steeds onverminderd en onverstoorbaar woedend verder. Alsof hij niet wil bedaren vooraleer hij echt elk takje, elke bloem, elk blaadje, alles waar ik met zoveel liefde voor zorgde, tot mulch geklopt heeft!...
Berustend maar ook behoorlijk verdrietig en met een zwaar gemoed -en op de achtergrond het geluid van brandweerwagens en ambulances, want de schade beperkt zich uiteraard en ook jammer genoeg niet enkel tot mijn terras- ruim ik heen en weer slingerend de aangerichte ravage een beetje op, zo goed en zo kwaad dat al kan, ondertussen ook zelf stevig door elkaar gerammeld door de heftige windstoten. De afgebroken geranium- en clematistakken -misschien schieten ze nog wortel- en andere nog enigszins te herkennen bloemen krijgen een plekje in allerlei vaasjes en bakjes, veilig binnen in huis. Stokken en steunen duw ik stevig weer op hun plaats. Waar mogelijk verplaats ik nog wat en klem ik potten bij elkaar of verzwaar ze met een kei of twee, zodat ze hopelijk wat steviger staan voor de rest van dit gure weer...
Terwijl ik zo bezig ben, breekt stralend -'niks aan de hand'- de zon door. En als afgesproken landt er meteen, een beetje onhandig en duidelijk serieus verwaaid, ook een eerste moedig meesje op het voederplankje. 
"De natuur geeft zich niet zo gauw gewonnen!", bedenk ik me ondanks alles verheugd. Met een flinke portie liefde en zorg, plus uiteraard een ruime dosis geduld, herstelt de pracht van mijn terras zich vermoedelijk ook wel weer. Positief denken en met goede moed vooruit dus! 
Ja, wij mensen zijn maar kleine nietige en kwetsbare wezens, en Moeder Natuur neemt en geeft, willekeurig en in alle opzichten 'gul', exact zoals het haar en haar alleen uit komt, da's wel weer duidelijk, overduidelijk zelfs. En al daar ben ik daar al heel vaak bijzonder dankbaar voor geweest, wat mij betreft mag ze die woeste wilde klote wind gerust houden, hoor. 😉