Al 5 maal verliet ik m'n behaaglijke beddengoedburcht om nerveus door alle kamers van het huis te lopen en van achter elke venster de genadeloze geseling van de planten op m'n terras hoofdschuddend en wanhopend gade te slaan. Nee, er is echt niks meer dat ik nog méér kan doen om m'n geliefde groen veilig te stellen. Ik kan nog 20 keer komen kijken, het helpt geen ene moer. Alles wat kon weg- of omwaaien is binnen gebracht, extra vastgebonden of op een beschutte plek geplaatst. Alles wat ik op de één of andere manier extra bescherming of ondersteuning kon geven, heeft dat ook gehad. Er rest mij niets anders dan gelaten het terras verder de foltering lijdzaam te laten ondergaan en zelf zo goed als mogelijk geduldig het einde van de storm af te wachten.
Terug tussen de warme lappen vroeg ik me af waar die vele vogeltjes, die mijn terras tot hun favoriete speelterrein en restaurant maakten, zich nu in 's hemelsnaam verschuilen. Zouden die ergens in een boom als koude, natte bolletjes veren in elkaar gedoken zitten bibberen, zich in ware doodsangst met een onwaarschijnlijke kracht vastklampend aan één of ander takje? Waar verstoppen al die zalig brommende donzige hommels zich bij dit soort noodweer? En de immer zo naarstige nectar verzamelende solitaire bijen? En, ja, ik hoop ook maar dat al de rondzwervende poezen uit de buurt, lief of wild, maakt niet uit, vannacht allemaal ergens naar binnen mochten... Uiteindelijk won de geborgenheid van m'n roze nest lakens, dekens en kussen het van m'n bezorgdheid en angstgevoel, en overmant door vermoeidheid viel ik ten langen leste dan toch in een diepe droomloze slaap.
De ravage vanochtend was niet te overzien. O, wat heb ik er een spijt van, zo ontzettend veel spijt, dat ik, zoals ik nog grappend aan m'n moeder zei -om het haar zonder een bezoekje toch te kunnen laten bewonderen- m'n uitgebreide bloemenweelde de afgelopen weken niet gefilmd of gefotografeerd heb, toen alles nog zo oogverblindend mooi, betoverend prachtig, verleidelijk kleurrijk en verrukkelijk overdadig als een waar oerwoud de smalle terrasruimte vulde... Er is niets, absoluut niets van over.
Overal liggen afgebroken takken en vermorzelde bloemen. Stevige steunstokken en ongenaakbare metalen klimtorens braken af of wiebelden zich, alles om zich heen meesleurend, uit de grond. Zelfs zware terracotta potten vielen om, hun inhoud vergruizeld over het terras strooiend. De van de muur gehaalde en goed beschut opgestelde insectenhotels liggen als door elkaar geschopt verspreid over de stenen vloer, de secuur opgebouwde en gevulde voorraadkamertjes voor een deel geruïneerd. Slechts een aantal korte en daardoor iets stevigere geraniums laag bij de grond en de dicht op elkaar gepakte kleinere plantjes in de lange propvol beplante bloembakken voor het keukenraam behielden hun felgekleurde bloemweelde. Absoluut elke andere bloem is verdwenen, alsof ze er nooit waren. De bijzonder lang afhangende, uitbundig bloeiende tweekleurige geraniums, uitzonderlijk overgebleven van vorige zomer, hadden dus minder geluk en zijn volledig geamputeerd: geen van hun lange armen overleefde het geweld. De dit jaar voor het eerst schitterend bloeiende rozen vervlogen als in rook, de vriendelijke viooltjes lijken in een vlaag van woede platgewalst, de veelkleurige petunia's en schattig gestreepte million bells één voor één ruw afgerukt en fijngeknepen. De vele overdadig fleurige clematissen verloren niet alleen elk van hun duizenden bloemblaadjes, maar zijn stuk voor stuk zelfs volledig tot stompjes afgebroken, precies door de hakselaar gehaald en tot moes geplet. Alle groene bladeren van de -gelukkig- nog niet bloeiende vlinder- en hibiscusstruiken zijn door de niet afhoudende wind bij elkaar gefrommeld, verschrompeld, alsof iemand er urenlang een hete haardroger op richtte. Tussen en rond de vele potten vormen zich puin- en modderhoopjes, een mix van zand en water met amper herkenbare blad- en bloemresten en bij elkaar geblazen stukken afval. Daar sta je dan met al die moeite die je je getroost om de natuur, de vogels, de insecten enz. te ondersteunen... Om maar te zwijgen van de intense vreugde die mij dit 'buitenverblijf' elke dag in overvloed schenkt... Zucht.
Versta me nu vooral niet verkeerd, hé. Ik wéét dat het qua leed absoluut en in de verste verten niet te vergelijken valt met bijvoorbeeld een tornado of een tsunami die je hele hebben en houden, je volledige leven in één fataal woest natuurmoment totaal aan gruzelementen slaat en voorgoed weg vaagt. Maar geloof me, ik kan me er nu toch wel een beetje iets bij voorstellen...
En die woeste wilde wind, die raast nog steeds onverminderd en onverstoorbaar woedend verder. Alsof hij niet wil bedaren vooraleer hij echt elk takje, elke bloem, elk blaadje, alles waar ik met zoveel liefde voor zorgde, tot mulch geklopt heeft!...
Berustend maar ook behoorlijk verdrietig en met een zwaar gemoed -en op de achtergrond het geluid van brandweerwagens en ambulances, want de schade beperkt zich uiteraard en ook jammer genoeg niet enkel tot mijn terras- ruim ik heen en weer slingerend de aangerichte ravage een beetje op, zo goed en zo kwaad dat al kan, ondertussen ook zelf stevig door elkaar gerammeld door de heftige windstoten. De afgebroken geranium- en clematistakken -misschien schieten ze nog wortel- en andere nog enigszins te herkennen bloemen krijgen een plekje in allerlei vaasjes en bakjes, veilig binnen in huis. Stokken en steunen duw ik stevig weer op hun plaats. Waar mogelijk verplaats ik nog wat en klem ik potten bij elkaar of verzwaar ze met een kei of twee, zodat ze hopelijk wat steviger staan voor de rest van dit gure weer...
Terwijl ik zo bezig ben, breekt stralend -'niks aan de hand'- de zon door. En als afgesproken landt er meteen, een beetje onhandig en duidelijk serieus verwaaid, ook een eerste moedig meesje op het voederplankje. "De natuur geeft zich niet zo gauw gewonnen!", bedenk ik me ondanks alles verheugd. Met een flinke portie liefde en zorg, plus uiteraard een ruime dosis geduld, herstelt de pracht van mijn terras zich vermoedelijk ook wel weer. Positief denken en met goede moed vooruit dus!
Ja, wij mensen zijn maar kleine nietige en kwetsbare wezens, en Moeder Natuur neemt en geeft, willekeurig en in alle opzichten 'gul', exact zoals het haar en haar alleen uit komt, da's wel weer duidelijk, overduidelijk zelfs. En al daar ben ik daar al heel vaak bijzonder dankbaar voor geweest, wat mij betreft mag ze die woeste wilde klote wind gerust houden, hoor. 😉
Mooi verwoorde ellende. Als ik dat zo lees ben ik ergens blij dat in mijn woonst noch een tuin, noch een terras is.
BeantwoordenVerwijderen