donderdag 2 juli 2015

Zilte zeeën zout zweet.

Met deze hitte is het fijn thuiskomen in mijn oostelijk gericht appartement. Door wat goed uitgedacht open- en toeschuiven van gordijnen blijft de temperatuur in alle kamers voorlopig rond een verdraagbare 25 graden. 
Nu ze hun angst voor dat vreemde windding overwonnen hebben claimen de poezen Pompon en Poekie de overurendraaiende ventilator. Maar da's oké: ik dobber lekker in het koele bad. Het heerlijke frisse water spoelt zalig de vele emmers transpiratie van vandaag van m'n huid.
Met de ramen en deuren wagenwijd open, een wapperende ventilator naast de computers, zo rustig mogelijk op het toetsenbord rammelend en met zo min mogelijk gedoe de telefoon opnemend was het op het werk nog juist uit te houden. Bij elke grotere inspanning en, o ramp, bij het met veel héét water afwassen der eindeloze rijen koffiekopjes stroomde meteen een zee van honderden zoute parels over m'n hele lijf. 
Terug aan de bushalte, op 't heetst van de dag, verfriste de opgekomen bries mijn paraplu-parasol-schaduwplekje en al snel verscheen de bus. De bus met de ijskoude airco, waar ik anders een stijve nek van krijg, maar vandaag hevig verlangend naar uit keek. Maar... ik had het dubieuze genoegen mee te mogen met het allernieuwste busmodel: ééntje met een airco die het écht niet trok en zowaar héte lucht blies. En natuurlijk ook zónder venstertjes die je zou kunnen openen...
Onmiddellijk gutste het zweet aan alle kanten uit m'n poriën. 
De druppels zochten hun weg vanuit m'n dot langst m'n oren naar m'n nek en schoven met een sierlijke bocht één voor één in m'n decolleté, vanwaar ze, eenmaal verzameld, als een kleine zondvloed doorbraken tot aan m'n navel. Midden op m'n rug biggelde het zoute vocht aan hoge snelheid richting staartbeen. De nattigheid uit m'n knieholten sijpelde langst m'n benen omlaag en drupte na een krul rond m'n enkels in m'n door de hitte pijnlijk knellende suede sandaaltjes. 
Alle passagiers hanteerden hijgend en puffend drijfnatte zweetzakdoeken, wapperden met slappe kranten, trokken nóg wat van de al schaarse kledingstukken uit en snakten, net zoals ik, als vissen op het droge, hopeloos naar een hapje lucht, een teugje zuurstof.
Eindelijk, het leek een eeuwigheid te hebben geduurd, arriveerden we, als in ons eigen nat gestoomde soepkiekens, aan de Rooseveltplaats. Ik rukte me met m'n laatste puf los uit het doorweekte zeteltje en stapte opgelucht uit. 38° buiten vandaag, maar de hete zomerlucht en de zotte wind voelden na deze rit verbazingwekkend koel aan. Hemels zelfs. De koelte van de metro deed me rillen, maar net zoals de overvolle broeierige tram kon me dat geen barst meer schelen: nog heel even volhouden en ik was weer thuis!
Nu klotst het zalig koele water zachtjes om me heen. Voor vandaag laat het zilte zweet me weer los. Langzaam kom ik terug tot mezelf en vooral: weer helemaal op temperatuur. ;-)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten