zaterdag 18 juli 2015

Overdosis consumptie.

De vriendin van op 't werk, met wie ik regelmatig met de auto mee naar huis mag, maakt soms al eens een omwegje. Vier dagen geleden vergezelde ik haar zo voor boodschappen bij de supermarkt. Gezellig.
Zelf doe ik slechts één keer per week inkopen, hoofdzakelijk in dezelfde erg voordelige winkelketen. Op vrijdag valt de beslissing wat er in Huize Kristina de zeven dagen daarna gegeten en gedronken zal worden. De benodigdheden hiervoor schrijf ik nauwgezet en gedetailleerd op een boodschappenlijstje, eventueel aangevuld met een niet eetbaar huishoudproduct. Die notities worden al winkelend bijzonder strikt opgevolgd en slechts zeer uitzonderlijk vindt er 'spontane' extra aankoop de weg naar m'n boodschappentas. Alleen het hoogst noodzakelijkste belandt uiteindelijk in m'n kasten, dus weggooien komt hier zo goed als nooit voor. Je kan gerust stellen dat ik eigenlijk al jaren geen echt deel meer uitmaak van de consumptiemaatschappij. Een bezoek aan zulk een reuzegrote hypermarkt als afgelopen week, dat dateert dan ook al van zeker 5 jaar terug. 
En na vier dagen ben ik de shock nog steeds niet helemaal te boven! 
Absoluut àlles kon je er kopen. En zeker weten àlle soorten voedingswaren van àlle denkbare merken in àlle mogelijke grootten en in àlle smaken, kleuren en verpakkingen die je in je wildste fantasie maar kan verzinnen. Torenhoog. Rek na rek. Rij na rij na rij na rij.
De onmetelijk hoeveelheid producten overspoelde me als een ware tsunami en deed me, volledig de kluts kwijt, naar adem happen.  
Meteen zat m'n hoofd vol prangende vragen. Wie produceert dat allemaal? En wie kóópt dat dan allemaal? Eten ze dat àllemaal op? En, in godsnaam, wie heeft er zóvéél nodig???... Onmiddellijk had ik op m'n netvlies opnieuw de weerzinwekkende beelden van de televisieprogramma's over de kolossale hoeveelheden waardevol en perfect eetbaar voedsel, al tijdens de teelt gedumpt wegens 'nét niet volmaakt genoeg'. En de enorme berg wél goedgekeurde zaken, ook nog perfect eetbaar doch onverkocht, die bij de supermarkten in de afvalcontainers verdwijnen. Hoeveel dieren kweekt en slacht men, al dan niet onder vreselijke omstandigheden, om dan op zaterdag, zélfs aan halve prijs door niemand gewild en door niemand opgegeten, achteloos als vuilnis afgedankt te worden. En dan zijn er ook nog de ontelbare uiteindelijk tóch aangekochte voedingswaren die, onaangeroerd, overbodig en vergeten, wegrotten in ijskasten, diepvriezers en andere opbergruimtes...
Dat ene bezoekje aan die supermarkt drukte me genadeloos weer op de feiten: we leven zonder enige twijfel in een échte consumptie- en wegwerpmaatschappij. En het maakte me intriest.
Ach, ik wil hier niets prediken, hoor, of iemand de les lezen. Ik weet alleen heel erg goed dat je perfect gelukkig, voldaan en tevreden kan zijn met zoveel minder. We zijn té gewend aan overvloed. En aan 'vervangbaarheid'. Want wat koester je nog, wat schat je nog naar waarde, als er van alles toch veel te veel is.... En zeg eens eerlijk: wat heb je uiteindelijk écht nódig? Het woord 'genoeg' speelt hierin een grote rol, denk ik...
Gelukkig zijn we die dinsdagmiddag ook nog op 't gemakje een frisse deugddoende pint gaan pakken, mijn vriendin en ik. 
En ik durf hier gerust neer schrijven dat ik die trappist toen echt wel 'nodig' had, maar met ééntje ook ruimschoots 'genoeg'! ;-)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten