vrijdag 29 juni 2018

Kans op een plaatselijke stortbui...

💧"SPLASH! Spletter spletter spletter spletter..." 💧 Het zeer plotse behoorlijk luide gekletter van bakken vallend water deden me verschrikt opspringen van achter m'n computer, waar ik, zo bewegingsloos mogelijk -het enigszins leefbaar zweetniveau handhavend ondanks het broeierig hete middaguur- toch een beetje trachtte te werken. M'n stoel viel om, papieren vlogen in het rond en m'n hart sloeg een paar tellen over terwijl ik me, angstig voor wat eventueel zou komen, haastig doch op m'n hoede naar de woonkamer begaf... Niks te zien! Het gekletter van het vallende water weerklonk nog steeds en ook wat dichterbij. De keuken dan? Nop, ook niks te zien! "Splitsj spletsj splatsj" weerklonk er nog steeds luid. "O, mijn god" dacht ik ontzet, "na die kraan binnen heeft nu zeker het kraantje buiten op het terras het begeven!!!" Zo snel mijn benen me dragen konden spurtte ik zigzaggend tussen de meubeltjes en de planten, en stoof door het opengeschoven grote balkonvenster naar buiten... Niks aan de hand met het kraantje. Wat een enorme opluchting! Amai, oef! 
Maar, die opluchting mengde zich meteen met een licht afgrijzen, want 'k wist in datzelfde moment ook waar die luid kletterende waterval zich neer stortte!...
Mijn terras bevindt zich op de begane grond en boven mij rijzen er nog 14 verdiepingen uit, ook met allemaal terrassen. En met een brandladder, die helemaal van de top van het gebouw tot op de verdieping net boven mijn appartement loopt, om aldaar te eindigen op een metalen luik dat uitsluitend vanop die 1e etage geopend kan worden. (Kwestie van inbrekers niet hoger dan mijn niveau te laten klimmen, hé... Hum. hihi) Als het erg hard regent, verzamelt zich behoorlijk wat water in die schacht en uiteraard stroomt al dat vocht dan langst dat luik op mijn terras. Maar dat was de afgelopen 4,5 jaar, sinds ik hier woon dus, nog nooit met de overvloed en de kracht van wat er nu neer gutste.
De wateruitstorting verminderde gelukkig al snel en in het laatste gedruppel schoof ik zuchtend de totaal verzopen geraniums naar de andere kant van het terras. Één derde van m'n buitenruimte stond blank en jammer genoeg niet alleen met water, maar door het genadeloos neergekletter recht in een heel aantal van m'n potten, ook vol vettige zwarte potgrondmodder. Nadat ik, half over de reling bengelend -auw, m'n nek-, even een blik naar hogere etages had geworpen of ik eventueel een 'schuldige' kon zien -niks natuurlijk- zei ik gelaten tegen mezelf: "Ja, Stinnewis, 't is wat het is, niks aan te doen, begin maar met opkuisen..." Pffft.
En 'k had me letterlijk nog maar juist omgedraaid om een borstel te nemen als ðŸ’§"SPLASH! Spletter spletter spletter spletter..." 💧 er opnieuw een zondvloed naar beneden kwam donderen en het modderwater hoog tegen me deed opspatten. Op m'n licht verontwaardigd geroep -"Maar allé! Seg, ik woon hier ook nog, hoor! Hallo! Haaaallooooo!"- naar een of ander onzichtbaar iemand, ergens daarboven, kwam totaal geen reactie. Frustrerend!
Voor alle zekerheid even checken bij concierge Linda. Ge weet maar nooit. Misschien dat er ergens waterwerken aan de gang waren waarover ik de nota gemist had of zo. Maar dat leek me sterk, en het was dus ook niet zo. Samen gingen we wel even vanuit de tuin kijken of er ergens op één of ander terras mogelijk iemand ietwat overdreven waterpret had. En het duurde nog een tijdje voor we de 'dader' te pakken kregen, want wij zagen haar, en zij... zij zag en hoorde ons niet, of toch niet onmiddellijk: mijn bovenbuurvrouw!
Super sympathieke juffrouw, hoor, absoluut, niks over te klagen, maar ze was in al haar enthousiasme en ijver om hun terras eens stevig op te frissen totaal 'vergeten' waar dan al die vele emmers water naar toe liepen... 
Na een massa verontschuldigingen en nog een hoop gegiechel over mijn letterlijke modderfiguur besloten we van de nood een deugd te maken. Één à twee keer per jaar maken wij namelijk samen dat brandtrapluik schoon. Dat verzonken gat verzamelt niet alleen een heel pak rondvliegend afval, wat door m'n bovenburen sowieso al constant opgeruimd wordt, maar ook zand en vuil allerhande blijven er in en op vast kleven. M'n buurvrouw maakt dan de vergrendeling los terwijl ik, bovenop m'n ladder staande, het zware metalen ding aan neem en zachtjes laat open klappen, om het vervolgens een stevige poetsbeurt te geven. Meestal gaat dit rustig en zonder al te veel invloed op de toestand van noch mijn terras noch mijn uiterlijk. Maar in dit geval -u raadt het al- kreeg ik ook ðŸ’§"SPLASH!"💧 het laatste restje water en slijk alsnog over me heen. Bon, geen erg, 'k was ondertussen toch al een regelrecht smurriemadammeke, hé. 
Het luik was weer schoon en werd terug netjes gesloten. En mijn terras, dat was nu pas écht herschapen tot een kliederboel vol ondefinieerbare blubber. Muren en ramen vol slibspletters, bloemen en planten onder de drek, overal water en slijk. Oké, als dit dan toch een vochtige, behoorlijk 'spetterende' dag moest zijn, dan kon ik net zo goed nog wel even doorgaan! ðŸ’§"Spletter spletter spletter spletter..." 💧 Vol goede moed en geestdrift zette ik meteen al m'n ramen in het sop. En niet alleen langs buiten, de binnenkant kon in één moeite mee, vond ik. M'n terrasmuren kregen een drets-verwijderende poetsbeurt, de besmeurde planten werden opgefrist met een zachte straal uit de tuinslang, en tot slot schepte ik alle modder en afval zo goed als het kon bij elkaar in een grote emmer en spoelde de vloer terug tot een enigszins aanvaardbare staat. Oef, klaar!
Na al deze drassige en natte toestanden ontbrak me wel totaaaaaaaaal de goesting om ook mezelf nog eens uitgebreid schoon te boenen met royaal en omvangrijk gebadder. Dat soort waterpret kon gerust tot morgen wachten. Modder afspoelen en een snel kattenwasje moesten maar volstaan voor ik mezelf, doodop, sloom m'n pyjama in hees en, geradbraakt, voorzichtig in bed liet vallen.
Dus, moraal van het verhaal: als de weerman zegt dat er kans is op een plaatselijke stortbui, dan moet je dat zeker niet licht opnemen. Geloof me, ik kan het weten: zo'n stortbui kan niet alleen heel erg overvloedige neerslag betekenen, ze kan ook zeeeeeeeer plaatselijk zijn! 😉 ðŸ’§"Spletter spletter spletter spletter..." 💧



donderdag 28 juni 2018

De zee.

Eindelijk weer eens die ene grote liefde gaan bezoeken nadat je ze al een jaar hebt moeten missen, je zou voor minder zenuwachtig worden, hé. M'n vrolijke rode-met-roze-cirkels-en-bloemen jurk hing naast de bijpassende handtas en schoenen netjes gestreken klaar. Alle andere spulletjes die ik dacht nodig te hebben voor de twee uur durende treinreis en de rest van m'n dagje-uit stond al keurig ingepakt in die leuke roze boodschappenmand naast de voordeur, klaar voor vertrek. Nu nog juist één nachtje slapen en... En dat lukte dus niet. Er is natuurlijk altijd een beetje de angst de wekker niet te horen, maar in dit geval lag de schuld van deze woelige en slapeloze nacht vooral bij het onschuldige, maar voor mij zeer betekenisvolle liedje in m'n hoofd. En op zo'n moment plots niet meer verder raken dan die eerste twee lijnen is dan absoluut nefast. Dus, bed uit en opzoeken maar. Voor alle zekerheid schreef ik de tekst volledig over en stopte hem ook bij de mee te nemen spulletjes.
Ondanks een klein houten kopke, wegens het slaaptekort en het niet afhoudende liedje, verliep m'n reis probleemloos en voorspoedig. En op de koop toe was het erg gezellig, dank zij de geweldig aangename babbel met Monique die ik op de trein leerde kennen. Van het eindstation nog even drie haltes met de tram; dan de onstuimige vreugdevolle begroeting met m'n opgetogen glunderende goede vriend en gastheer voor deze dag, Jef; gevolgd door nog één piepklein straatje wandelen en... daar was ze dan eindelijk: de zee!
Ik hou zielsveel van m'n planten-oerwoud, met m'n poezenschatjes er tussen, in de kamers van m'n dierbare flatje en terras,
maar daarnaast heb ik ook absoluut mijn hart aan de zee verpand. En daar was ze weer, voor zo wijd ik, lichtjes naar adem snakkend, kon kijken, langs kilometers plat, effen strand: die o zo geliefde zee. Eindeloos ver strekkend, immer van kleur veranderend, en met behoorlijk stormachtig geweld gekroond door grote witte schuimkoppen in brede golven brekend op het als een biljartlaken zo glad, schijnbaar oneindige zandstrand. Ik kan me niet herinneren haar ooit in zulke onbegrensde fenomenale, en lichtjes overdonderende glorie te hebben gezien.
De rest van de dag zou het me steeds de grootste moeite kosten om er even van weg te kijken, van dit prachtige, spectaculaire zicht. Uiteraard lukte dat niet tijdens die heerlijk lange wandeling op het strand met de voetjes in het verrassend warme water, en, een hele tijd later, de hele weg weer terug op de boulevard natuurlijk ook niet. Tijdens de gezellig babbel bij de koffie in het super aangename appartement op de 8ste verdieping, gezeten aan de grote tafel tegen het van-muur-tot-muur-en-plafond-tot-vloer-uitstrekkende raam met panoramisch en volledig ongehinderd zicht op zee plakte ik als vanzelfsprekend bijna gehypnotiseerd aan het beeld vast. En zelfs in het restaurant, tijdens het overheerlijke verwen-drie-gangen-diner, was het zo goed als onmogelijk even van dat zalige vergezicht weg te blikken: Jef reserveerde ons namelijk een tafel voor twee personen náást elkaar, met in ons blikveld niets anders dan een stukje boulevard, het strand en de zee met hier en daar een zeilbootje, helemaal tot aan de verre horizon. Hoe geweldig is dát!?
En ál die tijd, elke seconde van heel die mooie dag, en al net zo goed als de aantrekkingskracht van het prachtige panorama niet tegen te houden of te negeren, zongen in mijn hoofd opnieuw en opnieuw de strofen van dat ene liedje...
Ik vertelde Jef er over en las hem de tekst voor. En niet echt verrassend was zijn reactie zowat identiek aan mijn gevoel bij deze lyrics: "Dat is het! Dat is het écht! Dat verwoordt exact, maar dan ook écht exáct, wat de zee voor mij betekend! Alsof je de woorden letterlijk, hier en nu, in dit eigenste moment rechtstreeks uit m'n hart en ziel plukt! Ge-wél-dig!" Ook mijn emotie dus, toen ik het lied een aantal jaar geleden tijdens een concertenreeks met uitsluitend muziek van Will Ferdy -want, ja, inderdaad, dit is tekst én muziek van hem- zong. Het paste als op maat gemaakt, meteen aanvoelend als 'van mij persoonlijk', alsof het m'n eigen woorden waren. Terstond verliefd dus, op dit mooie liedje, net zoals Jef op dat moment, daar tegenover me aan de tafel.
En omdat ik sterk vermoed -goh, eigenlijk weet ik het wel zeker, hoor- dat velen onder jullie dezelfde herkenning in deze tekst zullen vinden, dezelfde ontroering, hetzelfde sentiment, dezelfde passie,... en ik mijn kinderlijk blije, onschuldig hartstochtelijke affectie voor die eindeloos prachtige, immer machtige, oneindig boeiende zee zelf niet beter zou kunnen neerschrijven, laat ik hier verder Will Ferdy aan het woord.
Dag zee! En tot de volgende keer, want al duurt het soms lang, ik keer áltijd naar je weer. 💙

De zee
De zee nam mij als kind reeds bij de hand.
Zij was mijn wonder-sprookjesland,
‘t decor van al mijn kinderdromen.
De zee, zij was de toevlucht van mijn jeugd.
‘k Vertrouwde elke pijn en vreugd’
toe aan haar eeuwig gaan en komen.
De zee zag ooit, bij ‘t schijnen van de maan,
mij met mijn eerste liefje gaan
of hoe ik wachtte, ongeduldig.
Wat waren wij toen nog onschuldig,
maar ook gelukkig, bij de zee.
                    De zee heeft ook mijn groot verdriet gegist
                    en zacht de stappen uitgewist
                    van twee verloren mensenkinderen.
                    De zee begreep mijn wanhoop en mijn pijn,
                    mijn angsten en mijn eenzaam-zijn.
                    Bij haar zag ik mijn leed verminderen.
                    De zee heeft mij, na stormen van één nacht,
                    opnieuw de rust teruggebracht,
                    zodat ik weer haar lied kon horen.
                    ‘t Leven werd mooi, zoals tevoren;
                     zoals het eenmaal was aan zee.
 De zee heb ik zo vaak herkend in mij,
met haar steeds wisselend getij,
met al haar stormen en haar vrede.
De zee zal steeds opnieuw mijn toevlucht zijn,
getuige van mijn vreugd’ en pijn,
want elk geheim deel ik haar mede.
De zee, die al mijn liefdes heeft gekend
en hoe mijn lot zich heeft gewend,
in goede en in kwade dagen,
zal nooit mijn liefde zien vervagen.
Ik blijf de minnaar van de zee.
                    Lalalalala...
                    Ik ben de minnaar van de zee.


zaterdag 16 juni 2018

De nobele medemens.

Misschien herinnert u zich nog wel die zeer plotse zondvloed, hier bij mij in huis. En dan herinnert u zich misschien ook wel die ene nobele doch onbekende medemens, die mij zonder veel poespas vol ijver en geestdrift te hulp schoot. (Indien het u niets zegt: lees het hele verhaal gerust eerst even na in het blogje 'Van kurkdroog tot bijna verzopen'.)
'k Had in de weken na heel die historie hier en daar wel eens gepolst of iemand uit het gebouw hem eventueel kende, maar niemand kon mij meer informatie bezorgen en dus werd mijn wens hem nog eens in persoon dank-je-wel te kunnen zeggen noodgedwongen opgeborgen. Als het zo moest zijn, dan zou ik hem ooit nog wel eens opnieuw tegenkomen. Het leven kabbelde -ditmaal zónder wateroverschot- weer verder en ging z'n gewone dagelijkse gangetje.
Een kleine maand later wrong ik mezelf en m'n zwaar met boodschappen beladen fiets door het steeds net iets te smal aanvoelende garagedeurtje. Een dame met ongeveer hetzelfde postuur als het mijne en vergelijkbaar qua leeftijd (vermoed ik), maar met blonde i.p.v. zwarte lokken kwam me door het onwillige poortje achterna, ook op de fiets, en, zoals even later bleek, ook met boodschappen. En toen ik vervolgens, puffend door die loodzware tassen in de hand, de lift in wou stappen, kwam ook zij, zuchtend onder het gewicht van haar eigen inkopen, dezelfde richting uit. Altijd bereid om iemand even te helpen hield ik de lift tegen en breed lachend stapten we samen in. 
Op mijn mededeling dat ik maar één verdieping mee ging omdat ik op het gelijkvloers woon, repliceerde ze meteen met de uitroep "Maar dan zijt gij dat madammeke waarvoor mijn man zoveel water heeft staan scheppen!" Op dat moment kon ik totaal niet inschatten of ze het op een positieve of negatieve manier bedoelde, maar ik kon het uiteraard slechts beamen. En terwijl ik, nog steeds met in elke hand een paar zwaar doorwegende zakken, tegen de ondertussen weer openstaande liftdeur leunde, ontstond er, eerst nog een beetje aftastend van beide kanten, maar al gauw met het warme gevoel van nieuwe vriendschap, een bijzonder gesprekje
Kira, zoals ze heet, vertelde hoe haar man op het moment van mijn grote paniek eigenlijk onderweg was naar de sportschool, toen hij, zonder er ook maar één seconde over te twijfelen, besloot in plaats daarvan een medemens in nood te helpen. Toch heel normaal volgens haar, en volgens hem, maar ik blijf het toch ontzettend bijzonder vinden, hoor, zoveel altruïsme. Het sporten is er die dag trouwens niet meer van gekomen: toen hij zoveel tijd later drijfnat en doodop mijn enigszins droog geveegde appartement verliet, had zijn zwakke rug het finaal begeven. De rest van die week bracht hij dan ook totaal gevloerd plat op de sofa door... En die grootse dankbaarheid die ik zo graag wou uiten vermengde zich met een uit de kluiten gewassen schuldgevoel. Eindeloos gesukkel met een immer pijnlijke rug, daar weet ik immers álles van, hé... Haar man werd er in mijn ogen alleen maar een grotere held door.
In een poging vanuit het diepst van m'n hart nogmaals m'n enorme, ondertussen zo mogelijk nog grotere, dankbaarheid te verwoorden, vertelde ik haar van het blogje dat ik schreef over die verschrikkelijk waterige historie en al die onbaatzuchtige hulp van haar man. En uiteraard legde ik meteen ook met alle mogelijke bewegwijzeringen uit waar op 't internet ze, indien ze dat zou wensen uiteraard, het hele verhaal kon terugvinden en nalezen. Met m'n welgemeend "kom gerust eens een keertje koffie of thee bij me drinken" namen we afscheid. Het gewicht van de boodschappentassen schreeuwde ons allebei toe dat het hoog tijd was om weer verder te gaan, ik naar het gelijkvloers, zij naar het 14e, de allerhoogste verdieping in het gebouw. (En zoiets vind ik dan natuurlijk weer een bijzonder leuk detail... 😊)
Een paar dagen later rolde er een vriendschapsverzoek van Facebook bij me binnen: daar was Kira weer! Helemaal blij me te hebben gevonden, wreed content het blogje gelezen te hebben én op de koop toe fijn verrast dat ik een zangeres bleek te zijn. Want -hoe klein is de wereld!- ook haar man zong geweldig graag! "Als 'amateurke' weliswaar", voegde ze er nog aan toe. En in alle eerlijkheid: dat vind ik voor geen meter kloppen, want zo zwaar onder de indruk als zij van mijn filmpjes op YouTube waren -ook al is wat ik zing in de verste verten niet hun smaak-, ik vond zijn opnames minstens even imposant! En meteen een geweldige kennismaking met een genre dat ik niet echt ken: de 'gipsy' muziek. 
Kira's echtgenoot, Inan genaamd, in het dagdagelijkse leven luisterend naar Beni, is afkomstig uit Macedonië en een volbloed zigeuner, dus vermoedelijk heeft hij die muziek met de paplepel mee naar binnen gekregen. Het zingen, en het zichzelf daarbij begeleiden op de gitaar, het komt allemaal recht uit het diepste van z'n ziel, en dat hoor je ook, vind ik. Beluister het gerust even zelf! Dit is bijvoorbeeld een erg mooi nummer: 'A Sada Idi Idi'. Of bekijk meteen gewoon álles van 'Gipsy Inan', 't is veel, maar zeker de moeite waard.
U kunt het zich uiteraard al voorstellen dat het niet lang geduurd heeft voor Kira, met een doos overheerlijke -echt véél te lekker- baklava en gezellig huiselijk op haar sletsen, inderdaad bij mij op de thee kwam. Fijn contact met een toffe buurvrouw, en dan nog wel onder 't zelfde dak, da's toch gewoon schitterend, niet dan? Uren hebben we zitten kletsen. Over onze beide levens, over de verschillende lichamelijke kwaaltjes en kwalen, over werken en niet werken, over scheidingen en huwelijken, over de families en ook -al heb ik over dit laatste natuurlijk bijzonder weinig te vertellen- over de kinderen... 
Maar wat me vooral zal bijblijven uit die allereerste rettepetet-namiddag met Kira is hoe zij al 17 jaar samen is met deze man, met een zo totáál verschillende origine dan de hare, en zij beiden door de jaren heen vooral respect voor elkaars 'anders zijn' opgebouwd hebben. De grote diversiteit, die de mix van hun beider culturen meebrengt, wordt door hen allebei bijzonder gewaardeerd. Zoals overal zal het ook bij hen zeker niet altijd rozengeur en maneschijn zijn, maar de sterktes uit de twee achtergronden vonden op de één of andere manier een mooi evenwicht, ze vulden elkaar aan en vormen zo absolute pluspunten in dit huwelijk. Hun familieleden echter zijn niet allemaal even gelukkig met deze buitengewone relatie -da's zelfs een serieus 'understatement' als ik het goed begrijp- en dat is jammer. Ze weten niet wat ze missen, hé. Voor wat het waard is: ik, ik persoonlijk, ik kan het alleen maar on-ge-lo-fe-lijk prachtig vinden!
Wel, eind goed al goed, zeggen ze: die nobele onbekende held heeft dus een naam gekregen, ik heb hem kunnen bedanken voor z'n edelmoedige en belangeloze noeste inzet, en in één en dezelfde beweging leerde ik niet één, maar zelfs twéé nieuwe en geweldig boeiende mensen kennen. 
Hoe fantastisch fascinerend en verrassend zit onze levensweg toch in elkaar: achter elke bocht wachten er weer nieuwe, meestal totaal onvoorspelbare wendingen om ons te verbazen en te verwonderen. Wie weet welke avonturen ons nog te wachten staan, hé, Kira en Beni... 😉








woensdag 6 juni 2018

En Kristina maakt een boek.

U herinnert het zich zeker en vast nog: een paar maanden geleden kon je de televisie niet aanzetten of geen krantje openslaan zonder gebombardeerd te worden met reclame en informatie rond het tv-programma en de daarbij aansluitende grote show in de Lotto-arena 'Karen maakt een plaat'. Werkelijk een enorm bombastisch en niet te negeren mediacircus. Alsof er nog nooit eerder in de geschiedenis der mensheid iemand een plaat gemaakt had... 
En elke keer er met veel bravoure aangekondigd werd dat Karen een plaat zou maken, beantwoordde ik de televisie luidop met minstens evenveel panache en de bijhorende brede handgebaren: "En Kristína maakt een boék!!!" Ik veronderstel dat het u niet al te veel moeite kost om me dat in uw verbeelding daadwerkelijk te zién doen... 😉 
Maar, hoe zot het er ook uit gezien zal hebben, het was absoluut de volledige waarheid, want in exact diezelfde periode maakte ik inderdaad een boek. Uiteraard met het volle besef dat er ontelbaar vele individuen in de geschiedenis van diezelfde mensheid ook boeken gemaakt hebben, met mogelijk in zoveel opzichten boeiendere literatuur, durf ik toch, zij het met enige bescheidenheid en voorzichtigheid, te opperen dat mijn 'boek-maken' wel eens minstens even leuke -wie weet zelfs veel leukere- televisie had kunnen geweest zijn... Dus schets ik u bij deze graag een paar mogelijke afleveringen van het nooit gemaakte tv-programma 'Kristina maakt een boek'.
Natuuuuurlijk verfilmen we het gesprek met mijn moeder, die zich bij mijn voornemen een boek te maken bijna voorspelbaar laat ontvallen "Wat? Alwéér!? En ge hebt al die vorige boeken nog niet eens allemaal verkocht!" Waarop ik haar geduldig uitleg dat er een groot verschil is tussen een boek schrijven en een boek maken. Mijn eigen boeken schrijf ik eerst helemaal, en zelf, uiteraard, en 'k maak er daarna, ook helemaal op eigen houtje -en dus zonder er mee naar een gespecialiseerde drukkerij of uitgeverij te gaan-, een tastbaar en verkoopbaar boek van. In dit geval echter diende ik slechts als 'verwerker' van iemand anders schrijfsels, en fabriceerde ik van een uitgetypte bundeling van losse verhaaltjes een gezellig en heel persoonlijk drukwerkje. "En waarom?" wil ons moe weten. Tja... Goeie vraag eigenlijk. Heu, gewoon, omdat de schrijfster in kwestie zoiets zelf niet kan; mijn boeken en hun layout geweldig vindt; en ik erg graag met zulk soort computergepruts bezig ben. "En da's vermoedelijk ook weer 'vrijwilligerswerk', niet?" polste ze meteen, "Ge gaat weer uren, dagen, maanden gratis en voor niks werken zeker..." Waarna ze zich gegarandeerd met een zucht naar de camera richt om de kijkers achter de buis mede te delen: "Ach ja, ze zal het ook nooit leren, hé. Altijd maar weer al die talenten en gaven voor 't voordeel van zowat iedereen anders gebruiken, en láten gebruiken. En zelf heeft ze gene nagel om aan haar gat te krabben!..." Plezierige televisie verzekerd! Niet dan? hihihi
Sowieso kunnen ook wij verschillende afleveringen vullen met de commentaren van vrienden, fans en familie. Ik hoor ze zo al vertellen over m'n ongelofelijke creativiteit. Een aantal fervente fans en enthousiaste lezers van mijn eigen verhaaltjes in mijn blog en de twee reeds uitgegeven boeken wijkt dan vermoedelijk vollédig af in die richting, vrees ik. 
Men gaat zeker en vast stoefen over m'n 'computer-kunnen', en 'dat dat állemaal van onze va komt', en 'dat die nu van fierheid nogal zou zitten blinken, zenne!' Dingen die vast ook uitgebreid aan bod zullen komen, zijn 'dat ons Kristina wreed goed bezig is' en 'zeker nu met die depressie en zo hiermee tenminste een beetje afleiding heeft'. Allicht vallen er toch wel een aantal uit de lucht en geven dan een totaal ongeïnteresseerde reactie van "Ha? Allé vooruit, z' heeft dus alwéér één van die halvegare projecten van haar op poten gezet..." En tot slot kunt ge er donder op zeggen dat er gegarandeerd een paar sympathieke onnozelaars aan het woord komen waarvoor ik, uitsluitend aan dezelfde 'gratis' voorwaarden uiteraard, 'ook wel eens een boek mag maken'...
Een hele plezante episode uit 'Kristina maakt een boek' zou die zijn waarin de schrijfster in kwestie, vriendin Marie-José, naast mij aan de computer zit, om, samen met mij, een heel aantal beslissingen qua layout te maken. Aangezien het niet mijn boek is wil ik natuurlijk graag uitzoeken wat zij zelf voor de uitgave van haar cursiefjes wenst. Het is niet omdat ik iets mooi vind dat het ook een ander zijn voorkeur wegdraagt, hé. En voor iemand die ab-so-luuuuuut niets, maar dan ook écht niéts van computers en hun eindeloze mogelijkheden kent, heeft mijn razendsnelle voorschotelen van die vele duizenden keuzes qua kleuren, lettertypes, bladspiegel, schikking, afmetingen enz. enz. enz... al gauw iets weg van net niet echt griezelig maar toch..., sowieso wreed imposante en nooit eerder geziene tovenarij. "Kiest gij maar", stamelde de lieve dame in eerste instantie, totaal overdonderd en bijzonder zwaar onder de indruk. Maar door de keuzes een heel stuk te beperken zijn we er toch uitgeraakt, hoor, en geloof me: ze is fantastisch tevreden met het resultaat!
Toch minstens één aflevering zou er gewijd mogen worden aan de enorme krachtinspanning van het maandenlang ganse dagen, vaak tot diep in de nacht, niet aflatende computerknoeften, het ene moment met al wat meer energie dan het andere, meestal uitermate content met m'n werk, doch opvallend vaak stevig begeleid door continue gevloek en onophoudelijk gezucht. Let wel, ik heb mij wreed goed geamuseerd al die tijd, versta mij vooral niet verkeerd, maar zo achteraf gezien was het misschien toch niet zo'n goed idee om die uitgetypte versie los te maken en in te scannen, en de tekstblokken daarna met geduldig knip- en plakwerk -op zich al meer dan reden genoeg tot frustratie- alles manipuleerbaar in een werkzaam 'Word' document te krijgen. Zo'n scanprogramma herkent slechts 'tekens', géén woorden en zéker geen zinnen, met als resultaat dus een volledig onleesbaar gekribbel en gebrabbel. Elk woord, elk punt, elke komma, alles, absoluut álles moet minuscuul, teken per teken, gecontroleerd worden, honderden bladzijden vol. Ik ging er op zeker moment afschuwelijk scheel van kijken, echt verschrikkelijk. Ergernis dus, genoeg om de computer door het venster te keilen. Volgens mij heb ik Marie-José's boek minstens tweehonderd keer volledig gelezen! Ik kan elk cursiefje zowat klakkeloos van buiten opzeggen, denk ik. En dan -aaaaargh!- dat volstrekt ongewenst en vaak verschietachtig plots verschuiven van tekstblokken, alinea-verdelende figuurtjes en paginanummers. Frustratie! Om je haren bij uit te trekken!... Allé, u begrijpt meteen het gevloek iets beter, veronderstel ik. 😀
En ja, 'k weet het: 't was vermoedelijk veel sneller klaar geweest als ik al die verhaaltjes simpelweg opnieuw 'manueel' ingetikt had. Niks aan te doen, dat onthouden we dan maar voor de volgende keer. Alweer wat geleerd, hé! 
Zeker ook één of meer episodes mochten er gewijd worden aan de geweldige gesprekken met Roger, woordkunstenaar en goede vriend. Roger doet al een hele tijd de definitieve correctie van al mijn openbare publicaties en is daar echt razend snel en uitmuntend in, dus ging er in dit geval eveneens een kladversie zijn richting uit. Te zien aan de buitengewoon talrijke rode markeringen op elke bladzijde heeft ook hij wreed gezweet op dit manuscript. Die balpen is gegarandeerd aan vervanging toe. En ik, ik mocht dus nógmaals met een vergrootglas het hele document doorworstelen om ook al déze verbeteringen aan te brengen. 
Het meer intellectuele televisiekijkend publiek zou gesnoept hebben van onze gezellige maar oeverloze discussies over de wetten der Nederlandse taal en hun al dan niet terechte toepassing op de cursiefjes van Marie-José. Want, waar trek je de lijn, hé? Wanneer kom je bijvoorbeeld wel, of juist niét, tussen in het correct vormen van een bepaalde zin. Heeft de auteur goed geweten z'n voeten geveegd aan de geplogenheden om iets in de juiste emotie weer te kunnen geven -zoals ik dat inderdaad heel erg vaak met veel verve doe-? Is het een kwestie van neergeschreven spreektaal, en laat je dat dan zo -zoals ook regelmatig bij mij- of pas je dat dan aan? Is het een moment van onwetendheid van de penvoerder geweest, of een onoplettendheidje bij het overtypen?... Logischerwijs weten Roger en ik dat heel precies wat betreft onze eigen schrijfsels, maar met het werk van onze vriendin bleef dat voor ons toch een beetje gokken. Flagrante schrijffouten werden genadeloos verwijderd, dat spreekt voor zich. En over al het andere hebben we stevig wat uurtjes vol wijsheid, hilariteit en koffie weggeredeneerd. Maar aangezien dat voor ons sowieso een geliefd tijdverdrijf is: zálig! Zeker geen verspilde tijd dus. Én ik heb links en rechts voor mezelf ook nog wat opgestoken. Super, toch!?
Tja, een boek schrijven is niet voor iedereen vanzelfsprekend, maar een boek máken is absoluut ook geen peulenschil, hoor, geloof me! Al heb ik het af en toe grondig verwenst, 'k heb er beslist ook dik van genoten om er mee bezig te zijn. En aan 't eind van die vele lange dagen, onmetelijk opgelucht dat het éin-de-lijk helemaal klaar was, maakte het fraaie eindresultaat me zo mogelijk nog veel gelukkiger. 
Over een maandje of twee, drie doe ik dit allemaal -heel de reutemeteut van gezucht en gevloek, van gepalaver over taalregels, van eindeloos prutsen aan layout details- nog eens op m'n gemakje opnieuw, maar dan voor mezelf, voor m'n volgende boek, zodat dat de derde editie van 'Kristina vertelt' op tijd klaar raakt om bij jullie onder de kerstboom te liggen.
Een mens doet zichzelf soms wat aan, hé, maar geef toe dat Kristina die een boek maakt geweldig goeie televisie zou kunnen geweest zijn. Of toch minstens even boeiend als Karen die een plaat maakt... 😉


EXTRA NOTA.
Eigenlijk had ik dit verhaal al eerder willen schrijven. 't Was er gewoon nog niet van gekomen en daardoor raakte het een beetje in een vergeethoekje. Maar omdat ik Marie-José in het ziekenhuis bezocht, waar ze revalideert na een operatie aan haar heupgewricht, en we het nog over haar boek hadden, vond ik de tijd opnieuw ideaal om al m'n bedenkingen weer van onder het stof te halen. 
Ondertussen is het boek van Marie-José Thys-Matheyssen -zo heet ze voluit- met de titel 'De Kleine dingen van het leven, M.J.'s cursiefjes' in een kleine oplage gedrukt -hoofdzakelijk voor 'persoonlijk' gebruik, niet openbaar verkrijgbaar dus (voor wie het zich afvroeg)- en bij haar afgeleverd. De familie, vrienden en kennissen die een exemplaar ontvingen zijn allemaal ontzettend enthousiast vertelde ze mij, en niet alleen over de inhoud, maar zeer zeker ook over de uiteindelijke layout -mijn werk dus- waar ze zelf nog steeds geweldig blij mee is. M.J.-ke, zoals men haar ook liefdevol placht te noemen, kan niet nóg meer blinken van trots op háár boek. Net zoals ze blijft overlopen van dankbaarheid naar mij toe. 
En voor die twee dingen, daar doe ik het natuurlijk allemaal voor, hé. 😊