Ondanks een klein houten kopke, wegens het slaaptekort en het niet afhoudende liedje, verliep m'n reis probleemloos en voorspoedig. En op de koop toe was het erg gezellig, dank zij de geweldig aangename babbel met Monique die ik op de trein leerde kennen. Van het eindstation nog even drie haltes met de tram; dan de onstuimige vreugdevolle begroeting met m'n opgetogen glunderende goede vriend en gastheer voor deze dag, Jef; gevolgd door nog één piepklein straatje wandelen en... daar was ze dan eindelijk: de zee!
Ik hou zielsveel van m'n planten-oerwoud, met m'n poezenschatjes er tussen, in de kamers van m'n dierbare flatje en terras, maar daarnaast heb ik ook absoluut mijn hart aan de zee verpand. En daar was ze weer, voor zo wijd ik, lichtjes naar adem snakkend, kon kijken, langs kilometers plat, effen strand: die o zo geliefde zee. Eindeloos ver strekkend, immer van kleur veranderend, en met behoorlijk stormachtig geweld gekroond door grote witte schuimkoppen in brede golven brekend op het als een biljartlaken zo glad, schijnbaar oneindige zandstrand. Ik kan me niet herinneren haar ooit in zulke onbegrensde fenomenale, en lichtjes overdonderende glorie te hebben gezien.
De rest van de dag zou het me steeds de grootste moeite kosten om er even van weg te kijken, van dit prachtige, spectaculaire zicht. Uiteraard lukte dat niet tijdens die heerlijk lange wandeling op het strand met de voetjes in het verrassend warme water, en, een hele tijd later, de hele weg weer terug op de boulevard natuurlijk ook niet. Tijdens de gezellig babbel bij de koffie in het super aangename appartement op de 8ste verdieping, gezeten aan de grote tafel tegen het van-muur-tot-muur-en-plafond-tot-vloer-uitstrekkende raam met panoramisch en volledig ongehinderd zicht op zee plakte ik als vanzelfsprekend bijna gehypnotiseerd aan het beeld vast. En zelfs in het restaurant, tijdens het overheerlijke verwen-drie-gangen-diner, was het zo goed als onmogelijk even van dat zalige vergezicht weg te blikken: Jef reserveerde ons namelijk een tafel voor twee personen náást elkaar, met in ons blikveld niets anders dan een stukje boulevard, het strand en de zee met hier en daar een zeilbootje, helemaal tot aan de verre horizon. Hoe geweldig is dát!?
En ál die tijd, elke seconde van heel die mooie dag, en al net zo goed als de aantrekkingskracht van het prachtige panorama niet tegen te houden of te negeren, zongen in mijn hoofd opnieuw en opnieuw de strofen van dat ene liedje...
Ik vertelde Jef er over en las hem de tekst voor. En niet echt verrassend was zijn reactie zowat identiek aan mijn gevoel bij deze lyrics: "Dat is het! Dat is het écht! Dat verwoordt exact, maar dan ook écht exáct, wat de zee voor mij betekend! Alsof je de woorden letterlijk, hier en nu, in dit eigenste moment rechtstreeks uit m'n hart en ziel plukt! Ge-wél-dig!" Ook mijn emotie dus, toen ik het lied een aantal jaar geleden tijdens een concertenreeks met uitsluitend muziek van Will Ferdy -want, ja, inderdaad, dit is tekst én muziek van hem- zong. Het paste als op maat gemaakt, meteen aanvoelend als 'van mij persoonlijk', alsof het m'n eigen woorden waren. Terstond verliefd dus, op dit mooie liedje, net zoals Jef op dat moment, daar tegenover me aan de tafel.
En omdat ik sterk vermoed -goh, eigenlijk weet ik het wel zeker, hoor- dat velen onder jullie dezelfde herkenning in deze tekst zullen vinden, dezelfde ontroering, hetzelfde sentiment, dezelfde passie,... en ik mijn kinderlijk blije, onschuldig hartstochtelijke affectie voor die eindeloos prachtige, immer machtige, oneindig boeiende zee zelf niet beter zou kunnen neerschrijven, laat ik hier verder Will Ferdy aan het woord.
Dag zee! En tot de volgende keer, want al duurt het soms lang, ik keer áltijd naar je weer. 💙
De
zee
De
zee nam mij als kind reeds bij de hand.
Zij
was mijn wonder-sprookjesland,
‘t
decor van al mijn kinderdromen.
De
zee, zij was de toevlucht van mijn jeugd.
‘k
Vertrouwde elke pijn en vreugd’
toe
aan haar eeuwig gaan en komen.
De
zee zag ooit, bij ‘t schijnen van de maan,
mij
met mijn eerste liefje gaan
of
hoe ik wachtte, ongeduldig.
Wat
waren wij toen nog onschuldig,
maar
ook gelukkig, bij de zee.
De
zee heeft ook mijn groot verdriet gegist
en
zacht de stappen uitgewist
van
twee verloren mensenkinderen.
De
zee begreep mijn wanhoop en mijn pijn,
mijn
angsten en mijn eenzaam-zijn.
Bij
haar zag ik mijn leed verminderen.
De
zee heeft mij, na stormen van één nacht,
opnieuw
de rust teruggebracht,
zodat
ik weer haar lied kon horen.
‘t
Leven werd mooi, zoals tevoren;
zoals
het eenmaal was aan zee.
De
zee heb ik zo vaak herkend in mij,
met
haar steeds wisselend getij,
met
al haar stormen en haar vrede.
De
zee zal steeds opnieuw mijn toevlucht zijn,
getuige
van mijn vreugd’ en pijn,
want
elk geheim deel ik haar mede.
De
zee, die al mijn liefdes heeft gekend
en
hoe mijn lot zich heeft gewend,
in
goede en in kwade dagen,
zal
nooit mijn liefde zien vervagen.
Ik
blijf de minnaar van de zee.
Lalalalala...
Ik
ben de minnaar van de zee.
Beluisteren? 'De Zee' van en door Will Ferdy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten