donderdag 16 april 2020

Hangende tuin.

Mijn goed voorziene terras telt tegen de honderd potten en bakken, allemaal boordevol hoofdzakelijk boeiende planten. Er kan eigenlijk écht niks meer bij, niet op het terras en niet in de potten. Afgezien van éénjarigen die de winter niet overleefden, of het occasionele slachtoffer van al te vraatzuchtige insecten, moet er eigenlijk dus ook nooit nog iets 'bijgekocht' worden... Maar dat blijft een moeilijk gegeven voor mij als 'planten- en bloemenverslaafde', hoor. Er is ook altijd zoveel moois in de tuincentra en winkels te koop, hé.
Dit jaar vreesde ik door de lockdown helemaal niet aan plantjes te geraken. Ja, eventueel online, 'k weet het, maar dan voor -naar mijn goesting toch- veel te veel geld vermoedelijk, dus gooide ik het eens over een andere boeg. Ik stekte alvast een paar geraniums en graslelies om tegen de zomer hier en daar een gaatje te kunnen vullen, en zwierde links en rechts met gulle hand nog wat overgebleven zaden van de voorbije jaren tussen het andere groen. Dat komt vermoedelijk allemaal dik in orde.
Nu heeft mijn terras niet alleen op de grond staande bloempotten en dergelijke. Uiteraard benutte ik onder het motto 'meer is meer' ook de ruimte in de hoogte! Voor elk groot raam hangt dus nog wat van het plafond naar beneden. In eerste instantie waren dat van die kleine plastieken witte hangpotten, maar dat vond ik er zo goedkoop uitzien, en die waren me vooral veel te klein. Er kon eigenlijk maar één plantje deftig in groeien. Trouwens, na verloop van tijd brak die plastiek zichzelf af, met een blok naar beneden donderend groen als gevolg, dat in z'n val nog schade berokkende aan de onderstaande planten. Dat kon beter, veel beter. Dus investeerde ik een paar jaar geleden in échte hangmanden. Zo van die typische metalen rond gebogen roosters met daarin een kokosmat, en een ophangsysteem van weerbestendige en roestvrije metalen schakels. Buurman Serge boorde met plezier en met z'n betonboor een paar keurige gaten in het plafond waarin een stel stevige keilbouten met oog vastgezet werden. Een mooi zware ketting eraan en voilà: vier keurige grote manden, voor mijn hangend stukje extra groenvoorziening.
Het eerst jaar zette ik er donkerrode en felroze afhangende geraniums in, gemengd met veelkleurige millionbells en dieproze verbena, en ter afwerking hier en daar nog het fijne groen en de stervormige gele bloemetjes van de bidens ertussen. M'n verwachtingen waren hoog,... maar het resultaat viel die zomer dik tegen. In plaats van volle afhangende bloemranken voor al m'n vensters moest ik het stellen met een beetje sprieterig uitlopende geraniums met slechts hier en daar een bloemetje. Al de rest had tot mij groot verdriet de geest gegeven, of door insecten, of door niet genoeg zon, of door te weinig water.
Tegen de 'schadelijke' insecten lever ik een soort immer voortdurende strijd. 't Is te zeggen: het evenwicht hier op het terras wordt elk jaar weer een stuk beter, dus er is hoop. Dat er niet genoeg zon is, daar is weinig aan te doen. Het terras is naar het oosten gericht, en de bomen in de tuin pikken ook nog een stevig deel van de zonnestralen in. Met ondertussen meer dan zes jaar ervaring hier weet ik nu wel heel goed wat er waar kan staan en zal groeien, en wat waar niet. En dat scheelt een pak natuurlijk.
Het gevecht met het watergeven van die hangende manden, da's nog een heel ander paar mouwen. Een beetje letterlijk zelfs! Als ik met m'n oude tuinslang, waarvan de sproeikop niet meer 100% aansluit, in de hoogte ga, dan stroomt het water uit de tuinslang via m'n mouwen tot onder m'n oksels en zo verder naar beneden richting broekspijpen. Op een hete zomerdag best grappig, eventueel aangenaam verfrissend zelfs, maar ik garandeer u dat ge dat bij min vijf écht liever niet voor hebt... De aarde in de hangmanden droogt ook zodanig snel uit, dat het water bij het gieten de grond absoluut niet in dringt, maar ogenblikkelijk als een koude modderstroom over de rand en bijgevolg dus over jou, heen loopt. Of je nu die tuinslang gebruikt of het heel voorzichtig met een gieter probeert, het resultaat is hetzelfde: weinig of geen vocht in de grond van de pot en een decolleté vol smurrie!

Elke keer een trapladdertje naar buiten om mand voor mand even van de haak te halen en op de grond van vocht te voorzien, da's ook nogal een gedoe. Zeker als je ten volle begrijpt hoe weinig 'beenruimte' er nog rest op het terras en bedenkt dat die hangende dingen in de zomer op een echt hete dag wel twee keer een klets water kunnen verdragen... Dus probeerde ik de afgelopen jaren echt van alles: hydrokorrels onderin, stukken oase, van die pipetten waarmee men kamerplanten water geeft... 't Was allemaal niet je dat. De manden bleven uitdrogen en het slijk bleef omlaag stromen.
Omdat ik dit jaar verwachtte zonder m'n vertrouwde plantenshopdag de zomer in te gaan, vatte ik het plan op om met zaden te werken. Zaden van verschillende soorten reukerwten en Oost-Indische kers, planten die normaal gezien met oneindig lange ranken omhoogklimmen of zich breed over de grond uitspreiden, maar dus volgens mij net zo goed zwierend in de wind omlaag kunnen hangen. Toch? Maar om die zaadjes te doen ontkiemen, is het wenselijk dat de potgrond natuurlijk wel voldoende vochtig is, en liefst continue blijft, zonder perioden van droogte. Het bewateringssysteem moest dus echt wel opnieuw ernstig herdacht worden.
En, het ziet er naar uit da'k de oplossing gevonden heb! Voorlopig gaat alleszins alles volledig naar wens: alle zaden zijn ontsproten en groeien als kool! Toegegeven, het zijn ook wel echte 'snelgroeiers', maar dat maakt het niet minder heerlijk om ze elke dag weer te zien veranderen.
Bij het hernieuwen van de aarde in de manden en het verplaatsen van de groene graslelies en wat zielige hanggeraniums die de winter overleefden, groef ik in elke mand een klein, netjes opgespaard, plastiek flesje van fruitsap in, met het dopje er nog op, maar ontdaan van z'n bodem en voorzien van een paar rijen met gaatjes. Het flesje steekt voldoende boven het grondoppervlak uit om voor mij, klein madammeke, nog net genoeg zichtbaar te zijn om het water er ín te kunnen mikken en niet ernaast. En over een tijdje zorgen de groter geworden planten er hopelijk voor dat dat stukje plastiek alleen nog voor mijn getraind oog zichtbaar is. De onderste rijen gaatjes bevochtigen de potgrond gelijkmatig in de verschillende lagen, en de bovenste rij, die net boven het oppervlakte zit, zorgt voor nattigheid helemaal bovenin de pot. En het werkt wonderwel! Ik kan er zelfs nog meststofkorrels bij in smijten, zodat die langzaam in het water oplossend meteen de wortels van de plantjes kunnen bereiken.
Ja, 'k weet dat het niet het zoveelste wereldwonder is, maar 'k ben toch oprecht blij met deze oplossing. Alvast geen stromen ijskoud water meer langs m'n mouw tot in m'n oksel en onderbroek, en geen slijk meer in m'n haar, tuingalochen en alles daartussen. Maar vooral: dit jaar opnieuw goede hoop dat de manden voor m'n ramen de komende zomer mogelijk uitgroeien tot en overlopen met een stukje wondermooie en bloemrijke hangende tuin! We zullen zien. Ondertussen op 't gemakje water geven, rustig afwachten en duimen maar. ;-)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten