'k Ben een beetje groggy vandaag... Ik loop maar wat te suffen. Veel te weinig, en vooral ook slecht, geslapen vannacht. Kleine oogjes nu en wreed moe. En nee, niet alleen door die zoveelste hittegolf.
Omdat het zo heet is, bleef ik gisterenavond wat langer wakker, lekker nog alle vensters open, hopend op dat kleine beetje lucht -liefst wat frissere- en genoot van een laatavondfilm op de televisie. Rond half één was die afgelopen en vond ik het toch stilaan tijd om op z'n minst een poging tot slapen te ondernemen. Met het geluid van de televisie uit viel het me extra op dat er erg veel en bijzonder vreemde geluiden uit de garage kwamen. Geluiden die ik niet echt thuis kon brengen. Het hield een beetje het midden tussen een slijpschijf, een frees en een schuurmachine... En er klonken geanimeerde, drukke, en best wel luide stemmen doorheen. Mannenstemmen, meende ik. "Tja, thuiskomen in 't midden van de nacht op een weekdag, al dan niet met een stevig stuk in uwe kraag... Ieder z'n eigen goesting, hé..." zei ik tegen mezelf, er niet veel meer van denkend. De grote venster in de woonkamer sluitend schrok ik van een plots aan het terras voorbijsnellende figuur: een jongeman, in een duidelijk vrolijke bui, ondertussen een paar keer na elkaar breed grijnzend "Sorry, mevrouw!" roepend. Even later passeerde hij opnieuw, in de andere richting, zijn opgeblonken excuses herhalend. Ik bekeek hem even bedenkelijk, met één wenkbrauw opgetrokken, ge kent die blik wel. Ondanks het feit dat de tuin absoluut verboden terrein is voor iedereen, gelijk wie, zie ik hier, en zeker op een wat later (lees avondlijk/nachtelijk) tijdstip wel vaker 'volk' voorbij komen. Maar, melden helpt geen ene zier, politie bellen of zo ook niet, dus ik heb me daar de afgelopen jaren wat bij neergelegd en het zuchtend geaccepteerd... Zolang ze aan de andere kant van het terrasmuurtje blijven en er niet overheen kruipen, of erger: proberen m'n huis binnen te dringen, ça va.
Ondertussen weerklonk er echter vanuit het inkomhalletje aan de liften, vlak voor mijn persoonlijke voordeur dus, behoorlijk wat commotie. Het was een overduidelijk komen en gaan van jongemannen, heen en weer tussen de grote inkomhal en de kelder, waarvan de trap zich naast mijn appartementsdeur bevind. Getater en gedoe, en met daar doorheen een toename in kracht van dat vreemde geluid dat ik reeds eerder hoorde. Een paar keer had ik me naar het spionnetje in m'n deur gehaast om te kijken of ik wat zag, maar was steeds nét te laat. De klok wees ondertussen al voorbij 1 uur aan. Met enige ongerustheid trachtend hier een touw aan vast te knopen keek ik peinzend door het grote raam naar buiten vanuit m'n ondertussen donkere woonkamer en... zag opnieuw die kerel van eerder lustig voorbij snellen. Heen en weer. En ook nu schalde hij daarbij jolig "Sorry, mevrouw! sorry mevrouw!"
Bon, dat was er dus over voor mij.
In een welgemikt moment zonder 'verkeer' op de gang sloop ik naar de conciërge. Jammer genoeg: geen gehoor daar. Misschien sliepen ze al, en dan heel erg diep. (Het weze ze van harte gegund!) Misschien waren ze simpelweg niet thuis. Dat kan en mag ook, hé.
Het onbekende geluid duurde echter onverminderd verder, en in mijn veel te ijverige verbeelding sloeg er, daar beneden in de garage, één of andere bende op z'n minst een dozijn of twee autobanden en een vrachtwagen fietsen scheef, en werd de ene na de andere kelder open geprutst en leeggeplunderd...
Na nog een klein moment van twijfel belde ik dan toch maar de Blauwe Lijn. De man aan de andere kant van de telefoon noteerde gelaten mijn duidelijk en rustig relaas. Het adres ook natuurlijk. En m'n naam en telefoonnummer. Vervolgens wou hij weten of ik die kerels kende, en of ze in het gebouw woonden. Wel, voor zover er door het spionnetje al iets te zien viel, moest ik hem dat antwoord schuldig blijven. Geen idee. Echt niet. Ook niet wat betreft die kerel in de tuin. En of ik die mannen had bézig gezien, in de kelder en de garage? Ja, hallo, ik ga m'n nek niet riskeren om even te gaan kijken, hé, zeker niet zo midden in de nacht, en als vrouw alleen... De agent -of de telefonist, dat laat ik in het midden- noteerde en zou alles doorgeven aan de juiste afdeling. En dat was het. Gesprek klaar. En ik voelde mij een beetje als zo'n overgevoelig bejaard madammeke dat eeuwig loopt te klagen over de jeugd van tegenwoordig: beleefd aanhoort en te woord gestaan, maar uiteindelijk als onbelangrijk geklasseerd... En ja, stom van mij misschien: ik vergat te vragen of er dan nog iemand langs ging komen. Och, vermoedelijk had die man aan de andere kant van de lijn daar ook geen sluitend antwoord op gehad. Wie weet hoeveel van die oproepen er zo bij de Blauwe Lijn binnen lopen op één nacht. Oproepen, die, goed mogelijk, zoveel dramatischer en dringender zijn... De politie kan ook maar z'n best doen, hé.
Alleszins, ik wachtte. En wachtte. En wachtte. Op den duur niet eens meer goed wetende waarop eigenlijk. Op het vertrek van die kerels? Op het weerkeren van de nachtelijke rust en stilte? Op de politie?... Van gaan slapen was voorlopig sowieso geen sprake, dat begrijp je ook wel. Dus speelde ik een spelletje op de computer. En nog eentje. En nog eentje...
En terwijl ik zo zat te wachten, op niets eigenlijk, werd ik boos. Ont-zet-tend boos. Jarenlang -zo ongeveer de helft van m'n volwassen leven- stond ik doodsangsten uit in wat m'n eigen veilige thuis had moeten zijn (door een paar vreselijke relaties, details doen er hier niet toe). Zelfs toen ik dit appartement -mijn hele eigen, 100% persoonlijke stekje, helemaal voor mij alleen- kocht, heb ik vele jaren met mezelf gevochten om dat veiligheidsgevoel te veroveren. En nu ik me echt goed voel hier, en thuis, en veilig... Wou ik nu écht toelaten dat 'men' mij opnieuw zo ver heen zou krijgen dat ik terug hele dagen en nachten ging zitten bibberen van grote schrik en niet durfde te gaan slapen en al dat soort dingen meer; en dan nog wel in m'n eigen huis, die enige, unieke plek waar ik me écht geborgen zou moeten voelen?!?!... Die gedachte maakte me gewéldig kwaad. Razend zelfs. En als ik zó kwaad ben, dan word ik ijzig kalm, indrukwekkend beheerst en onbarmhartig sterk vanbinnen. En, ook bloedlink ook, vermoed ik...
Met die in pure kracht omgezette woede ben ik naar buiten gestapt, m'n voordeur uit. En met die bijna vanzelfsprekende moed vanbinnen confronteerde ik die gasten, die juist de keldertrap ophoog kwamen. "Seg, mannekes," zei ik, met de uitstraling van een niet tegen te spreken moeder met een onbetwistbaar gezag, "wat zijde gullie hier in gódsnaam allemaal aan 't doen, seg, zo midden in de nacht?! Al dat kabaal en al dat heen en weer geloop! Wilt ge daar eens stantepede mee ophouden, ja. Er zijn hier mensen die willen slapen, hoor! Stopt ermee, gasten, en ga naar huis, ga slapen." Allemaal zonder enige stemverheffing, en een -by the way bijzonder goed aanvoelend- niet te ontkennen innerlijke rust en autoriteit.
Blijkbaar waren er al een paar kerels gepasseerd, want ik zag er nog maar twee. De eerste gast, een grote koddige dikkerd, ik schat hem een jaar of 14, 15, durfde me niet eens aankijken. Heel z'n houding en gelaatsuitdrukking was één grote schuldbekentenis. Ja, die wist héél goed dat wat hij daar deed niet koosjer was. De jongeman, vlak na hem, wat ouder, met een zeer verzorgd uiterlijk, en een netjes getrimd ultrafijn ringbaardje, verontschuldigde zich op alle mogelijke manieren, volgens zijn zeggen niet beseffend dat ze zoveel kabaal maakten en met een veelvuldig, buitengewoon beleefd "Sorry, mevrouw!" verzekerde hij me dat ze 'direct weg zouden zijn'. (Iets wat even later -OEF- ook daadwerkelijk gebeurde!...) En hij wandelde op z'n dooie gemak naar de grote inkomhal, met in z'n ene hand een 2 literfles lachgas in een houder, en in z'n andere hand een blauwe ballon, die hij met tussenpozen aan z'n mond zette om vervolgens diep te inhaleren.
Dát was dus al die commotie geweest: een stel jongeren die hier een 'rustig plekje' zochten/vonden, om, met de laatste nieuwe methode in het scoren van een roes, 'gezellig' samen high te worden! En ja, je zou kunnen opperen dat het 'gelukkig' maar dát was... Maar toch... Alleszins, geen idee waar ze vandaan kwamen. Geen idee hoe ze zijn binnen geraakt. Geen idee of dit het begin van ik weet niet wat is...
Rond ongeveer half vier legde ik eindelijk m'n moede hoofd op m'n zachte roze kussens te rusten. En om negen uur belde men mij al terug uit m'n nest. (Nee, 't was niet de politie. Daar heb ik niets meer van gehoord.) 'k Ben dus een beetje groggy vandaag. Ik loop maar wat te suffen. Veel te weinig, en vooral ook slecht, geslapen vannacht. Kleine oogjes en super moe. En het kwam niet door die zoveelste hittegolf. Al die kan nu gelukkig wel dienen als fantastisch excuus om het voor de rest van de dag heeeeeeel erg kalm aan te doen. 😉
"Maar wat zit gij in 's hemelsnaam achter een receptie te doen?!" kreeg ik te pas en te onpas m'n hele receptionistencarrière lang -ondertussen af en aan toch al dik 20 jaar- te horen, elke keer iemand mijn 40+ filmpjes op YouTube eens opgezocht had. En die verbazing werd zo mogelijk nog groter als men mij bij gelegenheid eens een keertje live bezig hoorde. Zelf vond ik dat nooit zo bijzonder. Het waren, heel gewoon, twee totaal aparte kanten van mijn leven. Ik ben altijd een receptioniste geweest die ook zangeres was, en omgekeerd. Over de acceptatie van dat gegeven schreef ik trouwens ooit al een blogje dat op ontzettend veel bijval mocht rekenen. (Klik hier voor het blogje in kwestie.)
Ergens had ik altijd wel zo het stille vermoeden dat ik zeker niet de enige ontvangstdame zou zijn met nog een totaal ander leven naast dat aan de balie, maar er was -bij mijn weten dan toch- nog niet eerder zo iemand m'n pad gekruist. Tot een dikke maand geleden.
Tijdens het weekje opleiding, in de receptie waar ik nu tijdelijk het verwelkomend gezicht mag zijn, werd al heel snel duidelijk dat er dus inderdaad nóg receptionistes bestaan met een soort dubbelleven!... En ga er maar even voor zitten, want ik ben er zelf ook nog steeds serieus van onder de indruk! Mijn collega Marleen Cousin is niets minder dan een échte, professionele paaldanseres! Hoe cool is dát?!?!
Nee nee nee, schrap nu on-mid-del-lijk álle mogelijk bedenkingen over stripclubs en alle andere blozende-kaakjes-ideeën die nu misschien je gedachten beginnen kleuren. Marleen is ontegensprekelijk een zeer schone madam, absoluut, en paaldansen is uiteraard een behoorlijk sensueel gebeuren, daar kan je nu eenmaal niet omheen. Maar, los daarvan ligt in dit geval de nadruk toch vooral op het artistieke en het elegante, en is het -ge moogt er nondepitjes zeker van zijn!- ook ontzettend atletisch. Paaldansen trok zich los uit het obscure, en heeft zich verheven tot een combinatie van sport en kunst.
Ik denk dat je gerust kan zeggen dat mijn collega Marleen paaldansen ademt, eet, drinkt, slaapt, droomt, denkt,... kortom 100% 'leeft'. 'Waar het hart van vol is, loopt de mond van over', dat is hier absoluut van toepassing. Helemaal zoals bij mij met muziek en zingen: als het gesprek ook maar enigszins de gewenste richting uit gaat, is het hek vollédig van de dam, en wordt er met bakken enthousiasme en blinkende oogjes honderduit verteld. De afgelopen maand, bij de dagelijkse shift-overgave, ben ik dan ook heel wat wijzer geworden over deze intrigerende, mij tot nu toe onbekende, maar razend interessante wereld.
Wist u bijvoorbeeld dat er een hele reeks sóórten paaldans bestaan? En dat er in al die genres en categorieën ook nog eens echte wereldcompetities gehouden worden? Ik had er totaal geen idee van, tot Marleen er mij over vertelde. Het 'strafste' zijn vermoedelijk de ware atletische paaldansers, het pure overdonderende spiergeweld. Elegantie en sensualiteit zijn bij deze krachtpatsers van ondergeschikt belang. Niet bij Marleen. Zij gaat voluit voor de kracht van de sierlijkheid. Letterlijk en figuurlijk.
Één van Marleen's meest favoriete bezigheden is het 'Street Pole Dance'. Daar had ik ook absoluut nog nooit van gehoord, maar het is echt ontzettend leuk. Bij Street Pole Dance is het de bedoeling je kunnen te demonstreren op elke paal die je, zoals de benaming zegt, tegenkomt in het straatbeeld. In elke stad, waar ter wereld dan ook -en geloof me, ze reist wat af- kan je Marleen dus aan zowat elke enigszins geschikte paal, ergens in het openbaar, zien hangen. (En neen, heren met dubbelzinnige gedachten, dát soort 'palen' dus niet!!! Ook niet 'voor de grap'. Zucht. Die zijn trouwens in 't openbaar strafbaar...) Aan een lantaarnpaal in Parijs, in de metro van Londen, over een reling in New York... Je kan het zo gek niet bedenken: ze hangt er aan! (Door die geweldige lantaarnpaal-foto's merkte ik trouwens lachend op dat het nummer 'Singing in the rain' er vollédig anders uit gezien had, mocht Marleen erin meegespeeld hebben... hihi) Van statische reisfoto's is er met deze collega-receptioniste dus absoluut geen sprake! Met een schijnbaar moeiteloze vanzelfsprekendheid schittert ze in de meest uitbundige poses op zowat elk vakantiekiekje.
Nochtans, zo vanzelfsprekend is dat paaldansen niet, hoor. Je moet er behoorlijk wat spierkracht voor hebben. Foto's van Marleen's verrassend gespierde lichaam met o.a. een -OMG!- indrukwekkend sixpack, deden me meteen denken aan de afgetrainde lichamen van mijn twee, op topniveau (niet aan een paal, maar meestal op de begane grond) dansende nichtjes Noa en Mooni. Misschien ook niet zo gek, als je weet dat Marleen haar hele jeugd lang klassiek ballet volgde.
En zoals ik merkte uit onze gesprekken, stopt de lijfelijke vergelijking niet bij dansers. Zangeressen van mijn kaliber produceren hun krachtige geluid bijvoorbeeld ook vanuit de 'core' (de kern) van hun lichaam. Spierbeheersing, en kennis ter zake, is voor allebei deze artiesten van het grootste belang. Al houdt de vergelijking daar dan wel op. Als klassieke zangeres hang ik zelden ondersteboven, en m'n tenen keurig strekken hoef ik al helemaal nooit. De zwaartekracht tart ik uitsluitend met het royale gewicht van m'n weelderig figuur en het luchtruim vul ik vooral met indrukwekkende noten, en niet met bijvoorbeeld een gravitatie-tergende, onberispelijke, extreem elegante spagaat, schijnbaar moeiteloos en onbekommerd hangend aan één arm, met op de koop toe een beminnelijke lach op het gelaat en uiteraard -dat spreekt voor zich- met meer dan perfect gestrekte tenen. Pfieuw!...
Ik stelde trouwens wel nog vast -da's een beetje grappig, vind ik- dat 'gadgets' en kostuums eveneens voor ons allebei belangrijk zijn. Je trekt voor beide artistieke uitingen zeker niet zomaar om het even wat aan, hoor. En -olala- we hebben ook écht allebei iets met 'aangepast schoeisel'!... En gadgets. Ik heb mijn boeken, mijn kopjes, en wat nog allemaal. Marleen is super fier op haar mokken, met eigen logo, en op dag twee van mijn opleiding ging ik al naar huis met een sticker van Pole Dance Antwerp!...
Eigenlijk drong het indrukwekkende van dat paaldansen pas écht tot me door toen ik het allemaal in bewegende beelden zag. Martine Prenen (welbekend van televisie) kwam namelijk onlangs voor haar vlog (da's een 'video-blog', voor de mensen die niet wisten wat voor iets dat is) op bezoek bij Marleen's paaldansschool. Heerlijk filmke, echt. Zo leuk om te bekijken! (Klik hierop voor het filmpje!) Ja, inderdaad, sinds januari 2018 staat Marleen aan het hoofd van een school waar je kan leren paaldansen, Pole Dance Antwerp. En dat doet ze op al even indrukwekkende wijze als dat dansen zelf! Maar,... mocht dit blogje je nu helemaal enthousiast gemaakt hebben om les te gaan volgen bij mijn bijzondere collega-receptioniste, zodat ook jij binnen de kortste keren sierlijke krullen draait rond zo'n zilverkleurige paal, dan ga je toch wel wat geduld moeten oefenen, vrees ik... Marleen's school en lessenpakket is zodanig populair dat de wachtlijst ondertussen razend snel aangroeit!... En -voor wie het zich al afvroeg- die leerlingen in spe zijn niet alleen vrouwen, hoor, maar ook echte mannen!
't Is wel duidelijk, hé: 'k ben er volledig fan van, van dat paaldansen met Marleen. Al is het, met de erbarmelijke staat van mijn nek en rug, nu eens écht iets dat ik nooit ofte nimmer zal mogen -laat staan kúnnen- uitproberen. Maar wie weet komt er ooit, in de één of andere nooit eerder geziene, fenomenaal originele en allicht ietwat geflipte combinatie van een operazangeres en een paaldanseres, wel eens een artistieke samenwerking van. Ik heb al zottere stoten uitgehaald, hé. En iets doet me dat van m'n paaldansende collega ook vermoeden...
Marleen, je bent niet alleen m'n fijne en bijzonder gewaardeerde collega-receptioniste, maar ook een getalenteerde en bewonderenswaardige collega-artieste. En met een dikke knipoog klinkt het nu eens voor één keertje uit míjn mond: "Wat zit gij in 's hemelsnaam achter een receptie te doen?!"... 😉
Niet te fotograferen, wat ik ook probeer... Nee, zucht, ze zijn niet te kieken, echt niet... Ze zitten niet één tel, zelfs geen halve seconde stil.
Uit de grijze lucht stroomt onophoudelijk de regen neer. Af en toe vermindert het tot nog wat zacht, bijna onmerkbaar gezever; bij momenten pletsen kletterende stortvloeden ongenadig neer op de kasseien voor het terras en op de bomen en struiken in de tuin. Ik ben blij dat het regent. De nog steeds o zo dorstige natuur snakt echt naar elke druppel en is dankbaar voor het minste vleugje water. En er zal nog veel moeten vallen voor alles weer in evenwicht is... Ook voor mij voelt het als een welkome verademing. Eindelijk weer wat extra zuurstof in de lucht. En een frisse, heerlijk ruikende bries beweegt, voorzichtig binnenwaaiend door de open vensters, al het overvloedige groen van de kamerplanten en doet het appartement als het ware verkwikt herademen. De poezen liggen uitgeteld, nog nét niet in slaap, op de vensterbanken. Doodmoe zijn ze, echt pompaf, van de hele ochtend lang passioneel en met volle overgave de enorme hoeveelheid vogeltjes op het terras van tussen de kamerplanten en gordijnen te bespieden en ter afwisseling met hun buik plat tegen de grond opgewonden van kamer naar kamer te sprinten, op zoek naar een nóg beter spionageplekje.
Volgens mij zijn zowat álle meesjes uit de hele wijde omgeving vandaag bij mij op het terras komen schuilen voor de regen! Het is al de hele ochtend een intensief komen en gaan, en een drukte van jewelste. Bijna elk takje van zowel de hibiscusbomen, nu vol grote roze bloemen, als de purper kleurende vlinderstruiken, de wild wiebelende ranken van de jasmijn en de passieflora, en zelfs de stelen van de hoog opgeschoten lelies en verbena hier in mijn stukje persoonlijk paradijs, heerlijk droog zo onder de betonnen afkapping, doet dienst als zitplekje voor één van de enigszins doorweekte bolletjes donsveertjes. Doch, niet elk plaatsje is even goed, zo blijkt uit het voortdurende gekibbel en het koortsachtig en rusteloos heen en weer gefladder. Ze bedenken zich duidelijk constant over wat nu het allerbeste, het ultieme, meest uitverkoren plaatsje is. Maar behendig als ze zijn, deze kleine vogels, vinden ze altijd wel een gunstig stekje met prima uitzicht over de rumoerige activiteiten. Hoog aan het plafond en in de hangmanden, da's onweerlegbaar een geweldige uitvalsbasis om een soort ludieke luchtaanval uit te voeren op je soortgenoten. Maar een stuk lager, op de rand van de potten en tussen de enorme geraniums, daar vind je al wel eens een vette groene rups, en komt ook al het lekkers neer, dat je ruziënde broers en zussen met al hun onstuimig gedoe te pas en te onpas laten vallen.
Want ja, er wordt hier bij mij stevig gesmuld, hoor! Het houten voederhuisje ligt winter en zomer vol met, naar het seizoen aangepast, lekkers. En waar er eerst snel iets meegepikt werd om elders op te gaan smikkelen, blijven ze, ondertussen helemaal vertrouwd met de omgeving, gezellig op hun gemakje, zich absoluuuut niets aantrekkend van die twee loerende poezen slechts een halve meter verder achter de hor, ter plaatse de vele soorten zaadjes open kraken en gretig naar binnen spelen. De laatste nootjes in de opgehangen zakjes zijn ook bijzonder in trek. Daar zitten ze, letterlijk, voor aan te schuiven, luidruchtig schreeuwend dat "het nu zo stilaan écht wel hun beurt is, hoor!", en "laat het verdorie eens vooruitgaan, zeg!" Te midden van het sowieso al onafgebroken schattige kabaal van het gesjilp en gekwetter ontstaat er een fikse rel met stevig wat decibels aan getier en gekeel telkens er iemand probeert voor te steken. Op zo'n moment is het heel duidelijk wie hier de ouders en wie hier de kindjes zijn... De echte slimmeriken zitten gewoon stilletjes en quasi onopgemerkt onderaan de grote plantensteun, aan de voet van door elkaar klimmende rozelaar en clematis, en snaaien gretig alles mee wat er in al die opschudding daarboven aan lekkers naar beneden valt.
Och, echt, het is zooo super om te zien! De poezen hebben er zich, bekaf van de intense opwinding en het geestdriftig heen en weer crossen, bij neergelegd, letterlijk, maar voor mijn part mag het zo nog wel even blijven regenen, met heel dat wonderlijke schouwspel hier voor al mijn ramen. Ik geniet, en geniet, en geniet... Maar er wat foto's van maken, tja, dat lukt me dus niet. 'k Zal als illustratie bij dit verhaaltje weer eens een mooi plaatje van het internet moeten plukken. Maar als ik het goed genoeg geformuleerd en neergepend heb, dan kan jij je het hele fladderende en kwetterende spektakel misschien zo, zonder fotootje, ook wel voorstellen, hé... 😉💚
"Tsjakaaa! Alweer 10 punten gescoord!" moet de grote eikenboom tevreden grinikkend gedacht hebben, toen hij gisteren met de hulp van een windstoot en ongelofelijk nauwkeurig gemikt een nog groene, onrijpe eikel tegen mijnen appel ketste. AUW! Potvernondepitjes, dat doet écht geen deugd, hoor!... Maar door me in te beelden dat die boom daar ontzettend veel lol aan had gehad, klasseerde ik het voorvalletje en was het al bijna even snel vergeten als dat het gebeurd was. Een eventjes pijnlijk, doch uitzonderlijk, éénmalig en, alles welbeschouwd, best wel grappig 'per-ongelukje'. Tenminste dat dácht ik...
Vanochtend wandelde ik opnieuw door de nog lege rustige straten richting werkplek. Mooie brede straten, verfraaid met prachtige grote bomen. Bomen, waar ik vorige week nog ontzettend dankbaar voor was vanwege hun verkoelende schaduw. Bomen van verschillende soorten, maar vooral reusachtige eikenbomen. En vanochtend was het duidelijk weer eens aan de wind, om nog een keer stevig z'n best te mogen doen...
Me van geen kwaad bewust kuierde ik, terwijl m'n brede blauwe jurk geweldig vrolijk om me heen fladderde, op m'n gemakje en genietend van alles om me heen onder die bomen door. Opeens, totaal onverwacht en onaangekondigd: "Rakketakketak!" Als bij een volwaardig bombardement deed een plotse luchtstoot de grote eikenbomen tientallen eikeltjes lossen, eikeltjes die als kleine groen kogeltjes -al dan niet met een steeltje- keihard neer kletterden op de grijze stoepstenen en... natuurlijk ook op mijn arme hoofd en schouders! Van 't verschieten sprong ik haast pardoes de goot naast het voetpad in...
En ze waren duidelijk nog niet klaar me mij, die eikels van eikenbomen (hihihi). (Is maar een grapje, hoor. Ik hou onnoembaar veel van bomen, gelijk welke soort en ongeacht welke stoten ze eventueel uithalen, als bomen dat al bewust doen... hihi. Wie weet...) De verdere weg richting receptie heb ik zowat hinkstap-huppend afgelegd, en van links naar rechts slalommend, om al die erg plaatselijke en vanwege de wispelturige windvlagen absoluut niet in te schatten droppings enigszins te vermijden. Aan een paar welgemikte denappels merkte ik dat er zelfs een paar naaldbomen vrolijk mee deden aan het spelletje 'bommetje-droppen-voorbijgangers-raken'. "De bomen hebben er precies nogal lol in vandaag! Om ter meeste punten! Woeha!" dacht ik giechelend, en speelde, zo goed en zo kwaad het kon de vallende projectielen ontwijkend, opgewekt het spelletje mee.
Achteraf bekeken was ik vermoedelijk toch nog niet helemaal goed wakker vanochtend. M'n eerste grote kop koffie had duidelijk z'n werk nog niet gedaan. Eenmaal in de receptie aangekomen, besefte ik dat mijn linkerhand de hele weg lang, en bij al die spring- en hop- en ontwijkmanoeuvres, volledig onopgemerkt m'n superleuke blauwe-lucht-met-witte-schapenwolkjes-paraplu gedragen had... Tegen dít soort 'neerslag' was die natuurlijk óók bruikbaar geweest! Domweg totaaaaaal niet aan gedacht, met dat suffe, nog-half-in-slaap kopke van me. De bomen zouden een heel pak minder punten gescoord hebben, hé. hahaha
Op de één of andere manier ga ik dus het paraplu-parasol-kinderliedje moeten uitbreiden met een extra zinnetje -te zingen met het zelfde melodietje als het vorige lijntje-: ♪♫♪ "Parapluutje, parasolletje, ééntje voor de regen en ééntje voor de zon, en beide tegen eikeltjes pardoes op mijnen bol!"... ♪♫♪