Omdat het zo heet is, bleef ik gisterenavond wat langer wakker, lekker nog alle vensters open, hopend op dat kleine beetje lucht -liefst wat frissere- en genoot van een laatavondfilm op de televisie. Rond half één was die afgelopen en vond ik het toch stilaan tijd om op z'n minst een poging tot slapen te ondernemen. Met het geluid van de televisie uit viel het me extra op dat er erg veel en bijzonder vreemde geluiden uit de garage kwamen. Geluiden die ik niet echt thuis kon brengen. Het hield een beetje het midden tussen een slijpschijf, een frees en een schuurmachine... En er klonken geanimeerde, drukke, en best wel luide stemmen doorheen. Mannenstemmen, meende ik. "Tja, thuiskomen in 't midden van de nacht op een weekdag, al dan niet met een stevig stuk in uwe kraag... Ieder z'n eigen goesting, hé..." zei ik tegen mezelf, er niet veel meer van denkend. De grote venster in de woonkamer sluitend schrok ik van een plots aan het terras voorbijsnellende figuur: een jongeman, in een duidelijk vrolijke bui, ondertussen een paar keer na elkaar breed grijnzend "Sorry, mevrouw!" roepend. Even later passeerde hij opnieuw, in de andere richting, zijn opgeblonken excuses herhalend. Ik bekeek hem even bedenkelijk, met één wenkbrauw opgetrokken, ge kent die blik wel. Ondanks het feit dat de tuin absoluut verboden terrein is voor iedereen, gelijk wie, zie ik hier, en zeker op een wat later (lees avondlijk/nachtelijk) tijdstip wel vaker 'volk' voorbij komen. Maar, melden helpt geen ene zier, politie bellen of zo ook niet, dus ik heb me daar de afgelopen jaren wat bij neergelegd en het zuchtend geaccepteerd... Zolang ze aan de andere kant van het terrasmuurtje blijven en er niet overheen kruipen, of erger: proberen m'n huis binnen te dringen, ça va.
Ondertussen weerklonk er echter vanuit het inkomhalletje aan de liften, vlak voor mijn persoonlijke voordeur dus, behoorlijk wat commotie. Het was een overduidelijk komen en gaan van jongemannen, heen en weer tussen de grote inkomhal en de kelder, waarvan de trap zich naast mijn appartementsdeur bevind. Getater en gedoe, en met daar doorheen een toename in kracht van dat vreemde geluid dat ik reeds eerder hoorde. Een paar keer had ik me naar het spionnetje in m'n deur gehaast om te kijken of ik wat zag, maar was steeds nét te laat. De klok wees ondertussen al voorbij 1 uur aan. Met enige ongerustheid trachtend hier een touw aan vast te knopen keek ik peinzend door het grote raam naar buiten vanuit m'n ondertussen donkere woonkamer en... zag opnieuw die kerel van eerder lustig voorbij snellen. Heen en weer. En ook nu schalde hij daarbij jolig "Sorry, mevrouw! sorry mevrouw!"
Bon, dat was er dus over voor mij.
In een welgemikt moment zonder 'verkeer' op de gang sloop ik naar de conciërge. Jammer genoeg: geen gehoor daar. Misschien sliepen ze al, en dan heel erg diep. (Het weze ze van harte gegund!) Misschien waren ze simpelweg niet thuis. Dat kan en mag ook, hé.
Het onbekende geluid duurde echter onverminderd verder, en in mijn veel te ijverige verbeelding sloeg er, daar beneden in de garage, één of andere bende op z'n minst een dozijn of twee autobanden en een vrachtwagen fietsen scheef, en werd de ene na de andere kelder open geprutst en leeggeplunderd...
Na nog een klein moment van twijfel belde ik dan toch maar de Blauwe Lijn. De man aan de andere kant van de telefoon noteerde gelaten mijn duidelijk en rustig relaas. Het adres ook natuurlijk. En m'n naam en telefoonnummer. Vervolgens wou hij weten of ik die kerels kende, en of ze in het gebouw woonden. Wel, voor zover er door het spionnetje al iets te zien viel, moest ik hem dat antwoord schuldig blijven. Geen idee. Echt niet. Ook niet wat betreft die kerel in de tuin. En of ik die mannen had bézig gezien, in de kelder en de garage? Ja, hallo, ik ga m'n nek niet riskeren om even te gaan kijken, hé, zeker niet zo midden in de nacht, en als vrouw alleen... De agent -of de telefonist, dat laat ik in het midden- noteerde en zou alles doorgeven aan de juiste afdeling. En dat was het. Gesprek klaar. En ik voelde mij een beetje als zo'n overgevoelig bejaard madammeke dat eeuwig loopt te klagen over de jeugd van tegenwoordig: beleefd aanhoort en te woord gestaan, maar uiteindelijk als onbelangrijk geklasseerd... En ja, stom van mij misschien: ik vergat te vragen of er dan nog iemand langs ging komen. Och, vermoedelijk had die man aan de andere kant van de lijn daar ook geen sluitend antwoord op gehad. Wie weet hoeveel van die oproepen er zo bij de Blauwe Lijn binnen lopen op één nacht. Oproepen, die, goed mogelijk, zoveel dramatischer en dringender zijn... De politie kan ook maar z'n best doen, hé.
Alleszins, ik wachtte. En wachtte. En wachtte. Op den duur niet eens meer goed wetende waarop eigenlijk. Op het vertrek van die kerels? Op het weerkeren van de nachtelijke rust en stilte? Op de politie?... Van gaan slapen was voorlopig sowieso geen sprake, dat begrijp je ook wel. Dus speelde ik een spelletje op de computer. En nog eentje. En nog eentje...
En terwijl ik zo zat te wachten, op niets eigenlijk, werd ik boos. Ont-zet-tend boos. Jarenlang -zo ongeveer de helft van m'n volwassen leven- stond ik doodsangsten uit in wat m'n eigen veilige thuis had moeten zijn (door een paar vreselijke relaties, details doen er hier niet toe). Zelfs toen ik dit appartement -mijn hele eigen, 100% persoonlijke stekje, helemaal voor mij alleen- kocht, heb ik vele jaren met mezelf gevochten om dat veiligheidsgevoel te veroveren. En nu ik me echt goed voel hier, en thuis, en veilig... Wou ik nu écht toelaten dat 'men' mij opnieuw zo ver heen zou krijgen dat ik terug hele dagen en nachten ging zitten bibberen van grote schrik en niet durfde te gaan slapen en al dat soort dingen meer; en dan nog wel in m'n eigen huis, die enige, unieke plek waar ik me écht geborgen zou moeten voelen?!?!... Die gedachte maakte me gewéldig kwaad. Razend zelfs. En als ik zó kwaad ben, dan word ik ijzig kalm, indrukwekkend beheerst en onbarmhartig sterk vanbinnen. En, ook bloedlink ook, vermoed ik...
Met die in pure kracht omgezette woede ben ik naar buiten gestapt, m'n voordeur uit. En met die bijna vanzelfsprekende moed vanbinnen confronteerde ik die gasten, die juist de keldertrap ophoog kwamen. "Seg, mannekes," zei ik, met de uitstraling van een niet tegen te spreken moeder met een onbetwistbaar gezag, "wat zijde gullie hier in gódsnaam allemaal aan 't doen, seg, zo midden in de nacht?! Al dat kabaal en al dat heen en weer geloop! Wilt ge daar eens stantepede mee ophouden, ja. Er zijn hier mensen die willen slapen, hoor! Stopt ermee, gasten, en ga naar huis, ga slapen." Allemaal zonder enige stemverheffing, en een -by the way bijzonder goed aanvoelend- niet te ontkennen innerlijke rust en autoriteit.
Blijkbaar waren er al een paar kerels gepasseerd, want ik zag er nog maar twee. De eerste gast, een grote koddige dikkerd, ik schat hem een jaar of 14, 15, durfde me niet eens aankijken. Heel z'n houding en gelaatsuitdrukking was één grote schuldbekentenis. Ja, die wist héél goed dat wat hij daar deed niet koosjer was. De jongeman, vlak na hem, wat ouder, met een zeer verzorgd uiterlijk, en een netjes getrimd ultrafijn ringbaardje, verontschuldigde zich op alle mogelijke manieren, volgens zijn zeggen niet beseffend dat ze zoveel kabaal maakten en met een veelvuldig, buitengewoon beleefd "Sorry, mevrouw!" verzekerde hij me dat ze 'direct weg zouden zijn'. (Iets wat even later -OEF- ook daadwerkelijk gebeurde!...) En hij wandelde op z'n dooie gemak naar de grote inkomhal, met in z'n ene hand een 2 literfles lachgas in een houder, en in z'n andere hand een blauwe ballon, die hij met tussenpozen aan z'n mond zette om vervolgens diep te inhaleren.
Dát was dus al die commotie geweest: een stel jongeren die hier een 'rustig plekje' zochten/vonden, om, met de laatste nieuwe methode in het scoren van een roes, 'gezellig' samen high te worden! En ja, je zou kunnen opperen dat het 'gelukkig' maar dát was... Maar toch... Alleszins, geen idee waar ze vandaan kwamen. Geen idee hoe ze zijn binnen geraakt. Geen idee of dit het begin van ik weet niet wat is...
Rond ongeveer half vier legde ik eindelijk m'n moede hoofd op m'n zachte roze kussens te rusten. En om negen uur belde men mij al terug uit m'n nest. (Nee, 't was niet de politie. Daar heb ik niets meer van gehoord.) 'k Ben dus een beetje groggy vandaag. Ik loop maar wat te suffen. Veel te weinig, en vooral ook slecht, geslapen vannacht. Kleine oogjes en super moe. En het kwam niet door die zoveelste hittegolf. Al die kan nu gelukkig wel dienen als fantastisch excuus om het voor de rest van de dag heeeeeeel erg kalm aan te doen. 😉
Geen opmerkingen:
Een reactie posten