woensdag 28 februari 2018

Knisperende knetterkatjes.

Ja, inderdaad, dat weet u al: zo af en toe zijn ze knettergek, die twee viervoetige huisgenootjes van me. Het is nog altijd zalig om ze bijvoorbeeld met ongeziene energie en geestdrift, en met ongelofelijk zotte spurtjes en sprongen, op volledig onzichtbare prooien te zien jagen. Of om ze samen buitelend en tuimelend door élke kamer heen 'tikkertje' te zien spelen -eigenlijk zou 'tackeltje' een betere benaming zijn-, tot de pluche in 't rond stuift. De geconcentreerdheid van Pompon met z'n voetbal, da's ook af en toe totaal mesjogge. En de snuiten die Poekie kan trekken als hij mij zogezegd stiekem zit te bestuderen, echt prettig gestoord, als ge 't mij vraagt. Maar, over dat geknetter hier in huis wou ik het nu eigenlijk eens niet hebben, zie. 
Neen, ik laat u graag even mee gniffelen om de hilarische gevolgen van de aanhoudende vrieskou... Wij zijn hier namelijk nogal behoorlijk 'geladen' tegenwoordig! Alles hier is totaal in de greep van de statische elektriciteit. En dan bedoel ik ook écht álles: ikzelf, de huisraad, de meubelen, tapijten en gordijnen, zelfs de planten en bloemen volgens mij,... en uiteraard ook de twee katertjes Poekie en Pompon.
Alle dagen kijk ik met verbazing naar weer nieuwe verrassende effecten. De glasgordijnen blijven tegen de vensters kleven. De franjes van de gordijnkwasten, de oudroze 'flochen', plakken als wijd opengesperde handjes met duizenden vingertjes tegen de overgordijnen. Verse, net droge was uit de droogkast is niet zonder luid geknisper en geknetter van elkaar te trekken, en aan de knuffeldekentjes uit de sofa is zelfs geen beginnen meer aan, da's ondertussen gewoon een bijzonder pijnlijke affaire geworden. Gebruiksvoorwerpen uit metaal zou ik om dezelfde reden ontzettend graag voor een tijdje ergens ver uit m'n buurt opbergen, maar omdat ik ze voor dat opbergen ook zou moeten aanraken... tssss... u begrijpt wat ik bedoel. Het lukt me zelfs om pijnlijk elektrisch contact te maken met de gootsteen als hij vol afwaswater zit! Maar de vele kleine witte lichtflitsjes, 's nachts in het pikkedonker van de slaapkamer, veroorzaakt door mijn 'geladen' gedraai en gewoel tussen lakens, kussens en dekbed, die vind ik uitermate fascinerend. 
M'n haar moet de laatste dagen altijd in een staartje, anders wordt het aangezogen door het computerscherm, of de frigo, of de kookpot. Als ik van buiten kom en m'n muts af doe, en m'n haar was niet bij elkaar daaronder, dan loop ik een heel aantal minuten met een enorme 'coupe ontploft' rond waar menig clownskapsel nog een lesje van kan leren. Bij het opstaan uit de knusse zetel blijven met regelmaat een hele rits fleeche dekentjes als een soort onelegante sleep aan mijnen derrière hangen, tot groot jolijt van de poezen die er meteen een spelletje in zien natuurlijk, of wat had je gedacht. Te pas en te onpas ben ik in de keuken m'n droge schotelvodden en handdoeken kwijt... omdat ze aan één van m'n ellebogen of heupen zijn blijven plakken in 't voorbijkomen. Zelfde verhaal in de badkamer trouwens, met washandjes en ondergoed. Het douchegordijn komt me heden ten dage gewoon al van ver tegemoet... Iets oprapen van het tapijt heeft steevast een stevig gilletje als gevolg, de blauwe bliksemschichtjes schieten letterlijk uit m'n handen. Stofzuigen zal ik voorlopig dus nog maar even laten... met al die extra wrijving, ik moet er niet aan denken.
En tussen al die geladenheid lopen hier dus die twee harige poezenbeestjes rond, en die hebben het ook geweten! Poekie, die op elke doodgewone dag sowieso al zoveel deugd heeft met zichzelf over de tapijten heen en weer te wrijven, knettert er vrolijk op los als hij van tussen mij en de kussens van de sofa glijdt. Hij maakt me 's nachts ook geregeld wakker door aan m'n neus te komen snuffelen, met steeds een paar kleine blikseminslagen als gevolg. Maar zo te zien vindt hij het eerder leuk dan vervelend, want eenmaal er iets geknetterd heeft hij blijft het opnieuw en opnieuw uitproberen, die kleine onderzoeker van me! 

Gisteren was ik de sokken kwijt die op de lavabo klaar lagen om aan te trekken na het douchen. Even later zag ik onze Poekie-man parmantig op z'n hoge pootjes voorbij flaneren, elegant als een model op de catwalk, met aan weerszijden een zwarte sok tegen z'n lijfke geplakt! Geen enkel probleem voor hem, zo te zien. Vermoedelijk had hij het zo eindelijk ook nog eens écht lekker warm. Wie weet. De gekkerd. 
Juist knuffelen met mij, da's andere koek. De hele dag lang komen beide poezen, zoals altijd, naar me toe, gezellig bij me liggen en vragen voor aaitjes over hun bol, heel gewoon, dagelijkse routine. En even vanzelfsprekend en zonder verder nadenken gaat mijn hand dan uiteraard hun richting uit... en, au au au, breekt er een hels geknetter los. Je ziet de vonken werkelijk overspringen! Poekie wrijft of likt dan eens over het pijnlijk plekje en is oké. Pompon schrikt zich nog elke keer een ongeluk, is echt doodsbenauwd,... en komt voor z'n schrik en pijntje naar goede gewoonte bij mij troost zoeken... om bij de minste aanraking een nieuwe lading pijnlijk geknetter over zich heen te krijgen, ocharme. Pompon's haar is veel langer en zachter dan dat van Poekie. Vermoedelijk heeft hij daardoor veel meer last van al die geladenheid. Af en toe ziet hij er uit als een veel te warm gewassen en opgeblazen bol pluis op vier voetjes, zo met elk haartje van z'n vacht naar alle kanten overeind. Pompon vindt het ook maar niks dat plots z'n favoriete slaapdekentje hem overal achtervolgd en geen enkel anders zo knus en veilig poezenmandje nog vrij van een mogelijke elektriciteitsaanval is. En toen z'n favoriete voetbal aan z'n achterste bleef hangen, toen was 't kot pas echt te klein voor meneerke Pompon zijn paniek. 'k Heb zo met hem te doen. Gelukkig lukt het meestal wel om hem een pijnvrije aai te geven als ik met m'n blote voeten op de ijskoude stenen keukenvloer sta. 
Verder heb ik inmiddels zowat álles geprobeerd om die statische elektriciteit een beetje te temmen: luchtbevochtigers, verstuivers en sprays, smeren van handcrème, veiligheidsspelden en aluminiumfolie op kleding en stoffen, verschillende keren per dag met een half natte dweil over vloer en tapijten... 't Helpt geen ene moer. We zullen geduld moeten oefenen tot het weer wat warmer wordt, en vochtiger. En in afwachting is het best grappig om misschien nog meer ongekende en ongewone 'gevolgen der geladenheid' gewaar te worden en te genieten van het extra knettergekke gedoe van mijn twee knisperende knetterkatjes. ;-)





dinsdag 27 februari 2018

Blijven oefenen met ademen.

"Hoe is het in 's hemelsnaam mogelijk dat ik dát niet meer weet!!!" dacht ik in eerste instantie uitermate verwonderd, en een beetje lachend met mezelf. Alsof ik niet alleen totaal vergat hoe te moeten ademen, maar op de koop toe blijkbaar ook al erg lang m'n adem volledig in hield!... 
De alweer hemelse repetitie, ondanks de diepvriestemperatuur van de kerk, met organist Peter Maus, voor de concertmis van vorige week zondag bracht me even compleet van m'n stuk: het overviel me volkomen hoe plots m'n hele lichaam weer vol zuurstof stroomde, en daardoor ook weer vol leven. Hoe ineens elke vezel van mijn lijf mee begon te jubelen op de tonen van de indrukwekkende muzieklijnen van onze geliefde Wagners en Straussjes die, alsof het maar niks is, weer als vanouds, bijna uit zichzelf uit m'n strot stroomden, zorgeloos vrolijk dansend op de wolkjes van mijn adem de met ijslucht gevulde enorme open ruimte van de kerk in. Het was als een heerlijk thuiskomen in mezelf, een 'mezelf terugvinden', voor heel even los van en ver verheven boven de donkere diepte van de depressie. 
Zingen is ademen, zingen is leven! En hoe was het dan in godsnaam mogelijk geweest dat ik zulke, voor mij, levensbelangrijke informatie ergens in een vergeethoekje opgeborgen had?!
Bij de concertmis zelf, twee dagen later, zondagochtend, 'ademde' er iets al een beetje minder... Het voelde wat benepen eigenlijk. En later die dag viel mijne frank -allé mijnen euro tegenwoordig, hé- over het waarom. 
Er blijft nog zo verschrikkelijk weinig over van die sowieso al minimale zangcarrière van mij. Die enkele keren per jaar dat ik nog eens ál m'n registers kan en mag opentrekken zijn steeds schaarser, en daardoor ook heel erg dubbel. Uiteraard ben ik dan meer dan dolgelukkig, elke keer weer. Uiteraard ademt heel mijn zijn dan nog eens volop. Maar 't is ook altijd zo ontzettend verdrietig omdat er eigenlijk nooit ergens een vervolg aan komt en er tussen elke zangmoment oeverloos veel tijd verglijdt...
En natuurlijk is het fenomenaal fijn om na zo een concertmis bij pot en pint van mensen 'uit het vak', mensen die 'het kunnen weten', te mogen horen dat je potverdorie écht wel een serieus stukske kunt zingen, en je een zeer uitzonderlijk talent en orgaan bezit. Maar daar heb ik nu, in deze fase van m'n leven nog zo verschrikkelijk weinig aan, hé. Ja, als dramatische sopraan, met een straf instrument dat zowat álles overleeft -echt, ge kunt het u zo gek niet bedenken- heb ik, meer dan de andere zangstemmen, het potentieel om op m'n 80ste nog steeds met verve de zwaarste klassieke aria's ten beste te geven, maar wie heeft daar boodschap aan? Ik zou het echt niet weten.

Afgelopen zondag werd ik door een lieve vriend getrakteerd op een voorstelling van 'La Bohéme' van G. Puccini, rechtstreeks live vanuit The Met in New York, geprojecteerd op één van de grote schermen in Kinepolis. En extra boeiend met uitgebreide uitleg, plezierige interviews met de vedetten en ook steeds een volledige weergave van elke decorwissel. La Bohème is een opera waar ik zelf erg fijne herinneringen aan heb als koorlid bij de toenmalige Vlaamse Opera. En ik heb intens van die voorstelling afgelopen weekend in de cinema genoten, maar in het donker van de zaal rolde er menig traantje onopgemerkt in stilte over m'n wangen. Want daar voor me, daar vooraan op dat witte doek, zag ik nog een keertje die wereld waar ik me nog steeds het meest thuis voelde, waar ik al zovele decennia totaal geen deel meer van uit maak, en waarnaar ik vermoedelijk ook nooit meer terug zal keren...
Dus, puur uit zelfbehoud, om mezelf van immense pijn en verdriet te behoeden, berg ik 
op al die vele dagen, die vele lange weken en maanden dat er niets te zingen valt, zowel bewust als onbewust dat 'ademen' ergens diep in mij weg, veilig en ongezien in één of ander vergeethoekje. Dan regeert m'n zoveel meer introverte kant. Dan is alles in mijn wereld ingetogen en stil, weken lang. Dan schrijf ik, alleen, thuis, met slechts de poezen, de planten en de geluiden van de tuin en het gebouw om me heen. Maar dat kan ook heel erg mooi zijn. En o ja, wees gerust, binnen in mij weerklinken er hele dagen duizend-en-één liedfragmenten, maar het occasionele nootje dat me op die dagen al eens neuriënd ontsnapt bij de afwas of onder de douche, dat komt uit een totáál andere wereld -ze konden niet méér verschillend zijn- dan die van 'de grote klep'...
En toch. 't Kan erg snel keren. Geef me één kleine aanleiding om te zingen en de sluisdeuren met lucht vol muziek en zang zwaaien wijd open, met een ware vloedgolf van alle mogelijke kleuren en klanken. En alleen dat kleine beetje buiten adem zijn, het af en toe nét niet toekomen op het eind van een zin -wat zelfs m'n meest vertrouwde fans en doorwinterde begeleiders, zij die mij als zangeres echt door en door kennen, niet eens opvalt- verraadt dat ik weken-, misschien zelfs maandenlang niet één écht zanglijntje ten beste gaf... 
Het is een geruststelling, het is een bijzonder fijne geruststelling besef ik nu. Zelfs als ik voor m'n eigen dagdagelijkse levenscomfort het 'ademen' tijdelijk -voor korte of lange tijd- ergens diep in me opberg, weet ik wél dat 'het' er áltijd nog is, klaar om, indien nodig of gewenst, in al z'n formidabele grootsheid, inclusief decibels en boventonen, feestelijk juichend los te barsten. Als je dat kleine beetje gebrek aan conditie over het hoofd wil zien, uiteraard. Dus, blijven oefenen met ademen, hé, altijd blijven oefenen met ademen!... ;-) 




donderdag 15 februari 2018

Dag Laura.

Gisteren was een dag van een 'eerste' en 'laatste'. Ik zong voor het eerst in m'n leven -alleszins toch voor zover ik mij herinner- de Ave Maria van Bach-Gounod niet live begeleid, maar met een kant en klare, vooraf opgenomen pianobegeleiding. Dat was toch echt wel effe wennen. En dit primeurtje werd meteen een allerlaatste kadootje voor Laura. Een postuum geschenkje, want ik mocht gisterochtend nog een laatste maal voor haar zingen, ter gelegenheid van haar definitieve afscheid van deze wereld.
Er zijn zo van die mensen die je bijna onopgemerkt je hele leven met je mee neemt. Zoals Laura, want ze woonde, samen haar zoon Jefke, bij ons thuis om de hoek, op een dikke honderd meter van onze voordeur. Eigenlijk heb ik hen dus altijd al gekend. En vanaf de eerste dag dat zij mij een keertje solo hoorde zingen, vermoedelijk in de kerk, werd ze een opgetogen en erg trouwe fan. Zo vaak het maar kon kwamen ze samen naar me luisteren. 
Ook afgelopen kerst zat ze nog tevreden te blinken op de eerste rij bij onze kerstshow. Breed lachend, verrukt luisterend, bezield meezingend... kortom intens en dankbaar genietend zoals alleen zij dat kon. En ik ben oprecht blij dat dit m'n laatste herinnering aan haar mag zijn, meteen ééntje om écht voor altijd te koesteren.
Maar 'k zal ook nooit haar knuffels vergeten. Laura kon je omschrijven als een 'grote' dame, niet alleen figuurlijk, maar zeker ook letterlijk. Makkelijk een kop groter dan ik. En ze was ook uitzonderlijk gul voorzien van 'oren en poten', zoals men dat zegt, of misschien duidelijker in 't Aaantwaarps: Laura was een madam 'mé ne wreêd groête komisveur'... Als zij dus met volle enthousiasme haar armen om mij heen sloeg en me stevig tegen zich aan trok, verdween ik, het minimadammeke -inderdaad, u ziet het nu helemaal voor u- bijna volledig in die reusachtige decolleté, met altijd, onvermijdelijk, heel wat gegiechel en een beetje ademnood tot gevolg. Maar 't zijn en blijven één voor één hele fijne herinneringen, die knuffels, en momenten die ik zeker zal missen.
In de dozen bijgehouden briefwisseling uit zowat heel mijn leven ook een heuse stapel met sublieme wenskaarten van Laura, die getuigen van heel veel uren met liefde creatief bezig zijn. Minuscule kleurrijke kunstwerkjes in piepkleine kruisjessteek, vaak mooi gecombineerd met perfect gedroogde echte bloemetjes en steeds onberispelijk ingekaderd in een fraaie bijpassende kaart. Onmogelijk om dit soort unieke knutselstukjes weg te gooien, geen denken aan. Misschien moet ik ze ooit maar eens achter glas omhoog hangen of zo...
Ergens in de vroege ochtend van zondag 28 januari 2018 wisselde Laura tijdens haar slaap stilletjes en onopgemerkt het tijdelijke voor het eeuwige. Aan het begin van dezelfde maand had ze nog haar 89ste verjaardag gevierd en grappend plannen gemaakt voor de 90ste, maar te merken aan dit zachte, doch zo onverwachte heengaan dacht iets daar blijkbaar anders over...
Dat we pas gisteren definitief afscheid van haar namen heeft een bijzondere reden: op 14 februari, de dag van de geliefden, exact 27 jaar geleden begroef Laura haar echtgenoot Frans, en zoon Jef had geen mooier en inniger gebaar kunnen bedenken dan hen dus op deze datum weer samen te brengen.
En dat deed hij dan ook nog eens met een uitzonderlijk ontroerende plechtigheid. Los van 'mijn' Ave Maria -ook uiterst gesmaakt door de aanwezigen, getuige de overvloed aan felicitaties- luisterden we ademloos naar vele, nog zoveel meer pakkende en beklijvende muziekstukken. Zoveel mooie woorden werden er gesproken, met waarheid, met wijsheid en ook met veel humor. We zagen de uitgebreide slideshow met ontelbare momentopnamen uit vooral de afgelopen jaren, met een gelukkige Laura, intens genietend van wat het leven haar elke dag nog bracht. Er was de sfeervolle aanwezigheid van talrijke bloemstukken, een piepkleine selectie van haar handwerkjes en haar puzzeltafeltje. En natuurlijk ontbrak ook haar immer vallende wandelstok niet, voor de gelegenheid geweldig keurig rechtop staan blijvend, tot nét op het allerlaatste moment, om dan met het vertrouwde gekletter tegen de grond te kwakken. Alsof ze het exact zo gepland hadden. Zalig, toch? Ik vond het alleszins schitterend en kon nog juistekes een hoorbare schaterlach onderdrukken. 
De toespraak van Jef, over haar leven, en over hún leven samen al die lange jaren, over het wel en maar ook over het wee, over dankbaarheid en over gemis... die toespraak kneep menigeen totaal de strot dicht, denk ik. Ik had 't er alleszins wreed lastig mee, met die krop in de keel... (en 'k moest nog beginnen met zingen!...) Allemaal recht uit het hart, zonder spijtig schromen, zonder onnodig verbloemen, met welgemikte grappige sprankeltjes, en, geheel terecht, ongegeneerd overgoten door dikke tranen van bitter verdriet.
Jef heeft het goed gedaan. Niet alleen het in elkaar zetten van dit bijzonder waardige en ontzettend mooie afscheid, maar vooral het nakomen van z'n belofte aan z'n vader om goed voor z'n moeder te zorgen. Je kan gerust zeggen dat zijn hele leven -naast z'n geliefde werk- zowat volledig rond haar draaide. Samen op reis, op restaurant, concerten, eten, wandelen,... Zoals hij zelf zei: 'alsof ze al die jaren een echt getrouwd stel waren'. De enorme leegte die het heengaan van 'zijn moeke' in z'n leven brengt kan ik absoluut niet inschatten... Maar volgens mij 
zal ze, met de hulp van een handvol loyale en onvervalste vrienden, nog lang over hem blijven waken. Al is dat voorlopig misschien slechts een uiterst schrale troost...
Laura, ik weet zeker dat ik niet de enige ben die jou, je lach, je babbel, je gezelschap en zoveel meer ook zal missen en met dankbaarheid terug kijkt naar jouw leven, blij zijnde dat we jou hebben mogen kennen. Het ga je goed, waar je nu ook bent. En -wie weet- tot ziens aan de overkant, hé! ;-) Xxx