zondag 24 september 2017

Kristina's reizen.

De kalender verkondigde het al, de dikke ochtendnevel bevestigde het: de herfst is officieel in het land. Ideale ochtend dus om nog heel even terug te blikken op de voorbije zomer, want tussen alle operaties, ziekenhuisnachtjes en doktersbezoeken door heb ik de voorbije maanden toch niet uitsluitend ziek in bed gelegen, mottig in de zetel gehangen en uitgeput op de pot gezeten. Nee, raar maar waar, ik ben er gelukkig ook nog in geslaagd in die zo 'overvolle' agenda -gniffel gniffel- een paar gaatjes te vinden voor enkele leuke vakantie-uitstapjes! En eerlijk is eerlijk: ik zou absoluut nergens naar toe geweest zijn als m'n lieve vriendin Ingrid en haar man Rudi me niet als gewaardeerd en geliefd gezelschap op sleeptouw genomen hadden.
Onze eerste reisje ging -hoera, hoera- richting m'n levenslange grote liefde: de zee. Nee, niet naar Cadzand. Daar word ik vanwege alle ver- en volbouwing, het razendsnelle verdwijnen van het onderspit delvende natuurschoon en de rust, en van de vele herinneringen aan onze va toch alleen maar oeverloos verdrietig. We reden naar Westkapelle! En wel om de bijna lachwekkend simpele reden dat Rudi daar ooit eens wreed lekkere gebakken vis gegeten had. Blijkbaar hadden we per ongeluk -wat een chance- de juiste woensdag uitgekozen, want in het anders doodstille kleine dorpje troffen we niet alleen een zalig terras met heerlijke koffie, maar ook in alle straatjes een oldtimershow met o.a. nooit geziene schitterende landbouwvoertuigen, en allemaal kraampjes met prachtige brocanterie op het marktplein. Ik keek m'n ogen uit, maar kocht niks. Straf, hé. 
Na een stevige dosis gebakken vis ging de reis verder naar Domburg, waar geen van ons drie ooit al geweest was. Naar de als bergen zo groot en indrukwekkend, overdonderend prachtige, breed golvende en machtig groene duinen, en uiteraard naar het strand en de zee. Heel ver zijn we in al die natuurovervloed echter niet geraakt: de vele steile trapjes op en af de weelderig begroeide zandheuvels waren meteen nefast voor Ingrid's wat krakkemikkige knieën, en het verrassend smalle strand lag op deze stralende zonnedag meer dan overvol, dus daar konden wij vermoedelijk toch niet meer bij. Zalig languit neergeploft in een comfortabele brede loungezetel op een heerlijk terras met een ongelofelijk humoristische ober, boven op de top van 'den berg', dus met panoramisch zicht op zee en duinen, en met uiteraard een lekkere trappist in de hand overschouwden we dan maar uitgebreid het vanzelf voorbijkomende strandgedoe en vakantiegenot, en we zagen dat het goed was.
Trouwens, als je jezelf vol Immodium moet proppen om überhaupt zo een dagje weg te kùnnen gaan, dan is een zonnig namiddag met de geruststelling van ten allen tijde een toilet vlàk in de buurt een extra relaxerende ervaring...

Na nog een kleine maar hevige shoppingaanval en een lekkere maaltijd op een keurig terras in het dorpje zelf was het tijd om huiswaarts te keren, maar, beste Domburg, ik keer zeker en vast nog eens naar je terug, en dan hopelijk met genoeg energie en gezondheid om je écht te ontdekken.
Voor onze tweede uitstap namen we beste vriend Roger ook mee. Op een schroeiend hete dag -ik ook nog steeds vol Immodium- bezochten we dierenpark Pairi Daiza. Heel veel beestjes zagen we spijtig genoeg niet, want ook voor hen was het natuurlijk veel te warm om hun koele, van airconditioning voorziene privé-verblijven te verlaten. Hoe zou je zelf zijn, hé... 
Maar dat was niet echt een minpunt voor onze excursie. De schitterende aanleg van paden en perken met een verbluffende diversiteit aan bomen, planten en bloemen, de bijzonder waarheidsgetrouwe wereldarchitectuur, de verfrissend aanlokkelijke waterpartijen en het buitengewone oog voor detail overal op deze beperkte oppervlakte zijn op zich meer dan de moeite waard. Allé, volgens ons dan toch, hé. Ik wist alleszins helemaal blij niet waar eerst kijken.
Tussen het om de beurt hartstikke mottig-van-de-verzengende-hitte-zijn en mijn veel te talrijke onprettige toiletbezoeken dronken we allerlei lekkers op de verschillende mooie terrasjes en lieten we ons in een fraai restaurant verwennen met een verrukkelijke -jawel, in mijn geval vegetarische én glutenvrije- maaltijd, vergezeld van een daar ter plaatse gebrouwen hemels biertje. 
Maar vooral de ijs- en ijskoude -efkes serieus pijnlijke brainfreeze!- diep roze granité van hybiscus, die je aan verschillende kleine stalletjes kon kopen, zal ik niet snel vergeten: echt zó heerlijk dat ik er totaal geen woorden voor heb! Daar lust ik er alle dagen wel ééntje van, hoor...
En na zo'n heftig hete dag rondslenteren en nog eens een behoorlijk lange autorit -knikkebollend op de achterbank- is thuiskomen in je eigen koele flat waar een frisse douche en een comfortable bed je opwachten een meer dan weldadige 'kers op de taart', een grandioos orgelpunt bij een superfijn dagje uit.
Mijn laatste vakantietripje van afgelopen zomer kwam totaal onverwacht. Ik werd uitgenodigd om een eredienst op te luisteren in een magnifieke kapel -een mijn volledig ongekend verborgen pareltje- in Eeklo. En daar m'n begeleidende organist uit de tegenovergestelde kant van het land kwam moest ik m'n eigen verplaatsing regelen, wat voor deze autoloze diva dus betekend: met het openbaar vervoer. Je geraakt zo absoluut overal, geloof me, het kost je alleen heel veel tijd... Serieus beladen met partituren, concertkledij, extra schoeisel en gewapend met wat te drinken, te eten en -jawel, nog steeds- een doos Immodium vertrok ik in de vroege ochtend, helemaal alleen dit maal, op reis. 
En 'reis' is hier echt wel het juiste woord: te voet naar de tram, met de tram en nog een stukske te voet naar 't station, ticketje kopen en wachten op de trein, treinreis naar Gent, wachten op aansluiting en tenslotte den boemel naar Eeklo gevolgd door nog een piepklein stukje te voet. Alles bij elkaar toch een heenreis van een kleine 3 uur. Maar als je dat op voorhand weet en je er naar instelt dan kan ook zoiets genieten zijn. Vanuit de trein heb je sowieso een totaal ander zicht op de wereld, een bijna ongehoord, zelfs een piepklein beetje voyeuristisch perspectief op straten, huizen, koertjes en tuinen. En tussen de passerende steden en dorpen golven malse groene weiden -al dan niet met koeien of schapen- afgewisseld door vruchtbare velden met mais, graan en aardappelen, en weelderige wiegende bossen als een eindeloze en in minieme details immer veranderende, bijna serene en meditatieve, doch oneindig boeiend film aan je voorbij. Het gadeslaan van de drukte op de perrons en de steeds wisselende medereizigers, af en toe een klein babbeltje met zomaar iemand, een warm koffietje in het stationslokaal tijdens het wachten op de aansluiting en een beetje zonnevitamientjes opdoen op een bankje uit de wind op de verschillende perrons maken zo een 'werk-uitstap' -als je zingen al 'werk' wil noemen in mijn geval- tot een volwaardige en zeer te genieten expeditie. 
En een slordige 8 uur later was het, helemaal gelukkig van het heerlijke zingen en met zoveel voorbij-gegleden moois nog vers op m'n netvlies, weer thuiskomen in m'n eigen vertrouwde stekje, uiteraard met de vrolijke verwelkoming van 2 uitgelaten poezenbeesten, en het ontzettend moe doch geweldig voldaan kunnen neerploffen in m'n eigen knusse zetel ook voor deze originele dagtrip een passende en perfecte afsluiter. 
Ja, ik heb oprecht genoten van deze zomeruitstapjes, mijn persoonlijke Kristina-reizen. Ze zeggen niet voor niets dat het ware geluk in kleine dingen zit, hé. En 'wie het kleine niet eert...' Yep, inderdaad. hihi 😉




zaterdag 16 september 2017

De glimlach van 10.000,- euro.

Ongeveer 40 jaar lang liep ik rond met een stevige overbeet en tanden die vrolijk in alle mogelijke richtingen geweldig scheef stonden. Geen enkel probleem, zo zag ik er nu eenmaal uit, daar was iedereen, inclusief ikzelf, prima aan gewend. En ik lachte er in verste verte niet minder breed om.
Er was dus ook geen haar op m'n hoofd dat er aan dacht om daar iets aan te veranderen. Voor mijn part zou ik tot m'n allerlaatste dag gelukkig en tevreden geleefd hebben met die bijzonder eigenwijze tandenformatie. Maar daar dacht m'n gebit zelf blijkbaar heel anders over...
Met ouder worden 'vervormen' er wel meer dingen aan je lijf, akkoord, maar 'k had toch niet verwacht dat ook m'n tanden in m'n mond op wandel zouden gaan. Zo ergens vanaf 2010 bevond ik me daardoor met veel te grote regelmaat in de tandartsstoel vanwege abnormale slijtage en steeds weer en meer afgebroken stukken en brokken. De tandarts voorspelde binnen de vijf jaar een volledig vals gebit. En da's geen geweldig goeie optie voor een zangeres, volgens mij. Tenzij je er natuurlijk lol aan hebt om systematisch na een paar hoge noten je gebit uit de orkestbak te gaan vissen of het terug te moeten vragen aan de toeschouwers op de eerste rij... hihi
Het consult bij de plaatselijke, hoog aangeschreven orthodontist maakt meteen duidelijk dat mijn bijterkes, gezien hun topkwaliteit en hun stevige verankering in m'n kaak, zeker te redden waren, mits een paar jaar blokjes, een kaakoperatie en een aanzienlijke hoeveelheid pingping, waarvan gezien mijn leeftijd weinig of niks terugbetaald zou worden. 
Vol verwachting, hoop en goeie moed startte ik het aanbevolen parcours naar 'gebitsstabiliteit'... en bevond me algauw op een ware lijdensweg. Om je een lang verhaal vol ellende te besparen -details eventueel op aanvraag- en omdat je beter zwijgt als je niets positiefs te vertellen hebt: na dik 3,5 jaar (m'n nek-operatie zat daar natuurlijk ook voor iets tussen) bleef ik, mezelf nog nauwelijks herkennend in de spiegel en een slordige 7000,- euro armer, totaal teleurgesteld en intens verdrietig achter met een gebit dat zichzelf in een zo mogelijk nóg hoger tempo afbrak, een volledig onnatuurlijke grimas, en kaakgewrichten die voortdurend pijnlijk ploften, uit elkaar schoten of blokkeerden. Miserie, miserie, miserie. Maar gelukkig eindigde dit verhaal hier niet.
Een 2e kaakchirurg -dit maal eentje door mijn eigen tandarts hoogst persoonlijk aanbevolen- herstelde m'n gewrichten. Alweer een operatie, jawel, maar met onmiddellijk geen spatje pijn meer achteraf. En ook de vreselijke blokkades waren meteen verleden tijd, tot grote opluchting van m'n begeleidende muzikanten, al die tijd steeds bevreesd mij eens te moeten redden van een vastgelopen wijd opengesperde mond... 
En niet alleen daarvoor zal ik deze chirurg, Dr. Winderickx, voor altijd intens dankbaar zijn, maar zeer zeker ook, misschien zelfs nog méér, voor de doorverwijzing naar Orthodontie Vangeel.
Elk piepklein beetje beterschap had me, ongelukkig als ik was, sowieso dolblij gemaakt, maar voor mevrouw Vangeel volstaat slechts perfectie. Voor minder gaan zij en haar team niet, geloof me, en, o grote vreugde, ze zagen het zitten om mij te helpen. Er viel dus, hoera, nog iets van mij en m'n gebit te maken! 
Na een intensieve bestudering van m'n grondig gedocumenteerde gebitsavonturen en het op dat moment fameus bedroevende zogenaamde eindresultaat werd me een buitengewoon gedetailleerd plan van aanpak voorgelegd, begeleid van uitvoerige uitleg. De behandeling zelf, de gebruikte materialen, de tijdspanne, hun persoonlijke engagement, wat er van mij verwacht werd, het financiële plaatje... àlles kwam aan bod en elke mogelijk vraagteken kreeg een perfect helder antwoord. Beter ingelicht kon je écht niet zijn, dus ik had er -opnieuw- alle vertrouwen in.
En dat vertrouwen, dat hebben ze daar in Mortsel niet beschaamd, in tegendeel zelfs. Niet alleen is mevrouw Vangeel, Dymphna is haar mooie voornaam, élke belofte uit het vooropgestelde plan exàct nagekomen, zij en haar hele team verdienen ook een ontzettend dikke pluim voor hun omgang met de patiënten, klantvriendelijkheid van de allerhoogste plank daar bij Orthodontie Vangeel! Een uitstekend evenwicht tussen een hartelijk, bijna familiaal 'thuis-komen'-gevoel en gedreven professionalisme met nét genoeg -slechts een ietsiepietsie- afstand. Zonder fout, bij elk bezoek opnieuw, was er die warme ontvangst en persoonlijke begroeting, die welgemeende bezorgdheid over je welzijn, de ongeveinsde interesse in jou als volledige persoon (zoveel meer dan alleen een stel tanden) en de niet aflatende stroom van uitstekende uitleg en massa's andere nuttige informatie. Dat alles natuurlijk bovenop die sublieme, minutieus gemillimeterde en secuur uitgevoerde herstellende verbouwing van mijn verbroddelde gebit, met gebruik van de meest moderne en bij momenten verrassend verbazingwekkende materialen in alle comfort en zonder ook maar één ogenblik noemenswaardige pijn. Maandelijks aanschroeven met telkens drie dagen in bed door schele koppijn, daar was hier geen sprake van. Het speciale metaal deed door lichaamswarmte en koude drankjes of voedsel vanzelf elke seconde van elke dag z'n ultra-zachte trekwerk. En ook de bewuste zelfverminking waar zingen vele jaren voor me aan gelijk stond door die eerste, grote blokjes met scherpe uitsteeksels aan alle kanten, die bij elke nootje de binnenkant van m'n wangen en de zijkanten van m'n tong steeds verder en verder open haalden tot één onoverzichtelijke bloederige situatie, het was een gore doch vage herinnering uit ver vervlogen tijden. De zoveel kleinere, werkelijk pietepeuterige blokjes van deze orthodontist voelde ik zelfs niet zitten tijdens de meest veeleisende zangstukken. Zo een ongekende luxe!
Nu, dankzij 10 maanden bij team Dymphna, staan m'n tanden onberispelijk keurig in het rijtje. M'n stralende smile schittert meer dan ooit -komt dàt tegen!- en ziet er wonderbaarlijk naturel uit, alsof het nooit anders geweest is. Zalig! En als kers op de taart behoud ik, onder voorwaarde van geen stomme accidenten en verdere uitstekende verzorging uiteraard, zonder probleem m'n eigen tanden tot het eind mijner dagen. Geen afbrokkelen meer, dus ook geen vals gebit in mijn verre of nabije toekomst. Wauw. Heerlijk.
Spijtig genoeg gaat het, nu met een piekfijn gebit, afscheid mogen nemen van de blokjes -éindelijk, na al die tijd!- ook samen met afscheid nemen van een team fantastische dames, die ik ondertussen zelfs een beetje als vriendinnen ben gaan beschouwen. Beste Dymphna, Ingrid, Majda, Els en ook Kim, naar mijn bescheiden mening verrichten jullie niet minder dan wonderen en mirakels. Ik zal jullie altijd warm aanbevelen en ben zelf om onnoembaar veel redenen enorm dankbaar dat ik jullie leerde kennen!
Alles bij elkaar heeft die hele gebitsverbouwing me niet alleen een buitensporige 10.000,- euro gekost, maar vooral vijf jaar zwaar trammelant. Letterlijk zeeën vol bloed, zweet en tranen. Ik heb me machteloos, gefrustreerd, genegeerd, gepijnigd, tekort gedaan en intens bedroefd gevoeld. Gelukkig voor mij snelde een onwijs vakkundige tandensprookjesfee met haar ijverige team fonkelende tandenelfjes me sierlijk ter hulp, en toverden ze virtuoos en met zwier m'n reeds beroemde doch verhakkelde smile om tot een onvervalste, glorieus stralende, échte '10.000,- euro' glimlach! En dat geluk is onbetaalbaar. 💖😁
Op de foto van links naar rechts: Els, Majda, Dymphna, Kristina en Ingrid.
Orthodontie Vangeel, Liersesteenweg 290, Mortsel

donderdag 7 september 2017

Geen nieuws! Goed nieuws?

Omdat mijn moeder aan de telefoon het er ook even over had dacht ik terug aan een aangenaam en vooral boeiend gesprek, ergens vlak voor de zomer, tijdens de lunch buiten op het terras, met mijn toenmalige collega Maarten, over het feit dat er tegenwoordig steeds meer mensen bewust voor kiezen om geen nieuws meer te kijken op de televisie of te lezen in een krant. Er zou hierover zelfs een uitgebreid artikel verschenen zijn in het weekblad Humo.
Goh, dacht ik daar toen gniffelend bij, dan was ik al helemaal ‘in’ voor ‘in-zijn’ uitgevonden was! Al zijn er natuurlijk wel leukere manieren…
Reeds als tiener kon ik onmogelijk met de rest van de familie mee naar het journaal op de televisie kijken zonder totaal van slag te geraken. Toen al, ondertussen toch meer dan 30, 40 jaar geleden, was die constante overweldigende stroom van oorlog en doodslag, natuur- en milieurampen, hongersnoden, ignorante wereldleiders, en alle andere denkbare en ondenkbare ellende die ik dan over me heen kreeg nauwelijks te overleven. Ik werd er instant kotsmisselijk van, begon hevig te beven en te transpireren, en kreeg het Spaans benauwd met steken in m’n borstkas, vooral links, aan de kant van m’n hart. Door het niet in staat zijn van zowel mijn brein als mijn lijf om die overdosis miserie te incasseren, laat staan te verwerken, ging af en toe zelfs het licht in m'n kopke volledig uit. Dat verlammende gevoel van onmacht, dat overduidelijke onvermogen om -al was het maar met één sprankje, van hoop of zo- al die gruwel te verzachten, het maakte me keer op keer ontzettend ziek.
En hoe ongelofelijk mooi ik onze wereld, deze planeet, die wonderlijke blauwe bol ook vind, nog steeds weet hij mij behoorlijk te beangstigen. Vooral het kortzichtige, grenzeloze en alles verwoestende egoïsme van de machthebbers, de zelfingenomen leiders van het mens-dom, doen me soms bibberend van schrik met lakens en dekens ver over m'n hoofd getrokken diep in de kussens van m'n bed verdwijnen. Yep, tot op de dag van vandaag, geloof me, en misschien zelfs nu meer dan ooit...
Maar beslissen geen nieuws meer op te zoeken, via gelijk welk kanaal, is zeer zeker geen kwestie van 'het niet meer willen weten'. De gebeurtenissen in de wereld gaan trouwens toch ook nooit helemaal aan je voorbij. Of je dat nu wil of niet, ongezouten blijven ze je dagen binnensijpelen. Al was het maar bij het scrollen door Facebook, of in een gesprekje met je moeder of je vrienden, of door mensen achter jou op de tram er over te horen praten.
De enorme ontwikkeling en uitbreiding van communicatiemiddelen allerlei is geweldig, dat zal ik zeker niet ontkennen, maar we worden tegenwoordig werkelijk gebombardeerd met nieuwsberichten. En goed op de hoogte zijn en blijven van alles-en-nog-wat is prima, maar geef toe: het is toch echt niet meer bij te houden, veel te veel om nog te incasseren en te verteren.
Vroeger, laat ons zeggen 100 jaar terug of zo, gebeurde er overal in de wereld ook waanzinnige dingen, maar je wist dat niet, of pas dagen of weken later. Daardoor was het dagelijkse leven voor de gewone mens als u en ik veel leefbaarder. Het was een pak gemakkelijker om doodgewoon gelukkig te zijn. En exact daarnaar streven die mensen die er, net als ik, voor kiezen om niet langer de kranten te lezen of het journaal te beluisteren en te bekijken.
Blind en doof gaan zijn voor wat zich overal afspeelt is sowieso redelijk onzinnig, als je 't mij vraagt, want problemen houden nu eenmaal niet op te bestaan door ze te negeren. Maar de beperkening tot een soort algemeen bewustzijn -zonder sensatiedetails en gruwelbeelden- maakt dat er, niet meer platgedrukt door angst, woede en onmacht, zoveel meer ruimte is voor alle mooie dingen in ieders eigen dagen. Volop genieten en leven, en zonder schuldgevoel. Want je màg blij zijn met alles wat jouw bestaan waardevol en vreugdevol maakt! Daar heeft toch iedere mens ontegensprekelijk recht op. Niet dan?!...
Al knijpt de angst me nog met regelmaat de strot dicht -daar moet nog steeds zwaar aan gewerkt, hoera voor de psychiatrie- mijn houvast zit, zoals zo vaak, in de kleine wijsheden, die ogenschijnlijk onbelangrijke dingetjes waar blijkbaar toch ook anderen wat aan hebben door mijn vertelsels.
Bijvoorbeeldje? Leef vandaag! Gisteren is voorbij en komt nooit meer terug. En morgen? Tja, volgens mij weet niemand met zekerheid wat er dan komt, dus er over piekeren helpt geen ene sikkepit.
Onmacht en woede om grootse rampen -van welk soort ook, je begrijpt wel wat ik bedoel- moet je proberen los te laten. Je ben niet sterk genoeg daar iets aan te veranderen. Maar als jij doet wat wel binnen jouw bereik ligt, hoe minimaal ook, dan is dat écht geen druppel op een hete plaat, want alle beetjes helpen. Altijd. Je kan het zien als een soort dominospel: jij doet iets voor iemand, en omdat die daar gelukkig van wordt doet die op zijn of haar beurt weer iets voor iemand anders. Alleen al één oprechte warme glimlach kan zich razendsnel vermenigvuldigen als een hoogst besmettelijke maar o zo fijne infectie!
Minder -of wie weet zelfs ooit helemaal niet meer- verlamd en ontredderd door die onophoudelijke vloedgolf aan onheilspellende nieuwsberichten kan je beter zien wie jij bent en wat jij betekent voor je directe omgeving, je gezin, je familie, je vrienden, je buurt... en dat zet zich vanzelf in positieve zin verder.
Of om het met een bijzonder aanschouwelijk, uitermate begrijpbaar en door mijzelf bijzonder geliefd Vlaams gezegde uit te leggen: 'Als iedereen voor z'n eigen deur de stoep zou vegen, dan is heel de straat proper!'
Geen nieuws meer? Awel, volgens mij is dat wreed goed nieuws. 😉




vrijdag 1 september 2017

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...

Geen idee waar hij ergens vandaan komt, hoe oud hij exact zou kunnen zijn, of wiens al dan niet ontzettend kostbare, intens geliefde of misschien slechts puur praktische bezitting hij eventueel ooit was... 
Één ding weet ik wél zeker: ongeveer een 40-tal jaren geleden moet het iemands afdankerke geweest zijn, want ik herinner me alsof het gisteren was -en ons moe bij navraag ook- dat hij toen al tegen het bloemetjesbehang van het wat krakkemikkige houten kot naast het kippenhok hing, met andere woorden: in ons allereerste speelhuisje dus. Daar, halverwege die magische tuin van ons ouderlijk huis, maakte hij vele jaren deel uit van 'den decor' waarin een groot stuk van onze onschuldige en rijke fantasiewereld zich afspeelde.
Ik schat hem dus minstens een jaar of 50, die oude, vertrouwde, eitje-op-z'n-punt-vormige spiegel met z'n kunstig in pitriet gevlochten rand. En wie weet wat er in z'n reflectie allemaal te zien is geweest al die tijd. Diep verborgen in het verfoliede glas ligt vermoedelijk meer dan stof genoeg voor een lijvig boek met legendes en sprookjes. Zoveel vergeten momenten, gezichten, verhalen, geheimen... voor eeuwig spoorloos opgeborgen.
Hoe de spiegel ooit mijn persoonlijke eigendom werd is ook een mysterie, een toen blijkbaar zo onbelangrijk moment dat m'n geheugen het niet registreerde.
Alleszins hing hij tijdens m'n eerste huwelijk 8 jaar lang in het artistieke gezelschap van m'n schildersezel, m'n naaimachine, m'n kasten met dozen vol kleurrijke kralen, ontelbare bollen breiwol en duizend-en-één andere gekoesterde prullekes en frullekes in mijn hobbykamer. Bij de scheiding verhuisde uiteraard de hele inboedel van deze ruimte met me mee, en in het huurappartement waar ik een dikke 17 jaar zou wonen kreeg de spiegel z'n vaste plekje aan de muur in het toilet.
Toen ik 3,5 jaar geleden m'n eigen stekje kocht werd ook de spiegel voorzichtig ingepakt en overgebracht, en sindsdien hoort hij opnieuw thuis in het sanitaire vertrek, boven het kleine lavabooke, het handenwasserke. Leuk en handig voor de occasionele visite, en ideaal voor mezelf om, vlak voor vertrek naar wie-weet-waar, nog snel even make-up, kapsel en gebit te checken. En nog steeds, na al die tijd, is die spiegel een dierbaar kleinood voor me.
Dat z'n pitrieten kader, zo, op zich, zoals hij altijd al geweest was, prima zou gaan passen bij het van dag 1 geplande stranddecor voor mijne WC, dat was een absolute plus. Maar bij de zoektocht naar alle nodige bouwmateriaal en wat later de aankoop daarvan, o.a. een stevige hoeveelheid dozen en bokalen vol schelpen in een zo divers mogelijke variatie aan kleuren en vormen, groeide langzaam maar zeker het lumineuze idee ook die oude spiegel op te leuken -te pimpen, als het ware- met wat sierlijke strandschatten...
In m'n hoofd was het plan van aanpak helder en volledig. Alle benodigde materialen -schelpen, lijm, pincet, stokjes, afdekzeil, krantenpapier,... en natuurlijk ook de spiegel zelf- lagen keurig uitgestald en startensklaar op de grote tafel in de woonkamer. En... daar zijn ze zo meer dan een week blijven liggen, want ik twijfelde, en twijfelde nog wat meer... Want wat als het eindresultaat zou tegenslaan? Wat als het in niets leek op het perfecte plaatje uit m'n dromen, uit m'n soms nét wat te fantasierijke verbeelding?! Dan had ik die emotioneel waardevolle antiquiteit misschien voorgoed om zeep geholpen!...
Uiteindelijk ben ik er op een moedige morgen, met een fris hoofd, het zonnetje op de ramen en een gevoel van "ten aanval, 't is nu of nooit!" toch aan begonnen. Twee volledige en heel erg lange dagen kostte het me om heel precies en met kolossaal veel geduld voor elk centimeterke rond de spiegel exact dat ene juiste schelpke uit te zoeken, in te passen en uiterst voorzichtig -liever geen gesmos met lijm!- vast te plakken. En langzaam, heel langzaam groeide het urenlange gepriegel en gefriemel uit tot prachtig schelpenboeket. 
Ik vond die spiegel altijd al erg mooi, maar nu, olala, nu is het pas écht een pareltje, een unieke schat zelfs. Eentje om de rest van m'n dagen dicht bij me te houden en plekje te geven ongeacht waar m'n leven me nog naartoe brengt. 
Ik ben er -terecht vermoedelijk- reuze trots op en kan er voorlopig nog niet mee stoppen om dit fraaie kunstwerkje te staan -of te zitten, uiteraard- bewonderen. M'n toilettijd is er zeer zeker niet korter op geworden dus. hihi
En nu dit heerlijke resultaat van 'een uitzonderlijk moment waarin m'n volledige, doch o zo bescheiden, dagelijkse dosis energie puur aan m'n grenzeloze creativiteit mocht en kon besteed worden' weer terug op z'n vertrouwde locatie hangt, kleurrijk glimmende schelpkes en al, kan ik nog nauwelijks meer geloven dat al die rijkelijke ogende schoonheid door mijn eigen handen gefabriceerde werd!... Sterk werk, al zeg ik het zelf.
En vanaf nu weerklinkt hier met volle overtuiging: "Spiegeltje, spiegeltje aan mijn wand, JIJ bent de mooiste van heel het land!" Zeker weten, o ja. 😉