zondag 24 september 2017

Kristina's reizen.

De kalender verkondigde het al, de dikke ochtendnevel bevestigde het: de herfst is officieel in het land. Ideale ochtend dus om nog heel even terug te blikken op de voorbije zomer, want tussen alle operaties, ziekenhuisnachtjes en doktersbezoeken door heb ik de voorbije maanden toch niet uitsluitend ziek in bed gelegen, mottig in de zetel gehangen en uitgeput op de pot gezeten. Nee, raar maar waar, ik ben er gelukkig ook nog in geslaagd in die zo 'overvolle' agenda -gniffel gniffel- een paar gaatjes te vinden voor enkele leuke vakantie-uitstapjes! En eerlijk is eerlijk: ik zou absoluut nergens naar toe geweest zijn als m'n lieve vriendin Ingrid en haar man Rudi me niet als gewaardeerd en geliefd gezelschap op sleeptouw genomen hadden.
Onze eerste reisje ging -hoera, hoera- richting m'n levenslange grote liefde: de zee. Nee, niet naar Cadzand. Daar word ik vanwege alle ver- en volbouwing, het razendsnelle verdwijnen van het onderspit delvende natuurschoon en de rust, en van de vele herinneringen aan onze va toch alleen maar oeverloos verdrietig. We reden naar Westkapelle! En wel om de bijna lachwekkend simpele reden dat Rudi daar ooit eens wreed lekkere gebakken vis gegeten had. Blijkbaar hadden we per ongeluk -wat een chance- de juiste woensdag uitgekozen, want in het anders doodstille kleine dorpje troffen we niet alleen een zalig terras met heerlijke koffie, maar ook in alle straatjes een oldtimershow met o.a. nooit geziene schitterende landbouwvoertuigen, en allemaal kraampjes met prachtige brocanterie op het marktplein. Ik keek m'n ogen uit, maar kocht niks. Straf, hé. 
Na een stevige dosis gebakken vis ging de reis verder naar Domburg, waar geen van ons drie ooit al geweest was. Naar de als bergen zo groot en indrukwekkend, overdonderend prachtige, breed golvende en machtig groene duinen, en uiteraard naar het strand en de zee. Heel ver zijn we in al die natuurovervloed echter niet geraakt: de vele steile trapjes op en af de weelderig begroeide zandheuvels waren meteen nefast voor Ingrid's wat krakkemikkige knieën, en het verrassend smalle strand lag op deze stralende zonnedag meer dan overvol, dus daar konden wij vermoedelijk toch niet meer bij. Zalig languit neergeploft in een comfortabele brede loungezetel op een heerlijk terras met een ongelofelijk humoristische ober, boven op de top van 'den berg', dus met panoramisch zicht op zee en duinen, en met uiteraard een lekkere trappist in de hand overschouwden we dan maar uitgebreid het vanzelf voorbijkomende strandgedoe en vakantiegenot, en we zagen dat het goed was.
Trouwens, als je jezelf vol Immodium moet proppen om überhaupt zo een dagje weg te kùnnen gaan, dan is een zonnig namiddag met de geruststelling van ten allen tijde een toilet vlàk in de buurt een extra relaxerende ervaring...

Na nog een kleine maar hevige shoppingaanval en een lekkere maaltijd op een keurig terras in het dorpje zelf was het tijd om huiswaarts te keren, maar, beste Domburg, ik keer zeker en vast nog eens naar je terug, en dan hopelijk met genoeg energie en gezondheid om je écht te ontdekken.
Voor onze tweede uitstap namen we beste vriend Roger ook mee. Op een schroeiend hete dag -ik ook nog steeds vol Immodium- bezochten we dierenpark Pairi Daiza. Heel veel beestjes zagen we spijtig genoeg niet, want ook voor hen was het natuurlijk veel te warm om hun koele, van airconditioning voorziene privé-verblijven te verlaten. Hoe zou je zelf zijn, hé... 
Maar dat was niet echt een minpunt voor onze excursie. De schitterende aanleg van paden en perken met een verbluffende diversiteit aan bomen, planten en bloemen, de bijzonder waarheidsgetrouwe wereldarchitectuur, de verfrissend aanlokkelijke waterpartijen en het buitengewone oog voor detail overal op deze beperkte oppervlakte zijn op zich meer dan de moeite waard. Allé, volgens ons dan toch, hé. Ik wist alleszins helemaal blij niet waar eerst kijken.
Tussen het om de beurt hartstikke mottig-van-de-verzengende-hitte-zijn en mijn veel te talrijke onprettige toiletbezoeken dronken we allerlei lekkers op de verschillende mooie terrasjes en lieten we ons in een fraai restaurant verwennen met een verrukkelijke -jawel, in mijn geval vegetarische én glutenvrije- maaltijd, vergezeld van een daar ter plaatse gebrouwen hemels biertje. 
Maar vooral de ijs- en ijskoude -efkes serieus pijnlijke brainfreeze!- diep roze granité van hybiscus, die je aan verschillende kleine stalletjes kon kopen, zal ik niet snel vergeten: echt zó heerlijk dat ik er totaal geen woorden voor heb! Daar lust ik er alle dagen wel ééntje van, hoor...
En na zo'n heftig hete dag rondslenteren en nog eens een behoorlijk lange autorit -knikkebollend op de achterbank- is thuiskomen in je eigen koele flat waar een frisse douche en een comfortable bed je opwachten een meer dan weldadige 'kers op de taart', een grandioos orgelpunt bij een superfijn dagje uit.
Mijn laatste vakantietripje van afgelopen zomer kwam totaal onverwacht. Ik werd uitgenodigd om een eredienst op te luisteren in een magnifieke kapel -een mijn volledig ongekend verborgen pareltje- in Eeklo. En daar m'n begeleidende organist uit de tegenovergestelde kant van het land kwam moest ik m'n eigen verplaatsing regelen, wat voor deze autoloze diva dus betekend: met het openbaar vervoer. Je geraakt zo absoluut overal, geloof me, het kost je alleen heel veel tijd... Serieus beladen met partituren, concertkledij, extra schoeisel en gewapend met wat te drinken, te eten en -jawel, nog steeds- een doos Immodium vertrok ik in de vroege ochtend, helemaal alleen dit maal, op reis. 
En 'reis' is hier echt wel het juiste woord: te voet naar de tram, met de tram en nog een stukske te voet naar 't station, ticketje kopen en wachten op de trein, treinreis naar Gent, wachten op aansluiting en tenslotte den boemel naar Eeklo gevolgd door nog een piepklein stukje te voet. Alles bij elkaar toch een heenreis van een kleine 3 uur. Maar als je dat op voorhand weet en je er naar instelt dan kan ook zoiets genieten zijn. Vanuit de trein heb je sowieso een totaal ander zicht op de wereld, een bijna ongehoord, zelfs een piepklein beetje voyeuristisch perspectief op straten, huizen, koertjes en tuinen. En tussen de passerende steden en dorpen golven malse groene weiden -al dan niet met koeien of schapen- afgewisseld door vruchtbare velden met mais, graan en aardappelen, en weelderige wiegende bossen als een eindeloze en in minieme details immer veranderende, bijna serene en meditatieve, doch oneindig boeiend film aan je voorbij. Het gadeslaan van de drukte op de perrons en de steeds wisselende medereizigers, af en toe een klein babbeltje met zomaar iemand, een warm koffietje in het stationslokaal tijdens het wachten op de aansluiting en een beetje zonnevitamientjes opdoen op een bankje uit de wind op de verschillende perrons maken zo een 'werk-uitstap' -als je zingen al 'werk' wil noemen in mijn geval- tot een volwaardige en zeer te genieten expeditie. 
En een slordige 8 uur later was het, helemaal gelukkig van het heerlijke zingen en met zoveel voorbij-gegleden moois nog vers op m'n netvlies, weer thuiskomen in m'n eigen vertrouwde stekje, uiteraard met de vrolijke verwelkoming van 2 uitgelaten poezenbeesten, en het ontzettend moe doch geweldig voldaan kunnen neerploffen in m'n eigen knusse zetel ook voor deze originele dagtrip een passende en perfecte afsluiter. 
Ja, ik heb oprecht genoten van deze zomeruitstapjes, mijn persoonlijke Kristina-reizen. Ze zeggen niet voor niets dat het ware geluk in kleine dingen zit, hé. En 'wie het kleine niet eert...' Yep, inderdaad. hihi 😉




Geen opmerkingen:

Een reactie posten