zaterdag 29 april 2017

Amai, m'n gat!

In het leven zijn er af en toe van die momenten dat je een gat in de lucht springt omdat je met je gat in de boter gevallen zijt, maar, ik verzeker je: afgelopen dinsdagavond was voor mij absoluut het tegendeel waar...
Al een aantal jaar zit ik aan mijn bureautje op een grote roze zitbal. Dat is, naar het schijnt, bevorderlijk voor het welzijn van mijn wat krakkemikkige rug, want je zit eigenlijk nooit echt helemaal stil op dat rubberen ding. Je wiebelt en wipt en draait en stuitert de hele tijd een beetje in het rond. Na een sessie van verschillende uurtjes blogjes schrijven laten mijn bilspieren me dat trouwens ook steeds met luid protest weten... Alleszins, ik ben deze zit-wijze helemaal gewend en zou het ook niet anders meer willen.
Maar... dinsdagavond dacht die roze bal er anders over. Misschien was hij het eeuwige gewiebel onder mijn weelderig gewicht dik beu. Dat zou kunnen, hé. Heel precies weet ik nog steeds niet wat er gebeurde of waar het fout ging, maar plots, totaal onverwacht en zonder aanwijsbare reden, floepte de bal met al z'n veerkracht vanonder mijn zitvlak, recht achteruit en weg, de kamer in! Bam crash badaboem, m'n arme staartbeen landde met een keiharde klap loodrecht op de geen millimeter meegevende vloer. Amai mijn gat, zo een onzachte kennismaking! Beduusd lag ik daar op de grond van de onaangename verrassing te bekomen, maar besloot al snel dat het al bij al niet zo erg was, slikte een dafalganneke en ging slapen. De volgende ochtend vertrok ik vol goede moed richting werk, doch elke anders zo doodnormale beweging -stappen, voorover buigen, zitten, trammetje rijden, de trap oplopen, een postzak optillen- liet me meteen overduidelijk weten dat ik de opgelopen schade mogelijk toch een beetje onderschat had. Heel voorzichtig en kalmpjes aan kwakkelde ik met wat hulp van attente collega's toch m'n werkdag door vooraleer me richting 'spoed' te begeven. 't Is niet omdat ik gene nagel heb om aan m'n gat te krabben da'k op gezondheid moet besparen, hé. Better safe than sorry, even laten nakijken, dat kan zeker geen kwaad, en dus ik moet mezelf ook niet verwijten da'k een gat in m'n hand heb.
Op twee ontzettend energieke, luid grappende jongemannen waarvan er één 'slechts' een stevig splinter in z'n duim had was er niemand op de spoedafdeling, maar de dame achter het loketje had minutenlang voor geen van ons drieën aandacht. Nadat ze eindelijk zonder op te kijken en behoorlijk kortaf de info van de heren vroeg en hen naar de wachtzaal verwees ging ze even wat anders doen en liet mij daar gewoon staan. Alsof ik er niet was. Vreemd. Ik weet dat er op de spoed wat afwijkend gewerkt wordt, maar naar mijn gevoel zat er -toch zeker die avond- weinig 'spoed' in, en 'hulp' -'eerste' of andere- al helemaal niet... 
Gelukkige wees de receptioniste me niet het gat van de timmerman, en nadat ze me zoveel tijd later dan toch ingeschreven had, nog steeds bars en zonder oogcontact -met een beetje een houding van 'ge kunt mijn gat kussen' dus- mocht ik, na nog een poosje in de wachtkamer, met een aangenaam opgewekte verpleegster mee. Ze giechelde toen ze me vroeg 'U bent dus op uw gat gevallen?!' en dat zette meteen de toon voor de rest van m'n uurtjes in het ziekenhuis. Al snel was ik voor het personeel 'het madammeke dat op haar gat gevallen was' en verzon men de ene na de andere zinspeling op mijn ongevalleke. Iedereen bleek plots een rasechte komiek te zijn, maar zo heb ik het graag. Humor, altijd goed. 
'Ja, gij zijt duidelijk niet met uw gat in de boter gevallen vandaag' zei de bijzonder vriendelijke dokteres lachend. 'En nu ga ik u ook nog eens een gat in de lucht laten springen met op het juiste pijnlijke plekje te duwen, hou u maar klaar!' En springen dééd ik, amai m'n gat! 
Om klaarheid te scheppen in de eventuele schade moesten er foto's genomen worden van m'n bekken en onderkant van m'n rug. En als zitten niet echt een optie is en staan ook niet bepaald, dan ijsbeer je maar een beetje op en neer in de volstrekt lege gang van de afdeling beeldvorming, wat de verpleger-technicus deed gniffelen 'amai, gij hebt precies ook geen zittend gat'. Begin van een korte maar bijzonder hilarische conversatie, die o.a. verder ging met een guitig 'Oké dan, laat uw broek maar zakken!' De sympathieke man schoot ondertussen met minuscule nauwkeurigheid -hij deed z'n werk absoluut niet halfsegat- de nodige plaatjes waaruit even later bleek dat er bij m'n ruwe landing gelukkig niks brak, en ik er slechts een pijnlijke barst in m'n beklagenswaardige staartbeentje aan over hou.
Het zal best wel een tijdje duren voor ik weer helemaal als mezelf in het rond spring, maar met wat pijnstillers, geduld en een beetje me-time is het ergste leed vast snel geleden. Wie z'n gat brandt moet trouwens op de blaren zitten, hé, niks aan te doen. De afgelopen dagen heb ik mezelf toegestaan een gat in de dag te slapen, maar ik ga hier niet m'n broek verslijten door op m'n luie gat blijven zitten, hoor, want er moet altijd zoveel. Boodschappen doen -en niet met de fiets uiteraard- 't huis poetsen, de was netjes krijgen, de planten verzorgen... En uiteraard, opnieuw zittend op m'n roze bal, want dat blijkt grappig genoeg nog het meest comfortabel te zijn, het relaas van dit voorval in een blogje neer te schrijven. Absoluut alles natuurlijk verplicht heel erg voorzichtig en kalmpjes aan. Dat zal me een gat varen, denk ik... 
Deze historie inspireerde me trouwens ook om een bijzonder gekend en ietwat gelijklopend kinderliedje een volledig nieuwe tekst te geven!
Zing maar even met me mee:
"Op een grote roze bal
zonder witte stippen
zat z'achter haar laptopke
heen en weer te wippen.
Floep, deed die roze bal,
want hij was het zat
en zo viel Kristina dus
keihard op haar gat!"
Boempatat!
Ja, ge komt wat tegen soms, hé. 
Amai, m'n gat! hihihi ;-)



zondag 16 april 2017

Over paasopa's, paaspapa's en pretoogjes.

Holle chocolade eieren met van die kleine kleurrijke suikerbolletjes er in en een even kleurrijk ophanglintje er aan, hij moest en zou ze nog ergens vinden. "Och", zei hij, "eigenlijk is het een beetje belachelijk, hoor. Puur nostalgie en jeugdsentiment. Meer voor mezelf dan voor de kleinmannen van mijn dochters." Zondag, met Pasen, zou de hele familie bij hen komen ontbijten, en eieren rapen, natuurlijk! En mijn collega Jan nam met veel plezier de rol van paashaas -of paasklok, dat kan ook, maar dat vergat ik te vragen- op zich. "Zolang ze maar niet voor 10 uur 's morgens kwamen", voegde hij er nog schalks aan toe.
De doorsnee paasverwennerijen waren al aangekocht in de supermarkt. Gewone holle chocolade eieren in alle kleuren en smaken, suikeren piepkuikentjes, gevulde kleine eitjes in regenboogzilverpapier, met praliné gevulde chocohaasjes... Keuze zàt in de overvolle winkelrekken. 
En -hij was bij voorbaat al behoorlijk trots op zichzelf- hij zou ook nog hardgekookte eieren in een passend jasje steken voor het paasontbijt. Z'n enthousiasme was echt niet te stuiten en werkte bijzonder aanstekelijk.
Maar alleen die berg zalige zoetigheden volstond niet, vond Jan, het geheel moest toch ook nog wat aangekleed worden. En zo zag ik hem dus tijdens zijn 45 minuten durende middagpauze, gemotiveerd en geïnspireerd, ijverig en vastberaden naar de verschillende winkels vlakbij in de straat benen, om telkens uitgelaten weer te keren naar onze werkplek, waar hij verheugd de gevonden en gekochte schatten aan mij showde. Een tafellaken met schattig haas- en kuikendesign, vrolijke lente-servetten en kartonnen bordjes in bijpassende kleuren en voor elk van z'n kleinkinderen een allerliefst vilten mandje om al die gevonden chocolade rijkdom in te verzamelen. En omdat ik die zo snoezig vond haalde hij er nog eentje extra, voor mij. Paasgeschenkje!💛
Met twinkelende pretoogjes vertelde Jan me over hoe alles exact door 4 deelbaar moest zijn: want 4 kleinkinderen, dus voor elk een even grote en liefst ook nog identiek dezelfde buit.
En meteen gingen mijn gedachten naar lang vervlogen tijden. Bij ons thuis was, zolang ik mij kan herinneren, ook alle paassnoep exact deelbaar door het aantal kinderen op dat moment. En, oei oei oei, als er eens iets ontbrak! Dat veroorzaakte onvervalste kinderdrama's. Onze va maakte met dat soort gekibbel altijd snel en simpel komaf door mede te delen dat "als we niet tevreden waren hij alles zou aanslaan en voor onze neus zou opeten". Meteen rust en vrede, gegarandeerd! Dat werkte trouwens ook prima met Sinterklaas. hihihi
Als oudste van 5 kinderen, de kleinste 11 jaar jonger dan mezelf, genoot ik extra lang mee van de Paasochtend. Al veranderde heel langzaamaan, met het verglijden van de jaren, wel het type feeststemming. Van de geweldige opwinding tijdens de spannende kinderzoektochten naar al het lekkers verborgen in de eindeloze verstopmogelijkheden van die enorme sprookjestuin, naar de meer ingetogen, innerlijke pretoogjes-vreugde van het verstop- en strooiwerk, en de lol van het verrassingen-creëren, als bijna-volwassene.
In een plots opgekomen weemoedige bui haalde ik alle fotoalbums uit de kast, op zoek naar tastbaar beeldmateriaal bij de emotionele paasherinneringen, en vond er niet één, behalve dan die prachtige foto met ons moe en m'n zus die ik bij het blogje "Zoektocht. Naar eieren?" van 2 jaar geleden al gebruikte. 
En zo melancholisch bladerend door 50 jaar momentopnames zag ik als in een film de geschiedenis van onze familie aan mij voorbij rollen. Er werden kinderen geboren, die groeiden allemaal langzaam op, er werd getrouwd, en ook weer gescheiden, grootouders stierven, er passeerden vele lieven, vrienden en kennissen, de familie groeide, het huis veranderde, de tuin veranderde...
Boeken vol stille getuigen van ontelbare gezellige momenten, feestjes en uitstapjes, en uiteraard ook 5 decennia zalige Vakantie-in-Cadzand-foto's.
In de uitgebreide fotoarchieven van mijn vader vond ik ook kiekjes van m'n neef en nichtjes tijdens hun paas-zoekacties of met hun chocolade-figuurtjes-collectie, maar ook zij zijn ondertussen het eieren-rapen ontgroeid...
Goh, wat zijn we allemaal groot en oud geworden! Wat is de tijd gevlogen!...
En overal, op zowat elke pagina van zowel de papieren als de digitale fotoreeksen, kwam ik onze va tegen. Het voelde alsof hij nog steeds gewoon overal bij is. De harde werkelijkheid bedroefde me diep. Het gemis is op feestdagen nog groter dan anders... 
Maar al snel viel het me op dat onze va bijna altijd vastgelegd werd met die geweldige pretlichtjes in z'n ogen, bijvoorbeeld als wij op Paasochtend elk hoekje van de tuin doorzochten naar het door hem verborgen lekkers, of, jaren later, op Paasmaandag op de kermis, met z'n jaszakken vol nikkel, om voor iedereen en voor alles ticketjes te kopen. Ondanks de overweldigende weemoed voelde ik mezelf breed glimlachen. Die vrolijke snuit van onze va, ik kan hem nog steeds voor me zien, in gedachten of op foto, en dat maakt me blij.
De guitige pretlichtjes in de ogen van m'n geestdriftige collega Jan werkten niet alleen aanstekelijk, ze deden ook zoveel bijzondere herinneringen aan vergeten momenten en emoties in mij naar boven borrelen. En begenadigde dankbaarheid ook, voor alles wat was en alles wat nog komen mag.
Hopelijk is Jan, met de tram huiswaarts kerende, z'n uitgebreide paasschat voorzichtig op z'n schoot balancerend, heelhuids en zonder chocoladescherven thuis geraakt, want z'n nostalgische jeugdsentiment-zoektocht liep ook goed af. De alles nog zelf makende -dus ook nogal prijzige- warme bakker in de straat fabriceert ze nog, die holle chocolade eieren met van die kleine kleurrijke suikerbolletjes er in en een even kleurrijk ophanglintje er aan!😋 Ik wens u een gezegend Zalige en verrukkelijk Vrolijke Pasen!😘




donderdag 6 april 2017

Paniek-Poekie.

Een plots neerstortende glazen kast boordevol serviesgoed. Daar leek het oorverdovende kabaal dat me vannacht bruusk uit m'n eerste slaap deed schrikken nog het meeste op. 
"Ze slaan het raam in!!!" flitste er even met gevoel voor drama door m'n hoofd. In één beweging sprong ik uit bed, knipte ik het licht aan... en ving nog net een glimp op van Poekie, die als een onbeteugelde bliksemschicht de slaapkamer weer uit stoof, een spoor van vernieling achter zich latend!
Nu moet je weten dat kater Poekie, naast zovele andere gekke dingen waar hij bijzonder geïnteresseerd in is, een ware obsessie heeft voor mijn handtassen en lunchzakjes. Hij geniet er met volle teugen van om de sluitingen open te prutsen en al m'n spulletjes er één voor één uit te vissen, liefst op een manier dat hij zelf zo goed als volledig in de tas in kwestie verdwijnt, kop eerst. Een zalige eeuwigdurende schattenjacht is het, naar geurtjes uit die vreemde ongekende wereld daarbuiten, naar van die plezante knisper- en verscheurpapiertjes, naar z'n fel begeerde elastiekjes... Hij is er gewoonweg zot van. En behalve dat ik geregeld al m'n eigendommen weer terug bij elkaar moet zoeken vlak voor m'n vertrek naar 't werk, vormde dat tot nu toe nog nooit een echt probleem. 't Was hooguit eens een beetje irritant, als ik erge haast had bijvoorbeeld, maar meestal moet ik hartelijk lachen om z'n dolkomische toeren en verbaas ik me, met enige trots, over zoveel inventiviteit en leervermogen.
Af en toe maak ik m'n lunchpakket voor de komende werkdag de avond daarvoor al klaar. Zoals gisterenavond dus. Het mooie tasje met roze rozen stond netjes naast m'n zilveren handtas op het bankje in het halletje, klaar om de nieuwe ochtend alvast met voorsprong aan te vangen. Een paar soya drinks, m'n glutenvrije boterhammetje met kaas, m'n favoriete soya pudding met caramelsmaak, een paar rijstcrackers en een plastieken doosje met heerlijk zoete rode druiven. Zoveel spannende geuren, zo onweerstaanbaar voor een nieuwsgierige poezenneus en zo bereikbaar voor graaiende fluwelen kattenpootjes...
Ondanks vaak genoeg geoefend maakte Poekie deze nacht een kapitaal foutje: hij stak z'n kopje in het zakje, niet langst een vrije zijkant, maar door één van de handvatten. En toen het tasje om kieperde, en dus van het bankje af, hing het loodzwaar aan z'n nek!...
Als een dolgedraaide wilde tornado raasde hij in typische totale kattenpaniek van kamer naar kamer, het hele appartement door en terug, over werkelijk alles heen, langs absoluut alles omhoog en weer omlaag. Het leek wel of hij vlóóg! En z'n woeste vlucht voor het 'monster' waarvan hij zich maar niet kon bevrijden zaaide chaos en vernieling. In elke ruimte sneuvelden bloempotten en knakten planten. In de woonkamer vielen 2 vazen om en het water, waarin de bloemen stonden, en nu verwoest overal op de vloer verspreid lagen, liep via een pak partituren en wat krantjes van de tafel op de mat, stroomde zo richting vochtgevoelige laminaatvloer, en vermengde zich tot een drassig vies papje met de kwistig rondgestrooide potgrond en de tot pulp vertrapte bloemen en blaadjes. Alle fotokaders werden van het dressoir gevaagd. Schilderijen bengelden heen en weer aan de muren. Met de kussens uit de zetels was precies een wild kussengevecht aan de gang en ook een paar stoelen kwakten om. In de keuken kletsten een pan en een bord tegen de grond, het bestek vloog in alle richtingen, en die koffie uit dat net gekochte pakje zal ik ook nooit opdrinken. In m'n bureau veroorzaakte de dolle race een stortvloed balpennen, stiften, potloden en papier, en ook de doos zakdoekjes sneuvelde. De kleine schemerlampjes, normaal gezien óp de piano, hingen er nu naast te bengelen aan hun elektriciteitssnoer. Gelukkig breken plastieken flessen badschuim, shampoo, douchegel, wasmiddel en wasverzachter niet, want samen met alle handdoeken stortten ze zich, plaatsmakend voor het drieste geweld, in het bad. Die ene parfumfles daarentegen... Het ruikt overdadig lekker nu, vermoedelijk nog wel voor een tijdje, daar aan de lavabo. In de slaapkamer sodemieterden m'n rek met oorbellen en een pak jurken op kapstokken tegen de grond, en de roze krabpaal kukelde ook met een stevig bonk om. In m'n rommelkamer moesten zowat alle opgestapelde dozen er aan geloven...
En terwijl hij verder door het huis stoof, strooide Poekie kwistig met m'n lunchpakket, want ondertussen was dat mooie zakje natuurlijk aan alle kanten gescheurd. M'n boterham werd mee geplet tussen de potgrondpulp, net zoals de druiven die de pech hadden niet tot ver onder kasten en zetels te rolden. M'n pudding viel exact, wat had je gedacht dan, met het verwijderbare kantje uiteraard nét op de hoek van de commode in de slaapkamer en ontplofte z'n caramelsmaakje niet alleen over de hele kast, de vloer en het bed, maar ook over m'n kleding die ik al voor de volgende dag netjes klaargelegd had!...
Heel even overwoog ik me op die razende furie te storten om hem te doen stoppen, maar bij de eerste poging bleek dat ik zo alleen maar z'n benauwdheid vergrootte. Dus ik besloot af te wachten, terwijl ik links en rechts nog 't één en 't ander van de vernieling probeerde te redden. Poekie zou op zeker moment toch stilvallen en opgeven, dat kon niet anders. En ja, hoor, na nog geen 5 minuten kwam de razernij tot stilstand. Poekie zat verslagen, met nog steeds het totaal vernielde tasje om z'n nek -alleen de handvatten waren nog heel natuurlijk- te puffen in het hoogste mandje van de grootste krabpaal.
Toen ik heel voorzichtig, op één been wiebelend op het venstertablet, probeerde om met een schaar het handvat door te knippen, haalde hij er, alsof het de normaalste zaak van de wereld was, plaats zàt, zelf z'n kopke weer doorheen, en keek me aan met een blik van "Hoe? Was er iets dan?"...
En terwijl ik, midden in de nacht, ontzettend slaperig, en wat kouwelijk in m'n pyjama, zo goed als mogelijk het meest smerige en gevaarlijk puin opruimde, stond hij, zich van geen kwaad bewust, helemaal z'n beminnelijke zelf, overal gezellig naast me geïnteresseerd naar de werkzaamheden te kijken en gaf af en toe m'n been of arm een kopje. Zo kon ik meteen wel even checken of bij hém nog alles heel was. Niks aan de hand, alles in orde. Misschien, heel misschien een heel klein beetje onder de indruk, toch.
Toen ik een uur later mezelf zuchtend en stikkapot weer m'n bed in gesleurd had -Pompon sloop ondertussen ook weer heel voorzichtig uit z'n veilige schuilhoekje tevoorschijn- en het Zandmannetje me langzaam in z'n greep kreeg passeerde er in een flits nog 4 gedachten door m'n hoofd. 
1. Oef, ge-luk-kig is m'n lieve zotte Poekie nog helemaal heel. Pak van m'n hart! Amai nog ni. 2. Scherven brengen geluk, dus wauw! dat gaat nog wat geven, zo een berg gebroken potten! Cool. 3. Lunchzakjes, vol of leeg, hangen vanaf nu steeds aan de deurklink of aan de kapstok. Zonder fout! 4. En dit is toch weer zó een straf verhaal! Als ik dat neerschrijf weet ik zeker dat men weer zal zeggen: zoiets overkomt toch ook alleen maar jóu!... Wedden?
En terwijl ik vredig in de herwonnen stilte en rust van m'n flat, met Poekie en Pompon naast me, eindelijk welverdiend heerlijk indommelde hoorde ik mezelf nog even luidop gniffelen "dat er de komende dagen uit de meest gekke plekken en op de meest onmogelijk momenten vast nog een heel pak rode druiven te voorschijn zullen komen..." hihihi ;-)



zondag 2 april 2017

Het verrassingspakket dat blijft verrassen.

Wel 15 meter lang, doch slechts 1,20 meter diep. De 18 m² buitenruimte die bij mijn appartement hoort lijkt op het eerste zicht nogal onhandig en lastig in te vullen. Maar, niet is minder waar, toch niet als je Kristina heet en onbetwistbaar groene vingers hebt. Ja, met tafels en stoelen of ligzetels en parasols zou het met die afmetingen redelijk onpraktisch wringen worden, dat klopt, maar mijn terras staat, op één houten zitbankje na, dat tevens dient als opbergplek voor tuinslangen en borstels, boordevol, om niet te zeggen propvol, eigenlijk nog nét niet óvervol -ge kunt er uw gat nog justekes keren, zoals ze dat in Antwerpen zeggen- met potten en bakken van allerlei aard met daarin een geweldig brede waaier aan hoofdzakelijk bloeiende planten en kleine bomen, de ene al wat succesvoller en florissanter groeiend dan de andere.
Op m'n vorige adres had ik ook een terras, met wat meer gangbare afmetingen en dus naast potten en bakken met plantaardig fraais stond daar ook een tafel, 4 stoelen en een rieten zonnezetel. Hopelijk vonden de tafel en stoelen via de Kringwinkel een fijne nieuwe thuis, want die mochten niet mee naar de nieuwe stek. En de zetel staat nu een beetje verloren binnenskamers, maar omdat die zo lekker zit blijf ik er voorlopig nog steeds een geschikt plekje voor zoeken. 
Alle potten en planten daarentegen, die verhuisden uiterààrd met me mee, en geloof me, dat had -niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk- nog behoorlijk wat voeten in de aarde. ;-) 
Al leek het een ongelofelijke hoeveelheid op het vorige terras, op dat nieuwe vulden de verhuisde plantenhouders niet eens de helft van de oppervlakte. Dus, u raad het al: de afgelopen jaren kwam er een heel pak groenvoorziening bij. Puur voor de lol heb ik eens een toerke gedaan met pen en papier in de hand en alles even geteld, en het verrassende resultaat verbaasde me... 
Op het lange smalle terras staan er op dít moment -want wie weet wat de komende zomer nog brengt- met een doorsnede variërend van 15 cm tot ongeveer 100 cm welgeteld 81 potten, er hangen en staan 10 bloembakken -van die typische lange smalle, je kent ze wel-, er wiebelen aan krullende haken 10 grote hangpotten en tegen de muren 3 van die plastieken halfronde hangmandjes, en tot slot zijn ook nog 1 grote vaas in kunststof, gekregen van een vriendin, 3 bakken met water plus waterplanten en 2 enorme bruine stenen kruiken met prachtige clematissen erin. 
Da's een totaal van 110 planthoudende reservoirs! 
En geloof me, ik heb het helemaal opgegeven van te denken en te verkondigen 'nu kan er écht niks meer bij', want ik vind àltijd nog wel een plekje voor nog meer moois... 'Verslaving' heet dat volgens mij. ;-)
Elk jaar weer, één keer in de herfst voor de lentebloeiers en één keer in de lente voor de zomerbloeiers, stop ik zowat overal in al die opgepotte aarde bloembollen en wortelstokken. Zowel 'nieuwe' als uitgebloeide afdankers uit verschillende warme woonkamers. Narcissen, tulpen, hyacinten, blauwe druifjes, irissen, krokusjes, dahlias, gladiolen, freesias, tijgerbloemen, pioenen, stokrozen, en zoveel andere wondermooie soorten waarvan ik de naam of het bestaan alweer vergat. Echt massa's en massa's bloembollen, vaak zelfs 200 stuks in één keer. (Wow, dat zijn er dus duizenden over de loop der jaren, daar schrik zelfs ik een beetje van...) En die bollen, die graaf ik niet meer op, nooit, die mogen gewoon volledig hun eigen ding gaan doen, zoals ze dat zelf verkiezen. In die potten, die van m'n vorige terras mee naar m'n huidige stekje mochten, zitten dus vermoedelijk nog bollen van 10 jaar geleden of langer zelfs, wie weet. Want tegen het seizoen dat al dat prachtigs ontspruit vergat ik al lang weer wat, waar en wanneer ik al die dingen gepoot had.
En dat, exact dàt, vind ik ronduit gran-di-oos!!! Echt, da's zo gewéldig! 
Van zodra de eerste groene topjes van tussen de donkere aarde en de mestkorrels beginnen piepen sta ik er met m'n neus bovenop om me te laten verrassen, keer op keer op keer weer, met al de prachtige bloemen die zich langzaam maar zeker ontplooien uit bollen die ik niet meer wist zitten, of die vorig jaar niks voortbrachten, of tot nu toe alleen maar blaadjes maakten. 
Elke dag, elk seizoen, elk jaar, opnieuw en opnieuw, verrast me het verrassingspakket dat ik mezelf cadeau deed! 
Op dit moment beginnen langzaam de kleine tète-a-tète narcisjes, die samen met de frêle krokussen altijd als eersten de lente begroeten, te verdwijnen. Hun fris gele kleurtje straalde extra zonnig door de diep blauwe en purperen violetten die ik er tussen zette. Uit vuistgrote knollen maken nu zeer verschillende narcissoorten zich op voor het vervolg van deze kleurrijke show. De bijna vlijmscherpe pijlpunten van de groeiende gladiolen priemen ook al met overtuiging en zowat overal doorheen vanuit de donkerte van de potgrond. 
Ik geniet mateloos van de wel 30 cm of meer als uit niets omhoog schietende clematissen, van de overvloed aan nieuwe blaadjes uit de harde houten takken van de hibiscusboompjes en vlinderstruiken, van de -spijtig genoeg ook alweer wreed geplaagd door de vraatzucht der bladluizen- prille blaadjes en eerste knoppen van m'n geliefde rozenstruiken. En verwonderend en bewonderend volg ik de ongelofelijke levenskracht van de natuur als er zich uit minuscule zaadjes blad voor blad allerlei nieuwe plantjes ontwikkelen. Daar kan ik echt niet genoeg van krijgen.
Maar die overdosis aan, soms lang lang vergeten, bollen en knollen, die vanuit de donkere diepte van aarde en koemest hun onverwachte bloemenspektakel steeds weer genadeloos op me los laten, da's toch nog een andere categorie 'verbluffend', vind ik, een ontroerend cadeau aan mezelf dat telkens opnieuw weet te verblijden. Een adembenemend verrassingspakket dat blijft verrassen... Zalig, toch?! ♥