Wel 15 meter lang, doch slechts 1,20 meter diep. De 18 m² buitenruimte die bij mijn appartement hoort lijkt op het eerste zicht nogal onhandig en lastig in te vullen. Maar, niet is minder waar, toch niet als je Kristina heet en onbetwistbaar groene vingers hebt. Ja, met tafels en stoelen of ligzetels en parasols zou het met die afmetingen redelijk onpraktisch wringen worden, dat klopt, maar mijn terras staat, op één houten zitbankje na, dat tevens dient als opbergplek voor tuinslangen en borstels, boordevol, om niet te zeggen propvol, eigenlijk nog nét niet óvervol -ge kunt er uw gat nog justekes keren, zoals ze dat in Antwerpen zeggen- met potten en bakken van allerlei aard met daarin een geweldig brede waaier aan hoofdzakelijk bloeiende planten en kleine bomen, de ene al wat succesvoller en florissanter groeiend dan de andere.
Op m'n vorige adres had ik ook een terras, met wat meer gangbare afmetingen en dus naast potten en bakken met plantaardig fraais stond daar ook een tafel, 4 stoelen en een rieten zonnezetel. Hopelijk vonden de tafel en stoelen via de Kringwinkel een fijne nieuwe thuis, want die mochten niet mee naar de nieuwe stek. En de zetel staat nu een beetje verloren binnenskamers, maar omdat die zo lekker zit blijf ik er voorlopig nog steeds een geschikt plekje voor zoeken.
Alle potten en planten daarentegen, die verhuisden uiterààrd met me mee, en geloof me, dat had -niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk- nog behoorlijk wat voeten in de aarde. ;-)
Al leek het een ongelofelijke hoeveelheid op het vorige terras, op dat nieuwe vulden de verhuisde plantenhouders niet eens de helft van de oppervlakte. Dus, u raad het al: de afgelopen jaren kwam er een heel pak groenvoorziening bij. Puur voor de lol heb ik eens een toerke gedaan met pen en papier in de hand en alles even geteld, en het verrassende resultaat verbaasde me...
Op het lange smalle terras staan er op dít moment -want wie weet wat de komende zomer nog brengt- met een doorsnede variërend van 15 cm tot ongeveer 100 cm welgeteld 81 potten, er hangen en staan 10 bloembakken -van die typische lange smalle, je kent ze wel-, er wiebelen aan krullende haken 10 grote hangpotten en tegen de muren 3 van die plastieken halfronde hangmandjes, en tot slot zijn ook nog 1 grote vaas in kunststof, gekregen van een vriendin, 3 bakken met water plus waterplanten en 2 enorme bruine stenen kruiken met prachtige clematissen erin.
Da's een totaal van 110 planthoudende reservoirs!
En geloof me, ik heb het helemaal opgegeven van te denken en te verkondigen 'nu kan er écht niks meer bij', want ik vind àltijd nog wel een plekje voor nog meer moois... 'Verslaving' heet dat volgens mij. ;-)
Elk jaar weer, één keer in de herfst voor de lentebloeiers en één keer in de lente voor de zomerbloeiers, stop ik zowat overal in al die opgepotte aarde bloembollen en wortelstokken. Zowel 'nieuwe' als uitgebloeide afdankers uit verschillende warme woonkamers. Narcissen, tulpen, hyacinten, blauwe druifjes, irissen, krokusjes, dahlias, gladiolen, freesias, tijgerbloemen, pioenen, stokrozen, en zoveel andere wondermooie soorten waarvan ik de naam of het bestaan alweer vergat. Echt massa's en massa's bloembollen, vaak zelfs 200 stuks in één keer. (Wow, dat zijn er dus duizenden over de loop der jaren, daar schrik zelfs ik een beetje van...) En die bollen, die graaf ik niet meer op, nooit, die mogen gewoon volledig hun eigen ding gaan doen, zoals ze dat zelf verkiezen. In die potten, die van m'n vorige terras mee naar m'n huidige stekje mochten, zitten dus vermoedelijk nog bollen van 10 jaar geleden of langer zelfs, wie weet. Want tegen het seizoen dat al dat prachtigs ontspruit vergat ik al lang weer wat, waar en wanneer ik al die dingen gepoot had.
En dat, exact dàt, vind ik ronduit gran-di-oos!!! Echt, da's zo gewéldig!
Van zodra de eerste groene topjes van tussen de donkere aarde en de mestkorrels beginnen piepen sta ik er met m'n neus bovenop om me te laten verrassen, keer op keer op keer weer, met al de prachtige bloemen die zich langzaam maar zeker ontplooien uit bollen die ik niet meer wist zitten, of die vorig jaar niks voortbrachten, of tot nu toe alleen maar blaadjes maakten.
Elke dag, elk seizoen, elk jaar, opnieuw en opnieuw, verrast me het verrassingspakket dat ik mezelf cadeau deed!
Op dit moment beginnen langzaam de kleine tète-a-tète narcisjes, die samen met de frêle krokussen altijd als eersten de lente begroeten, te verdwijnen. Hun fris gele kleurtje straalde extra zonnig door de diep blauwe en purperen violetten die ik er tussen zette. Uit vuistgrote knollen maken nu zeer verschillende narcissoorten zich op voor het vervolg van deze kleurrijke show. De bijna vlijmscherpe pijlpunten van de groeiende gladiolen priemen ook al met overtuiging en zowat overal doorheen vanuit de donkerte van de potgrond.
Ik geniet mateloos van de wel 30 cm of meer als uit niets omhoog schietende clematissen, van de overvloed aan nieuwe blaadjes uit de harde houten takken van de hibiscusboompjes en vlinderstruiken, van de -spijtig genoeg ook alweer wreed geplaagd door de vraatzucht der bladluizen- prille blaadjes en eerste knoppen van m'n geliefde rozenstruiken. En verwonderend en bewonderend volg ik de ongelofelijke levenskracht van de natuur als er zich uit minuscule zaadjes blad voor blad allerlei nieuwe plantjes ontwikkelen. Daar kan ik echt niet genoeg van krijgen.
Maar die overdosis aan, soms lang lang vergeten, bollen en knollen, die vanuit de donkere diepte van aarde en koemest hun onverwachte bloemenspektakel steeds weer genadeloos op me los laten, da's toch nog een andere categorie 'verbluffend', vind ik, een ontroerend cadeau aan mezelf dat telkens opnieuw weet te verblijden. Een adembenemend verrassingspakket dat blijft verrassen... Zalig, toch?! ♥
Geen opmerkingen:
Een reactie posten