zaterdag 29 april 2017

Amai, m'n gat!

In het leven zijn er af en toe van die momenten dat je een gat in de lucht springt omdat je met je gat in de boter gevallen zijt, maar, ik verzeker je: afgelopen dinsdagavond was voor mij absoluut het tegendeel waar...
Al een aantal jaar zit ik aan mijn bureautje op een grote roze zitbal. Dat is, naar het schijnt, bevorderlijk voor het welzijn van mijn wat krakkemikkige rug, want je zit eigenlijk nooit echt helemaal stil op dat rubberen ding. Je wiebelt en wipt en draait en stuitert de hele tijd een beetje in het rond. Na een sessie van verschillende uurtjes blogjes schrijven laten mijn bilspieren me dat trouwens ook steeds met luid protest weten... Alleszins, ik ben deze zit-wijze helemaal gewend en zou het ook niet anders meer willen.
Maar... dinsdagavond dacht die roze bal er anders over. Misschien was hij het eeuwige gewiebel onder mijn weelderig gewicht dik beu. Dat zou kunnen, hé. Heel precies weet ik nog steeds niet wat er gebeurde of waar het fout ging, maar plots, totaal onverwacht en zonder aanwijsbare reden, floepte de bal met al z'n veerkracht vanonder mijn zitvlak, recht achteruit en weg, de kamer in! Bam crash badaboem, m'n arme staartbeen landde met een keiharde klap loodrecht op de geen millimeter meegevende vloer. Amai mijn gat, zo een onzachte kennismaking! Beduusd lag ik daar op de grond van de onaangename verrassing te bekomen, maar besloot al snel dat het al bij al niet zo erg was, slikte een dafalganneke en ging slapen. De volgende ochtend vertrok ik vol goede moed richting werk, doch elke anders zo doodnormale beweging -stappen, voorover buigen, zitten, trammetje rijden, de trap oplopen, een postzak optillen- liet me meteen overduidelijk weten dat ik de opgelopen schade mogelijk toch een beetje onderschat had. Heel voorzichtig en kalmpjes aan kwakkelde ik met wat hulp van attente collega's toch m'n werkdag door vooraleer me richting 'spoed' te begeven. 't Is niet omdat ik gene nagel heb om aan m'n gat te krabben da'k op gezondheid moet besparen, hé. Better safe than sorry, even laten nakijken, dat kan zeker geen kwaad, en dus ik moet mezelf ook niet verwijten da'k een gat in m'n hand heb.
Op twee ontzettend energieke, luid grappende jongemannen waarvan er één 'slechts' een stevig splinter in z'n duim had was er niemand op de spoedafdeling, maar de dame achter het loketje had minutenlang voor geen van ons drieën aandacht. Nadat ze eindelijk zonder op te kijken en behoorlijk kortaf de info van de heren vroeg en hen naar de wachtzaal verwees ging ze even wat anders doen en liet mij daar gewoon staan. Alsof ik er niet was. Vreemd. Ik weet dat er op de spoed wat afwijkend gewerkt wordt, maar naar mijn gevoel zat er -toch zeker die avond- weinig 'spoed' in, en 'hulp' -'eerste' of andere- al helemaal niet... 
Gelukkige wees de receptioniste me niet het gat van de timmerman, en nadat ze me zoveel tijd later dan toch ingeschreven had, nog steeds bars en zonder oogcontact -met een beetje een houding van 'ge kunt mijn gat kussen' dus- mocht ik, na nog een poosje in de wachtkamer, met een aangenaam opgewekte verpleegster mee. Ze giechelde toen ze me vroeg 'U bent dus op uw gat gevallen?!' en dat zette meteen de toon voor de rest van m'n uurtjes in het ziekenhuis. Al snel was ik voor het personeel 'het madammeke dat op haar gat gevallen was' en verzon men de ene na de andere zinspeling op mijn ongevalleke. Iedereen bleek plots een rasechte komiek te zijn, maar zo heb ik het graag. Humor, altijd goed. 
'Ja, gij zijt duidelijk niet met uw gat in de boter gevallen vandaag' zei de bijzonder vriendelijke dokteres lachend. 'En nu ga ik u ook nog eens een gat in de lucht laten springen met op het juiste pijnlijke plekje te duwen, hou u maar klaar!' En springen dééd ik, amai m'n gat! 
Om klaarheid te scheppen in de eventuele schade moesten er foto's genomen worden van m'n bekken en onderkant van m'n rug. En als zitten niet echt een optie is en staan ook niet bepaald, dan ijsbeer je maar een beetje op en neer in de volstrekt lege gang van de afdeling beeldvorming, wat de verpleger-technicus deed gniffelen 'amai, gij hebt precies ook geen zittend gat'. Begin van een korte maar bijzonder hilarische conversatie, die o.a. verder ging met een guitig 'Oké dan, laat uw broek maar zakken!' De sympathieke man schoot ondertussen met minuscule nauwkeurigheid -hij deed z'n werk absoluut niet halfsegat- de nodige plaatjes waaruit even later bleek dat er bij m'n ruwe landing gelukkig niks brak, en ik er slechts een pijnlijke barst in m'n beklagenswaardige staartbeentje aan over hou.
Het zal best wel een tijdje duren voor ik weer helemaal als mezelf in het rond spring, maar met wat pijnstillers, geduld en een beetje me-time is het ergste leed vast snel geleden. Wie z'n gat brandt moet trouwens op de blaren zitten, hé, niks aan te doen. De afgelopen dagen heb ik mezelf toegestaan een gat in de dag te slapen, maar ik ga hier niet m'n broek verslijten door op m'n luie gat blijven zitten, hoor, want er moet altijd zoveel. Boodschappen doen -en niet met de fiets uiteraard- 't huis poetsen, de was netjes krijgen, de planten verzorgen... En uiteraard, opnieuw zittend op m'n roze bal, want dat blijkt grappig genoeg nog het meest comfortabel te zijn, het relaas van dit voorval in een blogje neer te schrijven. Absoluut alles natuurlijk verplicht heel erg voorzichtig en kalmpjes aan. Dat zal me een gat varen, denk ik... 
Deze historie inspireerde me trouwens ook om een bijzonder gekend en ietwat gelijklopend kinderliedje een volledig nieuwe tekst te geven!
Zing maar even met me mee:
"Op een grote roze bal
zonder witte stippen
zat z'achter haar laptopke
heen en weer te wippen.
Floep, deed die roze bal,
want hij was het zat
en zo viel Kristina dus
keihard op haar gat!"
Boempatat!
Ja, ge komt wat tegen soms, hé. 
Amai, m'n gat! hihihi ;-)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten