dinsdag 23 februari 2021

Pyjamadagen...

Hebt ge dat ook wel eens, zo van die dagen dat ge met de beste wil van de wereld precies maar niet op gang en uit je pyjama geraakt? Vroeger, toen ik nog uit werken ging, had ik dat gegarandeerd voor op een occasionele vrije dag, maar dan vond ik dat ik daar ergens wel recht op had. De voorbije jaren kwam zo een pyjamadag nog steeds met regelmaat voor, maar dan voelde ik me daar toch altijd een beetje schuldig over. "Weer een dag niks gepresteerd!", veroordeelde ik mezelf dan met enige schaamte, en vergat dat ik er eigenlijk gewoon dubbel en dik had van moeten genieten...
Sinds de corona en het zo stilaan eindeloze alleen thuiszitten, neemt het voorvallen van dat soort 'ik-heb-de-lamme-tamme' dagen systematisch toe. Zelfs al geraak ik op een deftig moment van de dag uit m'n nest, dan duurt het toch verrassend dikwijls tot ver na het middaguur voor ik écht uit de startblokken kom. Voor de noen ontbijten en koffie, dat lukt meestal behoorlijk goed, maar uit die pyjama geraken... Da's duidelijk een ander paar mouwen! En 't gebeurt dus hoe langer hoe vaker, lijkt mij. Alleszins op meer dagen in de maand dan ik zelf nog aanvaardbaar vind...
Uiteraard -dat spreekt voor zich- is het áltijd nét op zo een lanterfanterdag, als ik nog bijlange na niet goed wakker rondloop, onfris ongewassen, met m'n haar stijl 'coupe ontploft', en natuurlijk ook nog steeds in één of andere roze pyjama -eentje liefst zo comfortabel en dus versleten mogelijk- dat er iemand aan m'n voordeur staat, of veel erger: dat de postbode aanbelt met een pakje of aangetekend schrijven. Dan kan ik niet anders dan me, op een paar snel opgescharrelde sloffen en met m'n knalroze fluffy kamerjas stevig toegeknoopt over m'n pyjama, totaal gegeneerd naar de grote inkomhal van het gebouw te begeven. Elke keer weer schaam ik me zo ongeveer dood. 'k Durf de arme postbode van dienst amper recht aan te kijken ('k trok liefst van al het mondmasker nog verder, tot over m'n ogen of zo...), mompel steevast één of andere onnozele verontschuldiging voor m'n slonzige verschijning, en sluip vervolgens zo snel en onzichtbaar mogelijk terug m'n veilige appartement binnen. De gêne blijft altijd nog een tijdje plakken, zelfs als ik even later dan toch fris gewassen en volledig opgetaloord ben. Resoluut besluit ik op zo'n moment ook steeds weer 'dat dit me nooit meer zal overkomen!' en ik vanaf dan elke dag op tijd én uit bed én gewassen en aangekleed zal zijn! Een voornemen dat inderdaad een paar dagen na elkaar prima lukt, soms zelfs enkele weken, ... om dan uiteraard weer te verwateren.
Afgelopen vrijdag schuifelde ik, als vanouds dus, maar weer eens als een slome slak in roze pyjama en met een hete kop koffie in de hand door m'n kamers. Op een deftig tijdstip van de dag op snelheid geraken bleek nog maar eens net teveel gevraagd... En uiteraard, je zag het al aankomen natuurlijk: daar ging de deurbel! Yep, het was de postbode weer, met een aangetekend schrijven voor mevrouw Meganck en "of ik zeker m'n paske wou meebrengen".
Meteen weer helemaal ambetant met mezelf, totaal gegeneerd dat ik -"Verdoeme, stomme Kristina toch! Zijt ge niet verlegen?! Hoe dúrft ge!"- om 11u30 nog steeds in pyjama rondliep... Tja, niks aan te doen, hé. Ik schoot m'n pantoffels en m'n kamerjas aan, viste m'n identiteitskaart uit m'n handtas, haakte nog snel een mondmasker achter m'n oren en begaf me met een diepe zucht en een vervelend gevoel richting inkomhal.
De arme postbode -een jonge kerel, die ik nog niet eerder gezien had- stond voorovergebogen over een paar blauwe bakken met vele tientallen grote omslagen, allemaal dezelfde en allemaal aangetekend. Omdat er door de coronacrisis voorlopig geen algemene vergadering van eigenaars kan en mag doorgaan, maar onze syndicus wel het boekjaar moet kunnen afsluiten, mocht deze lichtjes paniekerige jonge postbode aan élke bezitter van een flats hier in het gebouw dus een dikke aangetekende brief ter schriftelijke goedkeuring van de boekhouding bezorgen! Daarvoor had hij in één keer bij zowat àlle bewoners aangebeld. Iedereen die thuis was -en dat waren er duidelijk nog behoorlijk veel- kwam dus net als ik naar de grote hal. Allemaal netjes met voorzien van een mondmasker en met de identiteitskaart in de hand, en... het grootste deel van hen, tot mijn verbazing en ongelofelijk groot jolijt, óók in pyjama of kamerjas!!!
Heel eerlijk: ik zag er nog best te doen uit in mijn volledig roze, alles fijn bij elkaar passende outfit! Tenminste naar mijn idee dan toch, hé. 'k Werd omgeven door een pak sjofele, bijna kleurloze badjassen, een heel stel totaal versleten sloffen en interessant wat bibberende blote harige mannenbenen. Alles onder een algemeen, bijna solidair, gevoel van gêne. Bij het zien van zoveel van mijn buren in dezelfde ietwat smoezelige toestand, direct begrijpend dat ik dus écht niet de enige ben die er zo nog bij loopt om 11u30 in de voormiddag, verdween mijn persoonlijke schaamte onmiddellijk als sneeuw voor de zon. 'k Zat meteen zo goed in m'n vel, dat ik de postbode zelfs nog even hielp met uitsorteren. Zo, gewoon, in m'n roze oude pyjama en m'n fluffy kamerjas, met m'n haar overhoop en ongewassen. 

't Is dus wel duidelijk nu, dat het voor steeds meer mensen lastiger wordt om hun dag te beginnen in deze rare tijden... Ja, dat gegeven is inderdaad wel een beetje verdrietig, maar ondertussen moet ik er toch nog altijd een beetje om lachen ook, om al die pyjama's en kamerjassen in de hal. En 'k ben oprecht gelukkig dat ik dat mocht meemaken afgelopen vrijdag. Af en toe is het gewoonweg héérlijk om er nog eens aan herinnerd te worden dat ge niet de enige 'menselijke' mens zijt, hé... Lang leve de pyjamadagen! ;-)

Pyjamadagen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten