't Is twee uur 's nachts en ik slaap al enkele uren warm ingestopt in m'n roze bed. De plots schallende deurbel, die in de stilte van het duister tien keer luider klinkt, rukt me abrupt weg uit dromenland. Ik schrik zodanig dat ik, totaal van mijnen à propos overeind zittend tussen de vele kussens, vrees dat ik het me ingebeeld heb. Voor alle zekerheid hijs ik me zuchtend in m'n sloffen, grabbel m'n knalroze kamerjas van de kapstok en schuifel enigszins verward richting voordeur. De videofoon geeft beeld en het lichtje staat op blauw: er heeft dus inderdaad toch iemand aangebeld! Om twee uur 's nachts! Maar er is niemand te zien op het beeld. Even wacht ik achter m'n voordeur of er ondertussen misschien iemand anders opendeed en ik door het spionnetje mogelijk iemand de lift in zie stappen. Niks. Volledige nachtelijke stilte. Het gebouw slaapt. "Bizar", denk ik bij mezelf, drink een slok water in de keuken en slof moe terug richting warme lappen.
Nog maar net raakt m'n zitvlak de matras als opnieuw m'n deurbel de rust aan flarden schreeuwt. Met in mijn achterhoofd al direct allerlei scenario's van diverse noodsituaties -in 't gebouw, met de familie, vrienden,...- trek ik een kort sprintje richting videofoon. Opnieuw zie ik slechts een stuk van het gebouw en geen persoon op de videofoon. Ik druk de knop om te spreken in en vraag luid en duidelijk een aantal keer "Hallo! Hallooo! Is daar iemand?!"
Buiten het beeld zegt een mannenstem nogal kortaf en ongeduldig: "Doe eens open!" Geen introductie, geen 'pardon' of 'goedenacht'. Niks van dat. Slechts een snibbig "Doe eens open!" Ik antwoord vriendelijk maar kordaat dat ik om twee uur 's nachts niet zomaar voor gelijk welke vreemde de voordeuren van het gebouw open, en dat hij zich dan eerst maar eens kenbaar moest maken! Er verschijnt een jongeman met halflang zwart haar en een kleurige trui in beeld. Meteen begint hij een verwarrende uitleg over 'op één of andere verdieping wonen', 'ergens een deur opengelaten te hebben' en 'sleutels zoeken'. Alles door elkaar met halve zinnen en, omdat hij niet vlak voor de microfoon praat en bovendien geen seconde stil staat, bijzonder moeilijk te verstaan. De helft van zijn explicatie ontgaat me volledig.
Ik reageer met "Maar ik ken u helemaal niet, ik heb u nog nooit gezien." Dat geeft eigenlijk geen uitsluitsel, want ik ken echt niet iederéén die hier woont, zoveel volk, en 't wisselt hier ook nogal eens... Maar, zo om twee uur 's nachts: vooral zo weinig mogelijk risico nemen! Door mijn overduidelijke argwaan verliest de jongeman, zenuwachtig en licht verhit als hij van in 't begin al was, nu pas helemaal zijn geduld en schreeuwt: "Verdoeme, loemp wijf, doet die deur open! Ge zijt toch de conciërge veur iet, of wa! Stoeme trut!"
Ik trek bijzonder grote ogen -goed dat die videofoon maar ik één richting beeld geeft- maar repliceer zelfzeker met een grimmige kalmte en duidelijk voelbare ingehouden koleire dat ik ten eerste de conciërge niet ben, maar de búúrvrouw van de conciërge, een buurvrouw die om twéé uur 's náchts gewoonlijk, zoals de meeste normale mensen, diep in slaap is; en ten tweede, dat als hij wil dat ik of de conciërge of gelijk wie voor hem de voordeuren van 't gebouw open, dat hij dan echt wel onmíddellijk een héél stuk beleefder mocht zijn, want dat hij anders sowieso buiten op de trap kon blijven staan!
Bon, veel hielp het niet, dat voelde ik zo. 'k Had kunnen zeggen wat ik wou, het maakte weinig verschil. Die gast zou vermoedelijk de ganse nacht blijven aanbellen, bij mij of bij zowat iedereen in 't gebouw -kan hem het wat schelen-, of erger... Dus na zijn totáál onoprecht gemompelde "Sorry voor 't storen, mevrouw" heb ik toch de deuren maar geopend. Door het spionnetje van mijn persoonlijk voordeur zag ik hem duidelijk heetgebakerd met grote passen richting lift stappen. Hij rukte de liftdeur open en... bleef staan, met de deur in z'n hand. Hij bewoog een paar keer heen en weer: één voet in de lift, terug een stap achteruit, en opnieuw, en nog eens. Bizar! Heel bizar! Tot slot besloot hij -god mag weten wat er zo beangstigend aan of in de lift was dat het hem belette om in te stappen, ik ben niet gaan kijken- om toch maar liever met de trap naar boven te gaan. Ik zag hem op z'n slippers de hoek om gaan en bleef, een beetje m'n kluts kwijt, nog even achter m'n voordeur staan om het hele voorval toch minstens een klein beetje uitgesorteerd te krijgen in m'n hoofd.
Terug in m'n ondertussen al afgekoelde bed -zo jammer- wou de slaap niet meer komen. Bruusk midden in de nacht gewekt worden, daar kunt ge behoorlijk van slag van zijn, hé. En even stevig en op de koop toe geheel onterecht uitgescholden worden, dat helpt ook niet echt. Daar bovenop ging mijn soms veel te verbeeldingskrachtige brein zwaar worstelen met gedachten als 'wie heb ik nu eigenlijk binnengelaten?', 'zou die hier wel echt wonen?', 'als er nu maar geen criminele feiten gepleegd worden door die vent!', 'heb ik m'n buren nu in gevaar gebracht?!'... Allé ja, te zot om los te lopen eigenlijk, 'k weet het, maar toch... Ik neem mijn verantwoordelijkheid altijd, hé, en 'k ben immer bezorgd over het welzijn van zowat ál mijn medemensen. Niks aan te doen, zo zit ik gewoon in elkaar.
En wat doe je dan, als je midden in de nacht klaarwakker zijt, en uw kopke u niet met rust laat? In mijn geval: achter de computer kruipen en over de hele geschiedenis een blogje schrijven! Uit elke situatie iets positiefs destilleren! Woeha! 't Zal wel zijn, zo kent me ondertussen toch al een beetje, hé?! Voilà dus, bij deze, speciaal voor u: alweer nieuw spannend leesvoer! Joepie!
Ondertussen is het al voorbij vier uur in de ochtend. Mijn lijf is doodop en mijn nek schreeuwt om rust. 'k Ga nog even, om mijn brein te sussen, extra checken of m'n voordeur goed op slot is en dan zal slapen zo stilaan toch wel weer lukken, denk ik. En, mocht dit verhaal alsnog een staartje krijgen, dan schrijf ik dat uiteraard ook nog voor u neer! Beloofd! ;-)
Epiloog:
Klokslag 9 uur vanochtend wekte dezelfde deurbel me opnieuw uit een bijzonder diepe slaap. Van 't verschieten plakte ik zowat tegen het plafond van de slaapkamer. "Nondedoeme, daar is 'em terug!!!" was 't eerste dat er met lichte paniek door m'n hoofd schoot, maar 'k realiseerde me gelukkig bijna onmiddellijk hoe laat het al was. De immer vriendelijke en superbeleefde mannen van Rentokil, die voor de controle van de verplichte muizenvallen altijd bij mij hun ronde starten, stonden voor de deur. 'k Ben toch nog maar efkes terug gaan liggen na hun snelle inspectie, ... om me, iets na 10, opnieuw een klein hartattackske te verschieten van de plots rinkelende telefoon!... 'k Ben dus een beetje groggy en halfgaar vandaag. Maar dat gaat wel weer over met eens een nachtje goed slapen. ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten