donderdag 11 juni 2020

Van applaus alleen kan je niet leven...

Vanochtend ben ik even naar het ziekenhuis geweest. Maak je maar geen zorgen, hoor, niets ernstig: een ondertussen al veel te lang uitgestelde routine bloedafname ter controle van mijn kaduke schildklier. Om daar te geraken stapte ik trouwens voor het eerst dit jaar de bus op, en werd er meteen overduidelijk aan herinnerd waarom ook alweer ik officieel 66% werkonbekwaam verklaard ben... Auw, mijn nekske...
De veiligheidsmaatregelen werden strik in acht genomen aan de ingang van het hospitaal. Zonder vooraf verkregen en uitgeprint pasje kwam je er niet in. En zonder mondmasker mocht je het ook vergeten. Te vroeg? (zoals ik, natuurlijk) Dan wacht je buiten voor de ingang tot ongeveer 10 minuten voor het exacte afspraaktijdstip. Van elk binnenkomend individu mat een verpleegster de temperatuur, en ondertussen spritste haar collega je handen druipend nat met een stevige dosis ontsmettingsmiddel. Een security werknemer dirigeerde alles en iedereen in goeie banen, én meteen ook langs de allerkortst mogelijke weg naar de juiste afdeling. Van vloer tot plafond hing elke gang, hal, lift en andere mogelijke ruimte in het ziekenhuis vol met aanmaningen en raadgevingen om ieders veiligheid zo goed mogelijk te bewaren. Ik was absoluut positief onder de indruk. 'k Had ook echt het idee dat alles zoveel vlotter en georganiseerder dan gewoonlijk verliep. Zeker geen onaangenaam gevoel, hoor.
Bij het labo bleek er slechts één andere wachtende voor me. Dat viel ook geweldig mee. Terwijl ik daar gezeten op het bankje rustig mijn beurt afwachtte, stormde er een zwaar verontwaardigde jongedame de afdeling binnen. Ze uitte in niet mis te verstane termen haar frustratie tegen de mevrouw achter het glazen ruitje van de afdelingsbalie en begon dan met boze stappen fel en bijzonder ongeduldig heen en weer te ijsberen in de wachtzaal. Bij het opengaan van de deur van het bloedafnamekamertje sleurde ze er nog net niet de vorige patiënt uit en begon meteen de verpleegster de volle lading te geven. Blijkbaar gebeurde tijdens de bloedafname bij deze jongedame, een tiental minuutjes eerder, een foutje en nam de verpleegster ongewild veel te weinig bloed af. Men had de juffrouw daarop opgebeld met de vraag nog even terug te komen. Maar, zoals ik begreep uit haar woedend getier daar achter de gesloten glazen deur, op dat moment verliet ze net de parking, moest dan helemaal blokje rondrijden en ergens opnieuw een parkeerplekje vinden, wat ook nog eens extra geld kostte, en "ze had écht wel wat beters te doen, hoor!!!"... De verpleegster verontschuldigde zich welgemeend voor de fout en uitte op beminnelijke en hartelijke manier dat ze absoluut alle begrip had voor het ongemak dat die fout nu meebracht voor de jongedame. Maar die wou daar niets van weten. Helemaal niet. Ze bleef maar brullen en schelden, en kafferde de verpleegster uit voor dingen die ik hier écht niet ga herhalen. Het liet zelfs op mij, daar volledig onschuldig op 't bankje in de wachtzaal, een bijzonder zware indruk na. 'k Was er eerlijk gezegd echt ni goe van...
Nog geen twee minuten later stampvoette de jonge vrouw alweer richting lift en hielp de verpleegster de nogal sukkelachtige man, die nog voor me aan de beurt was, het kamertje in. En toen die even later weer met enige hulp terug vertrokken was, mocht ik in de bloedafnamezetel plaats nemen. Misschien kwam het door mijn vriendelijke 'goedemorgen', of misschien door mijn gegiechel bij de zoektocht naar een goede ader, ik weet het niet, maar plots zuchtte de verpleegster: "Sorry voor mijn bibberende handen, hoor, maar 'k ben nogal over m'n toeren van daarjuist..." Daar kon ik natuurlijk absoluut inkomen, ocharme, en we hadden even een babbeltje over respect en menselijkheid. Iedereen kan al eens de mist in gaan, maar als er geen ware rampen gebeurd zijn en je oprecht je verontschuldigingen aanbiedt, dan is dat toch in orde, zou ik zo denken. Niemand die nooit eens een foutje maakt, hé. Trouwens, zélfs als je misnoegd over iets bent, dan is het nog altijd beter om dat op een weliswaar kordate, maar vooral rustige manier mee te delen. Dat werkt eens zo goed, hoor, geloof me. "En weet je wat ik het allerergste vond?", vroeg de verpleegster me met tranen die over haar wangen liepen, "dat ze m'n verontschuldigen absoluut niet wou aanvaarden." Ook mijn ogen werden vochtig van haar relaas, en het liefst van al had ik haar onmiddellijk, daar en dan, zonder aarzeling of bedenking, even stevig troostend omarmd. Maar omdat dat tegenwoordig, en al zeker in het ziekenhuis, volstrekt uit den boze is, vroeg ik haar met een guitig knipoogje van boven m'n mondmasker "of ik haar even een hele dikke denkbeeldige knuffel mocht geven?" En dat deed haar gelukkig weer lachen, die lieve verpleegster, met die fantastische gave om bloed te prikken zonder dat je er ook maar iets van voelt.
In al die vele jaren van ziekenhuisbezoeken heb ik me altijd verwonderd over de posters die ik overal steeds zag hangen. Posters waarmee men zowel patiënten als bezoekers erop wijst dat iedereen in het ziekenhuis de plicht heeft om respectvol met elkaar om te gaan en niet agressief te reageren; en noch mondelinge noch fysieke agressie ten opzichte van zorgverleners getolereerd zal en mag worden. Vele hospitalen hebben tegenwoordig zelfs een 'agressiebeheersingsploeg' in huis. Bij het lezen van dit soort informatie vraag ik mezelf steeds weer opnieuw verbijsterd en huiverig af: "Is het dan écht zó erg gesteld met het respect van mensen?!?..." Lieve hemel, in welke wereld leven wij, als een zorgverlener, iemand die jou, met alles wat in z'n macht en kunnen ligt, gaat helpen beter te worden of je verlost van je pijn, dat die áltijd het risico loopt gewoonweg in elkaar getimmerd te worden?!... Ik kan al die vele verpleegkundigen en alle mogelijke andere zorgverleners, ook die buiten de medische sector, die ik door de jaren heen al mocht ontmoeten, niet dankbaar genoeg zijn voor alles wat ze voor me deden. Ik laat beslist geen enkel moment voorbijgaan zonder daar zonneklaar en hartelijk uiting aan te geven, want, geef toe, waar zou ik ondertussen geweest zijn, zo zonder hen?...
Me dunkt dat het door de coronacrisis nu wel overduidelijk is wie de ware dagdagelijkse helden van onze maatschappij zijn. Niet de grote namen uit de politiek dus, of uit de sportwereld. Niet de rijke industriëlen en machtige concerns. Het zijn de duizenden naamloze hardwerkende mensen in alle vormen van zorg- en dienstverlening. Mensen, die niet alleen nu hun eigen gezondheid riskeren om het hoofd te bieden aan deze wereldwijde crisis, maar eigenlijk al hun hele beroepsleven lang voor ons welzijn leefden. Vaak onopgemerkt, altijd voor een veel te karig loon. In deze sectoren werd de voorbije jaren zodanig bezuinigd en bespaard dat in 'normale' tijden de werkdruk en -omstandigheden al onleefbaar waren... En nu, die laatste drie maanden, nu hebben ze écht álles van zichzelf gegeven, en zijn moe. Op. En waar zijn de hulpfondsen? Waar is het loon naar werken? Waar is het échte respect?...
Nog elke avond om 20u stipt wordt er hier bij ons in de gebouwen geapplaudisseerd, jazeker, al wordt ook dat zo stilaan toch steeds wat minder. En zo'n dagelijkse eerbetuiging is mooi, maar wat koop je in 's hemelsnaam ervoor??? De meeste van onze
 regeringsleiders, die, ondanks al maanden geen regering en verder hoofdzakelijk oeverloos gekrakeel rond ego's en postjes, toch nog steeds elke maand moeiteloos een salaris binnenrijven dat in de buurt komt van mijn volledige jaarinkomen, zwijgen hierover als vermoord. 'Veel beloven en weinig geven doet de zot in vreugde leven' is het toch, niet dan? En de gewone man en vrouw zal de uiteindelijke rekening van alles wel weer gepresenteerd krijgen op de één of andere manier. Zoals altijd. Zucht.
Maar met de vraag 'Waar is het Respect?' zit ik zo mogelijk nog meer in m'n maag. Natuurlijk snap ik dat er actie ondernomen moet worden tegen racisme, dat spreekt, maar het is toch letterlijk een mes in de rug van allen die ons de voorbije maanden veilig en gezond hebben proberen houden om dan massaal en dicht op elkaar gepakt in nog steeds -jawel, ondanks alle versoepelde maatregelen- vólle coronatijd te gaan betogen!!! Iedereen met een beetje gezond verstand snapt toch dat zoiets puur om problemen vragen is!... Ik kan me zo de wanhoop van de kapotgewerkte verplegers en dokters voorstellen bij die beelden op de televisie van afgelopen weekend... Het is hartverscheurend. En alsof dat alles nog niet erg genoeg is, blijkt er aan de respectloze houding van bepaalde patiënten jammer genoeg, zélfs na maanden gezondheidscrisis, alarmerende nieuwsberichten en zeer uitgebreide reportages, ook nog niets veranderd. Dat zie je wel aan dat voorval waar ik vanochtend getuige van was... En dat maakt mij, ondanks mijn sterke zonnig natuur, echt intens verdrietig.
Als artiest behoorlijk goed bekend met het gegeven ga ik zeker en vast niet ontkennen dat applaus mooi is. Erg mooi zelfs. Absoluut! Maar... je kan er niet van leven, hé. En je koopt er niets, maar dan ook absoluut niks, nul, noppes, nada, rien du tout, noegabollen voor. Neem dat maar van me aan.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten