De oudste van het stel, een slungelige gast bijna even groot als ik, 13 jaar en nog niet droog achter z'n oren maar wel zelfverklaarde 'man van de wereld', stak de hele tijd absoluut niet onder stoelen of banken dat hij mij een 'wreed knappe madam' vond. Met veel zogezegd gezag maande hij zelfs de rest aan om vooral eens goed en van dichtbij naar mijn ogen te komen kijken, want dat had hij nog nooit van z'n leven gezien, zulke ongelooofelijke licht-blauw-grijze ogen.
Al snel bleek ik ouder dan hun moeder te zijn, zelfs bijna even oud als hun oma. En dat moet voor hen vooral qua uiterlijk een wereld van verschil betekend hebben want ze bléven er onder elkaar met totale verwondering over praten. Het enige meisje in het gezelschap, een bijzonder mooi kind met prachtige grote hazelnootkleurige ogen, ik schat haar een jaar of 7, schuifelde heel voorzichtig tot dicht bij me en fluisterde "Jij bent zeker een prinses, zo mooi." 'k Had nog juist de tijd om haar intens gelukkig te maken door haar breed glimlachend te verzekeren "dat ik haar minstens even mooi vond en dat zij dus zeker ook een prinses kon zijn", want daar kwam haar broer alweer aanstormen met z'n volgende vraag. "Of ik ook een man had?" wilde hij, stoere gast, weten, overduidelijk hengelend naar een mogelijke 'openstaande vacature'... Maar daar draaide de tram luid piepend om de hoek en verlegde aldus meteen -oef- alle aandacht. "Niet meer" beantwoordde ik de vraag nog voor mezelf terwijl we allemaal in het rijtuig stapten, "want dié, die vonden mij niét mooi genoeg..."
Een paar haltes verder namen ze afscheid van me als van een geliefd familielid dat op verre reis vertrok, mij en de tram enthousiast en uitgelaten nazwaaiend.
En zowel dat familiegevoel als die herinneringen aan lang vervlogen tijden pasten wonderwel bij de planning voor de rest van deze zondag! Ik was namelijk onderweg naar ons moe, om samen naar een theaterstuk te gaan kijken waarin een nichtje van mij -één van de zovele nichtjes, maar dit is een specialleke, ligt me nét dat ietsje nauwer aan het hart- meespeelt!
Het Wijnegemse Toneelgezelschap speelt in de theaterzaal van 't Gasthuis, dus op hetzelfde podium dat ik over een 4-tal weken ook weer onveilig maak met mijnen O.C.D. (Obsessive Christmas Disorder), de productie 'De Parochie van Miserie'. En naast de serieuze dialogen en monologen wordt er ook hier geweldig veel gelachen en bijzonder veel gezongen, maar zij staan met minstens ne man of 30 méér op de scene...
Nog voor het doven van de zaallichten werden we door foto's en filmpjes meegenomen naar het Antwerpen uit lang vervlogen tijden, zo ergens rond 1900 -ja, dus toch nog ietske verder dan míjn rol- en ijsschaatsende jeugdjaren, mocht u het zich afvragen- waar in het Sint-Andrieskwartier het doodgewone volk z'n dagelijkse strijd om te overleven voert. En dat gaat net zo goed met ne lach, ne zwans en een lied als met meer dan bloedige ernst.
Voor je 't weet leef je helemaal mee met de vele typische volksfiguren, gun je hen van harte een beter bestaan en zou je bijna in hun plaats die Franssprekende blaaskaken met hun chichi kakmadammen een 'peer oep hun bakkes' willen verkopen. Wat me naadloos bij een gegeven brengt waar ik toch erg lang, enigszins verontrustend lang zelfs, gefascineerd bij stil ben blijven staan: één schijthuis -mijn excuses voor m'n taalgebruik maar een beter woord bestaat er niet- voor 10 gezinnen... ik kon het bijna tot op de vierde rij ruiken!...
Reeds tijdens de pauze, bij de gratis koffie met geweldig lekker koffiekoekjes -wat een traktatie!- ontspon zich een bijzonder boeiend gesprek over o.a. hoe het toen, in die tijd, wel gestonken moest hebben, en over het in een zinken teil met bruine zeep schoon geschrobd worden en met ijskoud water afgespoeld. 's Zomers buiten, en 's winters voor de kachel. Dat heb ík zelfs nog gekend!
Bon, genoeg herinneringen opgehaald, terug naar het stuk. Te midden de vele volksmensen in hun wat grauwe eentonig kleding, gebracht door acteurs en actrices van heel diverse leeftijden en bijna even divers talent, wiebelt en waggelt er één ontzettend kleurrijk figuur over het toneel: Zatte Nel, met verve en meer dan geloofwaardig straalbezopen tot leven gebracht door mijn nicht Ilke. Ze had me vooraf verteld super zenuwachtig te zijn om zo op de scene te zingen met haar nicht 'de échte zangeres' in de zaal, maar 'k weet nog steeds niet waar dat voor nodig was, want ik vond het geweldig! Dat ze kon dansen, dat wist ik al -ze was jarenlang een kleine beroemdheid op de televisie. Echt waar!- maar verdorie, acteren en zingen kan ze dus ook prima. Aha, interessant, dacht de concertorganisator in mij, al weet ik nog niet waarvoor, dat schept mogelijkheden!... Ilke, hou je maar klaar, daar spreek ik je nog wel eens over. Wordt vervolgd!
Ik heb echt van de voorstelling genoten, oprecht hartelijk gelachen en -emotionele softy die ik ben- onverwacht intens meegeleefd met het lief en leed van de personages. Het super schattige piepkleine blonde meisje dat als ne grote elke tekst kende en uit volle borst alles meezong, de acteur-accordeonist die de volledig orkestpartij schitterend voor z'n rekening nam, de vele begeesterde jongeren, de gemoedelijke ouwe rotten... zo leuk allemaal. Vooral de zang met de hele groep vond ik indrukwekkend. Bijna beangstigend dreigend, en evenredig krachtig in overtuiging als in aantal in decibels! Amai, m'n oren. Cool!
En misschien was niet alles in de hele voorstelling van het zelfde niveau, of even juist, of even sterk, of wat dan ook, dat voegde wat mij betreft alleen maar extra charme toe.
De ijskoude wind en de hagelvlagen tijdens het eerste stuk van m'n reis huiswaarts brachten me in gedachten terug naar lang vervlogen tijden, m'n eigen kinderjaren waarin de wereld nog zoveel vredevoller en simpeler leek, en elke winter vol sneeuw en ijs. En even later stond ik met de zotte strakke wind in m'n wild flapperende losse haren kinderlijk gelukkig omhoog kijken naar een paar stralende regenbogen. "Ge wordt oud, Stinnewis", zei ik met een zucht luidop tegen mezelf, "als er steeds vaker van die verhalen over 'vroeger' en 'toen ik jong was' uit je rollen..." Al bewees vandaag me toch ook maar weer mooi dat m'n gezicht alvast nog een paar decennia achter loopt en dus -hoera- nog lang niet in de goeien ouwen tijd thuishoort... ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten