zaterdag 21 augustus 2021

Naaimachinemiserie.

De titel van dit verhaaltje had gerust ook "Bijna, maar gelukkig net niet!" kunnen zijn, want ik had het gisteren eventjes bijzonder benauwd...
'k Was mezelf de hele voormiddag weer haast voorbijgelopen. Snel even dit en snel even dat, en tussendoor het ene na het andere telefoontje. Pffft. Hoog tijd om weer een beetje tot rust te komen, vond ik en besloot op m'n gemakje wat naaiwerk te doen. Net toen ik m'n minstens 25 jaar oude trouwe Husqvarna naaimachine op m'n grote houten woonkamertafel zette, rinkelde, alsof het afgesproken werk was, de telefoon nogmaals. Eén van de buurvrouwen uit het gebouw, een dame die al enige tijd geleden de weg naar mij vond voor hulp allerlei, o.a. naaiwerk, wou graag weten of ik voor nog een andere bewoonster hier eventueel ook een rokje wou en kon inkorten. "Dat komt perfect uit", antwoordde ik opgewekt, "de naaimachine staat juist klaar! Laat maar komen, die rok!" Even later ging de deurbel en een beetje beduusd door mijn blijkbaar nogal ongewoon enthousiaste bereidwilligheid vroeg de mevrouw in kwestie of ik er toch écht niks mee in zat om een nieuw zoompje te leggen in haar rok, die al meer dan keurig afgetekend en zelfs gedriegd was. "Maar nee!", was lachend mijn repliek, "da's een fluitje van een cent!" En haar verbazing werd nog groter toe ik vervolgde met "Kom je hem seffens terughalen of wil je er liever heel even op wachten?..." 
Wel, normaal gezien IS zoiets ook echt een fluitje van een cent, een kleine 10 minuutjes werk. Maar gisteren dus niet...
Omdat de eigenaresse van de rok toch liever een uurtje later weer terugkwam, zocht ik eerst uitgebreid alle nodige klosjes garen bij elkaar. Iets tussen donkerbruin en zwart voor haar rok, doodgewoon zwart voor 2 in te korten jurken van mezelf -tja, ik ben maar een klein madammeke, hé, wel breed, maar niet lang- en dan nog een erg moeilijk te bepalen lichtblauw voor nog een derde, ook te lang zomerkleedje van mij. Eenmaal de juiste klosjes verzameld, knipte ik nauwkeurig het gemarkeerde stuk van de rok af en zette me vervolgens achter m'n naaimachine. En toen gebeurde het!...
Zoals altijd stak ik, dan pas, de stekker van de naaimachine in het stopcontact en begon geconcentreerd de draad langs de juiste weg naar en door de naald te rijgen. Op datzelfde moment hoorde ik een heel licht geknetter en onmiddellijk verspreidde zich vanonder de naaimachine een dikke vette grijze rook! Paniek, inderdaad, maar niet genoeg om niet bliksemsnel, bijna volautomatisch, te reageren door de verbinding van de machine met het elektriciteitsnetwerk te verbreken. Achteraf bedacht ik me dat ik mogelijk ook nog een elektrische schok geriskeerd had, maar daar denk je op zo'n moment echt niet aan: de plug van de stroomkabel, die zich vlak naast mijn rechterhand bevond, uit de machine trekken, dat ging véél sneller dan van m'n stoel opstaan en me omdraaien om de stekker uit het stopcontact in de muur te halen!... De zware, laaghangende rook bleef echter walmen en vulde in geen tijd de hele kamer en even later ook het hele appartement. En stinken! Man, man, man, met geen woorden te beschrijven, zo verschrikkelijk stinken!
Heel voorzichtig heb ik de machine opgetild en naar buiten gedragen, om ze daar op het terras op haar zijkant verder te laten liggen uitwalmen. Daarbij viel pardoes het klepje aan de onderkant eraf, en eerlijk gezegd: veel meer schade dan een enigszins gesmolten, antiek ogend kleine 'relais'-ding zag ik niet... (Na enig opzoekwerk blijkt dit de 'overbruggingscondensator' te heten.)
Met alle deuren en vensters wagenwijd open duurde het toch nog een hele tijd voor de rook en de stank uit m'n huis verdwenen. Terwijl ik -letterlijk en figuurlijk- weer op adem kwam, realiseerde ik me dat we vermoedelijk ternauwernood aan veel erger ontsnapt zijn. Als ik de stekker van de naaimachine éérst in het stopcontact gestoken had vooraleer op m'n duizend gemakjes naaigaren te gaan uitzoeken, ver weg in de achterste kamer van 't appartement, dan zou ik het geknetter niet gehoord en de rook niet terstond opgemerkt hebben. Mogelijk was dan, lang voor ik goed en wel kon ingrijpen, de houten tafel beginnen smeulen, met, wie weet, want dat gaat razendsnel, een uitslaande brand als gevolg. Ik moet er niet aan denken!... 
Dat heb ik dus altijd, hé: heel koelbloedig en doelgericht handelen in tijden van nood, en achteraf pas bibberende benen en koud zweet. Maar 'k heb er in dit geval toch niet te lang bij stilgestaan en er al helemaal niet van wakker gelegen. Na enig opzoekwerk op het internet naar wat een nieuwe naaimachine tegenwoordig moet kosten, is er besloten dit 25 jaar oude gerief samen met m'n andere, 'reserve', 'voor zwaar werk' Pfaff naaimachine -minstens 50 jaar jong en in loodzwaar gietijzer, maar loopt nog steeds als een trein- eens binnen te doen voor 'groot onderhoud' bij de Naaimachine-Kliniek hier in Deurne. De buurvrouw is ondertussen -uiteraard- verwittigd dat het inkorten van haar rok dan toch een heel stuk langer zal duren dan de verwachtte 10 minuutjes, en mijn jurkjes blijven voorlopig ook nog wel eventjes veel te lang... Maar i
n 't beste geval heb ik dan misschien binnenkort voor de zeer betaalbare kostprijs van onderhoud en mogelijke wisselstukken terug 2 perfect snorrende naaimachines. En lukt dat niet -of beginnen ze er niet eens meer aan, dat valt nog af te wachten- dan kan ik me nog altijd een nieuwe aanschaffen. De kostprijs voor een ietwat degelijke naaimachine zal dan stellig een behoorlijke aanslag op mijn portemonnee zijn, maar, geef toe: da's nog altijd niks vergeleken bij het moeten herstellen en herinrichten van een half verkoold huis, hé... Zoals ik al zei: bijna, maar gelúkkig net niet. Oef! ;-)

P.S. Ondertussen bracht ik, met de hulp van vriendin Betty en haar auto, beide naaimachines naar de Kliniek, en er is bijzonder goede hoop dat ze binnen de kortste keren, en opnieuw voor zeer vele jaren, weer vrolijk zoemend dienst zullen doen. ♥

Naaimachinemiserie



woensdag 18 augustus 2021

De terugblikjes.

Op vrijdag 6 maart 2015 verscheen mijn allereerste, toen nog bijzonder korte blogje: '3, 2, 1, START!' Zoals daarin te lezen staat, komt mijn blog voort uit de vele piepkleine tekstjes met leuke anekdotes uit mijn dagelijkse belevenissen, die ik af en toe op Facebook postte.
Regelmatig krijg ik via de 'herinneringen' van Facebook deze minischrijfsels weer onder ogen en telkens weer bezorgen ze me minstens een brede glimlach.
Maar, die piepkleine tekstjes verschijnen slechts heel even, om dan meteen weer te verdwijnen, nog nauwelijks of zelfs helemaal niet meer terug te vinden in de gigantische uitgestrektheid van het wereldwijde internet. Ik besloot er een paar voor mezelf te kopiëren, om bij te houden en te koesteren. En ondertussen is dat een mooie collectie aan het worden. Een collectie fijne glimlachjes, een plezierige verzameling 'terugblikjes'.
En, waarom zou ik die voor mezelf houden? Glimlachjes deel ik immers erg graag... 
Vanaf nu mag je je dus af en toe verwachten aan een voorlopertje van de blogjes. Geregeld zal er een miniatuurverhaaltje verschijnen tussen mijn meer -hum- uitgebreide 'epistels'.
En hierbij krijg je van mij meteen het eerste terugblikje! Veel leesplezier! ;-)

De terugblikjes.










Terugblikje
16 maart 2012

“Nee, aan zo’n oud scharminkel, daar veranderen wij niks meer aan. Koop maar een nieuwe.” Hard en definitief antwoord van het ongeïnteresseerde fietsenmakersknechtje in het atelier dat ik al een eeuwigheid trouw ben. Mijn hoop, ooit weer vrij en vrolijk, en vooral pijnvrij te kunnen rondpeddelen op m’n eigen rijwiel, werd zonder veel omhaal aan diggelen gesmeten. 
20 minuten later, 2 straatjes voorbij mijn eigen adres, stond ik in een voor mij volledig onbekende fietswinkel. Met amper twee woordjes uitleg begreep de sympathieke mevrouw achter de toonbank welke aanpassingen er nodig zijn, en showde meteen alle mogelijkheden. "Fluitje van een cent", zei ze. En vervolgens verontschuldigde ze zich uitvoerig dat de nodige onderdelen ‘pas’ woensdag binnenkwamen… Ik had haar bijna omver geknuffeld van geluk! 
De bestelling neerschrijvend deelde ze nog even warm mee “dat het nogal logisch was dat zo’n geliefde tweewieler met al 25 jaar trouwe dienst nog lange tijd m’n metgezel moest kunnen zijn, mits die paar veranderingen”. Ik ben, even blij als het kleine meisje dat lang geleden die fiets kado kreeg, de winkel uit gehuppeld. 
Nog heeeeel even en ik bol weer gezwind door de straten op m’n eigen vertrouwde stalen ros!

Terugblikje 16 maart 2012


zaterdag 14 augustus 2021

Kralenweelde.

Mijn fascinatie voor kralen begon al heel erg lang geleden. In mijn jeugd ging er geen verjaardag, sinterklaas of kerst voorbij zonder minstens één nieuw pakje, flesje of doosje van die blinkende kleinoden, in die tijd vooral zo van die minuscule priegeldingen in redelijk basic kleurtjes. Daarmee reeg en weefde ik menig juweel in zowat elk mogelijk model en kleurencombinatie. Ik draag trouwens vandaag de dag nog steeds een heel aantal creaties van mezelf van pakweg een 40-tal jaar geleden. En dat creatieve gefrutsel met kralen is eigenlijk nooit opgehouden...
Door de jaren heen groeide de collectie kralen alleen maar aan. Overal waar er al eens koopjes te doen zijn, kocht ik kralen. Hoe bijzonderder het model of de kleur, hoe gretiger ze me maakten. In alle mogelijke vormen, kleuren en maten, nog totaal geen idee wat ik er er ooit eens mee zou maken, allemaal belandden ze in mijn steeds toenemende verzameling. Gewoon omdat ik ze mooi vond, en omdat het zo fijn is ze in je handen te houden en als ware schatten te bewonderen. Ook kapotte halssnoeren en afdankertjes, van bijvoorbeeld mijn moeder of grootmoeder, hield ik bij. Zelfs verloren sieraardjes, gevonden op straat of op het strand, kregen een plaatsje tussen al het moois.
Het spreekt voor zich dat de collectie door de jaren groeide en groeide. En behalve dat ik er, toen ik een dikke 7 jaar geleden zou gaan verhuizen, eens zeer uitgebreid orde in schiep -met zo van die handige vakjesdozen, die ook voor spijkers en moeren of klein naaigerief verkocht worden- gebeurde er niets of toch niet veel meer mee. O ja, het was ronduit ge-wél-dig om alles op kleur en soort in die prachtige, overzichtelijke nieuwe sorteerkoffertjes te leggen, en te zien liggen. Zoals het ook ronduit zalig was om absoluut élke kraal bewonderend en koesterend even vast te nemen. Zeker weten. Maar inspiratie om er daadwerkelijk eens iets mee te maken, die kwam er verrassend genoeg niet uit voort. Jammer eigenlijk, want ik ben, zoals u vermoedelijk al wel gemerkt hebt, bijzonder dol op m’n eigen blinkerkes, mijn niet meer te tellen hoeveelheid oorbellen en vaak extravagante halssnoeren. Buitenkomen zonder die extra 'versiering' voelt altijd een beetje als ‘niet volledig aangekleed’, een beetje bloot zelfs. 
Alles verhuisde, bijzonder keurig en overzichtelijk geordend en gesorteerd, mee naar m’n nieuwe adres en kreeg een plaatsje in de speciaal daarvoor gereserveerde ‘kralenkast’. Ja, zoveel is het dus: het heeft een volledige, uitsluitende daaraan gewijde kast nodig… Maar, behalve voor een snel piepklein herstellingske van een sluiting of een haakje bleef de collectie onaangeroerd. Vreemd eigenlijk...
Tot het voorjaar van 2019. In een vlaag van overmoed, niks beters te doen, goesting en nieuwsgierigheid laadde ik heel die kast leeg en stalde ik alles breed en overdadig op de grote eetkamertafel uit. Indrukwekkend! En terwijl m’n vingers koesterend en gretig in de vele bakjes graaiden, herontdekten mijn ogen die fenomenale overvloed aan hoofdzakelijk vergeten schatten. En toen... Toen sloeg werkelijk ónmiddellijk de creativiteit in alle hevigheid toe. M’n handen waren eigenlijk niet snel genoeg om de enorme ideeënstroom die op gang kwam bij te houden en de unieke, net bedachte kralencombinaties alvast bij elkaar te leggen, in afwachting van assemblage. Alsof tientallen jaren inspiratie in 1 grote explosie uit me barstte. Urenlang reeg en her-reeg ik. De ene na de andere bijzondere fraaie -al zeg ik het zelf- collier kreeg vorm. Meters zilverdraad liet zich gewillig in haakjes en oogjes plooien voor de nodige -hoe kan het ook anders?!- bijpassende oorbellen. Ik kon maar niet loslaten om te gaan slapen en deed bijna volledige nachtjes door. 'k Vergat te eten, hield af en toe zelfs m'n plas veel te lang op en ging zwaar over m'n grenzen wat betreft m'n nek en rug... Zo totaal gefocust en bijna als bezeten gedreven creëerde ik. Absoluut alles wat ik ooit nog eens voor mezelf wou maken of toch nog ontbreken vond in mijn al zo enorme persoonlijke juwelencollectie, het ontstond daar en dan, aan m'n grote houten tafel.
Even plots als deze aanval van scheppingskracht begon, hield hij ook weer op: er was niets meer dat ik me nog kon wensen. "Wow, nu heb ik zeker en vast meer dan genoeg 'versiering' voor de rest van mijn leven", bedacht ik me de fenomenale hoeveelheid nieuw fraais overschouwend. "Maar, wat nu met al die kralen die ik qua kleur of vorm helemaal niks voor mezelf vind?..."
Tja, behalve een occasionele herstelling voor vrienden of familie van één of ander geliefd doch gesneuveld juweel maakte ik in het verleden af en toe wel eens iets op bestelling voor iemand die iets aparts wou of de juiste kleur bij een bepaalde outfit niet in de winkel vond. Misschien was het een goed idee om al te beginnen creëren voor wensen die nog niet concreet geformuleerd waren... 
Onmiddellijk bruiste de inspiratie weer in mij. Zonder de beperking van wat ik zelf graag zag qua kleur en vorm waren de creatieve mogelijkheden met al die mooie kralen pas écht eindeloos! En weer konden m'n handen de vernieuwde inspiratiestroom amper bijhouden. Binnen de kortste keren stond ik een brede waaier aan halssnoeren, armbanden en oorbellen te bewonderen die -voor het eerst in m'n leven eigenlijk- eens niét voor mezelf bedoeld waren, maar iemand anders extra mooi en gelukkig zouden kunnen maken. 
Om die theorie uit te testen, kon ik geen beter moment dan m'n eigen kerstconcerten bedenken. Dat jaar waren vrienden en fans niet alleen in de mogelijkheid zich mijn boeken en wenskaartjes, en cd's van de muzikanten, aan te schaffen; er stond een heus kraampje met alle sieraden die ik tegen die tijd geproduceerd kreeg. Netjes uitgestald en enthousiast gepromoot door lieve vriendin Lena werden mijn handwerkjes nieuwsgierig en nauwkeurig bekeken en gekeurd. En... o wat fijn, ook gretig gekocht! Heeeeeerlijk! Echt, amai!...
Extra fijn gevolg van het een beetje openbaar maken van mijn creatieve frulwerk was, dat kennissen me plots overstelpten met allerlei kralen en oude of kapotte fantasiejuwelen die bij hen al jaren in de kast stof lagen te verzamelen. 
Heel voorzichtig begon ik te denken dat dit wel eens een extra inkomen zou kunnen worden. Zo'n kraampje kon natuurlijk ook op een kunstmarktje, of tussen de stalletjes bij een festival. Af en toe een plekje op een rommelmarkt hoorde eveneens tot de mogelijkheden. Zelfs zo'n soort 'home party', zoals de gekende Tupperware-avonden, waarbij er wat vriendinnen en kennissen bij een kopje koffie en wat lekkers gezellig komen kiezen en keuren, passen en kopen, leek me leuk om eens te organiseren. Met al die interessante en plezante ideetjes in m'n achterhoofd breidde ik heel langzaamaan, m'n enthousiasme zo goed mogelijk in de hand houdend, uit. Mijn strakke metalen wasrekje, dat tot op dat moment dienstgedaan had als 'driedelig rek met etages' voor alle reeds gefabriceerde halssnoeren, volstond al lang niet meer om de groeiende collectie te huisvesten, dus kocht ik, tweedehands, ter vervanging, een set van 3 grote kledingrekken op wieltjes. (Eéntje daarvan begint ondertussen trouwens ook al overvol te geraken...) Natuurlijk moesten er ook speciale rekjes voor de oorbellen komen, en houders voor de armbanden. En enkele bustes om eens iets uitzonderlijk fraai op bijzonder mooie manier te kunnen etaleren mochten eveneens niet ontbreken, vond ik. De verschillende tweedehands sites, waarop ik naar die dingen zocht -en waar ik ze ook vond- bleken ook de ideale plek om grote ladingen kralen en/of afgedankte juwelen op de kop te tikken. Vaak van mensen die, na zelf jarenlang creatief met sieraden bezig te zijn geweest, hun volledige voorraad in één enkel pakket -kralen, draad, gereedschap, boeken, half afgewerkte juweeltjes, noem maar op, gewoon álles tezamen- voor een uitzonderlijk goede prijs met veel plezier aan mij verkochten. Op die manier bevinden er zich nu in mijn collectie pas écht speciallekes en ware schatten! En mijn inspiratie en goesting om te creëren vierden zo mogelijk nog méér hoogtij natuurlijk...
En toen, toen sloeg het coronavirus toe. Ik fabriceerde ondertussen, op m'n gemakje genietend van het geprul, een uurtje hier, een uurtje daar, meer dan genoeg om een klein winkeltje te vullen, maar... er was dus plots geen enkele mogelijkheid meer om al dat moois aan de man -allé, misschien eerder aan de vrouw, hé, alhoewel...- te brengen. Geen kunstmarktjes meer, ook geen rommelmarkten natuurlijk, festivalletjes allemaal afgelast, zelfs geen concerten meer, ook niet in eigen beheer en met extreem strikte maatregelen. En een huiskamer vol bezoekers was uiteraard al helemaal uit den boze...
Omdat het ondertussen toch wel een erg fijne gewoonte werd, besteed ik nog steeds menig uurtje aan kralengefrutsel, maar het tempo en de elan liggen duidelijk een stuk lager dan anderhalf jaar geleden. Ik verblijdde de voorbije zoveel maanden wel enkele, voor totaal iets anders bij me op bezoek zijnde, buurvrouwen met een paar dingetjes. Hun oog viel dan per ongeluk op wat leuks dat, net af, op dat moment te bewonderen op m'n tafel lag. En ik herstelde of hermaakte wat gekoesterde oude juwelen voor enkele vriendinnen; maar verder lag het hele juwelenplannetje volledig op z'n gat.
"Ge kunt misschien een webwinkeltje beginnen", opperde één van de vriendinnen. Maar dat zou betekenen dat ik echt een 'zaak' start en ondernemer word, met bedrijfsregistratie, boekhouding, btw-toestanden... en daardoor vermoedelijk ook met -voor mijn gevoel toch- 'astronomisch hoge' prijzen zou moeten gaan werken, puur om alles betaald te krijgen en de zaak drijvende te houden. Eerlijk gezegd, zie ik mezelf daar dus nog niet zo snel mee beginnen. Een 'reparatie-shop' zou eventueel ook nog kunnen, want met geliefde doch kapotte fantasiejuwelen kan je voor herstelling zowat nergens terecht. Sowieso al zeker niet bij een 'echte' juwelier. Blijkbaar wordt er bij kapotte fantasiejuwelen automatisch 'weggooien en nieuw kopen' verwacht... Tenzij je zo'n gezellig prutsende enthousiasteling als mezelf kent uiteraard. Maar hoe begin je aan zo een herstellingsdienst dan? En valt zoiets niet ook onder 'bedrijf'?... Lastig allemaal, wreed lastig.
Och, wie weet wat de toekomst nog allemaal brengt. Ondertussen kan ik er natuurlijk altijd eens een blogje over schrijven, hé! Bij wijze van sluikreklame. Af en toe een klein beetje met jezelf uitpakken, dat moet al eens kunnen... Dus bij deze: heb je een herstellingske, wil je iets laten her- of vermaken, zoek je wat leuks en 'costum made' bij een outfit of gelegenheid, of wil je gewoon eens gezellig in mijn 'voorraad' komen neuzen: ge weet me te vinden, hé. ;-)



maandag 2 augustus 2021

Vlaamse leeuwin.

Soms loopt een verhaal al eens vertraging op, maar daarom is het zeker niet minder leuk om alsnog verteld te worden, én gelezen... ;-)

Volgens mijn identiteitskaart ben ik officieel Belg. En daar ben ik eigenlijk best wel blij mee. Ja, ik weet het, we zeggen dikwijls genoeg dat België een apenland is, een zakdoekgrote natie met een veel te duur koningshuis, minstens een regering of 3, 4 teveel, en zakkenvullende leiders die allang de voeling met de werkelijke noden van het volk, de gewone mens, kwijtgespeeld zijn... Maar, het blijft een feit dat we nog steeds -dat kan je toch echt niet ontkennen- in een 'welvaartsstaat' leven, met alles erop en eraan. Niettegenstaande de kloof tussen arm en rijk ook hier aan zeer hoog tempo groter wordt -iets wat ik met behoorlijk wat bezorgdheid en ongerustheid steeds vaker vaststel-, genieten de meesten onder ons nog steeds van alle mogelijke fantastische voorzieningen en, indien nodig, van de meest uiteenlopende vangnetten. Ja, perfectie is het zeker en vast niet, volledig akkoord, maar kijk even rond in de wereld, en dan besef je meteen da't hier écht nog niet zo slecht is. Ik zelf, bijvoorbeeld, zou een ontzettend grote sukkelaar zijn -als ik er überhaupt nog wás- zonder onze prima georganiseerde gezondheidszorg, de toegankelijkheid van ziekenhuizen en zoveel mogelijkheden op geneeskundig vlak. En al is 't zeker gene vetpot, hoeveel erger zou het op financieel vlak met me gaan zonder mijn vaste, maandelijkse uitkering als 'werkonbekwame' mens. En dat geweldige appartement van mij, dat had ik me nooit van m'n leven kunnen veroorloven zonder de hulp van het Sociaal Woningfonds...
En zeker bij uitzonderlijke momenten, positieve of negatieve, voelen we ons als Belg ook allemaal verbonden. Denk maar eens even aan het voetbal! Of zoveel meer op dit moment: de massale hulpacties groot en klein bij die verschrikkelijk dramatische overstromingen. 
En de gouden medaille van Nina Derwael op de Olympische Spelen! Op zulke momenten maakt het plots totaal niet meer uit wat je moedertaal is, waar je oorspronkelijk vandaan komt, en of je arm of rijk bent. Dan zijn we plots, heel simpel, allemaal Belg. En dat vind ik erg mooi. Daar hoor ik graag bij.
Maar, het moet gezegd, behalve Belg ben ik ook Vlaming. En dat vind ik toch ook wel erg mooi om te kunnen zeggen. En om te kunnen voelen. Nee, niet dat ik zo'n vlaggen-zwaaiende, IJzertoren-bedevaart-gaande, barricaden-bestormende flamingant bent. Dat nu ook weer niet. Helemaal niet zelfs. Maar Vlaanderen, het platte land met z'n weiden en velden, met z'n heel verscheidene kustlijn, met de eeuwenoude steden en het roemrijke verleden... Het heeft wel wat om daar deel van uit te maken. Het vult me echt wel met enige fierheid. Niet dat ik daar continu mee bezig ben, hoor. Meestal ben ik gewoon 'mens', met positieve en negatieve kantjes, met aangename en minder fijne dagen, zoals iedereen; bezig m'n leven op elk vlak zo goed mogelijk in te vullen en te leven, ook zoals iedereen.
Maar zo af en toe komt dat 'Vlaming-zijn' toch weer eens een keertje wat sterker naar voren. Zoals dit jaar op 11 juli, de 'Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap', of zoals we het nog steeds simpelweg en naar oude gewoonte noemen: de Vlaamse feestdag!
Al meer dan 2 jaar geleden werd ik geboekt door het Davidsfonds van Kapellen om bij hun grootse en uitgebreide jaarlijkse festiviteiten ter ere van die feestdag de plechtige hoogmis te komen opluisteren, uiteraard -ha ja!- begeleid door mijn favoriete organist Peter Maus. De uitbraak van het coronavirus deed die planning echter in het water vallen. Geen feestelijkheden toegestaan, en als gevolg ook geen speciale optredens dus. Onze boeking schoof, op hoop van zege, een jaartje op. 
Dit jaar was het opnieuw in spanning afwachten of het optreden op deze 11 juli wel zou mogen doorgaan. Mits een heel aantal voorwaarden kwam er uiteindelijk toch toestemming, doch alleen voor de eredienst in de kerk, en met een maximum van 150 aanwezigen op correcte afstand van elkaar en met mondmaskers op. Geen receptie, geen bal, geen enkel ander feestelijk extraatje.  Dat was wel een beetje jammer voor Peter en mezelf, want niets is zo fijn, als na een geslaagd optreden gezellig wat te kunnen drinken en na te praten, met elkaar en zeker ook met de aanwezige fans, vrienden, familie enz. Maar niet getreurd: we waren al lang wreed gelukkig dat we nog eens, letterlijk en figuurlijk, alle registers mochten open trekken! 
Uiteraard brachten we -wat had je anders verwacht!?- een volledig Vlaams programma: Nederlandstalig én van uitsluitend Vlaams toondichters. We openden met 'Vlaanderen' van Renaat Veremans, het welgekende nummer met de 'weiden als wiegende zeeën'. Veel Vlaamscher dan dat zal het niet snel worden, denk ik. Zeker eenmaal Peter het nummer in een voor mij zoveel meer geschikte toonaard speelde -een pak hoger dus-, voelde ik m'n Vlaamse fierheid als vanzelf zwellen tot ongekende hoogten. 'Hoe schoon de morgendauw' van Mortelmans is een geweldig pareltje. Ik kende dat al langer en het heeft altijd een mooi plekje in m'n hart gehad, maar nu ook Peter er verliefd op is, zullen we dat vast nog wel eens op het programma zetten. Het andere lied van Lodewijk Mortelmans, dat we als tussenzang ten gehore brachten, 'Als de ziele luistert...', gebruikten we samen al eerder in enkele concertmissen. Het is en blijft een zeer mooi en ingetogen werk, met een paar lastige passages, zowel voor de organist als de zangeres, maar het moet klinken alsof het de doodgewoonste zaak van de wereld is. En... we hebben het -alweer- prima neergezet! Het 'Gebed voor het Vaderland' van Gaston Feremans is een speciaaltje. De tekst gaat over de 'oude Nederlanden' en wordt dus ook vaak in Nederland gezongen. Meestal door mannenkoren en zelden of nooit meer dan alleen de eerste strofe. Maar de boodschap is nog even hedendaags als toen het gedicht geschreven werd: 'Laat ons niet ondergaan in haat, in broedertwist en schande'... Eén nummer zong ik niet in het Nederlands. We hebben de zogezegde 'Vlaamse vertaling' wel even bekeken, maar die werkte qua taalgebruik zodanig op onze beider lachspieren, dat het vermoedelijk nooit goed gekomen was met de live uitvoering ervan. Het 'Ave Maria' van Peter Benoit is trouwens meer dan prachtig genoeg en zeer graag gehoord door ons publiek, zelfs uitgevoerd tijdens de kerstconcerten, in het Latijn. 'Lente - Avond', gecomponeerd door Arthur Meulemans, was nieuw voor ons allebei. Ook een absoluut juweeltje, maar persoonlijk was ik er niet echt gerust in dat het foutloos zou gaan. Met die perfecte ondersteuning van een uitstekende begeleider moest ik me daarover echter niet druk maken: alle noten waren er en ze waren juist. Ik denk dat het nummer alleen nog wat 'schwung' miste, het vanzelfsprekende van iets dat door de jaren 'eigen' werd, iets waarmee je als muzikant al helemaal vergroeid bent. Volgens mij hóórt een doorsnee luisteraar dat niet, maar ik denk wel dat je dat eventueel kan voélen... Het spreekt voor zich dat ik ontzettend genoot van álle uitgevoerde werken, maar als ik er ééntje moest uitkiezen als mijn favoriet van de dag, dan was dat ' 'k En hoore u nog niet' van Jos Ryelandt. Dat staat al sinds het conservatorium op mijn repertoire, maar ik zong het nog niet eerder begeleid door orgel. En geloof me, Peter heeft écht een extra dimensie aan dit nummer voor me toegevoegd! De blâren aan de bomen, de storm en de wind, al het getsjilp en gekwetter van de vogels, hij haalde het allemaal op virtuoze en indrukwekkende wijze uit de orgelpijpen. Helemaal niet zo makkelijk, hoor, als je weet dat die begeleiding eigenlijk voor piano geschreven werd! Tot slot -dat kon uiteráárd zeker niet ontbreken- mocht Peter letterlijk álle registers van z'n orgel opentrekken voor de 'Vlaamse Leeuw'. Vooraf had het bestuur van het Davidsfonds grappend gezegd: "En niet in úwen toonaard, hé, Kristina! De mensen moeten wel allemaal kunnen meezingen, hoor!..." Dus zong ik gezellig mee vanuit mijne kelder en kon daardoor prima luisteren of er ook daadwerkelijk flink en met Vlaamse fierheid meegekweeld werd. Heel eerlijk? 'k Had er meer van verwacht! Meer brullende en bulderende leeuwen. Meer 'klinkt het niet dan botst het maar' zingen met ballen aan het lijf. Meer onstuitbare juichende feestvreugde... Maar misschien vergiste ik me, en waren mijn verwachtingen meer ter grootte van een massabijeenkomst ergens ten velde, en niet echt reëel en passend voor een kerk met een honderdtal gelovigen...  
Och, dat is allemaal niet zo belangrijk. Wat boven alles telt, is dat we weer eens ongelofelijk genoten! Last minute zenuwaanvallen terzijde was het onbeschrijfelijk fijn om eindelijk nog eens écht voluit te kunnen zingen, alsof ik plots weer adem kon halen. En ik moet er geen tekeningetje bij maken, denk ik, dat het feit dat de enige echte Peter Maus achter de klavieren van het orgel zat en alweer op meesterlijke wijze zijn kunnen met ons deelde, de vreugde en het genot alleen maar nóg veel groter maakte. Het uitgebreide dankwoord van de voorgangster en het luide applaus van de aanwezigen bevestigden dat het ook hen deugd gedaan had.
De afwezigen hadden, zoals gewoonlijk, weer eens ongelijk. Ja, ik wist zelf ook maar enkele dagen vooraf dat ook ik mensen mocht uitnodigen voor deze feestmis, en misschien heeft het daar wel aan gelegen, wie weet. De enige, ietwat valse noot voor mij (niet ván mij, hé!...) die dag, was de absolute en volledige afwezigheid van m'n zo vertrouwde, vaste optredenbezoekers, 'zij die er altijd bij zijn', m'n 'fanclub', als je ze liever zo noemt. Het kunnen delen van zoveel moois met mensen die ik graag zie, maakt het geluk voor mij alleen maar groter, en dat heb ik dus toch wel een beetje gemist, moet ik eerlijk bekennen. Maar, -en misschien behoren die ondertussen eigenlijk ook al een beetje bij de fanclub- daardoor heb ik wél dubbel en dik genoten van de aanwezigheid van Peters sympathieke schoonmoeder, z'n immer enthousiaste echtgenote Dolores en, mét stevige oorbescherming op z'n kleine hoofdje tegen zoveel muzikale decibels, hun 4 maanden oude zoontje, Lennie. Het was trouwens meteen de eerste keer dat ik dat super schattige nieuwe Mausje in levende lijve mocht bewonderen! Joepie!
Veel sneller, o zóveel sneller dan gewoonlijk na zulk een stevig optreden zat ik weer thuis in m'n eigen knusse sofa, het gefluit van de vele vogels in de tuin door het open venster en zwaar ruziënde mensen ergens in de andere kant van het gebouw. In de stilte en rust van mijn woonkamer was het nog nauwelijks te geloven dat ik even daarvoor prachtig, majestueus werk van grote Vlaamse toondichters ten beste stond te geven met de kracht en fierheid van een echte Vlaamse leeuwin... Op m'n schoot en naast me rekten Poekie en Pompon, m'n twee katers, zich nog eens lekker lang uit en nestelden zich, uiterst tevreden luid ronkend, zo dicht mogelijk tegen me aan. "Tja, die leeuw in mij mag weer voor een tijdje op stal dus...", bedacht ik me berustend doch eveneens lichtjes geamuseerd, "Voorlopig ben ik opnieuw gewoon 'mens'. En, uiteraard, inwonend bedienend personeel/persoonlijke sofa van die twee 'huiskamertijgers'. Niet echt plaats voor 'leeuwen' hier..." ;-)

Vlaamse leeuwin.