vrijdag 30 juli 2021

De vrolijke vuilniszakvuller.

Omdat ik er door de ligging van mijn appartement het meeste last van heb, en mij bovendien een stevige dosis verantwoordelijkheidszin eigen is, deed ik de syndicus van ons flatgebouw het voorstel om, volledig op vrijwillige basis, de officiële afvalopruimer van onze tuin te worden. Een voorstel dat bijzonder enthousiast onthaald werd, aangezien de sympathieke man zelden of nooit eens een positief telefoontje van een bewoner krijgt. Meestal gaan gesprekken met hem over 'rechten' en slechts hoogst uitzonderlijk over 'plichten', waaronder ik zelf simpelweg vooral 'zorg dragen voor je woon- en leefruimte', 'een goede huisvader (of -moeder) zijn' versta. Mijn voor hem bijzonder gulle voorstel werd dan ook maar wat graag aangenomen. Er was nog een tijdje discussie in de raad van eigenaars of ik voor dat klusje al dan niet een sleutel ter ontsluiting van één van de glazen deuren die toegang tot de tuin geven, maar na lang gepalaber is die er nu toch gekomen. Ik heb dus voor mijn regelmatig opruimtoerke vrije toegang tot de tot nu toe 'verboden' groenvoorziening bij ons flatgebouw.
Op die manier trok ik enkele weken geleden voor het eerst ten strijde tegen de verloedering van mijn eigen uitzicht door omlaag gevallen rommel. Gewapend met een grote vuilniszak, m'n meest versleten ouwe tuinhandschoenen en de handige grijpstok, resterend hulpmateriaal van mijn rug- en nekoperaties, stond ik even enkele minuten wat overweldigd in die toch wel grootse en weidse ruimte. "Hoe gaan we dat hier aanpakken? Waar zal ik in 's hemelsnaam eens beginnen?!" 
Omdat de wind redelijk vrij spel heeft aan de andere kant van het gebouw, dan die waar mijn appartement zich bevind, er daar ook zoveel minder beplanting staat en er zodoende minder vuilnis blijft liggen, leek me dat een goede startplaats. Het eerste wat ik in de vuilniszak dropte, was één of andere gele vod, die al zodanig lang op de kasseien lag, dat ze er bijna mee versmolten bleek. In de voegen tussen de stenen lagen behalve ontelbare sigarettenpeuken nog wat verdwaalde snoeppapiertjes, maar dat was het. Voor die o zo royaal uitgestrooide rokersrestanten zal ik nog eens een speciaal opraap- of opprikwerktuig moeten uitvinden, denk ik, want aan stuk voor stuk oprapen, daar is écht geen beginnen aan... Tenzij ze op een hoopje ergens in een hoekje of gaatje bij elkaar gewaaid en daardoor makkelijk bijeen te grabbelen, liet ik de peuken dus voorlopig -"even uw streven naar perfectie loslaten, Kristina!"- liggen waar ze lagen.
In het gazon vond ik een heel stel kartonnen rolletjes, te klein voor toiletpapier, fout formaat voor plakband... Geen idee waarvoor ze ooit dienden dus, maar, vergezeld van een leeg en verfrommelt sigarettenpakje verdwenen ze sowieso gezwind in de vuilzak. 
Half onder de eerste lage bosjes op mijn opruimwandeling verschenen de lege blikjes, kroonkurken in alle mogelijke kleuren, ondefinieerbare plastieken verpakkingen en... een handvol gebruikte wattenstaafjes! "Ha ja!", dacht ik bijzonder laconiek bij mezelf, "Ge gaat natúúrlijk speciaal op uw terras staan om uw oren uit te kuisen, en flikkert dan uiteráárd het gebruikte stokje 'netjes' over de balustrade, want uwe vuilbak is toch zooooooo ver weg en met die oorstokjes ook veeeeel te snel vol!..." Tssss.
Allerlei soorten kleine stukken verbouwingsafval, grote en kleine petflessen, snoep-, chips- en koekverpakkingen in de meest uiteenlopende vormen, kleuren en talen, in diverse stadia van vergaan en meestal bevolkt door een hele kolonies huisjesslakken (ik zou er gerust een kleine kwekerij mee kunnen beginnen), belegde-broodjes-verpakkingen, ontelbare wasknijpers, ook in verschillende materialen, kleuren en vormgeving, lege half verscheurde plastieken en papieren zakjes en zakken, kartonnen bekers van ijscrème en drankjes, massa's al dan niet half verteerde papieren zakdoekjes en stukken keukenrolpapier, rubberen sluitingskes en elastiekjes, kapotte haaraccessoires, nog stevig plakkerige doch uitgekauwde kauwgom, onderdelen van kapot speelgoed, en de restanten van een knalgroene stukgevallen keerborstel en een blauw vuilnisblik. Het verdween allemaal van tussen het groen en de kasseien in m'n grote zwarte vuilniszak. Om heel eerlijk te zijn: al bij al vond ik het allemaal wreed goed meevallen, qua 'vuiligheid'. Gebruikte condooms en volle pampers, bijvoorbeeld, om maar iets te noemen, had ik een heel stuk viezer gevonden.... (Hopelijk breng ik hiermee nu niemand op ideetjes tegen mijn volgende opruimsessie... Ai, ai, ai...)
Volgens mij oefent er op de één of andere etage ook iemand voor 't speerwerpen bij de komende Olympische Spelen, want behoorlijk ver van het gebouw staken her en der lange smalle, naar omlaag gemikte latten in de bosjes, nog half rechtop. Die dingen pasten niet in de zak en moeten dan maar eens mee naar 't containerpark of zo. Die nog perfecte blauwe ruitenwisser -een 'aftrekkerke', zoals wij in 't Antwerpse zeggen- heb ik voor hergebruik aan de conciërge gegeven. En het grappige kleine sinaasappel-oranje-gummy-botsballeke hield ik voor mezelf, om er de poezen mee te amuseren. Meest bijzonder vondst van die eerste, slechts iets meer dan een uur durende (als je gestructureerd te werk gaat...) opruimactie, tussen de grotere kasseien onder een vervaarlijk hellende dennenboom vlak naast de vijver: een volledig gesloopte, met nog nauwelijks aan elkaar hangende onderdelen, peperdure I-phone... De hele historie daarachter zullen we vermoedelijk nooit te weten komen, denk ik.
Bij mijn volgende toertje lag er opvallend minder vuilnis. Ik was, langzamerhand tot mijn eigen grote verbazing eigenlijk, ook niet meer opgeschrikt geweest tijdens het televisie kijken met open venster, door keihard neerknallend blikjes en dergelijke. 't Terras lag met regelmaat nog steeds vol sigarettenpeuken, maar dat was het zo ongeveer wel. Werkelijk verbazingwekkend als het was, 'k kon er alleen maar tevreden over zijn, en deze opraapacte verliep dus bijzonder vlot. Tot ik de hoek van het gebouw om ging... 'k Weet niet waaraan het ligt, maar blijkbaar zwieren ze hun afval dus plots niet meer over de balustrade van de diverse terrassen. Ze flikkeren het tegenwoordig 'doodgewoon' uit hun vensters aan de zijkant van 't gebouw!... Alsof er een klein festival plaatsgevonden had, daar vlak naast mijn slaapkamermuur, of een totaal uit de hand gelopen picknick! Lieve hemel, wat een rotzooi! En omdat het struikgewas daar behoorlijk dicht is en de klimop meer dan kniehoog, is het opruimen van al die afval als vanzelfsprekend zoveel lastiger dan in de redelijk open en netjes in vorm geknipte tuin... Hartelijk bedankt, mijn beste medebewoners. Ik zal de, speciaal voor dit deel van het klusje, hoognodig aan te schaffen taillehoge visserslaarzen in rekening brengen, hoor. Zucht.
Ondertussen kan je me dus geregeld met een klein vuilniszakje in de hand, want die reuzegrote is niet meer nodig door de regelmaat van opruimen, op het gazon, tussen de enkel-verstuikende kasseien en in het dichte struikgewas terugvinden.
Heel af en toe is er wel eens een speciale interventie nodig. Zoals die dag toen iemand een totaal verdroogde, doch behoorlijk uit de kluiten gewassen kamerplant naar beneden zwierde. Dat moet nogal een knal geweest zijn, want de potgrond en hydrokorrels lagen tot op de terrassen van de eerste verdieping!... Gelukkig smeet men de (sier)pot niet mee, anders was de schade vermoedelijk écht niet te overzien geweest. Gewapend met grove keerborstel, handborstel en blik heeft het me toch bijna een uur gekost om alles bij elkaar en opgeveegd te krijgen... En al die tijd denk je bij jezelf "Wie komt er in 's hemelsnaam op het idee?... Plant kapot? Hup, overboord ermee!" Echt te zot voor woorden.
'k Zie het niet graag gebeuren, maar ik haast me toch ook weer niet om het te gaan oprapen: mensen blíjven, ondanks algemeen verbod, al dan niet volledig beschimmeld, oud brood, en soms ook ander ongewenst eetwaar, naar beneden werpen. "Voor de vogeltjes", klinkt het dan meestal als je er iets van zegt. Ja, inderdaad, die reusachtige, wreed luidruchtige zeemeeuwen, die vallen, als je 't niet te nauw neemt, ook onder de noemer 'vogeltjes', ja... Pffft.
En tot slot, iets dat ik absoluut en met klem wéiger op te rapen, is stront. Vorige week keek ik vanachter mijn bureautje en laptop even ter ontspanning van m'n ogen de tuin in en zag net op dat moment een kerel vanachter het struikgewas verschijnen. Ter hoogte van de rand van de dichte klimopbegroeiing stak hij z'n broek af, er vermoedelijk vanuit gaande dat er daar niemand hem kon zien, om vervolgens even een stevige drol te draaien. Dat er af en toe, vooral in de zomer, al eens een manspersoon tegen de één of andere boom staat te wateren, dat kende ik al, maar dit, dit vond ik er toch serieus over. Toen hij klaar was, trok hij 'doodgewoon' z'n broek weer op en verdween terug achter de bosjes. 'k Ben blij da'k die zijne was ni moet doen, geloof me! En ik denk da'k serieus betaald wil worden, mocht ik die 'donatie' aan de tuin moeten opruimen!... Laat ons voorlopig het hele voorval maar onder 'bemesting' klasseren, hé, en hopen dat 't geen gewoonte wordt hier... Hopelijk hebben de tuinmannen, die -het wil weer lukken natuurlijk- juist de dag vlak na dit 'incident' uitgebreid onderhoudswerk aan mijn geweldige groene uitzicht kwamen leveren, er niet per ongeluk in getrapt, of nog zoveel erger: in gegrépen hebben, ocharme...
Ja, 't voelt goed om tegenwoordig een vrolijke vuilniszakkenvuller te zijn en op die manier als vrijwilliger een minuscuul, onooglijk piepklein beetje mee te werken aan een schonere wereld. Alhoewel, om heel eerlijk te zijn, echt 100% vrijwilliger ben ik eigenlijk niet meer: die handvol bij elkaar gevonden koperen muntjes, met een totaalwaarde van 28 eurocent, die heb ik, afgewassen en ontsmet, zonder blikken of blozen aan mezelf uitbetaald. ;-)






Geen opmerkingen:

Een reactie posten