Het begon allemaal heel erg lang geleden, toen ik als ukkiepukkie op het strand in Cadzand m'n eerste schelpjes in een emmertje deed. Schelpjes rapen op het strand is een specifieke bezigheid, een soort fase zeg maar, die de meeste mensen vanzelf ontgroeien -allé, dat vermoed ik toch- maar bij mij is dat dus nooit over gegaan, in tegendeel zelfs.
Het zoveelste emmertje vol ondefinieerbaar spul maakte plaats voor glazen bokalen met al wat meer uitgezochte exemplaren, en nog eens zoveel later werden de gekoesterde vondsten netjes geklasseerd, met zelfs naamkaartjes erbij, op watten en keukenpapier in platte kartonnen deksels en dozen, die op hun beurt allemaal een uitgemeten plekje kregen in een daar speciaal voor aangekochte grote houten koffer, mijn schelpenschatkist. Tenminste, dat geldt vooral voor de kleinere soorten, want de echt grote en zeker de unieke schelpen, die hebben altijd al uitgestald gestaan. Uiteraard om alle dagen hun schoonheid te bewonderen maar ook om ze wat makkelijker af en toe nog eens koesterend in de hand te kunnen nemen. Heel behoedzaam worden ze steeds netjes afgestoft en regelmatig, zeker als er iets nieuws bij komt, etaleer ik alles nog eens op een andere manier op de hoge ladenkast in m'n slaapkamer.
Ja, je kan echt wel zeggen dat ik ontzettend van schelpen hou. En al heb ik wel m'n favorieten natuurlijk, die liefde gaat uit naar echt àlle soorten. De plattere, in o zo veel vormen en maten, die altijd met z'n tweeën met een soort scharnier een huisje vormen, maar ook de vele diverse 'gedraaide', die van de slak- en kreeftachtigen. De halfgeknotte, de rechtsgestreepte, de zwakgeribde, de geknobbelde, de gedoornde... ik vind ze allemaal even fraai. De ruwe ribbels van sommigen, de grillige uitsteeksels van anderen, de elegante krullen, de eindeloze windingen, de sensuele gladde rondingen, het zacht glanzende paarlemoer, de decoratieve patronen, strepen en vlekken, de verrassende kleuren... De fantasie, creativiteit en vindingrijkheid van Moeder Natuur is werkelijk fenomenaal. En ik, ik vind het prachtig. Soms verwonder ik me gewoon alleen al over hoe ontzettend groot schelpen wel kunnen zijn, of hoe ietsiepietsie pietepeuterig prullerig klein... En zelfs hun namen zijn meestal geweldig leuk. Wenteltrapjes, zaagjes, nonnetjes, slijkgapers, kokkels, messchedes, tepelhorens, muiltjes, paardenzadels, pelikaansvoeten, boormossels, alikruiken... Alles samen maakt het die collectie schelpen tot een kostbare schat voor mij, met altijd weer reden tot bewondering en verwondering. Kijken, voelen, herontdekken, opzoeken... uren lang kan ik van die verzameling van genieten.
Door de jaren breidde de collectie stilletjes aan behoorlijk uit. Sowieso kom ik van elk bezocht strand wel weer met iets leuks, en uiteraard zelf van het zand opgepikt, in m'n zakken thuis. Maar de meest uitzonderlijke en zeker die prachtige exotische schelpen, de soorten die je ab-so-luut niet aan de Belgische of Nederlandse kust zult tegenkomen, of 't zou in een souvenirwinkeltje moeten zijn, die schitterende schoonheden vind ik -soms voelt het meer als 'red ik'- vooral in tweedehandswinkels en op rommelmarkten. En ondertussen weten de meeste van m'n goede vrienden ook van het bestaan van mijn verzameling, dus geregeld komt er nog wel eens iets, al dan niet 'van op vakantie', mijn richting uit. Super tof!
Op die manier hangt er trouwens aan de meeste van mijn zeejuweeltjes een klein verhaaltje vast: de al dan niet spannende of grappige story van hun herkomst. En dat maakt de verzameling als vanzelfsprekend extra leuk. De allergrootste schelp die ik bezit bijvoorbeeld, die diende oorspronkelijk, lang geleden, ergens in de jaren 70, als een soort plantenschaal. Zo heb ik ze ook gekregen: met plantjes er in. Een ander fraai en bijzonder gekoesterd kleinnood, een wondermooie zeeoor, lag vroeger bij grootva en grootmoe op het dressoir, en heel af en toe mochten wij als kind die, uitermate voorzichtig, op het angstvallige af, eens tegen ons oor houden om de zee te horen. Die hele stapel grote donkerbruine ultra platte en hoogglanzend schelpen kreeg ik van een toenmalige jonge vriend van m'n ouders omdat hij per ongeluk op één van m'n allermooiste exemplaren was gaan zitten, met alle gevolgen van dien. Enkele hele speciale zullen me voor altijd aan Roger herinneren, omdat hij er, totaal ongegeneerd -tot mijn grote gêne-, zeer ernstig en met vuur zwaar op af dong op één of andere rommelmarkt, en ik ze aldus voor een prikje te pakken kreeg. Allé, ik kan zo nog lang blijven vertellen, hoor, zoveel plezante herinneringen en associaties...
Afgelopen maandagavond, vlak voor de voorstelling van de opera Turandot die we in Kinepolis zouden gaan beluisteren en bekijken, stak vriend Jef me met een geamuseerde glimlach een klein geschenkje toe. In de stevige witte papieren servet zaten 2 grote wulkenschelpen gedraaid. "O, wauw" zei ik blij, en vervolgde met enig ongeloof omdat ik zelf op die uitgestrekte, bijzonder gladde stranden bij zijn appartement nooit iets interessants schelp-achtig zag liggen: "Heb je die in Oostende op het strand gevonden?!" "Maar nee, gij", antwoordde hij een beetje gespeeld laconiek, "dat was m'n avondeten gisteren!" En ik kwam bijna niet meer bij van 't lachen!...
Maar 'k heb het geweten, hoor, dat ze 'vers' van gisteren waren...
Stinken! STINKEN!!! Dat het geen naam heeft! Nooit eerder meegemaakt. Weerzinwekkend afschuwelijk, zo een stank. Zelfs de poezen, die, gelokt door het ongekende nieuwe 'aroma', uiteraard meteen op m'n tas af stormden, vielen zo ongeveer ter plaatse van hunne sus! Kokend water, een javelbad, straf ontsmettingsmiddel, schrobben met tandpasta (schelpen-schoonmaak-tip van één of andere natuursite), kletsnat gespoten met Fébrèse... het mocht voorlopig allemaal niet baten. Als laatste redmiddel heb ik nu de natuur zelf ingeschakeld: de schelpen liggen in de aarde van een bloembak op het terras. Zo kunnen de kleine kriebelkrabbelknabbelkruipbeestjes en de andere buiten-elementen op 't gemakje hun opruimende en reinigende werk uitvoeren.
En als die twee keurig gekrulde slakkenhuizen over een tijdje eindelijk als 'schone' schelpen de collectie mogen komen vervoegen, kan ik, tussen alle andere herkomstverhaaltjes door, met gepaste dramatiek en binnenpretjes vermelden: "En die twee, die werden door Jef opgegeten!!!"😄
Geen opmerkingen:
Een reactie posten