Het ene verhaal schrijft zich al wat makkelijker dan het andere, en soms duurt het dan ook wat langer om het te verwoorden... Daarom neem ik jullie in dit geval graag even mee, terug in de tijd, naar dinsdag 1 mei, twee weken geleden.
Met de grote auto, achterbank plat, boordevol zakken en dozen met prachtige nieuwe planten in allerlei vormen en maten, met en zonder bloemen, voor zowel binnen als buiten; een behoorlijke hoeveelheid extra bloempotten en -bakken; grote stijlvolle 'Engelse' hangmanden ter vervanging van die totaal verduurde witte plastieken hangpotjes; en op de koop toe nog wat bijkomende klimrekken voor bijvoorbeeld die vele clematissoorten, reden mijn beste vriendin Ingrid en ik meer dan tevreden en voldaan terug naar huis. Voor mijn doen had ik afschuwelijk veel geld uitgegeven, maar gelukkig kwam het grootste deel van dat bedrag van Ecocheques die anders half juni toch maar zouden vervallen. En niet alles in de wagen moest z'n weg naar mijn terras vinden, Ingrid had zich namelijk ook een beetje laten gaan, enthousiast als ze was over de ontdekking van dat voor haar tot nu toe totaal onbekend reusachtige tuincentrum.
We hadden een uitzonderlijk gezellige voormiddag gehad, zo met z'n tweetjes, met -uiteraard- oeverloos gebabbel, ongegeneerd gelach en zalig ongezouten meningen, en toch... toch hing er een dubbel gevoel voor mij over heen. Tuuuurlijk vind ik het ronduit zálig om nog eens zo een enorme vracht groen te kopen. Daar moet je absoluut niet aan twijfelen, amai nog ni, daar geniet ik áltijd van. Maar dat deze levende lading ter vervanging van al dat gekoesterde doch afgelopen winter doodgevroren moois moest dienen... 't Blijft toch een beetje bitterzoet...
Maar niet alleen dat woog op me door, ook het intens beleven van die super fijne vriendschap maakte me emotioneel. Niet om Ingrid, en ook niet die fijne voormiddag, doch om wat ik zou gaan doen die namiddag...
Vele jaren geleden, toen ik in het EWT-theater nog een veel geziene gast was, leerde ik daar Swakke kennen: een soort enorme knuffelbeer met een fenomenale snor en altijd onmetelijk enthousiast mij te zien en eens goed tegen zijn gilet te kunnen trekken. Zijn echtgenote Erna, die er natuurlijk ook altijd bij was, bleef dan wat op de achtergrond staan en liet hem maar doen. Er zat immers geen greintje kwaad in, in de Swa, en ze kende hem door en door.
Die alles overdonderende geestdrift van Swakke heeft er echter voor gezorgd dat het lang, veel te lang eigenlijk, geduurd heeft voor Erna en ik elkaar ook wat leerden kennen. Vier jaar geleden werden we 'vrienden' op Facebook, en een dik jaar geleden bracht mijn eerste boek ons in levende lijve samen, want uiteraard moest en zou Swa die eerste uitgave van mij ook bezitten, en zij kwam het kleinood bij me ophalen omdat Swakkes gezondheid toen nogal kwakkelde. Er volgden nog wat heel meer bezoekjes o.a. toen ik kon helpen met een tegenspartelende laptop. En vooral met het terugvinden en veilig stellen van de vele, door haar verloren gewaande foto's van al haar o zo geliefde poezen maakte ik haar bijzonder gelukkig. En zo ontstond bij menige gezellige namiddag met een lekkere tas koffie en uiteraard een brede waaier aan poezenverhalen een zeer gewaardeerde fijne vriendschap.
Onze gesprekken gingen evenwel niet altijd over vrolijke dingen. Erna vertelde me ook over haar bijzonder moedige strijd met kanker, over de grote en kleine overwinningen en spijtig genoeg ook over de nederlagen. Maar wat er ook met haar gebeurde, volgens mij ontmoette ik nooit eerder iemand die zó optimistisch en zó positief met de dingen des levens om ging. Daar kon zelfs ik nog een lesje van leren, echt waar, ongelofelijk sterk.
In december stuurde ze me, naast nieuwjaarswensen, een bericht i.v.m. m'n tweede boek. Of ik het voor haar opzij wou houden, ze zou het in januari komen oppikken. Pas begin februari, bij m'n verjaardag, kwam er weer een bericht. Met wensen natuurlijk, maar ook met de boodschap dat men met chemo gestopt was omdat het niet aansloeg deze keer. Er werd overgestapt op een heel pak pillen voor elke dag. En -ja, ik weet hoe gek dit klinkt- ik maakte mij daar geen zorgen over, helemaal niet. Tijdens onze laatste ontmoeting in persoon, in november, en ook nu weer, sprak ze over haar ziek zijn met zulk een buitengewoon positivisme en een zodanige levenslust en levenskracht, dat absoluut niets, maar dan ook niéts in mij ook maar één seconde bedacht dat we het hier mogelijk over een levensbedreigende situatie hadden, over wellicht het begin van het einde... Ik vind dat nog altijd ontzettend vreemd. Alsof mijn geest nooit de werkelijke diepgang van heel het verhaal registreerde, maar simpelweg -en ergens misschien ook tegen beter weten in- een zijsprong gemaakt had, naar een andere wereld, eentje zonder ziekte of pijn, en al helemaal zonder dood. Hoe het ook zij, het is 'slechts' onomstotelijk bewijs van Erna's grenzeloze, alles overwinnende optimisme en onmetelijk positieve uitstraling.
En toen bleef het stil. Er gingen een paar maanden voorbij, het boek lag hier nog steeds, en op mijn berichtjes kwam geen antwoord meer. En ja, achteraf is het makkelijk gezegd van 'had ik maar', maar als je zelf een leger aan demonen bevecht gaat tijd ongezien voorbij en sta je soms, spijtig genoeg, niet stil bij die volledige afwezigheid van elk teken van leven...
Op zondag 29 april ging de telefoon. Annie, al vele decennia lang de allerbeste vriendin van Erna, en via het EWT en Facebook ook een kennis van mij, nam contact met me op in opdracht van Swakke. Of z'n boek er nog was en hoe dat eens tot bij hem zou geraken... En nog voor ik me kon bedenken hoe vreemd dit wel was, vertelde ze me er naadloos achteraan -en veel uitgebreider dan wat ik nu neerschrijf, doch ik vat het even voor u samen- dat Erna de week daarvoor thuis viel, waarna de ambulance haar naar de spoed bracht, en dat het van dat moment zo snel bergaf met haar ging dat ze die dag -die zondag waarop ik Annie sprak dus- reeds naar de palliatieve afdeling overgebracht was. M'n brein, dat tot op dat moment nog steeds als op automatische piloot op 'alles oké en onder controle' draaide, moest plots een enorme inhaalbeweging maken, en nog voor ik het goed en wel zelf besefte, had ik op Annie's plan om Erna te gaan bezoeken heel beslist gezegd "Ik ga met je mee!".
En zo trokken Annie en ik dus die dinsdagnamiddag 1 mei, na die ochtend uitgebreid planten-shoppen met Ingrid, als elkaars emotionele ondersteuning richting ziekenhuis, om afscheid te nemen van onze lieve vriendin. En het boek voor Swa ging ook mee.
In de verrassend gezellige kamer vonden we een totaal uitgeput lichaam terug, mager en letterlijk doodmoe van de voortdurende strijd, zo goed als volledig overgenomen door de woekerende boosaardige cellen, maar door de totale afwezigheid van gelijk welk medische apparaat -niet één draad, slangetje of 'blieb' te bekennen, zelfs geen piepklein baxtertje of zo- zag het er toch allemaal heel vredig uit, en 't belangrijkste van al... het was nog steeds onze Erna! Ze kon helemaal niet meer praten, doch zodra ze ons zag klaarde meteen heel haar gezicht op en haar nog steeds twinkelende ogen maakten ons haar blijdschap meer dan duidelijk. Volgens mij deed ons dat allebei even zuchten van opluchting, mij en Annie. Onze Erna, ze was er nog steeds!
We hebben over van alles en niets gepraat, en met Swakke honderd-en-één herinneringen opgehaald. Erna ging tussen de korte momenten van bewust aanwezig zijn heen en weer naar een heel ver dromenland en ondertussen werd er in de kamer geweend en gelachen. "Ik ga een blogje over jou schrijven" beloofde ik haar met een guitige lach en haar ogen keken me speels streng aan met een blik van "Seg, dat kunt ge laten, hoor, zot model! Wat valt er nu in godsnaam over mij te schrijven?!", terwijl Swakke alvast dolenthousiast het boek waarin dat verhaal zou verschijnen bestelde... Tja, nog even geduld dan, want dat zal dus pas in boek nummer 5 zijn, vrees ik.
Geen idee hoe lang we bij Erna en Swa op bezoek geweest zijn, daar in de palliatieve afdeling, maar na afloop waren zowel Annie als ik hoogdringend aan koffie of zo iets toe, Annie vermoedelijk nog een stuk meer dan ik. Hoe zou je zelf zijn als het om jouw allerbeste vriendin ging? Daar had ik, heel die gezellige voormiddag met Ingrid, ook al over lopen nadenken. Mensen die belangrijk voor je zijn, je moet ze echt koesteren, elke dag, zelfs elke minuut van je leven, en elkaar opzoeken, samen dingen doen, en ze vooral vertellen dat je ze graag ziet... want voor je het weet zijn ze er niet meer.
Nog lang zaten Annie en ik over de dingen des levens na te praten in het verder totaal lege cafetaria. Heel blij dat ik er ook voor haar kon en mocht zijn, heeft die babbel en het feit dat we dit samen deelden mij misschien nog zoveel meer deugd gedaan.
Afgelopen dinsdag 8 mei, exact een week na ons bezoek, ontving ik rond 15u30 op mijn gsm een heel eenvoudig berichtje: "Ons meisje is niet meer. Overleden om 15u." Meer hoefde er ook niet gezegd. Met haar geliefde echtgenoot en zoon bij zich in de kamer had ze, volledig onopgemerkt, in alle rust en vrede, eenvoudig zoals ze was, heel stilletjes het tijdelijke voor het eeuwig gewisseld.
Morgennamiddag nemen we officieel afscheid van Erna. En nee, ik hoef niets te zingen, Swakke vind het allemaal zo al triest genoeg.
Voor mijn gevoel nemen we slechts afscheid van het omhulsel waarin we Erna altijd gekend hebben, en waarvan de aanwezigheid en de aanraking uiteraard gemist zal worden. De herinnering aan Erna zullen we echter voor altijd koesteren en ik prijs me oprecht gelukkig dat ik, hoe ontzettend kort het ook was, haar mocht kennen, als die hele lieve vrouw met een bijzondere dosis optimisme en een onuitputtelijke levensvreugde, iemand om als voorbeeld nog lang in m'n hart mee te dragen.
Ik heb dan ook bewust geen 'afscheid' van haar genomen. Toen ik me bij het einde van ons bezoek over Erna boog om haar nog een dikke zoen en zachte knuffel te geven, zei ik met een warme hart en een innige glimlach: "Tot ziens, lieve Erna!" En haar ogen lachten me stralend terug: "Afgesproken!" 💜
Geen opmerkingen:
Een reactie posten