vrijdag 13 april 2018

Wintergevolgen.

Ze zeggen niet voor niets dat je moet oppassen wat je wenst, daar heb ik nog maar eens duidelijk het bewijs van gezien. De afgelopen zoveel jaren kon je me elke lente, zwaar in strijd met de ene na de andere vraatzuchtige insectenplaag op m'n geliefde terrasplanten, horen zuchten dat er toch écht nog eens een winter met een stevige portie vrieskou zou mogen komen... En die kwam er dus. Met alle gevolgen van dien. Ja, inderdaad: er is niet één bladluis te bespeuren op de prille blaadjes van de rozelaars... maar jammer genoeg zijn ook die blaadjes nog amper vertegenwoordigd op het terras. 
Als toegewijde tuinierder laat je je geliefde groenvoorziening natuurlijk niet aan z'n lot over als er een serieuze dip in de temperatuur zit aan te komen. Je gaat stevig aan de slag met meters bubbeltjesplastiek en ander isolerend en beschermend spul. En de afgelopen 15 jaar zijn die hoeveelheid materiaal en mijn inpaktechniek steeds meer dan voldoende geweest om alles heelhuids door de winterkou heen te loodsen. Veel van m'n planten verfraaiden al van m'n vorige terras m'n buitenleven en verhuisden zonder enig probleem mee naar de nieuwe stek, om alhier zonder noemenswaardige aanpassingsverschijnselen prima verder te groeien en bloeien. Ik was er dan ook redelijk gerust in. Onterecht, zoals spoedig zou blijken...
Het terras veranderde al snel in een ogenschijnlijk roerloos doch meedogenloos hard winterlandschap. Hard, steenhard, niet alleen figuurlijk, vooral ook letterlijk. Eén voor één, van klein naar groot, bevroren alle bloempotten op m'n buitenruimte tot grote solide blokken. Zelfs de potgrond op super beschutte plekjes, genesteld dicht tegen de relatief warme, amper geïsoleerde muur onder de ramen werd hard als beton. Het bevriezende vocht in de terracotta potjes deed de schilfers er van af springen, of de hele boel, als van 5 meter hoog naar beneden gesmeten, met een droge 'knets' uit elkaar barsten. De arme planten kreunden bijna letterlijk van de kou en zowat elke dag gaf er wel één de geest. Zelfs in de rangen van de ouwe-getrouwen, de meest taaie en robuuste groenvoorziening, vielen onvoorziene slachtoffers. Zowat alle bladeren en stengels boven de grond kon je voor je ogen zien wegkwijnen, tot er niks meer dan wat gruis van overbleef. En of er diep in de potgrond nog enige sprank van leven zou overschieten, dat viel nog angstig af te wachten...
Bij het keren van het weer en aangemoedigd door de stijgende temperaturen priemden er -hoera, hoera- overal op het hele terras voorzichtig de kopjes van de vele bloembollen door de harde grond heen. Narcissen, hyacinten, tulpen... ze deden allemaal hun best om de lente aan te kondigen. En omdat bevroren vaste planten nog wel eens volledig terug tot leven komen, vaak zelfs met nog extra groeikracht, als je ze redelijk kort terug knipt, deed ik hoopvol een toerke met m'n snoeischaar langs de zieltogende rozen, hibiscussen, clematissen en de camellia. Het zou goed komen, dat wist ik zeker!
De winter dacht er jammer genoeg anders over: er daalde een nieuwe vriesperiode over de reeds gedecimeerde terrasbeplanting neer, en deze maakte korte metten met alles wat er nog restte. De gekortwiekte stompjes van de verschillende struikgewassen bevroren des te sneller. De aller-, allerlaatste restjes tweejarigen en andere zachtbladigen vervlogen in een mum van tijd tot absoluut niets, als in lucht opgegaan. En al die vele beloftevolle bloembolknoppen, die zich zo moedig uit de donkere koude aarde omhoog hadden gewrikt? Zij verdroogden en verwelkten lang voor ze ook maar één seconde een glimp van hun schoonheid konden laten zien. Zelfs hun bollen vervroren tot moes.
Het brak m'n hart. Echt. Ik kreeg het zelfs eerst niet eens voor mekaar om alles op te ruimen. Maar verdrietig zitten kijken op een 20 vierkante meter vol vergane glorie, da's ook niks, dus gewapend met knipschaar en borstel verzamelde ik de resten van de dodelijke plantenslachtoffers van de voorbije -laat ons hopen- winter. Dikke pakken verdroogd loof en afgestorven takken, gruwelijk veel kapotte rozenstruiken, ontelbare verloren vaste planten en handenvol bloembollensmurrie... In totaal twee reuzegrote vuilniszakken vol winterschade haalde ik uit en van tussen m'n pottenovervloed. M'n arme nek en rug konden er niet mee lachen, dat geef ik je met plezier op een briefje...
Het terras ligt er nu weer netjes bij, ontdaan van alle ter ziele gegane materie. De clematissen schieten ondanks alles enthousiast omhoog. Je kan ze bijna zién groeien, zo snel. De drie overgebleven wat zielige klimrozen persen voorzichtig, nóg maar eens, een paar nieuwe blaadjes naar buiten, en ook op de hibiscusboompjes verschijnt behoedzaam het begin van groene knopjes. De helft van de potten staat er wat kaal bij, met op dit moment uitsluitend zand-zonder-plant, maar de rest bevat nog het wat slordig ogende, naar alle kanten uitstekende bloembollengroen. En dat mag gerust zo een tijdje blijven van mij. Voor de lentebloemenvreugde van volgend jaar, en zo staat er ondertussen toch nog iets, hé...
Vanochtend ontdekte ik drie knalrode tulpen, verborgen in een beschut bijna onzichtbaar hoekje van het terras. Elk ander jaar zouden die als knopje al lang door de bladluizen gulzig opgevreten zijn, maar nu de winter wat dat betreft een keertje prima z'n werk deed, geniet ik uitzonderlijk eens in optimale omstandigheden van hun frêle schoonheid. 
Ja, inderdaad, 'elk nadeel heeft zo zijn voordeel', dat zeggen ze ook. 
Ik laat het verdriet om het verlies van zoveel geliefde planten achter me -ik kan ze toch niet terug tot leven wekken- en verheug me op het uitzoeken en aanplanten van nieuw en misschien sterker of beter gepast groen. Winkelbudget is er eigenlijk absoluut niet, maar gelukkig blijk ik nog in het bezit van een mooi bedragje Ecocheques, toch alvast genoeg voor minstens een dozijn stevige vaste groenblijvers. En er is ook nog die lieve grote-auto-bezittende vriendin Ingrid, die met mij eens bijzonder uitgebreid en super gezellig een dagje wil gaan plantenshoppen. De nodige kleurrijke éénjarigen zal ik de komende maanden links en rechts wel meepakken bij 't boodschappen doen. Er zijn altijd koopjes, als je een beetje uitkijkt. Ondertussen vul ik nu, tegelijkertijd ongeduldig de dagen aftellend en alvast boordevol vreugde over wat nog komen gaat, menig uur aan m'n bureautje met online vaste-plantjes-kijken-en-kiezen. Het weloverwogen verlanglijstje wordt langzaam maar zeker langer. En heel wijs besloot ik inmiddels ook dat sommige soorten niet voor mijn terras weggelegd zijn, zoals die o zo geliefde rozen. Al moet het tóch nog eens gezegd: last van vraatzuchtige insecten zouden ze dit jaar écht niet gehad hebben... hihihi
Goh, misschien was m'n halve wens voor een stevige winter dan toch niet zo misplaatst. Af en toe is het goed om eens los te laten en te herbeginnen, hé. Ik krijg nu in iedere geval de fantastische kans -en ál die vele geweldige bijbehorende genoegens- om, met nog betere kennis ter zake, mijn eigen zeer geliefde groene strookje zo mogelijk nóg fraaier -en hopelijk dit maal meteen ook winter-en-ander-natuurgeweld-bestendig- opnieuw in te richten. En, ondanks m'n protesterende onwillige lijf, betekent dat voor mij eigenlijk alleen maar 'feest'. Ja, misschien moet je oppassen wat je wenst, maar wat er ook gebeurd: gelukkig heeft elk nadeel ook zijn voordeel, hé, groene-vingers- en bloemenvoordeel in mijn geval. 😉💗🌸




Geen opmerkingen:

Een reactie posten