Al de hele dag tracht ik vruchteloos m'n al twee dagen over tijd zijnde kerstblog af te werken. Maar het gaat me niet. 't Ontbreekt me aan focus. Rechts achter me borrelt en bruist de waterfilter van het aquarium. In m'n ooghoek zie ik de speelse weerkaatsing van licht op bewegend water. Geluiden en beelden die ik onlosmakelijk associeer met mijn goudvis. En uit jarenlange gewoonte kijk ik met regelmaat opzij om even iets tegen m'n vis te zeggen... Maar de bak is leeg. M'n zo stralend en blinkend oranje maatje ligt, helemaal dof geworden en in ongepast feestelijke kerstservetjes gewikkeld, in een gesloten plastieken doosje op het aanrecht in de keuken te wachten op z'n begrafenis.
Toen ik gisteren in de vroege namiddag thuiskwam na het zingen van een kerstviering hing hij, zijdelings in een u-vorm gebogen, boven in z'n glazen waterhuis wanhopig te flappen, al z'n schubben rechtop als wou hij een dennenappel imiteren. De expert van de dierenwinkel kon, tot ook zijn verdriet, slechts vertellen dat mijn vis met 99% zekerheid een ingewanden-aanvretende bacteriële infectie had en dat hij die onmogelijk kon overleven. Vermoedelijk woekerde die infectie al een paar weken in hem, maar omdat mijn goudvis altijd al een ontzettend kalme, zeer bedaard zwemmende of rustig rondhangende waterbewoner was viel het me -tot mijn ontzettend grote spijt- niet op dat hij ergens mee zat... tot het al veel te laat was om er nog iets aan te kunnen of proberen verhelpen.
Vanmiddag is hij na een toch nog lastige doodsstrijd, stil in het water liggend op z'n zij, ondersteund door mijn hand en begeleid door mijn stem, gestorven. En noem me nu gerust een sentimentele dwaas of een overgevoelig getikt geval, -dat mag, het maakt me echt niets uit, denk er van wat je wil- ik heb er sinds gisteren al serieus wat tranen over gelaten, over dit zo plotse afscheid.
'Zeg, komaan, het is máár een vis, hé!' is al snel de reactie als je zoiets verteld. Maar misschien kan je het beter begrijpen als je weet dat die ene goudvis al 14 jaar op z'n gemakje als een vaste waarde door de dagen van mijn leven zwemt. Da's verdorie zelfs dubbel zoveel tijd als de jaren van de langste relatie die ik in dit leven met een mens had telde, bedacht ik me daarnet... Niet echt 'zomaar' een vis dus, maar een volwaardig huisdier, een waarachtig lid van mijn ietwat bizarre gezinsgezelschap.
Van dat korte geheugen bij goudvissen is trouwens absoluut niets waar: hij kende mij zoals ik hem kende. Er zat een zekere regelmaat in het voeren, in het poetsen van z'n leefruimte en dergelijke interacties, kortom in het leven hier zo tussen mens en vis, en die routines kende hij verdraaid goed! En als hij iets nodig had wist hij exact hoe mijn aandacht te trekken. Elke morgen weer deden we elkaar een goeiendagske. Dan zag je de herkenning in z'n blinkend zwarte oogjes en een soort vreugde om me te zien. De hele dag volgde hij me in al m'n doen en laten, en als ik 's avonds aan de computer, dus vlak naast hem zat zag je meneer vis geïnteresseerd meekijken. En dat verzin ik niet, hoor.
Zelfs met de poezen was er een soort relatie, iets meer met Poekie dan met Pompon, maar dat ligt aan hún zeer verschillende karakters. Poekie lag -en echt waar: los van elk soort jachtinstinct- maar wat graag in z'n zachte mand naast het aquarium met z'n neus tegen het glas naar de elegante bewegingen van ons onderwaterkameraadje te kijken en dan kwam Vissie-vis -zo noemde ik hem- gezellig langst hem heen en weer zwemmen, nieuwsgierig oogcontact makend. Van schuchterheid of angst geen spoor.
'Goh', zeiden de mensen in de dierenwinkel, 'als hij al minstens 14 jaar is, dan heb je hem wel geweldig goed verzorgd, hoor! De meeste vissen worden niet zo oud!' Misschien is dat wel zo, maar het neemt m'n schuldgevoel niet weg. Onrechtstreeks heb ik immers zelf mijn vinnige ventje de dood in gejaagd, met al die 'goede zorgen' van me...
Door jarenlang stilletjes te groeien -uiteraard, da's nogal logisch- was m'n goudvis z'n vertrouwd simpele bak eigenlijk al een tijdje echt wel te klein geworden. En daar ik voor alle levende wezens waarvoor ik de verantwoordelijkheid op me nam de allerbeste levensomstandigheden tracht te verzien, kocht ik mijn vergulde zwemmerke afgelopen oktober een zoveel ruimer en voor het eerst volwaardig aquarium met alles er op en er aan. En natuurlijk meteen ook een volledige set nieuwe 'meubelen' om al die ruimte wat gezellig aan te kleden. Namaakstronken en -takken, plantjes, extra stenen... de hele reutemeteut! Gezellig, boeiend en knus voor hem om in te leven, en gezellig, boeiend en mooi voor mij en de poezen om naar te kijken!
En nu blijkt dat er, ondanks alle voorzorgsmaatregelen -alles op voorhand goed afspoelen, eindeloos waterkwaliteit checken en langzaam mixen, positieve elementen in de biofilter ruim de tijd geven om in gang te schieten, enz.- zich dus toch nog ergens een levensbedreigende bacterie heeft kunnen nestelen. En die heeft zich vermoedelijk van dag één op z'n nieuwe gastheer, mijn goudvis, gestort... Zo is mijn 'zorg-dragen-voor' en die daaruit volgende verhuis van z'n vertrouwde studiootje naar een volwaardig glazen huis mijn Vissie-vis dus fataal geworden.
En ja, hij was zeker al 14 jaar oud, maar een gelukkige, goed verzorgde goudvis kan makkelijk 20 tot 30 jaar leven, dus zonder die onvoorziene vreselijke aquariumgast had hij absoluut nog veel langer gezellig naast me kunnen verder zwemmen...
Vissie-vis was misschien maar een doodgewone goudvis, maar ik mis hem toch. Na zoveel tijd samen ben je echt wel aan die -zelfs zulke simpele- aanwezigheid gehecht. En ik besef echt wel dat niets op deze aarde voor eeuwig leeft, werkelijk niks of niemand, en daar boven op de kans zeer groot is dat je je lieve huisdieren overleefd... En toch, dat zo plotse hevige afzien en/of heengaan, daar wen je absoluut niet aan, hé. Met niets of met niemand...
Al zal ik m'n zo mooi goud-oranje Vissie-visje niet gauw vergeten, als het aquarium over twee, drie weken weer helemaal ontsmet en veilig zal zijn, na ettelijke biologische cycli met bacterie-vernietigende natuurlijke waterbehandelingen en dergelijke, dan komen er toch weer nieuwe fel oranje Vissie-visjes, een stuk of drie, dat staat al vast, want ik zou zulk vrolijk, dartel en vochtig gezelschap met z'n ontzettend hoog zen-gehalte veel te veel missen.
In afwachting van verwen ik gewoon met nog meer overtuiging Poekie en Pompon, die lieve snoezige katers van me, met extra veel knuffels en leuke spelletjes, en dan lukt het me zeker om weer helemaal rustig te worden en vrij van de tranenstromen bij dit kleine doch bijzonder aangrijpende huiselijke drama, en misschien eindelijk ook om die al zo laat zijnde kerstblog nog eens af te krijgen. Want daar mag ik wel mee opschieten, hé, of 't worden nog 'vijgen na Pásen'... ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten