maandag 31 december 2018

Het Kleurrijke Kerst-Miss voorwoord.

Elk jaar opnieuw schrijf ik een voorwoord, passend bij de titel van de kerstconcerten van dat jaar, voor in het programmaboekje. Een soort inspirerende tekst. Als vanzelfsprekend vol hoop en 'licht in de donkere dagen' en zo. Typisch kerst, absoluut, daar mag je zeker van zijn. Een kort schrijfsel dat ondanks de misschien wat zoete toon altijd geheel oprecht vanuit het diepste van m'n hart komt, en daardoor, volgens Roger, ongewild een opvallend hoog 'Phil Bosmans-gehalte' heeft... En daar zit ik niet mee. Integendeel zelfs.
"Eigenlijk is dat altijd een klein blogje op zichzelf", dacht ik vandaag, "en het bevat ook altijd mijn welgemeende kerstwensen. Waarom zou dat dan niet ook een plaatsje mogen krijgen tussen al m'n andere blogjes?!..."

Bij deze dus, en van ganser harte: het Kleurrijke Kerst-Miss voorwoord!


Bij een 'kleurrijke kerst' denk je misschien meteen aan die laatste nieuwe trend qua seizoensdecoratie: alles, absoluut álles mag weer. De bollen, slingers, strikken, sterren, lichtjes en alle andere prullaria moeten, als je tenminste helemaal mee wil zijn met de mode, niet meer perfect op elkaar afgestemd zijn in stijl en kleur. Nee, hoor, zoals heel lang geleden in mijn jeugd luidt het weer: lang leve de totaal uitzinnige knotsgekke bonte mengeling van de meest botsende felle kleuren. Hoe zotter, hoe liever, en hoe meer kitsch, hoe beter. Voor een beetje kitsch ben ik gewoonlijk wel te vinden, maar kerst kleurt voor mij persoonlijk toch nog steeds rood, met een vleugje wit en goud te zijn.
Maar toen wij, Roger en ik, onze concerten de titel 'kleurrijk' mee gaven, dachten we niet echt aan het kleurenpallet. Voor ons ligt het kleurrijke van kerst en de concerten in ons zowel in leeftijd als in afkomst en origine geweldig uiteenlopend publiek. Het zit ook in die jonge mensen van ons ballet, die, ondanks hun bijzonder uiteenlopende, stilaan volwassen levensweg, toch nog allemaal met verve hun eigen kleurrijk steentje komen bijdragen. En met onze gastvedette Kalifa bekennen we zelfs kleur in onze huid...
En het kleurrijke reikt nog veel verder dan onze kleine concertcirkel.
Kerstmis is een feest dat wereldwijd gevierd wordt, vaak los van elke vorm van geloof, als een soort herdenking van licht, hoop en liefde, door mensen uit de meest uiteenlopende culturen, arm of rijk, van alle ras en stand. En de manieren waarop heel deze verscheidenheid aan mensen verspreid over heel deze aardbol die speciale dag beleven, zijn al even ongelofelijk divers, en kleurrijk dus, als al deze mensen en culturen zelf. Kerstmis schept een onuitgesproken wereld-omvattende verbondenheid.
Zelfs het oorlogstumult wil wel eens even zwijgen...
Eigenlijk, zo bedacht ik me, eigenlijk zijn wij allemaal als schitterende en bijzonder kleurrijke ornamenten aan één hele grote boom, glitterend en sprankelend in de gloed van duizenden lichtjes en sterretjes.
En ik, het elke dag van het jaar letterlijk en figuurlijk immer kleurrijk madammeke, ik ben ontzettend dankbaar en gelukkig om vandaag te midden van dit alles voor u te mogen staan als uw hele eigen Kleurrijke Kerst-Miss!
Van ons allen -Roger, de muzikanten, het ballet en mezelf- fijne feestdagen gewenst, en alle goeds voor het komende nieuwe jaar!


vrijdag 14 december 2018

Vliegende blikjes.

Voor ik hier mijn eigen appartementje had, wist ik dat ook niet, hoor, maar blijkbaar mag je je, zo op het gelijkvloers van een 14 verdiepingen tellend gebouw wonend, geregeld aan neervallende dingen verwachten. Als je, zoals ik, met bijzonder veel respect voor je omgeving en de mensen om je heen opgevoed bent, dan riskeer je het zelfs niet -het komt absoluuuuut niet in je op- om wat dan ook 'zomaar' weg te gooien. Lege snoeppapiertjes of gebruikte zakdoekjes gaan terug in de handtas om thuis in de afvalzak te belanden, of worden netjes gedropt in de één of andere publieke vuilnisbak langs m'n pad. Geen haar op m'n hoofd dat er nog maar over zou denken om zomaar argeloos ergens iets in 't wilde weg te dumpen, hoe klein ook. En alle afval thuis, en vroeger ook waar ik werkte, wordt, en werd, bijzonder keurig gesorteerd en ordelijk aangeboden voor ophaling, op het juiste uur, op de juiste dag. Simpel. Daar sta ik zelf helemaaaal niet bij stil. Maar de afgelopen jaren mocht ik ervaren dat er toch wel erg veel mensen zijn die 'anders' in elkaar zitten... En dan wil ik het nu uitsluitend hebben over de gevolgen daarvan bij het 'onderaan een groot flatgebouw wonen'.
Het minste waar je je aan mag verwachten, is het stof uit lakens en dekens die enige verdiepingen hoger stevig uitgeklopt worden. Dat valt nog mee, tenzij al jouw vensters wagenwijd open staan om 'frisse' lucht binnen te halen... of je gezellig in de zon op jouw eigen terras zit, al dan niet met iets lekkers in je hand!... De met veel water en sop hun buitenruimte poetsende dames en heren veroorzaken systematisch een zondvloed, toch al zeker op het onderliggende terras. Elke algemene eigenaarsvergadering weer wordt er met aandrang gevraagd, bijna gesmeekt, om geen brandende sigarettenpeukjes het luchtruim in te sturen: menig zonnetent vertoont daardoor reeds brandgaten, en de kans dat er ooit op die manier eens iemands interieur in de fik vliegt is niet ondenkbaar...

Niet dat ik het zo exact bijgehouden heb sinds ik hier woon, maar de lijst naar-beneden-vallende spullen is lang, af en toe ronduit vreemd en daardoor soms ook bijzonder verrassend en grappig, soms zelfs ronduit hilarisch. Alhoewel... De eerste keer dat er een glazen fles voor m'n terras op de kasseien te pletter sloeg, begaf m'n hart het bijna van 't verschieten. En de bij stormwind in het midden van de nacht tegen de ruiten knallende kartonnen dozen zijn ook niet echt gezond voor je tikker.
Alleszins, zowel m'n terras als het stuk tuin daar vlak voor ligt bezaaid met sigarettenpeukjes. Ook dopjes en kroonkurken verzamelen zich stelselmatig tussen de stenen. Bij elke verbouwing, groot of klein, en op gelijk welke verdieping, regent het stukjes puin, schilfers verf en bezetting, splinters hout en zaagsel, spijkers, stopverf,... Je kan het zo gek niet bedenken, het komt naar beneden. Grote vlokken rondvliegend honden- en kattenhaar winden zich bijna systematisch, zeker in de zomer, om de takken van struiken en bomen, ook die van mijn terras. Met regelmaat flikkeren er ergens daarboven wasspelden in alle kleuren van de regenboog over de balustrade heen. Vraag me niet hoe dat kan, want ik zou het begot niet weten. Volgens mij hangen die normaal gezien toch vástgeknepen, niet dan?! Vaak dwarrelen er daarna -maar het kan ook totaal los daarvan- sokken, t-shirts, hemden, ondergoed, kinderkleding, handdoeken, wc-mattekes en dergelijke omlaag. Af en toe botst er ineens een bal voorbij. Of een aan stukken slaand speelgoedautootje. Papier (inclusief rekeninguittreksels, schoolrapporten, huiswerk en hoogst persoonlijke nota's), karton (van kleine stukjes tot complete 
metersgrote ijskastdozen) en stukjes verpakkingen allerhande (van eierdozen tot snoepwikkels, van melkkartons tot grote plaveien piepschuim) zijn schering en inslag. Al moet ik er eerlijkheidshalve wel bij vertellen dat in dit geval meestal geen medebewoner, maar wel die vaak zo zotte wind de schuldige van het sluikstorten is. Dit soort makkelijk te tillen zaken pikt hij in z'n wilde wervelvlagen om de gebouwen heen maar wat graag en zonder enige moeite links en rechts mee van één van de vele terrassen. Zoals hij ook verantwoordelijk is voor de sierlijk rondvliegende, eerst hoog opstijgende en even later vlak bij de grond aan het struikgewas in stukken flapperende plastieken boodschappentasjes. Lege petflessen geven een ongelofelijk indrukwekkende knal bij hun onzachte landing. De eerste keer dat ik dat meemaakte, plakte ik ongeveer tegen het plafond, zo schrikken was dat! Eén keer ijsbeerde er een panikerende dame voor m'n terras heen en weer. Haar verloofde mikte per ongeluk z'n dure verlovingsring over het balkon! Dat kostbare kleinood vonden we, tot hun uitzinnige vreugde, trouwens nog samen terug ook! Maar da's uitzonderlijk, hoor, dat iemand naar z'n spullen komt zoeken. Meestal blijkt niemand al 'het gevallene' te mankeren. Van het afval wil ik dat eventueel nog begrijpen -al gaat de onverschilligheid hierover er dan toch moeilijk bij mij in- maar mijn sokken of badmat zou ik persoonlijk toch wel missen, hoor...
Ja, ik ben ondertussen dus al wel wat gewend, wat neervallende spullen betreft, en het lijkt heel wat, nu ik alles van de afgelopen 4,5 jaar zo eens op een rijtje gezet heb. Maar wees gerust, het is hier écht geen stort, hoor, in tegendeel: de tuin ligt er zoals immer prachtig bij! En de mensen die hier wonen zijn écht geen asociale moedwillige ambetanteriken. Volgens mij is er hier vooral sprake van 'per ongelukjes', 'oepsies' en andere momentjes van onoplettendheid. En geloof me: ik blijf het een ongelofelijk fascinerend gegeven vinden, al die dingen die hier uit de lucht komen vallen! hahaha
Ik keek er dan ook niet echt van op toen er een paar maanden geleden op vrijdagavond, rond een uur of 10, een wit plastiek zakje met daarin een paar lege bierblikjes naar omlaag totterde, het struikgewas in. De maandagochtend daaropvolgend plukte onze conciërge het van z'n landingsplaats en alles was weer netjes. Waar ik wel bijzonder ging vinden, was dat dit vaste prik zou worden! Naar mate de weken verstreken viel het me op dat dit zo ongeveer élke vrijdag gebeurde! Elke vrijdag weer, steeds ergens tussen 22 en 23 uur valt er, 'plof', een wit zakje met lege bierblikjes ergens voor m'n terras neer. En elke maandag ruimt de plichtbewuste conciërge dat ook weer op. Een bizarre 'gewoonte'... Want, geef toe, da's geen 'per ongelukje' meer, hé! Da's vermoedelijk eerder puur gemakzucht en, al dan niet dronken, baldadigheid waar geen haan naar kraait. 
Afgelopen weekend waaide het verschrikkelijk hard. Het witte zakje met de platgedrukte blikjes kwam, net zoals de weken daarvoor, neerwaarts uit wie weet welk appartement en haakte zich vast in de kale takken van een grote struik. De hevige rukwinden scheurde het met gemak aan stukken en voor ik het goed en wel besefte lag ik een hele nacht lang te luisteren naar: "kletter de kletter de kletter" naar links, en "kletter de kletter de kletter" naar rechts. Het heldere metalen gerammel van de in het rond hotsende en botsende, net niet weer omhoog vliegende, lege bierblikjes op de kasseien. Heen en weer, en heen en weer, en dat de hele nacht lang. "Kletter de kletter de kletter". Heel even echt bijzonder grappig -absoluut!-, maar al snel om totaal onnozel van te worden!... 
Die ochtend, toen het net licht genoeg was en ik me met enige moeite in wat kleding gehesen had, verzette ik een beetje fanatiek wat van m'n grote potten op het terras en kroop nogal onhandig en onelegant, met m'n ouwe tuingalochen even aan m'n blote voeten in het oneindige -of zo leek het toch- bungelend, over het betonnen terrasmuurtje. Wat er overbleef van de aan flarden gescheurde witte plastieken zak belandde in mijn vuilnisbak en de zwaar gedeukte blikjes mochten samen met een ook nog gevonden lege water-petfles bij de rest in mijn blauwe PMD-zak. Klaar! En... stof voor een nieuw verhaal!
Er resten mij nu twee vragen. 1. Zou die persoon misschien geloven dat er hier in de tuin kaboutertjes wonen? Van die kleine mannetjes die 's nachts ongezien alles weer netjes maken?... En 2. 't Is vrijdagavond nu... Wat denk je? Komt er zo dadelijk weer een wit zakje omlaag vliegen? Of zou mijn opraap-actie de gewoontecirkel doorbroken hebben?... Spannend, hé! 😉