Het klokje onder de televisie wijst 1u45 aan. Voor de tweede nacht op rij zit ik suffend in de zetel en tracht m'n hoofd op de minst pijnlijke manier bovenop m'n nek te balanceren. Nog langer in m'n knusse warme bed blijven liggen was alweer geen optie meer. De afgeknelde zenuwen in m'n nek bezorgden me niet alleen nog maar eens stekende hoofdpijn; hoe ik ook draaide of keerde, welke houding ik ook bedacht of uitprobeerde, het gevoel van twee stevig aangedraaide bankvijzen, ééntje boven en ééntje onder m'n elleboog, in m'n rechterarm kreeg ik er ook dit keer niet mee gestild. Ondanks doodmoe en ontzettend slaperig zat er niks anders op dan me, dik met tegenzin, uit het comfortabele nest te wringen en m'n strafste pijnstiller op te snorren; om dan, gehuld in een troostend zacht dekentje en nog steeds op automatische piloot zoekend naar die éne hoofd-nek-rug-houding die mogelijk wat verlichting brengt, half indommelend, in het donker poezen knuffelend, af te wachten tot de medicatie tijdelijk net genoeg verlossing biedt. Och, ik ken het ondertussen al wel, hoor. Het gebeurt immers nog. Vooral als ik me weer eens met volle goesting -'álles geven!'- ergens in gestort heb. En het hoeft niet eens iets spectaculair te zijn. Ik ken op voorhand wat de gevolgen...
Officieel gaat het goed met m'n nek en rug. De neurochirurg noemt de problemen zelfs 'gestabiliseerd'. En dat zijn ze ook. Tenminste, zolang ik zo goed als niks doe... En dan bedoel ik ook letterlijk 'niks', volledig en totaal niks.
En afgelopen week... deed ik vanálles! Zondag een tripje naar een groot tuincentrum, m'n nieuwe visjes kopen en lekker slenteren tussen al de vele fraaie planten en het mooie tuinspul. Maandag en woensdag liep ik, telkens met een andere vriendin, kriskras door de oude stad en heel de Meir op en af, winkel in, winkel uit, koffietje drinken, lunchen. Dinsdag hing ik zowat de hele dag achter m'n computer dringende ontwerpen voor kerst in elkaar te prutsen, en ondertussen draaide de wasmachine op volle toeren. Donderdag moest het huis uitgebreid gepoetst, kregen alle planten, zowel binnen als buiten uitgebreid verzorging, en er werd wat verpot en geplant, geveegd en opgeruimd. Vrijdag was grote-boodschappen-dag: inkopen doen voor de hele komende maand. Weliswaar voor een keertje geweldig luxueus met de auto -waarvoor dank, lieve vriendin-, maar je sleept nog altijd al dat zware spul uit de kofferbak, de trap voor het gebouw op en het appartement binnen, hé... Vrijdagnamiddag, bij dat laatste toertje met de fiets -nog even snel een paar glutenvrije broden inslaan- liet m'n onderrug plots weten dat de emmer vol was. Van het ene moment in het andere werd zelfs normaal stappen een ware hel en raakte ik, fietsend met de snelheid van een slome slak, nog nauwelijks thuis. 'Time out!', schreeuwde m'n lijf luidkeels, en dat was dat. Afgelopen. Geen discussie mogelijk. Point final.
O ja, 'k heb geweldig genoten van al m'n 'evenementen' afgelopen week, zélfs van het poetsen, maar zeg nu eerlijk: zo'n ontzettend straffe of knotsgekke toeren kun je het toch echt niet noemen, en zo verschrikkelijk veel is dat alles bij elkaar nu precies ook weer niet, hé, toch zeker niet voor zeven hele dagen! Goh, waar is de tijd dat ik al deze dingen zo vanzelfsprekend vond, en vermoedelijk ook met gemak in maximum 48 uur samen propte?
Medisch gezien ben ik ondertussen al lang weer 'goed genoeg' bevonden om terug werk te zoeken, of toch alleszins een klein beetje dan. Maar hoe lang zou het duren voor m'n toestand weer razendsnel verslechterd, voor ik opnieuw regelrecht afsteven op de volgende zware operatie? Financieel gezien ben ik ondertussen zowat verplícht om hoogdringend werk te gaan zoeken, of toch minstens een klein beetje, want met m'n uitkering (waarvoor ik natuurlijk wél heel erg dankbaar ben, versta me vooral niet verkeerd!) lukt puur overleven nauwelijks. Maar ook dat solliciteren ligt niet voor de hand: m'n leeftijd werkt niet mee, m'n fysieke toestand uiteraard ook niet, m'n vele jaren ervaring blijken van weinig of geen tel, m'n kleurrijke en vrolijke verschijning past zelden in het plaatje, administratief werk voor 'één of twee dagen' is nagenoeg onvindbaar,... Pffft, wat een vicieuze cirkel. Het is een ware 'catch 22'.
Daarover zit ik dan allemaal wat slaperig na te denken, daar in de zetel in het flodderend gezelschap van m'n twee pluizige huisgenootjes, in het holst van de donkere nacht, m'n hoofd met gemillimeterde precisie balancerend, geduldig wachtend op de verdovende werking van de net ingenomen medicatie.
Maar misschien juist door dat pilleke, of door het wat suffe slaapkopke, ik weet het niet precies, verdwijnt het gepieker telkens langzaam op de achtergrond. Onverwacht genoot ik al twee nachten na elkaar een paar uur extra van die fantastische rust en vrede hier, zeker in die stille duisternis. Het felle maansikkeltje verlichtte exact één streepje woonkamer en achter de tuin twinkelen er altijd wel wat straatlampen. De filter van het aquarium murmelt zoals immer, zachtjes en onverstoorbaar, als ergens in de verte. De kalmte en harmonie van dat kleine stukje wereld om me heen sijpelen steeds weer tot m'n binnenste door, een zalige serene gemoedsrust daalt vertrouwd over me heen. En uiteindelijk, met de geknelde-zenuw-pijnen netjes verdoofd, slaap ik opnieuw, warm en geborgen tussen m'n vele knusse roze dekens en kussen, voor even zorgeloos, de slaap der onschuldigen. We zien wel wat er komt. En om dat allemaal weer aan te kunnen: voorlopig even niks en rusten. 'Time out'!... 😉
Geen opmerkingen:
Een reactie posten