maandag 21 augustus 2017

Spannend spinnenwebslaapje.

Hoe extreem uitgeput vierkant moe kan ne mens in 's hemelsnaam zijn, zeg?!...
Al geruime tijd heb ik wreed last van een volledig verstoord slaappatroon en daardoor ook van een nooit ophoudende vervelende vermoeidheid, dus ik ben ondertussen al wel wat gewend qua gevolgen, qua 'bijverschijnselen', maar zoals ik me vandaag voel, na één nachtje slaapkliniek, tjonge tjonge!...
Total loss noemen ze dat volgens mij, perte total. Allesoverheersende schele koppijn, verwarde gedachtegang, gebrekkige concentratie, wazig -en bij momenten zelfs dubbel- zicht met of zonder leesbril, pijnlijk verkrampte schouders en nek, en de rest van mijn lijf is precies door de mangel gehaald.
Voor zo'n nachtje 'slaapcontrole' verwachten ze je al een halve dag op voorhand, kwestie van genoeg tijd te hebben voor de voorbereidingen... 
Met een ongelofelijke handigheid hangen de super sympathieke en goedlachse verpleegsters -nogmaals hartelijk dank daarvoor, lieve dames!- je van kop tot teen vol grote en kleine sensoren, om absoluut elke beweging, elke ademhaling, elke harteklop, elke wat-je-ook-maar-kan-bedenken van je lichaam te registreren. En bij al die sensoren horen draden, draden naar de computers en schermen in de controlekamer, veel draden, heel veel draden, dikke en dunne, korte en lange, en in alle kleuren van de regenboog. En om dat enorme ingewikkelde spinnenweb enigszins op de juiste plek en uit de knoop te houden beplakken ze elke centimeter van je vel met meters straffe kleefband -als ware het stuk voor stuk heavy duty ontharingsstrips- en, als kers op de taart -allé ja, 'slagroom' is hier misschien meer van toepassing- nog een paar gulle klodders lijm met de kracht van een stuk onverwoestbare kauwgom in je haardos.
De strak om m'n torso gesnoerde riemen, die m'n ademhaling mee in 't oog moesten gaan houden, maakten van mijn anders al moeilijk te negeren decolleté een Grand Canyon waar zelfs ík nog van opkeek. Nét niet mét echo...
Maar zelfs die twee slangen in en langst m'n neus, die op de laatste moment nog even bij het geheel gemonteerd werden, stonden een deftige nachtrust eigenlijk -verbazingwekkend, ja, ik weet het- niet in de weg. Niets van heel deze bekabeling, van dit ingenieuze kleurrijke en plakkerige spinnenweb zit oncomfortabel. Allé, naar mijn mening dan toch. En omdat je een half dagje kan wennen voel je het meeste tegen slapenstijd niet eens meer zitten.
Neen, de reden van mijn groggy zijn moet je dus niet daar gaan zoeken, maar wel in m'n bed. Ongelofelijk hoe mijn lijf met dat ding gevochten heeft! U-ren-lang. Er was werkelijk niet één houding waarin ik enigszins comfortabel en vooral pijnvrij kon liggen. Linkerkant, rechterkant, kussen plat, kussen bol, met deken, zonder deken,... élke mogelijke (toe)stand van dat nochtans plooibaar en vervormbaar ziekenhuisslaapmeubel bracht me uitsluitend bijzonder onaangenaam ongemak. Dat ik altijd bang ben er uit te vallen -zo ontzettend smal als het is vergeleken met mijn hoogst persoonlijke tweepersoonsbed thuis-, dat ken ik ondertussen al van m'n zovele hospitaalverblijven. Dat is simpel genoeg opgelost: ingebouwde 'afrastering' activeren en klaar. Maar dat zo'n bed me zo integraal beurs en gebroken kon doen voelen, nee, dat had ik nog niet eerder ervaren. (Tja, nu ik er even over nadenk: 'k heb ook nog niet vaak zónder straffe pijnstillers of verdoving in zulk een bed gelegen, hé... hihi)
Van pure ellende sukkelde ik uiteindelijk dan toch nog wat in slaap in de enige houding die te verdragen was: liggend op m'n rug. Iets wat ik anders raar of zelden doe. En dat bleek 's morgens bij de uitleg van alle geregistreerde gegevens toch een geluk bij een ongeluk te zijn geweest. 
Bon, geslapen als een (Doorn)roosje? Zeker en vast niet dus. 
Waarschijnlijk gebruik je ook wel eens de zotte uitspraak 'Ja, 't is nen brave/een brave..., als hem/zij slaapt!'. Niet op mij van toepassing dus! Ik ben als vanzelfsprekend, hoe kon het ook anders, weer eens geweldig tegendraads: zélfs in dromenland kom ik in de problemen! Grappig is dat. 
Op m'n rug slapen is vanaf nu absoluut verboden -allé ja, niet op straffe van, natuurlijk- omdat ik in die houding een lichte vorm van slaapapneu heb. Niet dat ik dan ineens ophou met ademen zoals bij de klassieke apneu, maar m'n inademing vermindert in die toestand ongeveer voor de helft, en blijft dan op dat niveau hangen. Slechts half zoveel zuurstof in m'n systeem op die manier, da's niet zo goed... En mogelijk zit niet mijn overgewicht, zoals sommigen al opperden, er voor iets tussen doch wél het gewicht van mijn royale boezem ... Goed, vanaf nu niet meer op m'n rug liggen dus. Da's alvast makkelijk opgelost.
De grootste boosdoener in m'n eeuwigdurende oververmoeidheid is een stuk lastiger om te doen verdwijnen. Al vele jaren heb ik het idee dat ik -zoals ze dat zeggen- 'altijd met één oog open slaap'. Triest onverwerkt overblijfsel uit violente relaties. Zelfs in de veiligheid van m'n eigen huis met deuren en vensters op slot, in m'n warme knusse vertrouwde bed en totaal over de top steendoodstikkapot ben ik tijdens elke seconde van mijn nachtrust klaar om te vluchten of in het verweer te gaan, onbewust ten allen tijde paraat om voor het behoud van lijf en leden te moeten vechten. Het nachtje in de slaapkliniek heeft dat overduidelijk bevestigd: ik schiet minstens een keer of 30 per nacht wakker, zeer abrupt, ook vanuit de 'diepe slaap', en soms zelfs 10 keer in slechts een paar minuten. Één minuscuul ongekend -soms ook gekend- geluid volstaat om mij te wekken in een volledige paniek. En al duurt dat dan maar een seconde, het verknipt m'n werkelijk slaaptijd naar een hele rits fragmentjes waar een mens alleen maar nog moeër van wordt. Echt even diep slapen doe ik tegen de ochtenduren, in de 'droomslaap', en -je raadt het al- dan regeren natuurlijk de meer dan realistische full colour nachtmerries tussen de lakens en dekens. Daar wordt ge ook moe van, maar dan slaap ik tenminste eventjes een paar uurtjes, en voor écht, hé. Blij zijn met alles wat je wél hebt! Ja, toch?! hihi
Uit de kleurrijke spinnenwebdraden los geknipt en bevrijd van alle lijmresten na een extra lange hete douche mocht ik met serieus pak huiswerk onder de arm -en met barstende hoofdpijn- weer beschikken. 
Ik heb nog heel wat werk, 'slaapwerk', voor de boeg, maar er is vandaag eindelijk een begin gemaakt, een begin aan beterschap, een begin aan deugddoend en herstellend slapen, een begin aan fris en monter uit bed komen mét energie. Heerlijk! En dat het z'n tijd zal duren en niet zonder slag of stoot zal gaan, daar kun je donder op zeggen. Maar een berg beklim je nu eenmaal niet in volle galop, maar wel stapje voor stapje, weloverwogen en voorzichtig.
En zo eindig ik dit verhaal over dat pijnlijke nachtje in het kleurrijk ziekenhuisspinnenwebbed met een -hopelijk- ontspannen en comfortabel dutje, uiteraard niet op m'n rug maar op m'n rechterzijde, in m'n eigen -zo mogelijk nóg meer gewaardeerde en geliefde- zalige bed als start voor dit nieuwe zowel lichamelijke als geestelijke genezingsproces. Kristina leert slapen! Woeha! 😉😴


Geen opmerkingen:

Een reactie posten