woensdag 31 januari 2018

Verschil moet er zijn...

Wandelen als remedie tegen de depressie, het werd de afgelopen week al geopperd door goede vriendin Marleen, en eigenlijk had ik daartoe al ongemerkt de eerste stappen gezet. Ook letterlijk. Naar buiten gaan is lastig voor me, maar met een 'moet' als stok achter de deur, liet ik de fiets telkens thuis en verplichtte mezelf te voet te gaan, ongeacht de afstand, én er van te genieten. En al kon ik me dat, zuchtend m'n schoenen aantrekkend en mezelf met moeite in m'n jas hijsend, elke keer weer absoluut niet voorstellen bij de start van elke wandeling, het deed me -inderdaad, u wist dat al- ontzettend deugd.
Gisteren ging het vertrekken bijna als vanzelf: de zon scheen volop, slechts een piepklein briesje en een zeer aangename temperatuur. Ik had me geen beter kuierweer kunnen wensen dan dit, zo op weg naar m'n acupunctuursessie. 
En omdat het schrille piepje in de ophanging van de toiletdeur de laatste tijd uitgegroeid was tot een overweldigend geknars en scherp gekerm -het 'Schurend scharniertje' van Jos Ghysen is er niks tegen- ging de vrolijke voettocht verder richting De Krak. Even een busje kruipolie kopen. Om te voorkomen dat men hier in het gebouw tot op het 14e begint te tellen hoe vaak op een dag ik een bezoek aan het kleinste kamerke breng...
En het zonnetje straalde nog steeds verrukkelijk toen ik tevreden met m'n aankoopje het magazijn verliet. Dus, lustig zwierend met het zakje, sjaal helemaal uit, jas een beetje los, flaneerde ik verder, met een mooie omweg en genietend van al wat er te zien viel, 
op m'n dooie gemakje huiswaarts. 'k Heb zelfs uitgebreid de tijd genomen om geïnteresseerd te blijven staan koekeloeren bij een indrukwekkende grote bouwwerf. En eenmaal thuis mocht de frisse lentelucht nog een uurtje of twee door de openstaande vensters zalig naar binnen stromen. Ondanks alle duistere rommel in m'n hoofd viel er slechts te besluiten -geen discussie mogelijk- dat ik, zij het met flink wat hulp van 't opgewekte lentezonnetje, oprecht van dit wandelen genoten had.
Vandaag moest ik ook de deur uit, op doktersvisite. En het leek wel of de zon gisteren al haar krachten verspeeld had en vanochtend geen ietsiepietsie moeite meer deed om nog uit bed te komen. De grauwe lucht en de plensende regen deden in niets nog denken aan de dag daarvoor. En zin om naar buiten te gaan krijg je er al helemaal niet van. Maar goesting of niet, het moest, dus ik ging. Zonder paraplu, want met die stevige rukwinden uit alle kanten heeft dat geen enkel nu. Wel een warme winterjas aan, dikke sjaal en handschoenen, en op m'n hoofd een stevig muts. En tot bij de huisarts bleek dat genoeg bescherming om nog enigszins toonbaar verder te wandelen. Netjes ingevulde ziekenfondsdocumenten op de post gedaan, in de supermarkt wat lekkers voor de poesjes en een glutenvrij broodje voor mij gekocht, en in een al zoveel onstuimiger regenvlaag ging m'n tocht verder, richting apotheek. Slim van mij om dat brood in de winkel alvast in een extra plastieken zakje te stoppen, en dan pas in de grote boodschappentas, want de kartonnen doosjes met pillen pasten er ook nog net bij in, helemaal veilig voor al dat ongenadig neerkomende water. De apothekeres die me al bij 't binnenkomen begroette met 'amai, gij zijt precies komen zwemmen' wees me met lichte ontzetting op de ondertussen nog stevig in hevigheid toegenomen stortvlaag waarin ik me nu weer terug moest begeven. 'Och, veel natter kan ik niet worden', lachte ik, 'en 't zal wel drogen'. En met het grapje 'zolang er geen stront uit de hemel neer komt dretsen valt het volgens mij allemaal wel mee!' stapte ik behoorlijk onverschrokken de winkel weer uit.
En dat ik niet nóg natter kon worden, dát had je gedacht!... Nog geen straat verder voelde ik het koude vocht heel stiekem naar binnen sluipen door de zogenaamde regenbestendige stof van m'n jas. Even later liep het in stralen langst de mouwen van m'n trui en over m'n rug. De wollen muts en de handschoenen gaven de strijd tegen het water meteen ook op. 
M'n kleddernatte broek plakte en schuurde aan m'n benen. M'n doorweekte voeten en sokken maakten bijzonder lachwekkende zompige geluiden na het eindeloos doorwaden van diepe, niet te vermijden reusachtige plassen en kolkende goten. En de open draagtas werd steeds zwaarder: hij liep langzaam vol. Zwemmende boodschappen dus. Lang leve de luchtdichte verpakkingen en plastieken zakjes! 
Druipend alsof ik zo, volledig gekleed in al die lagen, met schoenen en tas en al, een paar uur in een vol bad ondergedompeld werd arriveerde ik thuis. Haaa, zalig die warmte, die droge kleren, die hete koffie... Heerlijk knus neerploffend in de zachte zetel begreep ik ineens verheugd dat ook déze wandeling, die niet verder kon verschillen van de vorige, mij eigenlijk ook echt wel deugd gedaan had. 'Verschil moet er zijn, en alles heeft z'n mooie kanten' bedacht ik me, en glimlachte omdat ik daar heel even die positieve, optimistische en ondertussen dus al een serieus aantal maanden kwijt-zijnde Kristina in herkende.
't Is dus overduidelijk: wandelen is goed voor mij. Het maakt mij, letterlijk, stapje voor stapje beter. Maar mijn verlanglijstje aan de ijskast is daardoor ondertussen wel een paar items rijker. Ik heb dringend nood aan een paar superleuke gummilaarzen, zo een stevige regenjas -zoals 'de mannen van de gemeente' dragen, al dan niet in fluorescerend geel- en een plezant maar zeker ook praktisch regenhoedje! En dan, weer of geen weer, dan houdt niks mij nog tegen om te wandelen, en te wandelen, en te wandelen, en... ;-)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten