zondag 28 november 2021

Mokrecyclage.

Warme dranken gedronken uit het juiste bijpassende kopje smaken extra lekker. Allé, dat is toch mijn idee. Maar misschien heb ik dat gewoon ooit, lang geleden, zelf uitgevonden om mijn redelijk uitgebreid assortiment kopjes en mokken te rechtvaardigen. Zou kunnen. Ik laat het in het midden. Alleszins, bij mij passen de kopjes dus bij de drank.
Voor het doordeweeks theegebruik en het nuttigen van zelf gebrouwen kruidendrankjes zijn er de wat stevigere glazen mokken met rozenreliëfmotief. Theedrinkende bezoekers slurpen daar uiteraard nooit hun drankje uit. Zij mogen gebruik maken van de zeer elegante, ultrafijne -je kan er los doorheen kijken- 'bone china' theekopjes met bloemenmotief en gouden krulletjes.
Er staat -zoals bij iedereen, vermoed ik- achterin de kast zo nog wel 't één en 't ander dat er eigenlijk nooit uit komt, maar waarvan ik voorlopig nog nét geen afstand wil doen, keuze genoeg dus, maar voor een kopje 'minuutsoep' bezit ik slechts één enkele mok: een dikke stevige, uit ondoorzichtig 'frost'-glas met een handig groot oor. Bij mij geen soep uit een mok voor bezoekers dus...
Het grootste deel van de brede keuze aan warme-dranken-servies in mijn keukenkast is bestemd om koffie uit te drinken. Grote koffies, kleine koffies, minikoffietjes, cappuccinootjes, koffie met en koffie zonder, voor mezelf of voor bezoek, voor de voormiddag of de namiddag, voor elke mogelijke koffiesoort en 
elk denkbaar koffiemoment staat er wel iets gepast tussen. En uiteraard: de meeste kopjes sluiten naadloos aan bij mijn servies met roze roosjes en gouden randjes.
De mokken maken daarop een uitzondering, al hebben de meeste toch ook wel minstens een -al dan niet roze- bloemenmotief. Twee van die mokken zijn hoofdzakelijk gereserveerd voor gasten met een grote koffiedorst. Eentje, een zeer elegant, iets kleiner model, lichtroze met donkerroze roosjes, is mijn 'namiddagkoffiemokje'. Kwestie van na zestien uur iets minder cafeïne binnen te krijgen, hé.
De andere vier mokken dienen voor de ontbijtkoffie. Niets zo heerlijk als 's morgens een grote, dampend hete tas vloeibare startenergie in je handen. En naargelang mijn humeur en goesting kies ik daarvoor uit dat viertal. De grootste mok is uitzonderlijk niet gedecoreerd met bloemen, maar met allerlei schattige en grappige poezen op een met rood omlijnde groene achtergrond. Die kop was lang geleden een cadeautje van een erg lieve vriendin, en het is absoluut een favoriet stuk serviesgoed van mij. Dan is er de lichtbeige mok, ook zonder bloemen -komt dát tegen- maar met een mooi roodborstje en om hem heen allerlei dingetjes uit zijn dagelijks leven, zoals rupsjes en wormpjes, z'n nest en eitjes, bloemetjes en pluimpjes, allemaal bijzonder fijn en gedetailleerd getekend en prachtig om naar te kijken. Dat is een kopje van het merk Vivara, gekend om z'n natuurbeschermingsproducten. Geen idee meer waar deze mok ooit vandaan kwam, maar ik koester ze na al die vele jaren nog steeds. De lichtroze mok met witte stipjes en streepjes als achtergrond voor donkerrode roosjes kreeg ik ooit als afscheidsgeschenk van een hele lieve collega die naar het buitenland verhuisde en die ik vermoedelijk nooit meer zou/zal zien. Maar ze had me geen beter cadeau kunnen geven, want telkens ik eruit drink, denk ik aan haar. Het laatste grote kopje in m'n reeks kwam ik nog niet zolang geleden tegen op een tweedehandssite. Twee enorme, prachtig donkerroze pioenen vergezeld door twee schattige gele vlindertjes, en een fraaie zonnebloem op de bodem, allemaal van de hand van kunstenaar Roy Kirkham, op heel fijn, zowat doorschijnend porselein, met een erg praktisch doch elegant oor, 'made in England' in 2002 voor de wereldberoemde Chelsea Flower Show. En, hoera, dat alles voor maar twee euro. Ik was op slag verliefd! 
Sinds enkele maanden mag ook deze mok dus mijn ochtendlijk koffiemomentje opfleuren. En zo was dat ook eergisteren het geval. 
Meestal maak ik me een grote kop oploskoffie met een paar zoetjes erin. Dat gebeurt in de keuken, op het aanrecht aan het venster met uitzicht op de tuin. Ik goot, met mijn fuchsiaroze waterkoker, het kokende water op de koffie en ging in de onderliggende schuif -'k weet al niet meer waarom- op zoek naar een ander lepeltje. Toen ik weer opkeek, lag er een plasje onder de mok. "Vreemd!", dacht ik, maar 'k veronderstelde dat ik nog-half-slapend-onhandig en zin-in-koffie-enthousiast het hete water veel te onstuimig in de tas gekwakt had, met morsen als gevolg, en besteedde er verder geen aandacht aan. Met een servetje eronder nam ik de mok mee naar de zetel en genoot daar van de hete koffie. Klaar. Dacht ik...
Gisteren was dezelfde Chelsea mok ook weer mijn favoriet om de dag mee te beginnen. Oploskoffie en zoetjes erin, heet water erop en... "Knets!" Een heel licht, nauwelijks hoorbaar krakgeluidje en een nu duidelijk zichtbare barst -die was er dus al eerder, maar nog niet waarneembaar- waarlangs de verse koffie verrassend vlot het aanrecht overstroomde! "O, nee! Zo jammer!", hoorde ik mezelf luidop treuren, "Tja, da's eentje voor de vuilnisbak. Niks aan te doen."
Of misschien toch niet. De koffie overgietend in de poezenmok zag ik op het terras een handvol meesjes en een ekster druk in de weer rond mijn verschillende voederplekjes. Dat immer vrolijke beeld klikte onmiddellijk met de ergens in mijn hoofd gestockeerde inspiratie van alternatieve voederbakjes en -kastjes, gemaakt uit afgedankt serviesgoed. 
Eigenlijk had ik er totaal geen werk aan, aan dit nieuwe 'fine china', porseleinen voederbakje met fraaie bloemen. Een beetje ongeveer bijpassende tape eromheen, om zeker te zijn dat de boel niet verder scheurt en helemaal uit elkaar valt; een beetje bloemendraad aan het reeds aanwezige en praktische ophang-oor; zaadjes, zonnebloempitten en nootjes erin; en voilà: tussen de gele klimroos voor het venster van mijn bureau heeft de gekoesterde mok vanaf vandaag een hele nieuwe toepassing en daardoor hopelijk ook nog een lang leven. Nu nog afwachten of de vogels er eveneens gek op zullen zijn. Als het aanslaat, is er vermoedelijk ook nog toekomst voor die vergeten kopjes helemaal achterin de keukenkast. ;-)



zondag 7 november 2021

Borstberoering.

Oktober is borstkankermaand. Een hele maand lang vinden er allerlei acties plaats rond bewustmaking, en vooral ook om geld in te zamelen voor onderzoek en om broodnodige zorg en nazorg te kunnen financieren. En al kan je gerust stellen dat mijn borsten een redelijk prominente plaats in mijn leven innemen, persoonlijk was ik met het gegeven borstkanker echt niet bezig. Tot afgelopen oktober...
Op vrijdag 1 oktober stond ik op met enorme pijn in mijn linkerborst. Die borst deed zodanig zeer dat ze niet eens aan te raken viel, maar bij het voorzichtig checken, voelde ik -ik moest er niet eens moeite voor doen- aan de kant van m'n decolleté en iets naar onder meteen een grote bol zitten. De dag daarvoor gaf ik m'n terras een stevige schoonmaakbeurt, en ik klasseerde die pijn daarom in aanvankelijk als gevolg van een stomp of andere onvoorzichtigheid tijdens m'n poetsijver, met de borstelsteel of zo, alleszins iets dat ik ondertussen alweer lang vergeten was; en ging ervan uit dat het vanzelf wel weer over zou gaan. Zoals zo vaak. Maar, dat gebeurde niet. Door een reeds lang op voorhand geplande deelname aan een rommelmarkt samen met vrienden volgde een weekend vol gezeul en gesleur, constant in- en uitpakken, en natuurlijk rotzooi en chaos alom. En dat alles bovendien dus met stekende pijn. En met oprechte algemene en ernstige bezorgdheid van de lieve vrienden. Ze deden me beloven die maandag onmiddellijk contact op te nemen met een dokter.
En zo geschiedde. Vanwege de serieuze pijn besloot ik niet eerst via m'n huisarts te gaan. Niets dan respect voor deze man, maar volgens mij kon hij voor mij ook niet meer doen dan me voor onderzoek naar het ziekenhuis doorverwijzen. Daarom belde ik rechtstreeks met de borstkliniek hier in Deurne. In eerste instantie kon men mij maar een afspraak geven twee weken later, maar de vermelding van mijn enorme pijn maakte het toch mogelijk nog diezelfde week langs te mogen komen. Nog vier dagen werkte ik, de pijn verbijtend, elke namiddag als receptioniste-ad-interim (ja, het wou weer lukken dat ik net dán niet stilletjes thuis kon blijven...) en tolereerde ik het extra pijnlijke gewiebel van m'n borst tijdens de noodzakelijke, immer schuddende en schokkende tramritjes heen en weer...
Ondertussen stond heel m'n vriendenkring en familie in rep en roer. De angst voor kanker zit zodanig diep in mensen dat ik door alle reacties het gevoel kreeg elk moment dood neer te kunnen vallen! Zelf maakt ik me eigenlijk nog totaal geen zorgen. Een tante van mij, zelf overlever van borstkanker, zei altijd dat je kanker absoluut niet voelt, dus die o zo pijnlijke bol bij mij, dat kon volgens mij dan zeker geen kanker zijn. Ik wou alleen maar van die supervervelende pijn vanaf. Dringend. Ik ben sowieso wel dagelijks een portie pijnlijkheid gewend, maar teveel is ook voor mij teveel, hoor. Pfffft.
Eén moment, heel eventjes maar, liet ik zelf, in het midden van een rare nacht, kankergedachten toe. "Wat als m'n borsten er straks allebei af moeten?!", vroeg ik mezelf plots af. Ik zou ze toch echt wel missen, hoor. Ja, je kan gerust stellen dat ik enorm gehecht ben aan mijn behoorlijk grote, immer deinende, heerlijk zachte en warme voorgevel en bijhorende decolleté... Steeds optimistisch en positief als ik ben, stopte ik die gedachtegang meteen. "Zover zijn we nog bijlange niet", besloot ik resoluut, "het hoeft absoluut niets ernstig te zijn. En is het dat uiteindelijk wél, dan zien we dat dan wel weer. Niet op voorhand zorgen maken, problemen pas aanpakken als ze zich voordoen. Punt."
Die vrijdag bracht vriendin Lena me met de auto naar de kliniek. Ik was net zo goed alleen met de bus gegaan, maar "Zoiets moet je niet alleen doen" had ze onafwijsbaar geslist. En dan moest ze vanwege de corona ocharme nog buiten wachten ook... De gespecialiseerde dokteres stelde me een hele reeks vragen, over kanker in de familie, roken en drinken, al in de overgang zijn, enz., waarna ik m'n bovenkleding uit moest spelen en plaatsnemen op de onderzoektafel. Het zal vermoedelijk wel nodig zijn om deftige vaststellingen te kunnen doen, maar als je er al serieus pijn aan hebt, doet het absoluut geen deugd als iemand je borsten uitgebreid tussen haar handen rolt en knijpt en bewerkt alsof ze een stevige lading taai brooddeeg aan 't kneden is! Behoorlijk hardhandig onderzoekje, hoor, als je 't mij vraagt...
Bon, de dokteres constateerde, inderdaad -ja, wat had je gedacht dan?!- ook een knobbel, schreef onderzoeken voor en dat was dat. Geen 10 minuten binnen en 't kostte me 50 euro, die cash betaald moest worden en waarvoor ik nog even op zoek mocht naar een bankautomaat.
Vijf dagen later meldde ik me, opnieuw vergezeld van een bijzonder ongeruste Lena, en na vele ontzettend ontroerende en warme bemoedigingstelefoontjes van m'n broer en zus en een handvol vrienden, bij de afdeling 'medische beeldvorming' van het ziekenhuis, voor een mammografie, een echografie en indien nodig ook een biopsie. 
O, het zal zeker en vast vele levens redden, maar echt, bestaan er mensen die een mammografie géén regelrechte marteling vinden??? Man, man, man, de ellénde! Uiteraard vermelde ik aan de zeer vriendelijke verpleegster dat ik behoorlijk veel pijn had, en ze beloofde me voorzichtig te zijn... 'k Vraag me dan toch echt wel af wat ze doet als ze niét voorzichtig te werk gaat!... Ja, ik weet het, er is echt wel ruim 'houvast' aan die borsten van mij, maar zoals zij er meedogenloos aan trok om ze zowel in de lengte als in de breedte uit te rekken... Miljaaaaaaar! Alsof mijn voorgevel van zuiver elastiek of rubber gemaakt zou zijn! En vervolgens wordt het hele zaakje ook nog eens tussen die 2 glazen platen platgeperst natuurlijk. Op het barbaarse af. Maar voor mij was dat alles nog niet eens het meest onaangename. De voor mijn nek en rug ontzettend pijnigende houdingen, die ik voor deze foto's moest aannemen, dát was pas écht afzien! Daar heb ik nog dagenlang verder onder geleden... Onverantwoord eigenlijk.
De echografie viel een stuk beter mee, al is het uiteraard ook niet echt deugddoend als men met zo'n hard ding op een al erg gevoelige knobbel zit te duwen. En deze dokter kwam onmiddellijk, al tijdens het onderzoek, met de constatatie dat hij niets dan uitsluitend normaal borstweefsel kon vinden. Hoera! Absoluut ook geen nood aan een biopsie dus. Vermoedelijk had ik slechts een ontstekingske of zo. Lena barstte net niet in tranen uit van pure opluchting. En al had ik zelf eigenlijk niet veel anders verwacht, er viel toch ook een last van mijn schouders, hoor. En om het te vieren, reden we met gebak naar mijn moeder om bij een kopje koffie 't goede nieuws persoonlijk te gaan brengen. 
De vrijdag daarna mocht ik nogmaals op visite bij de borstkliniek, om de resultaten van de onderzoeken te bespreken. "De dokter had een 'klein beetje' vertraging opgelopen", wist men mij aan de balie te vertellen. Geen nood, ik ben geduldig van aard, even wachten is niet zo erg. Doch ook dit bezoek heeft m'n nek en rug nog lang pijnlijk doen nazinderen: het 'eventjes wachten', dat werd zowaar 2,5 uur!... Tussen luid klagende, zagende en ruziezoekende andere patiënten in de wachtzaal... Zucht. 
Uiteindelijk bij de dokteres hoorde ik haar tot mijn grote verbazing zeggen dat er absoluut niets mis was met mijn borsten. Zélfs geen ontsteking dus. Die 'bol' die ik voelde, was slechte een cluster van normaal borstweefsel, dat om één of andere ongekende reden ineens een beetje gek ging doen, en vermoedelijk zat daar ergens een zenuwtje klem of zo. "Massa's vrouwen hebben hun hele leven dit soort pijnen", vertelde ze nog, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. "Het kan overgaan, of het kan blijven, dat weten we niet. Je moet er maar mee leren leven." En vervolgde deze al behoorlijk verbijsterende uitspraak met "Maar, we moeten het wel in 't oog blijven houden, als zo'n borst ineens zonder reden 'raar' begint te doen! Kom dus volgend jaar maar terug voor opnieuw een mammografie en echografie!" "Ja zeker!", dacht ik smalend bij mezelf, "dik kassa, kassa, dus! Dat zullen we dán wel weer zien!" Vervolgens mocht ik -om god mag weten welke reden, want wat viel er in 's hemelsnaam nog te onderzoeken, er was immers toch 'niks'?!- nogmaals mezelf ontkleden om de arts haar niets ontziende ruwe deeg-kneden op m'n borsten te laten oefenen. En na betaling van wederom 50 euro cash -die ik nu gelukkig voorzien had- kon ik weer beschikken.
Geen pijnmedicatie, geen behandeling in welke vorm dan ook, eigenlijk geen echte uitleg over wat het precies is en hoe het zo gekomen is, niks. Trek uw plan met uw pijnlijke borst. Bizar, toch? Als er werkelijk duizenden vrouwen aan dit soort ondefinieerbare borstpijn lijden, waarom hebben ze daar dan nog steeds geen reden én vooral een oplossing voor gezocht en gevonden? Vind ik vreemd, hoor, echt.
Alleszins, ik heb dus geluk. Niet alleen omdat er niets ernstigs met mijn fraaie boezem aan de hand is, maar zeker ook omdat de pijn ondertussen langzaam maar zeker weer wegging. Persoonlijk denk ik dat de Ibuprofen, die ik regelmatig voor mijn lastige nek en rug neem, daar voor iets tussen zit... Wie zal het zeggen? De knobbel heb ik nog steeds en m'n borst voelt nog altijd een beetje niet-uit-te-leggen raar, maar de pijn, die is -voorlopig toch- verleden tijd. Oef.
Oktober is de maand van de borstkanker. Een maand waarin heel wat gedaan wordt om mensen bewust te maken en vrouwen aan te zetten zich te laten screenen. En alsof het zo afgesproken was, heeft mijn eigen lichaam afgelopen oktober duidelijk z'n uiterste best gedaan om mij, wat mijn bewustzijn rond borstgezondheid, ook even keihard tot de orde te roepen... Gelukkig zonder vreselijke gevolgen, en daar kan ik alleen maar ontzettend dankbaar voor zijn. ❤