Misschien ligt het aan mijn, geveld door corona, schijnbaar eindeloos suf en uitgeblust in de zetel hangen, met niet veel meer dan m'n eigen gedachten om me bezig te houden. Dat kan, absoluut. Misschien ligt het aan m'n leeftijd. Of aan nog iets heel anders. Wie zal het zeggen. Vandaag is m'n zus Jacinta jarig en ik voel me bijzonder sentimenteel. Zodanig zelfs dat het me, ondanks stevige hoofdpijn, toch tot schrijven brengt. Over haar, over ons Jacinta.
Uiteraard gaat dat van haar kant, zoals vertrouwd, gegarandeerd de ietwat nerveuze en gegeneerde reactie "Was dat nu weer echt nodig, ja?!" geven, maar dat kan ik me niet aantrekken. Ik weet dat ze ergens diep vanbinnen echt wel blij en zelfs trots zal zijn. Over de fraaie foto, die ik uitzocht voor bij dit verhaal moet ze alleszins niet klagen: het is al enige tijd haar eigen prachtige profielfoto op sociale media, dus dat betekent dat deze foto na vermoedelijk een bijzonder zware deliberatie, en zeker weten heel veel wikken en wegen, goed genoeg gevonden werd om door de wereld gezien te worden... ;-)
Je weet dat misschien al, ik heb nog een andere zus en ook nog twee broers, en ik denk te mogen zeggen met hen allemaal een goede band te hebben. Maar Jacinta ligt me net dat tikje nauwer aan het hart. Na twee jaar het eerste en dus enige kindje van Guy en Mie te zijn geweest, was zij mijn allereerste zusje. Ik weet helemaal niet meer of het toen meteen liefde op 't eerste zicht was, maar de vele kinder- en jeugdherinneringen, die me vandaag in al m'n sentimentaliteit door het hoofd gaan, getuigen toch duidelijk van 'dikke vriendinnekes zijn'.
We hebben vele jaren één kamer gedeeld -een tijdje zelfs één groot bed- in ons ouderlijk huis. We mochten samen uit logeren gaan bij grootva en grootmoe - slechts één straat verder, maar een wereld van verschil- en beleefden daar zoveel avonturen. De fenomenale tuin bij ons thuis in de Schoolstraat en de toen nog zo rustige kleine wegeltjes achter den hof waren het ideale decor om alles wat uit onze fantastische, en kinderlijk onschuldige, grenzeloze fantasie voortkwam tot leven te laten komen. Veel te veel om hier eventjes snel op te noemen, maar geloof me: 't was de moeite! ('k Moet daar misschien ooit ook nog eens een volledig boek aan wijden!...)
Toen m'n eerste broer erbij kwam, veranderde de dynamiek een beetje. Niet slechter of zo, hoor, gewoon 'anders'. Maar zij, mijn zus Jacinta, zij bleef mijn speciale maatje. Ook toen we ouder werden. Er werden al eens geheimen gedeeld; en zeker en vast ook vele kleine en grote verdrieten, momenten waarvan zelfs enkele bijzonder tekenend geweest zijn in mijn leven. We zullen heus ook wel eens klinkende ambras hebben gehad, daar kan je van op aan. En misschien hebben we elkaar af en toe zelfs gehaat... Dat zal vermoedelijk echt wel zo geweest zijn, al kan ik me daar op dit moment niet veel concreets meer bij voorstellen. Maar, ik geef meteen ook eerlijk toe dat mijn sentimentele brein blijkbaar hoofdzakelijk alle mogelijke mooie herinneringen bijhield en vooral de allermooiste op dit moment naar voor wenst te schuiven. En ach, geef toe: wat is er nu belangrijker?...
We groeiden op en gingen, zoals dat gaat, onze eigen weg. Niet dat je volledig uit elkaar groeit, maar je ziet elkaar gewoon een heel stuk minder. Bij ons in de familie is het niet de gewoonte de deur bij elkaar plat te lopen, of samen op uitstap of op vakantie te gaan en dergelijke dingen meer. Ieder leeft zo een beetje z'n eigen leven en doet z'n eigen ding. Maar we zullen er wel altijd voor elkaar zijn als dat nodig is, en uiteraard zien we elkaar sowieso op de vele jaarlijkse feestjes bij ons moe. Ons moe die ons trouwens door de week ook steevast van elkaars belangrijke nieuwtjes op de hoogte houdt.
En mijn zus en ik, wij bellen. Niet heel dikwijls, maar zo eens af en toe. En dat is misschien maar goed ook, want onze telefoongesprekken duren elke keer weer úren! Het kost Jacinta en mij absoluut geen sikkepitje moeite om een hele dag vol te tetteren, volgens mij, mocht het dagelijkse leven ons dat überhaupt toestaan, dat mag je gerust geloven! En niet één seconde van dat gesprek verveeld. Altijd boeiend en interessant, op 't hilarische af geanimeerd, en vooral: met een vertrouwdheid alsof we nog altijd een bed en een kamer deelden. Gesprekken waaraan je uitsluitend en alleen een goed gevoel overhoudt, en energie. Gesprekken die ik koester. Net zo zeer als ik de schaarse momenten koester waarin ik haar weer eens in levenden lijve ontmoet, en kan knuffelen, die zus van mij.
Ik luister graag naar alles wat ze te vertellen heeft, over haar prachtige dochters, over haar echtgenoot, over het huis, over de hond, over haar werk, over haar zorgen en haar frustraties, over haar bedenkingen en ideeën,... Het is fijn van alles en nog wat te horen over haar leven, over háár leven. En ik ben trots op haar, ontzettend trots, want in mijn ogen heeft ze geweldig veel bereikt, ook dingen waar ik alleen maar van kan dromen. Mijn zus Jacinta is een sterke vrouw, een trotse en fiere vrouw ook, met een buitengewone smaak voor mooie dingen en esthetica, hardwerkend en zelfrelativerend (om niet te zeggen 'met stevige twijfel aan zichzelf', zo af en toe), maar zeker ook gezegend met een fantastisch gevoel voor humor, en vooral: met een heel groot hart.
Lieve Jacinta, zussie van me, misschien begin ik een soort oude sentimentele dwaas te worden. Misschien haalt dat coronavirus gekkigheid uit met mijn brein. Het doet er niet toe. Wat telt is dat ik bijzonder blij ben jou mijn zus te mogen noemen. Dat ben en blijf je sowieso voor altijd. En hopelijk mogen we nog heel erg lang ontzettend fijne nieuwe verhalen met elkaar delen, wie weet wel in 'real life'. Bij deze een hele dikke zoen voor jouw verjaardag en dat we op z'n minst gauw weer eens uitgebreid aan de telefoon mogen plakken. ❤
En sorry, my dear, als je je nu een beetje zit te generen en hoopt dat ik liefst nooit meer over jou schrijf: dat gaat heus toch nog wel eens gebeuren, denk ik, want, zeg nu zelf, er valt nog zoveel meer over ons te vertellen... :-)
Kristina vertelt
Over muziek, poezen, bloemen, mensen, kerstmis... en zo veel meer. Geniet mee van de grote en kleine belevenissen en bedenkingen van zangeres Kristina Meganck.
maandag 14 maart 2022
Jarige Jacinta.
dinsdag 1 februari 2022
Bijna, maar nét niet!...
Heb je je ooit al een keer in omstandigheden bevonden waarbij er door je hoofd flitste dat dit wel eens jouw laatste levensmoment kon zijn, jouw allerlaatste seconden? Wel, vorige week zondagavond bevond ik mezelf in zo een situatie!...
Bij de laatste hap van mijn avondmaal verslikte ik me. En niet zomaar een heel klein beetje. Nee, het was zo ernstig dat ik mezelf verrassend laconiek hoorde denken: "Aha, zó leg ik dus het loodje!" Niks melodramatisch, niet eens in paniek, gewoon een soort beschouwende, rustige bedenking, alsof ik er vanop een afstandje naar stond te kijken. Dat was tenminste de bijzonder vredige reactie van mijn geest. Mijn volledig panikerende lichaam daarentegen, dat deed er zowat absoluut álles aan om in leven te blijven. Of in eerste instantie, tenminste nog één keer, ietwat deftig adem te kunnen halen.
Het gezegde 'je de ziel uit het lijf hoesten' begrijp ik nu beter dan ooit, want zoiets zal 't ongeveer wel geweest zijn. Ik hoestte en hoestte, zoals ik nog nooit in m'n leven gehoest had. Ik hoestte alsof m'n leven ervan af hing, letterlijk, want zo was het natuurlijk ook. Ik hoestte zodanig hard dat ik in m'n onderrug plots iets voelde 'scheuren'. Aan weerszijden van m'n rug sneed een bijna hoorbare, scherpe pijn zich als een mes doorheen mijn spieren, terwijl m'n hele lichaam heen en weer schokte en snokte in z'n drang naar zuurstof. Kronkelen als een vis op het droge dus. Een stevig hoestende vis...
Zelf vind ik dat nog steeds een beetje verwonderlijk, maar hoe dramatischer de situatie, hoe kalmer ik word. Dat mocht ik al meer dan één keer ervaren in m'n leven en dat heeft steeds redding gebracht, in een hele waaier aan penibele toestanden. En ook nu was dat het geval. In de occasionele seconde tussen de reusachtige hoestaanvallen door trachtte ik toch nog zoveel mogelijk lucht naar binnen te krijgen en tegelijkertijd die minuscule pauzes nét dat ietsje langer te maken.
In een poging het hoesten te stoppen, hield ik met m'n twee handen m'n mond stevig dicht en forceerde mezelf door m'n neus te ademen. Dat lukte absoluut niet. Of toch niet meteen. Het fout geschoten stukje voedsel was allang weer verdwenen, maar, ondanks het feit dat ik het er ondertussen zo mogelijk nog benauwder door kreeg, weigerde de hoest met klem om tot rust te komen. In eerste instantie dus, want de aanhouder wint. En de geschoolde zangeres met vele jaren ervaring qua adembeheersing zeker weten ook! (Nooit gedacht dat al die technieken nog eens op déze manier van pas zouden komen...) ;-)
Het hoesten kalmeerde enigszins. Allé, kalmeren is een groot woord, hoor, want ik blafte nog steeds de hele buurt bij elkaar. Helemaal stoppen, dat zat er echt nog niet in, maar het woeste en ongecontroleerde was er vanaf. Tussen twee aanvallen in pompten mijn longen gelukkig alweer deftig wat zuurstof naar binnen.
Het grootste gevaar leek geweken te zijn en ik besloot een slokje te drinken, want dat wil nog wel eens helpen, hé. Jammer genoeg irriteerde het beetje cola -het enige wat ik zo direct voor me had staan- m'n intussen volledig rauwe keel en sloeg vervolgens keihard op m'n maag! Met m'n twee handen opnieuw voor m'n mond strompelde ik, zo snel m'n van uitputting tot rubber geworden benen me nog konden dragen, richting toilet. Daar zag ik tussen hoestbuien en snotstromen door m'n hele avondmaal opnieuw passeren, in de omgekeerde richting...
Wel heel verrassend: het ietwat ondersteboven hangen over het toilet hielp! Langzaam maar zeker kwam het vreselijke hoesten tot stilstand. Er bleef nog slechts een kuchje over, veroorzaakt door de ondertussen meer dan overgevoelige strot. Een beetje scheef tegen de muur naast het toilet hing ik te bekomen van het totaal onverwachte, en achteraf bekeken ontzettend korte drama.
Toen ik me uiteindelijk uitgeput weer overeind sleurde, schrok ik behoorlijk van m'n spiegelbeeld: de oogleden van m'n beide ogen, en zowat alles eromheen, waren zodanig gezwollen dat ik nog amper, slechts door een paar smalle spleetjes, iets kon zien. Nog nooit meegemaakt! 't Zag eruit als één of andere afschuwelijke allergische reactie. Of de dichtgeklopte ogen van een onfortuinlijke bokser, maar dan zonder het bijhorende kleurenpalet.
Slapen ging die nacht een beetje moeilijker dan gewoonlijk door een hardnekkig kriebelhoestje dat te pas en te onpas z'n kop op stak, maar 'k tilde daar maar niet te zwaar aan. "Ik ben er nog en er zijn ergere dingen", troostte ik mezelf schalks, draaide me om en sliep verder.
De volgende ochtend ontdekte ik met één flinke niesbui -tijdens het dagelijkse telefoongesprek met m'n moeder, dat uiteraard over mijn 'k-was-bijna-dood-ervaring ging- dat niet alleen mijn rug pijnlijk slachtoffer van het verslikken werd. Al m'n ribben bleken ook behoorlijk gekneusd. Tegen de namiddag vertoonde mijn borstkas zelf een blauw beurs tintje. Toch wel écht serieus gehoest, hé, die zondagavond... Ja dadde!
Een hele week lang hield ik elke neiging tot niezen of hoesten angstvallig in de gaten. Pure kwestie van dat door de mangel gehaalde lijf te laten herstellen, want zelfs 'neiging tot' deed al zeer... En die zijdelingse 'scheuren' in m'n onderrug, die blijven tot op de dag van vandaag gevoelig.
Zo een voorval herinnert je er weer eens even genadeloos aan, hoe broos en kwetsbaar een mensenleven wel is, hoe sterfelijk we allemaal zijn. Af en toe is het goed om daar nog eens bij stil te staan, want dan besef je weer ten volle dat elke dag van je leven een geschenk is. Een heel bijzonder en groots cadeau dat niet iedereen gegeven is en dat voluit 'geleefd' en 'beleefd' verdient te worden. Nee, de hele tijd stilstaan bij je eigen vergankelijkheid, overal en altijd de werkelijk on-tel-bare gevaren en levensbedreigingen opmerken en vrezen, da's geen goed idee, echt niet. Dat brengt uitsluitend pure angst met zich mee, in z'n honderdduizend vormen. En dan, dan hou je op met 'leven'. En al helemaal met 'beleven'. Niet doen dus. Maar jezelf af en toe eens herinneren hoe buitengewoon formidabel al dat leven, hier op dit blauwe bolletje is; en zeker niet als minste: jijzelf; dat kan wonderen doen. De hernieuwd je kijk op het leven, en op jouw leven, en alles en iedereen erom heen. "Elke dag is er ene!", zeg ik heel vaak al lachend. Elke dag telt, hoe je hem ook beleeft. Met je eens heel ernstig te verslikken bijvoorbeeld, en alle gevolgen van dien... ;-) Alleszins, 't is nipt geweest, denk ik, maar voorlopig zijn jullie toch nog niet van mij vanaf! Bijna, maar nét niet!... ;-)
Epiloog.
Afgelopen vrijdag was ik aanwezig bij de uitvaart van een dame die het grootste deel van haar leven hier in 'den blok' (het flatgebouw waar zich, ondertussen ook alweer acht jaar, mijn eigen appartement bevindt) woonde. Eens een keertje niet als zangeres, maar als oprecht betrokken en meelevende buurvrouw. De overledene was de geliefde echtgenote -66 jaar getrouwd!- van Fons, de man die hier al minstens veertig jaar met verve de boel overeind en in orde houdt. En al was ze al een hele tijd zwaar ziek, haar heengaan kwam toch nog totaal onverwacht. Onopgemerkt en in alle rust verliet ze in haar slaap het leven.
Ondanks alle emoties en gedachten rond je eigen sterfelijkheid, die zo een gelegenheid toch altijd wel een beetje naar boven brengt, herinnerde me de grote dankbaarheid om haar leven, een dankbaarheid die in zowat alle teksten en zelfs in de muziek van de dienst uitgesproken werd, nogmaals dat elke dag die je gegeven is, een geschenk is. Een geschenk om intens dankbaar voor te zijn. ❤
zaterdag 22 januari 2022
Kerst zit weer in z'n dozen.
Kerst zit weer in z'n dozen. Het heeft me een volle twee dagen gekost en m'n nek en rug hebben daar nog een dag of vijf luid over lopen zeuren. Maar, behalve die drie snoeren lampjes, die de korte en donkere winterdagen nog een tijdje mogen blijven verlichten, is alle kerstversiering weer netjes opgeborgen.
Het zal u vermoedelijk helemaal niet verbazen dat ik royaal veel kerstversiering bezit. 'Veel' is misschien zelfs niet eens het juiste woord, want het zijn dozen en dozen en dozen vol. Dat is natuurlijk niet allemaal ooit eens in één keer gekocht. Dat is een verzameling van zowat mijn volledige volwassen leven. En als je steeds bij ongeveer hetzelfde kleurschema blijft en je gehecht bent aan elk klein kerstfrulleke, dus ook nooit eens iets weg doet, dan groeit die collectie natuurlijk gestaag maar gegarandeerd.
Het grootste deel van mijn kerstversiering vergaarde ik gedurende de 17 jaar op m'n vorige adres. Absoluut élke ruimte van dat huurappartement werd tegen kerstmis omgetoverd in een prachtig feeëriek schouwspel, dat je zo van één of ander postkaartje had kunnen afplukken. Onlangs liet Facebook me nog foto's van die flat in z'n eindejaarstooi zien, en heel eerlijk: 'k was er zelf nog van onder de indruk! Echt waar. Fantastisch!
Als ik je vertel dat daar, in die flat, voor de feestdagen zelfs de gordijnen in alle kamers vervangen werden om in het thema te passen, dan verbaast het je zeker niet dat ik makkelijk een week nodig had om te versieren en na afloop zelf zo ongeveer de lappenmand in kon. Vooral de enorme kerstboom vroeg veel van me. Zowel qua tijd als inspanning. In dat appartement zat het plafond op ongeveer drie meter hoogte, dus de kunstkerstboom, die bovenop het dressoir met één platte zijde tegen de muur aan gepropt stond, en die voor de veiligheid en tegen de gekke kuren van de poezen vastgemaakt werd aan een haak in de muur, mat iets van een 2,50 meter in de hoogte en toch zeker 2 meter in de breedte. Het was een boom waarvan je elke tak apart in de stam moest plaatsen en uitplooien. Elk jaar weer opnieuw zeker een halve dag werk. En daar moesten dan, behalve de honderden rode ballen en andere kerstornamenten, allemaal in glas uiteraard, een 4-tal snoeren lampjes in, plus 4 doosjes met kleine houten viooltjes, 3 slingers met muzieknoten, een prachtige engel op de top, en alles afgewerkt met ettelijke zakjes van die superfijne lange glitterserpentines, die je in maart nog terugvindt op de meest onmogelijke plaatsen. Vanwege de hoogte en de omvang van de boom was het decoreren ervan een ware marathon op en af de grote ladder. Topsport! Ge moogt gerust zijn! En om in de sporttermen te blijven: wat heb ik toen toch vaak gewenst over een 'balaangever' te kunnen beschikken...
Net geen 8 jaar geleden verhuisde ik naar mijn huidige appartement. Hier is het plafond 'slechts' 2,40 meter, en die gigantische kerstboom bleef in de doos. Al die jaren werd er natuurlijk wel versierd voor kerstmis, maar met de inrichting van de kamers zoals ze dagdagelijks is, kon ik echt geen gepast plekje meer vinden voor die enorme reus. Al dat mooie glaswerk bleef dus ook opgeborgen. Niet alleen de mooie rode ballen, effen of met alle mogelijk soorten decoraties, maar ook de glazen instrumentjes, denappels, geschenkjes, roosjes, vogeltjes, sterren en weet ik veel wat nog allemaal, ze vierden de feestdagen niet meer mee in de huiskamer. Ik vond dat elk jaar opnieuw echt wel jammer, hoor, maar 'k had er niet zo direct een oplossing voor. En afstand doen van al dat jarenlang verzamelde moois, daar was uiteraard ook geen sprake van. In tegendeel: er bleef nog bijkomen... Ik sprak wel behoorlijk streng met mezelf af dat ik ieder jaar nog slechts één kerstdingetje bij mocht kopen. Maar dan ook écht maar één dingetje!!! En daar heb ik me toch erg braaf aan gehouden, al zeg ik het zelf.
Het versieren voor kerstmis stond, sinds ik hier woon, een beetje op een laag pitje. Misschien was het ten opzichte van vele andere mensen nog steeds behoorlijk wat; voor mijn maatstaven bleef het minimaal. Veel had te maken met de krakkemikkige staat van m'n rug en nek, en met de ongelofelijke drukte en werkstress naar die kerstconcerten in eigen beheer toe. En ergens miste ik het toch wel, hoor. Kerstmis is zonder al dat geglitter en geschitter toch niet helemaal hetzelfde voor mij. Zeker niet als enige echte Kerst-Miss... Maar, als het om zoveel redenen niet lukt, tja, dan heb je je daar simpelweg bij neer te leggen, hé.
Dit jaar was het onverwacht anders. Geen idee welke gekke kerstmicrobe me plots gebeten had. Ondanks de voorbereidingen van de -hoera, het mocht weer eens een keertje- kerstconcerten verzamelde ik toch álle dozen en zakken met kerstdecoratie in de woonkamer. Bewonderend en verwonderend laadde ik absoluut alles uit én gaf het meteen een plekje ergens in huis. Het ging als vanzelf, zo vlot en moeiteloos.
Tijdens een korte boodschappen-doen-onderbreking reed ik, totaal ongepland, langs de bloemenwinkel en koos daar mezelf een kleine bolle levende kerstboom voor op m'n salontafel uit. Daar zou ik die fraaie glazen kerstbollen in kunnen hangen! Of toch tenminste een deel van de collectie...
Het miniboompje viel, netjes in een stevige stenen pot en met het grote roodfluwelen kerstboomkleed eronder gedrapeerd, uiteindelijk toch nog verrassend groot uit op het kleine tafeltje. Maar gelukkig niet op een storende manier. Zelfs de televisie bleef nog enigszins zichtbaar, links langs de zachtjes afhangende sparrentakken heen...
De dozen met de glimmende rode glazen ballen en kerstfiguurtjes allerhande voor me uitgestald, klaar om de boom te beginnen versieren, constateerde ik geen lichtjes meer op overschot te hebben. En die moesten er toch écht óók in, en uiteraard vóór de ballen. Omdat, op de koop toe, de helft van het lampjessnoer dat steeds de grote verzameling kerstbeeldjes en sneeuwbollen-muziekdozen op het dressoir doet fonkelen, de geest gaf, vond ik het, in al mijn kerstijver en versiervreugde, absoluut de moeite waard om even snel op m'n fiets te springen, richting 'De Krak', waar ik vast wel wat nieuwe -en betaalbare- kerstverlichting op de kop kon tikken. 't Was immers nog maar half vier op een rustige woensdagmiddag en er scheen een flauw zonnetje.
Ja, dat van dat zonnetje, dat heb ik geweten, hoor... Na ongeveer nog maar één kwart van de weg te hebben afgelegd, besloten de hemelsluizen zich plots allemaal tegelijkertijd en op volle kracht te openen! Binnen de minuut was ik, ondanks m'n regenjasje met kap, doorweekt tot op m'n ondergoed! Maar aangezien ik toch niet nóg natter kon worden, vervolgde ik m'n weg. Dat regenwater zou m'n kerstspirit niet breken! Als een soort diepzee-griezelfilm-monster stiefelde ik zwaar druipend de winkel binnen. Gelukkig stond de kerstversiering direct vooraan, want ik liet een zodanig stevig waterspoor na, dat de immer vriendelijke winkelbedienden onmiddellijk met emmer en dweil kwamen toesnellen... Alleszins, een half uurtje later kon ik, terug opgewarmd met een stevige kop koffie en met droge kleren aan -al het kleddernatte spul ondertussen reeds draaiend in de wasmachine- opnieuw aan de slag met 'kerstversieren', zalig feestelijk verlicht door twee nieuwe lampjessnoeren.
Het is alle moeite absoluut meer dan waard geweest, geloof me! Tot het toilet toe zijn werkelijk álle kamers van mijn appartement dit jaar eindelijk nog eens heerlijk overdadig versierd geweest. En daar heb niet alleen ik met volle teugen van genoten. Menig bezoeker -ja, zelfs met al het coronagedoe kan het hier nog steeds behoorlijk druk zijn- bleef extra lang plakken om alles eens uitgebreid te kunnen bekijken en pure kerstsfeer op te snuiven. 't Heeft bijna acht jaar geduurd, maar al mijn kerstdecoratie heeft nog eens voluit mogen schitteren en de Kerst-Miss woonde weer eens in een echt kersthuis!
En nu? Nu staat het kerstboompje te wachten op beter weer, om dan een plekje in een grote pot op het terras te krijgen; en alle fraaie glitter- en glinsterdingetjes zijn weer keurig opgeborgen. Tot december zit kerst weer knusjes afwachtend in z'n vele dozen. ;-)
zondag 28 november 2021
Mokrecyclage.
Warme dranken gedronken uit het juiste bijpassende kopje smaken extra lekker. Allé, dat is toch mijn idee. Maar misschien heb ik dat gewoon ooit, lang geleden, zelf uitgevonden om mijn redelijk uitgebreid assortiment kopjes en mokken te rechtvaardigen. Zou kunnen. Ik laat het in het midden. Alleszins, bij mij passen de kopjes dus bij de drank.
Voor het doordeweeks theegebruik en het nuttigen van zelf gebrouwen kruidendrankjes zijn er de wat stevigere glazen mokken met rozenreliëfmotief. Theedrinkende bezoekers slurpen daar uiteraard nooit hun drankje uit. Zij mogen gebruik maken van de zeer elegante, ultrafijne -je kan er los doorheen kijken- 'bone china' theekopjes met bloemenmotief en gouden krulletjes.
Er staat -zoals bij iedereen, vermoed ik- achterin de kast zo nog wel 't één en 't ander dat er eigenlijk nooit uit komt, maar waarvan ik voorlopig nog nét geen afstand wil doen, keuze genoeg dus, maar voor een kopje 'minuutsoep' bezit ik slechts één enkele mok: een dikke stevige, uit ondoorzichtig 'frost'-glas met een handig groot oor. Bij mij geen soep uit een mok voor bezoekers dus...
Het grootste deel van de brede keuze aan warme-dranken-servies in mijn keukenkast is bestemd om koffie uit te drinken. Grote koffies, kleine koffies, minikoffietjes, cappuccinootjes, koffie met en koffie zonder, voor mezelf of voor bezoek, voor de voormiddag of de namiddag, voor elke mogelijke koffiesoort en elk denkbaar koffiemoment staat er wel iets gepast tussen. En uiteraard: de meeste kopjes sluiten naadloos aan bij mijn servies met roze roosjes en gouden randjes.
De mokken maken daarop een uitzondering, al hebben de meeste toch ook wel minstens een -al dan niet roze- bloemenmotief. Twee van die mokken zijn hoofdzakelijk gereserveerd voor gasten met een grote koffiedorst. Eentje, een zeer elegant, iets kleiner model, lichtroze met donkerroze roosjes, is mijn 'namiddagkoffiemokje'. Kwestie van na zestien uur iets minder cafeïne binnen te krijgen, hé.
De andere vier mokken dienen voor de ontbijtkoffie. Niets zo heerlijk als 's morgens een grote, dampend hete tas vloeibare startenergie in je handen. En naargelang mijn humeur en goesting kies ik daarvoor uit dat viertal. De grootste mok is uitzonderlijk niet gedecoreerd met bloemen, maar met allerlei schattige en grappige poezen op een met rood omlijnde groene achtergrond. Die kop was lang geleden een cadeautje van een erg lieve vriendin, en het is absoluut een favoriet stuk serviesgoed van mij. Dan is er de lichtbeige mok, ook zonder bloemen -komt dát tegen- maar met een mooi roodborstje en om hem heen allerlei dingetjes uit zijn dagelijks leven, zoals rupsjes en wormpjes, z'n nest en eitjes, bloemetjes en pluimpjes, allemaal bijzonder fijn en gedetailleerd getekend en prachtig om naar te kijken. Dat is een kopje van het merk Vivara, gekend om z'n natuurbeschermingsproducten. Geen idee meer waar deze mok ooit vandaan kwam, maar ik koester ze na al die vele jaren nog steeds. De lichtroze mok met witte stipjes en streepjes als achtergrond voor donkerrode roosjes kreeg ik ooit als afscheidsgeschenk van een hele lieve collega die naar het buitenland verhuisde en die ik vermoedelijk nooit meer zou/zal zien. Maar ze had me geen beter cadeau kunnen geven, want telkens ik eruit drink, denk ik aan haar. Het laatste grote kopje in m'n reeks kwam ik nog niet zolang geleden tegen op een tweedehandssite. Twee enorme, prachtig donkerroze pioenen vergezeld door twee schattige gele vlindertjes, en een fraaie zonnebloem op de bodem, allemaal van de hand van kunstenaar Roy Kirkham, op heel fijn, zowat doorschijnend porselein, met een erg praktisch doch elegant oor, 'made in England' in 2002 voor de wereldberoemde Chelsea Flower Show. En, hoera, dat alles voor maar twee euro. Ik was op slag verliefd!
Sinds enkele maanden mag ook deze mok dus mijn ochtendlijk koffiemomentje opfleuren. En zo was dat ook eergisteren het geval. Meestal maak ik me een grote kop oploskoffie met een paar zoetjes erin. Dat gebeurt in de keuken, op het aanrecht aan het venster met uitzicht op de tuin. Ik goot, met mijn fuchsiaroze waterkoker, het kokende water op de koffie en ging in de onderliggende schuif -'k weet al niet meer waarom- op zoek naar een ander lepeltje. Toen ik weer opkeek, lag er een plasje onder de mok. "Vreemd!", dacht ik, maar 'k veronderstelde dat ik nog-half-slapend-onhandig en zin-in-koffie-enthousiast het hete water veel te onstuimig in de tas gekwakt had, met morsen als gevolg, en besteedde er verder geen aandacht aan. Met een servetje eronder nam ik de mok mee naar de zetel en genoot daar van de hete koffie. Klaar. Dacht ik...
Gisteren was dezelfde Chelsea mok ook weer mijn favoriet om de dag mee te beginnen. Oploskoffie en zoetjes erin, heet water erop en... "Knets!" Een heel licht, nauwelijks hoorbaar krakgeluidje en een nu duidelijk zichtbare barst -die was er dus al eerder, maar nog niet waarneembaar- waarlangs de verse koffie verrassend vlot het aanrecht overstroomde! "O, nee! Zo jammer!", hoorde ik mezelf luidop treuren, "Tja, da's eentje voor de vuilnisbak. Niks aan te doen."
Of misschien toch niet. De koffie overgietend in de poezenmok zag ik op het terras een handvol meesjes en een ekster druk in de weer rond mijn verschillende voederplekjes. Dat immer vrolijke beeld klikte onmiddellijk met de ergens in mijn hoofd gestockeerde inspiratie van alternatieve voederbakjes en -kastjes, gemaakt uit afgedankt serviesgoed.
Eigenlijk had ik er totaal geen werk aan, aan dit nieuwe 'fine china', porseleinen voederbakje met fraaie bloemen. Een beetje ongeveer bijpassende tape eromheen, om zeker te zijn dat de boel niet verder scheurt en helemaal uit elkaar valt; een beetje bloemendraad aan het reeds aanwezige en praktische ophang-oor; zaadjes, zonnebloempitten en nootjes erin; en voilà: tussen de gele klimroos voor het venster van mijn bureau heeft de gekoesterde mok vanaf vandaag een hele nieuwe toepassing en daardoor hopelijk ook nog een lang leven. Nu nog afwachten of de vogels er eveneens gek op zullen zijn. Als het aanslaat, is er vermoedelijk ook nog toekomst voor die vergeten kopjes helemaal achterin de keukenkast. ;-)
zondag 7 november 2021
Borstberoering.
Oktober is borstkankermaand. Een hele maand lang vinden er allerlei acties plaats rond bewustmaking, en vooral ook om geld in te zamelen voor onderzoek en om broodnodige zorg en nazorg te kunnen financieren. En al kan je gerust stellen dat mijn borsten een redelijk prominente plaats in mijn leven innemen, persoonlijk was ik met het gegeven borstkanker echt niet bezig. Tot afgelopen oktober...
Op vrijdag 1 oktober stond ik op met enorme pijn in mijn linkerborst. Die borst deed zodanig zeer dat ze niet eens aan te raken viel, maar bij het voorzichtig checken, voelde ik -ik moest er niet eens moeite voor doen- aan de kant van m'n decolleté en iets naar onder meteen een grote bol zitten. De dag daarvoor gaf ik m'n terras een stevige schoonmaakbeurt, en ik klasseerde die pijn daarom in aanvankelijk als gevolg van een stomp of andere onvoorzichtigheid tijdens m'n poetsijver, met de borstelsteel of zo, alleszins iets dat ik ondertussen alweer lang vergeten was; en ging ervan uit dat het vanzelf wel weer over zou gaan. Zoals zo vaak. Maar, dat gebeurde niet. Door een reeds lang op voorhand geplande deelname aan een rommelmarkt samen met vrienden volgde een weekend vol gezeul en gesleur, constant in- en uitpakken, en natuurlijk rotzooi en chaos alom. En dat alles bovendien dus met stekende pijn. En met oprechte algemene en ernstige bezorgdheid van de lieve vrienden. Ze deden me beloven die maandag onmiddellijk contact op te nemen met een dokter.
En zo geschiedde. Vanwege de serieuze pijn besloot ik niet eerst via m'n huisarts te gaan. Niets dan respect voor deze man, maar volgens mij kon hij voor mij ook niet meer doen dan me voor onderzoek naar het ziekenhuis doorverwijzen. Daarom belde ik rechtstreeks met de borstkliniek hier in Deurne. In eerste instantie kon men mij maar een afspraak geven twee weken later, maar de vermelding van mijn enorme pijn maakte het toch mogelijk nog diezelfde week langs te mogen komen. Nog vier dagen werkte ik, de pijn verbijtend, elke namiddag als receptioniste-ad-interim (ja, het wou weer lukken dat ik net dán niet stilletjes thuis kon blijven...) en tolereerde ik het extra pijnlijke gewiebel van m'n borst tijdens de noodzakelijke, immer schuddende en schokkende tramritjes heen en weer...
Ondertussen stond heel m'n vriendenkring en familie in rep en roer. De angst voor kanker zit zodanig diep in mensen dat ik door alle reacties het gevoel kreeg elk moment dood neer te kunnen vallen! Zelf maakt ik me eigenlijk nog totaal geen zorgen. Een tante van mij, zelf overlever van borstkanker, zei altijd dat je kanker absoluut niet voelt, dus die o zo pijnlijke bol bij mij, dat kon volgens mij dan zeker geen kanker zijn. Ik wou alleen maar van die supervervelende pijn vanaf. Dringend. Ik ben sowieso wel dagelijks een portie pijnlijkheid gewend, maar teveel is ook voor mij teveel, hoor. Pfffft.
Eén moment, heel eventjes maar, liet ik zelf, in het midden van een rare nacht, kankergedachten toe. "Wat als m'n borsten er straks allebei af moeten?!", vroeg ik mezelf plots af. Ik zou ze toch echt wel missen, hoor. Ja, je kan gerust stellen dat ik enorm gehecht ben aan mijn behoorlijk grote, immer deinende, heerlijk zachte en warme voorgevel en bijhorende decolleté... Steeds optimistisch en positief als ik ben, stopte ik die gedachtegang meteen. "Zover zijn we nog bijlange niet", besloot ik resoluut, "het hoeft absoluut niets ernstig te zijn. En is het dat uiteindelijk wél, dan zien we dat dan wel weer. Niet op voorhand zorgen maken, problemen pas aanpakken als ze zich voordoen. Punt."
Die vrijdag bracht vriendin Lena me met de auto naar de kliniek. Ik was net zo goed alleen met de bus gegaan, maar "Zoiets moet je niet alleen doen" had ze onafwijsbaar geslist. En dan moest ze vanwege de corona ocharme nog buiten wachten ook... De gespecialiseerde dokteres stelde me een hele reeks vragen, over kanker in de familie, roken en drinken, al in de overgang zijn, enz., waarna ik m'n bovenkleding uit moest spelen en plaatsnemen op de onderzoektafel. Het zal vermoedelijk wel nodig zijn om deftige vaststellingen te kunnen doen, maar als je er al serieus pijn aan hebt, doet het absoluut geen deugd als iemand je borsten uitgebreid tussen haar handen rolt en knijpt en bewerkt alsof ze een stevige lading taai brooddeeg aan 't kneden is! Behoorlijk hardhandig onderzoekje, hoor, als je 't mij vraagt...
Bon, de dokteres constateerde, inderdaad -ja, wat had je gedacht dan?!- ook een knobbel, schreef onderzoeken voor en dat was dat. Geen 10 minuten binnen en 't kostte me 50 euro, die cash betaald moest worden en waarvoor ik nog even op zoek mocht naar een bankautomaat.
Vijf dagen later meldde ik me, opnieuw vergezeld van een bijzonder ongeruste Lena, en na vele ontzettend ontroerende en warme bemoedigingstelefoontjes van m'n broer en zus en een handvol vrienden, bij de afdeling 'medische beeldvorming' van het ziekenhuis, voor een mammografie, een echografie en indien nodig ook een biopsie.
O, het zal zeker en vast vele levens redden, maar echt, bestaan er mensen die een mammografie géén regelrechte marteling vinden??? Man, man, man, de ellénde! Uiteraard vermelde ik aan de zeer vriendelijke verpleegster dat ik behoorlijk veel pijn had, en ze beloofde me voorzichtig te zijn... 'k Vraag me dan toch echt wel af wat ze doet als ze niét voorzichtig te werk gaat!... Ja, ik weet het, er is echt wel ruim 'houvast' aan die borsten van mij, maar zoals zij er meedogenloos aan trok om ze zowel in de lengte als in de breedte uit te rekken... Miljaaaaaaar! Alsof mijn voorgevel van zuiver elastiek of rubber gemaakt zou zijn! En vervolgens wordt het hele zaakje ook nog eens tussen die 2 glazen platen platgeperst natuurlijk. Op het barbaarse af. Maar voor mij was dat alles nog niet eens het meest onaangename. De voor mijn nek en rug ontzettend pijnigende houdingen, die ik voor deze foto's moest aannemen, dát was pas écht afzien! Daar heb ik nog dagenlang verder onder geleden... Onverantwoord eigenlijk.
De echografie viel een stuk beter mee, al is het uiteraard ook niet echt deugddoend als men met zo'n hard ding op een al erg gevoelige knobbel zit te duwen. En deze dokter kwam onmiddellijk, al tijdens het onderzoek, met de constatatie dat hij niets dan uitsluitend normaal borstweefsel kon vinden. Hoera! Absoluut ook geen nood aan een biopsie dus. Vermoedelijk had ik slechts een ontstekingske of zo. Lena barstte net niet in tranen uit van pure opluchting. En al had ik zelf eigenlijk niet veel anders verwacht, er viel toch ook een last van mijn schouders, hoor. En om het te vieren, reden we met gebak naar mijn moeder om bij een kopje koffie 't goede nieuws persoonlijk te gaan brengen.
De vrijdag daarna mocht ik nogmaals op visite bij de borstkliniek, om de resultaten van de onderzoeken te bespreken. "De dokter had een 'klein beetje' vertraging opgelopen", wist men mij aan de balie te vertellen. Geen nood, ik ben geduldig van aard, even wachten is niet zo erg. Doch ook dit bezoek heeft m'n nek en rug nog lang pijnlijk doen nazinderen: het 'eventjes wachten', dat werd zowaar 2,5 uur!... Tussen luid klagende, zagende en ruziezoekende andere patiënten in de wachtzaal... Zucht.
Uiteindelijk bij de dokteres hoorde ik haar tot mijn grote verbazing zeggen dat er absoluut niets mis was met mijn borsten. Zélfs geen ontsteking dus. Die 'bol' die ik voelde, was slechte een cluster van normaal borstweefsel, dat om één of andere ongekende reden ineens een beetje gek ging doen, en vermoedelijk zat daar ergens een zenuwtje klem of zo. "Massa's vrouwen hebben hun hele leven dit soort pijnen", vertelde ze nog, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. "Het kan overgaan, of het kan blijven, dat weten we niet. Je moet er maar mee leren leven." En vervolgde deze al behoorlijk verbijsterende uitspraak met "Maar, we moeten het wel in 't oog blijven houden, als zo'n borst ineens zonder reden 'raar' begint te doen! Kom dus volgend jaar maar terug voor opnieuw een mammografie en echografie!" "Ja zeker!", dacht ik smalend bij mezelf, "dik kassa, kassa, dus! Dat zullen we dán wel weer zien!" Vervolgens mocht ik -om god mag weten welke reden, want wat viel er in 's hemelsnaam nog te onderzoeken, er was immers toch 'niks'?!- nogmaals mezelf ontkleden om de arts haar niets ontziende ruwe deeg-kneden op m'n borsten te laten oefenen. En na betaling van wederom 50 euro cash -die ik nu gelukkig voorzien had- kon ik weer beschikken.
Geen pijnmedicatie, geen behandeling in welke vorm dan ook, eigenlijk geen echte uitleg over wat het precies is en hoe het zo gekomen is, niks. Trek uw plan met uw pijnlijke borst. Bizar, toch? Als er werkelijk duizenden vrouwen aan dit soort ondefinieerbare borstpijn lijden, waarom hebben ze daar dan nog steeds geen reden én vooral een oplossing voor gezocht en gevonden? Vind ik vreemd, hoor, echt.
Alleszins, ik heb dus geluk. Niet alleen omdat er niets ernstigs met mijn fraaie boezem aan de hand is, maar zeker ook omdat de pijn ondertussen langzaam maar zeker weer wegging. Persoonlijk denk ik dat de Ibuprofen, die ik regelmatig voor mijn lastige nek en rug neem, daar voor iets tussen zit... Wie zal het zeggen? De knobbel heb ik nog steeds en m'n borst voelt nog altijd een beetje niet-uit-te-leggen raar, maar de pijn, die is -voorlopig toch- verleden tijd. Oef.
Oktober is de maand van de borstkanker. Een maand waarin heel wat gedaan wordt om mensen bewust te maken en vrouwen aan te zetten zich te laten screenen. En alsof het zo afgesproken was, heeft mijn eigen lichaam afgelopen oktober duidelijk z'n uiterste best gedaan om mij, wat mijn bewustzijn rond borstgezondheid, ook even keihard tot de orde te roepen... Gelukkig zonder vreselijke gevolgen, en daar kan ik alleen maar ontzettend dankbaar voor zijn. ❤
donderdag 30 september 2021
Terugblikje.
Op 18 juni 2015 schreef ik:
Er zijn zo van die dingen die je
echt liever niet gezien had, maar die zowiezo voor eeuwig op je netvlies
gebrand staan... Op de tram stond een vrouw, een heel stuk ouder dan ik, met
kort grijs haar, een tongpiercing en een slobberige lederen broek, niet mis te
verstaan naar alle mannen te lonken. Haar enorme borsten hingen tot ongeveer aan
haar navel en vormden samen met haar buik, als drie-op-een-rij, een
bollendrievuldigheid onder een strak purper truitje met daarop de tekst
"Twerk it, baby!" Het was zowel abstract absurd als hikkend
hilarisch, toch ook moedig en vooral verschrikkelijk tragisch, vond ik. En ik
blijf het maar voor me zien... Opnieuw en opnieuw en opnieuw. ;-)
vrijdag 24 september 2021
Lezen op de tram.
Maar, als je goed oplet, kom je af en toe zoveel boeiendere lectuur tegen. En dan bedoel ik vooral van die woordpareltjes die op mijn lachspieren werken...
Door de jaren heen ben ik zulke dingen beginnen neerschrijven in het notaboek dat standaard in m'n handtas zit. Ondertussen werd dat al een hele collectie en daar laat ik u graag even van meegenieten. Hopelijk doet het u ook minstens glimlachen.
Wachtend op een perron wandelde me een man voorbij met een in het ritme van zijn stappen meedeinende bolle bierbuik. Op z'n bijzonder strakgespannen T-shirt stond te lezen 'Watch the Waves' (Kijk naar de golven). Yep, ik heb dus inderdaad gekeken, en zag de 'golven' zeer uitgebreid heu... golven!
Toen er op zekere dag, nog lang voor de mondmaskerplicht op het openbaar vervoer, een dame de tram opstapte met op haar borst in grote letters 'Give me a Smile!' (Geef me een lach!), beantwoordde ik zulks uiteraard met mijn meest brede en stralende lach!... Zelden zó een chagrijnige blik teruggekregen...
Verrassend regelmatig zie ik T-shirts met 'FBI' erop. Dat staat dan blijkbaar niet voor de Amerikaanse inlichtingendienst, maar is de afkorting van 'Female Body Inspector' (Vrouwelijke Lichaamsinspecteur)! De interpretatie van zo'n opschrift kan geweldig verschillen al naar gelang het gedragen wordt door een man of een vrouw, én het 'soort' persoon. Interessant, hoor!
Iemand die de trám opstapt met in 't groot de tekst 'Take the Bus!' (Neem de bus!) op z'n shirt, ontlokt mij met m'n gevoel voor humor uiteraard enig geamuseerd gegniffel.
'True Original' (Echte origineel) stond er te lezen op de trui van een werkelijk stokoude man, en da's vermoedelijk de waarheid en niets dan de waarheid.
Met de op 't eerste zicht alle kanten uit kunnende tekst 'Bad Boy' (Slechte jongen) op het T-shirt van een jonge vader, worstelend met twee kleine onwillige kindjes aan de hand, moest ik echt hartelijk lachen, want er stond in kleine letters onder te lezen: 'Real bad boy: I'm bad at everything!'... (Echte slechte jongen: ik ben slecht in alles!)
Het levensverhaal van de jongedame met op haar T-shirt 'The Book was Better' (Het boek was beter) lijkt me alvast erg boeiend om eens te beluisteren...
Ik had meteen een beetje medelijden met de jongeman wiens vriendin aan zijn arm het opschrift 'I'm a Luxuary' (Ik ben een luxeproduct) droeg...
Op een gloeiend hete dag in een gloeiend hete tram puffend en zwetend plots de tekst 'Feel the Heat' (Voel de hitte) op iemand lezen, ja, dat werkt sowieso op mijn lachspieren. Da's niet moeilijk, hé.
'Art is hard' (Kunst is moeilijk) las ik op zekere dag, en daar kan ik het alleen maar in alle ernst volmondig mee akkoord zijn! Het deed me meteen ook wel giechelend terugdenken aan een T-shirt dat ik vroeger zelf bezat, met de tekst 'Morgen ga ik het maken! Voor vandaag zien ik het niet meer zitten.'
Soms weet ik niet goed wat de drager van een tekst of woord eigenlijk wil zeggen. Wat moet je bijvoorbeeld denken van 'Example' (Voorbeeld)? Da's toch echt wel voor een brede interpretatie vatbaar, hé. En 'Follow me' (Volg me) vond ik ook zoiets. Waarom moeten we je dan wel volgen? En waarheen? En hoelang?...
Ik ben fan van de T-shirts, truien en accessoires van het 'Ministerie van Unieke Zaken' en z'n verschillende departementen, want die doen mij minstens altijd glimlachen. Ze maakten in 't begin vooral furore met de tekst 'Moet just niks', maar ondertussen zijn er zo nog wel wat plezante teksten bijgekomen, zoals bijvoorbeeld 'Ze na is kalm', 'k Zen hier ni gere', 'Ambetantwerpen' en 'Prutsers united'. En opgepast: vooral goed lezen en geen vergissingen maken met de opschriften 'kleir' en keirl'!... Ge moet hun site maar eens googelen.
Over googelen gesproken, een moppeke dat op sociale media al vele jaren de ronde doet, maar dat ik soms ook op T-shirts tegen kom -en afhankelijk van wie het draagt en door wie die persoon op dat moment vergezeld is, is zulks pas echt ongelofelijk hilarisch- is 'I don't need Google. My wife knows everything.' (Ik heb Google niet nodig. Mijn vrouw weet alles.)
Lange tijd kwamen er geen aantekeningen meer bij in de collectie. Er viel absoluut niks te meer op te schrijven in mijn notaboek, simpelweg omdat ik door de corona maandenlang geen enkele reden -en eerlijk gezegd ook echt geen goesting- had om op het openbaar vervoer te stappen. Ondertussen wordt zulks toch langzaam weer een ietwat normaal iets, zij het nog steeds goed beschermd. En omdat ik na dik anderhalf jaar niks ook weer eens een beetje interimwerk mag doen, maakt trammetje rijden en 'trammetje lezen' opnieuw deel uit van mijn leven. Er zullen dus vast nog leuke teksten te noteren vallen. Goed voor een opvolgblogje!...
'k Heb onlangs alvast hartelijk gegniffeld met de meer dan toepasselijke tekst 'Als je dit kan lezen, dan sta je echt te dichtbij!'... Lang leve de mensen met een stevig gevoel voor humor, opzettelijk of per ongeluk. ;-)
woensdag 15 september 2021
't Spinnetje in de keuken.
Het is weer die tijd van het jaar dat de spinnen naar binnen komen. Da's niet om u te pesten, hoor, da's meestal per ongeluk, op hun zoektocht naar een partner en een warm schuilplekje voor de winter. Persoonlijk zit ik daar niet mee. Ik ben niet bang van spinnen. 't Is te zeggen: zolang ze niet in m'n bed kruipen, want dat vind ik iets minder comfortabel... Meestal moet ik de achtpotige beestjes trouwens redden (oppakken en vervolgens weer buiten zetten) van een meer dan gruwelijke dood 'door vrolijk spelende katers': als de gesnapte spinnen niet eerst wat poten verliezen tijdens het wild heen en weer motten, dan worden ze met huid en haar -en luid krakend- door die twee huistijgers van mij opgevreten!
Geheel los van al die migrerende geleedpotigen maar binnen hetzelfde kriebelende thema -vandaar de intro- vertel ik u graag dit kleine verhaal.
Aan het venster in mijn keuken woont sinds vorige herfst of afgelopen winter, heel precies weet ik het niet, een klein zwart spinnetje. Het heeft z'n web gesponnen tussen het raamkozijn, de blaadjes van plantjes voor het raam en de roze bloempotjes waarin die plantjes staan. En ik vind dat prima.
Ja, als je natuurlijk een fobie voor spinnen hebt, is dat niet iets wat je snel oké zal vinden, dat begrijp ik. Maar ik zelf, zonder zulke fobie, ben heel blij met de aanwezigheid van dat kleine huisgenootje. Bij het plantjes water geven, let ik er altijd goed op het beestje niet per ongeluk met een vernietigende douche weg te spoelen. En bij het onderhouden en schoonmaken van het aanrecht en de ramen tracht ik zijn, of haar, persoonlijke hoekje niet of toch zeker zo minimaal mogelijk te verstoren.
"Allé, waarom zwiert ge dat griezelige kriebelbeest niet buiten?!", zal je nu misschien huiverend zeggen. Wel, de reden waarom het diertje gerust een stukje van mijn keuken als woonst mag inpalmen, is heel simpel: ik heb er bijzonder veel hulp aan!
Elke zomer opnieuw krijg ik af te rekenen met een ware plaag aan fruitvliegjes. Ge kent die wel, die minuscule vliegende insectjes, die als uit het niets plots met duizenden tegelijkertijd verschijnen, en zich op elk zichtbaar en zelfs onzichtbaar etensrestje storten. Ik kan nog zo goed schoonmaken, opruimen en afwassen: die piepkleine vervelende vliegdingetjes nemen met gemak de hele boel over. Er staat in mijn keuken natuurlijk regelmatig nog een restje nat kattenvoer. Dat is op zich al nefast. Doch ook een over het hoofd gezien druppeltje gemorste koffie, een broodkruimel of een onmogelijk klein restje voedsel in de gootsteenrand, daar hebben ze ruimschoots genoeg aan. Zelfs de nog natte potgrond van vers bewaterde plantjes vinden ze paradijselijk. Al verpak ik elk mogelijk stukje afval, hoofdzakelijk de lege zakjes van het natte poezeneten en alles wat ik uit de kattenbak schep, in stevig gesloten plastiek zakjes (ja, wreed slecht voor 't milieu, ik wéét het, zucht, maar soms heb je geen keuze...), tóch weten die strontvliegjes daar bij te komen en er misbruik van te maken. Met uiteraard een ernstig stinkende vuilnisbak tot gevolg én steeds opnieuw en opnieuw een ware geboorte-explosie bij de fruitvliegjes!...
Ik bestrijd sowieso alle soorten plagen, zowel op m'n terras als in huis, op de meest ecologisch en biologisch mogelijke manier. Om de fruitvliegjesaantallen enigszins in toom te houden, heb ik speciale vallen in de vorm van een glazen aardbei. Bovenaan zit er een kleine opening met een kurken stop, en rondom rond 3 minuscule, naar binnen stulpende gaatjes. In die glazen dingen gaat een beetje verschaalde wijn -appelsap of azijn wil ook nog wel lukken- en één druppel afwasmiddel. De geur van de wijn lokt de vliegjes, die langs de kleine gaatjes naar binnen kruipen om te genieten van de lekkernij. Het afwasmiddel zorgt dat er echter geen oppervlaktespanning meer op de vloeistof staat en aldus verdrinken de insectjes. Door de naar binnen gestulpte piepkleine gaatjes kunnen eventuele exemplaren die terug zouden willen ontsnappen ook niet meer weg. En geloof me, 't is hallucinant hoeveel van die kleine rotbeestjes ik zo vang, echt dui-zen-den!!! De lokvloeistof moet regelmatig vervangen worden wegens 'verzadigd van slachtoffers'...
Tussen haakjes: je hoeft je zo geen speciaal glazen valletje aan te schaffen, hoor. Een doodgewone bokaal of iets dergelijks, met een strakgespannen stuk huishoudfolie over de opening, bijvoorbeeld vastgezet met een elastiek over de rand, werkt ook prima. Wat wijn of zoiets erin samen met een druppel afwasmiddel, een drietal kleine gaatjes in de folie -even prikken met een tandenstoker is perfect- en je hebt je eigen prima werkende fruitvliegjesvangmiddel!
Maar, hoe goed die vallen ook werken, het blijft dweilen met de kraan open: die rotbeestjes kweken sneller dan ik ze kan vangen. Alle hulp is dus van harte welkom, en zo komen we weer terug bij dat kleine zwarte spinnetje in de hoek bij het keukenraam...
Volgens mij kan dat beestje z'n geluk niet op en eet hij of zij zich zo ongeveer te barsten. Te zien aan de hoeveelheid vliegenlijkjes die ik af en toe met de grootste voorzichtigheid en behulp van een daarvoor speciaal gereserveerd dik schilderpenseel van tussen de bloempotjes onder het spinnenweb mag wegvegen, vangt en verdelgt dat kleine spinnetje in al z'n ijver bijna evenveel van die fruitvliegjes als m'n glazen vallen! Het is amper te geloven, hoe zo'n onooglijk klein beestje dat voor mekaar krijgt! Fantastisch, toch!? Ik ben er alleszins heel blij mee, ge moogt gerust zijn.
Een gemiddelde huis-tuin-en-keuken-spinnetje leeft ongeveer 1 jaar, maximum 2. Het zou dus wel eens kunnen dat ik binnenkort afscheid moet nemen van mijn behulpzame kleine huisgenootje. Hopelijk heeft hij of zij tegen dan minstens 1 nakomeling op de wereld gezet, die bereid is het fruitvliegjesverzwelgersjobke over te nemen en mijn nieuw 'spinnetje in de keuken' te worden. Daar duim ik alvast voor! ;-)
Epiloog.
Uiteraaaaard schoot ik ter illustratie bij dit verhaal een zeer complete fotoreportage van dat kleine huisgenootje in mijn keuken. Blijken deze plaatjes toch absoluut nérgens meer terug te vinden op mijn computer!... Potverdorie! Wat nu gedaan?!...
Wel, bij elke spin die ik in mijn huis zie, flits er automatisch een gedichtje, dat ik in de lagere school graag vanbuiten mocht opzeggen, door m'n hoofd. Dat gedichtje -mét oorspronkelijk prentje- mag vandaag het verhaaltje met plezier vergezellen, vind ik, want het past best! Al zeg ik er nog wel eens uitdrukkelijk bij: tenzij per ongeluk of ongeweten, geen 'opgeveegde' spinnen in mijn huis!... ;-)
De spin Sebastiaan (1966) – Annie M.G. Schmidt
Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niét goed met hem gegaan.
Luister!
Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo'n drang van binnen
tot het weven van een web.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom, Sebastiaan, laat dat nou,
wou je aan een web beginnen
in die vreselijke kou?
Zei Sebastiaan tot de spinnen:
't Web hoeft niet zo groot te zijn,
't hoeft niet buiten, 't kan ook binnen
ergens achter een gordijn.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
toe, Sebastiaan, toom je in!
Het is zó gevaarlijk binnen,
zó gevaarlijk voor een spin.
Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and'ren innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood...
O, o, o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.
Door het raam klom hij naar binnen.
Eigenzinnig! En niet bang.
Zeiden alle and're spinnen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!
pauze
Na een poosje werd toen éven
dit berichtje doorgegeven:
Binnen werd een moord gepleegd.
Sebastiaan is opgeveegd.
woensdag 8 september 2021
Terugblikje.
11 juni 2012.
Hij stond een beetje verstopt in het hoekje van de poort en de muur gisterenavond, een jaar of 7 schat ik hem. Hij keek me recht in de ogen terwijl hij vanonder zijn jeansvestje met enige trots langzaam een zwarte speelgoedrevolver tevoorschijn haalde. Zonder verpinken en met een vage glimlach richtte het ventje het ding op m’n hoofd en haalde triomfantelijk de trekker over.
7 Jaar geleden had ik bij een overval de loop van een échte revolver tegen mijn voorhoofd. En ergens blíjf je een kogel verwachten, volgens mij, je leven lang…
Ik stond daar een tijdje ‘dood’ te zijn, tussen m’n 2 vuilniszakjes, op de stoep. Het kind was allang weer zijn vriendjes omver gaan knallen. Hopelijk voor hem kan het altijd een spel blijven, en wordt het nooit realiteit…
donderdag 2 september 2021
Vakantieverbeelding.
Ik ga nooit op vakantie.
Als je nu oppert dat ik, gezien mijn arbeidsongeschiktheid, eigenlijk zo goed als áltijd vakantie heb, dan kan ik je uiteraard alleen maar gelijk geven. Maar, er is een behoorlijk groot verschil tussen 'op vakantie zijn' en 'op vakantie gaan'. Om die eerste zin van dit verhaal volledig duidelijk te maken, kan je dus stellen dat ik inderdaad de meeste dagen van het jaar op vakantie bén, maar ik eigenlijk nooit op vakantie gá.
Op vakantie gaan, is volgens mij je vrije tijd élders doorbrengen dan in je eigen huis en vertrouwde omgeving. En ik ben in m'n hele leven zelden op vakantie gegaan. Ik heb zelfs, alles bij elkaar, bijzonder weinig gereisd. Ja, in mijn jeugd een keertje op bedevaart naar Lourdes, als je dat al als 'vakantie' wil beschouwen... En verder waren er die paar concertreizen, waarbij ik weinig meer zag dan de binnenkant van de hotelkamer en de binnenkant van de concertzaal of het theater... Op reis om interessante en boeiende verre oorden te ontdekken, ondergedompeld te worden in vreemde culturen en nieuwe levenservaringen op te doen, dat zat er eigenlijk nog nooit in.
O, ik geniet er, zowat dagelijks, geweldig van om ontzettend mooie plaatjes van verre, vaak exotische bestemmingen te puzzelen op mijn favoriete spelletjessite en de programma's van National Geografic Channel op de televisie hebben ook een vaste klant aan mij. Maar geef toe dat zulks toch helemáál iets anders is, dan werkelijk op zulke plaatsen in de wereld te vertoeven en ze aan den lijve te ondervinden... En eerlijk gezegd, zie ik het in de nabije toekomst ook nog niet snel gebeuren, zo op reis gaan. Niet dat ik er van wakker lig, hoor. Iets wat je niet kent, kan je ook niet missen, hé.
Dat betekent echter niet dat ik af en toe toch wel eens het gevoel heb echt op vakantie te gaan! Meestal betreft het dan een supergezellige daguitstap in het uitstekende gezelschap van vrienden. En ver hoeft dat niet te zijn. Een dagje naar de Zoo of zo, da's al geweldig. Zelfs een al dan niet 'toeristisch' toertje met een zalig terrasje ergens in een stad waar ik zelden kom, maar waar ik even naar toe moet/mag om bijvoorbeeld een uitvaart te zingen -kwestie van het aangename aan het nuttige te koppelen- is simpelweg 'vakantie!', mét een uitroepteken.
Mijn opperste geluk is een dagje naar zee. Maakt niet uit in welk seizoen en er moet zelfs geen terrasje of dergelijke aan verbonden zijn. Al is dat laatste wel, puur praktisch, het overwegen waard voor de eventueel hoognodige sanitaire stop, zeker met al dat water en zo... De zee zien, horen en voelen, een zalig lange strandwandeling maken en eens stevig uitwaaien, da's 120% genieten voor mij! Meer moet dat écht niet zijn.
Sinds het uitbreken van het coronavirus echter zijn zelfs die relatief kleine reisgenoegens ook uit m'n leven verdwenen. En niet dat het helpt, in tegendeel zelfs: je denkt daar dan wel eens met verlangen en een beetje verdriet aan. Zoals zo vaak echter ontstond ook hiervoor als vanzelf een typische Kristina-oplossing: ik zocht en vond, met een beetje goede wil en enige inspanning; en bij gebrek aan ervaring met tropische oorden hoofdzakelijk gebaseerd op de geweldige vakantieweken uit mijn jeugd met de hele familie aan de Nederlandse kust; het 'vakantiegevoel' tijdens m'n gewone dagelijkse bezigheden in m'n eigen vertrouwde omgeving!
Vakantieverbeelding, het hoeft niet moeilijk of ingewikkeld te zijn. Met blote armen en benen een zomers terrasje doen op m'n eigen heerlijke buitenruimte tussen de veelkleurige bloemen en planten, de zoemende bijtjes en hommels, het vrolijke gekwetter en gebuitel van de mezenfamilies... Puur genieten! 's Morgens met een heerlijke kop koffie, 's middags of 's avonds met een lekker glaasje wijn of een fris biertje. Zolang er dan geen bovenburen tapijten beginnen uit te kloppen over hun reling, waan je je vanzelf op vakantie.
Als het zodanig heet is dat je eigenlijk niet veel meer kan doen dan ergens plat gaan liggen, dan spreid ik m'n strandhanddoek uit op de frisse woonkamervloer, zet de ventilator aan om de typische verfrissende zeebries te imiteren, plant m'n zonnebril op m'n neus en leg me -een voorbeeld nemend aan de hierin zeer professionele poezen- zo lang en breed als mogelijk uitgestrekt neer, sluit m'n ogen -da's erg belangrijk!- en beeld me vervolgens probleemloos in dat ik op 't strand lig te bakken. Als m'n rug en nek de vloer te hard vinden, dan kan het bed ook altijd als 'strandzand' onder de handdoek dienstdoen. Om deze vakantiefantasie overeind te houden op koude(re) dagen is het bed trouwens sowieso een betere -lees 'warmere'- keuze dan die koele vloer...
Afkoelen met een plons in een zwembad, dat lukt thuis ook: mijn hoogstpersoonlijke 'zwembad' staat 24 u op 24, 7 dagen op 7, voor me klaar in de badkamer. Een paar baantjes trekken, dat zit er niet in, maar lekker in het al dan niet koele nat hangen ronddobberen, dat lukt prima. Zelfs een beetje snorkelen, op zoek naar het wonderbaarlijke felgekleurde plastieken onderwaterleven, is een optie. En smijt er een paar handenvol keukenzout -of indien gewenst: geurend badzout- en wat schelpkes bij, en je spartelt meteen vrolijk in 'zeewater' rond...
Vorige zomer lagen zowat alle straten hier in de buurt open voor werken aan de telefoon- en internetkabels. Bij het terugplaatsen van de stoeptegels werd er kwistig gebruik gemaakt van hele camionladingen wit zand. Toen ik vervolgens in zomertenue en -vooral belangrijk!- met slefferkes aan m'n blote voeten, een occasionele luid krijsende zeemeeuw in de lucht en eventueel ook een zalig zomerbriesje, langs die trottoirs een toerke in het zonnetje deed, was 't helemaal niet zo moeilijk me dat als een heuse strandwandeling in te beelden. Het zout en de schelpkes ontbraken, ja, maar je komt sowieso toch ook thuis met een beetje kleur op je toet én zand tussen je tenen! Na zo twee zomers uitgebreid wit-zand-strand-verbeelding-oefenen geeft elk klein beetje wit zand, gelijk in welke vorm en eender waar -zelfs al is het schelpenzand in een kartonnen doos in de vogelafdeling bij de dierenwinkel- me een waar vakantiegevoel!
Als ik me in de wilde wind van de tegenwoordig zo vaak voorkomende stormen toch naar buiten moet begeven, met het mondmasker in de hand, dan 'vlieger' ik altijd. Zo'n lichtjes voorgevormd mondmasker laat zich prima grijpen door de wind. Al dan niet met een touwtje eraan vast en een klein beetje vliegenierskunnen amuseer ik me, net zoals vroeger op het strand, kostelijk met zo'n klein vliegertje! Als de wind goed staat, lukt het zelfs vanop mijn terras. Zolang het niet regent natuurlijk, want zo'n doorweekt mondmasker, dat weigert pertinent op te stijgen, hoor.
Zon is inderdaad geen must wat betreft mijn vakantieverbeelding. Aangezien ik vroeger ook erg genoot van lange strandwandelingen in de kou en zelfs in de regen, kan een blokje rond tijdens een stevige bui me ook dat vakantiegevoel geven. Heerlijk met m'n knalrode regenjas -kap op, want op die manier lekker geen geworstel met een paraplu- en m'n leuke bijpassende rubberlaarsjes aan door de diepste plassen soppen. Lang leve de winterse strand- en duinenwandeling!
En, zoals ik enkele weken terug mocht ervaren: die jas en laarsjes zijn eigenlijk zelfs totáál optioneel! Die dag hoopte ik, samen met vriend Roger, een gezellig toertje te doen langs de kraampjes van de braderie en rommelmarkt in de straat waar ik vroeger woonde. Nog voor we tot aan het eerste stalletje raakten, gutste de regen met bakken uit de lucht. Echt niet te beschrijven hoeveel neerslag er op dat moment omlaag viel, als een bijna ondoordringbare muur van hemelwater! In de hoop dat die fenomenale vlaag van beperkte duur zou zijn, bleven we even schuilen. 't Was echter geen avance, het water blééf maar omlaag kletteren. Noodgedwongen stapte Roger terug op z'n fiets en peddelde kletsnat weer huiswaarts. En ik? Ik schopte m'n slefferkes uit en wandelde in de stromende regen, op blote voeten en tot op het bot doorweekt, doch breed lachend op 't gemakje naar m'n eigen huis. Zorgeloos genietend als een kind spetterde en spatterde ik, mij absoluut nérgens iets van aantrekkend, uitgebreid in absoluut élke plas die zich op mijn pad bevond. Hoe dieper, hoe liever! Zaligmakend geluk en een bijzonder groot en puur vakantiegevoel, dat mag je gerust geloven!
'Roeien met de riemen die je hebt' (O, dat past mooi na die bijzonder vochtige vorige alinea...), ik word er steeds beter in, hé, ook wat betreft 'op vakantie gaan'. Veel meer dan wat positief ingestelde verbeelding is er niet nodig. En dat geef ik uiteraard graag door, als was het maar ter inspiratie.
Zodoende vertelde ik onlangs over m'n nieuwste vakantiebelevingen aan vriendin Betty. "Ge zijt uwe wc nog vergeten!!!" reageerde ze lachend, "als ik bij u naar het toilet ga, dan ben ik altijd even op vakantie aan de zee geweest!!!" En inderdaad, dat bijzonder tastbare bewijs van mijn geweldig sterke vakantieverbeeldig zag ik zelf nog even helemaal over het hoofd. Hoe is dat in 's hemelsnaam kunnen gebeuren?! hahaha :-D
zaterdag 21 augustus 2021
Naaimachinemiserie.
De titel van dit verhaaltje had gerust ook "Bijna, maar gelukkig net niet!" kunnen zijn, want ik had het gisteren eventjes bijzonder benauwd...
'k Was mezelf de hele voormiddag weer haast voorbijgelopen. Snel even dit en snel even dat, en tussendoor het ene na het andere telefoontje. Pffft. Hoog tijd om weer een beetje tot rust te komen, vond ik en besloot op m'n gemakje wat naaiwerk te doen. Net toen ik m'n minstens 25 jaar oude trouwe Husqvarna naaimachine op m'n grote houten woonkamertafel zette, rinkelde, alsof het afgesproken werk was, de telefoon nogmaals. Eén van de buurvrouwen uit het gebouw, een dame die al enige tijd geleden de weg naar mij vond voor hulp allerlei, o.a. naaiwerk, wou graag weten of ik voor nog een andere bewoonster hier eventueel ook een rokje wou en kon inkorten. "Dat komt perfect uit", antwoordde ik opgewekt, "de naaimachine staat juist klaar! Laat maar komen, die rok!" Even later ging de deurbel en een beetje beduusd door mijn blijkbaar nogal ongewoon enthousiaste bereidwilligheid vroeg de mevrouw in kwestie of ik er toch écht niks mee in zat om een nieuw zoompje te leggen in haar rok, die al meer dan keurig afgetekend en zelfs gedriegd was. "Maar nee!", was lachend mijn repliek, "da's een fluitje van een cent!" En haar verbazing werd nog groter toe ik vervolgde met "Kom je hem seffens terughalen of wil je er liever heel even op wachten?..."
Wel, normaal gezien IS zoiets ook echt een fluitje van een cent, een kleine 10 minuutjes werk. Maar gisteren dus niet...
Omdat de eigenaresse van de rok toch liever een uurtje later weer terugkwam, zocht ik eerst uitgebreid alle nodige klosjes garen bij elkaar. Iets tussen donkerbruin en zwart voor haar rok, doodgewoon zwart voor 2 in te korten jurken van mezelf -tja, ik ben maar een klein madammeke, hé, wel breed, maar niet lang- en dan nog een erg moeilijk te bepalen lichtblauw voor nog een derde, ook te lang zomerkleedje van mij. Eenmaal de juiste klosjes verzameld, knipte ik nauwkeurig het gemarkeerde stuk van de rok af en zette me vervolgens achter m'n naaimachine. En toen gebeurde het!...
Zoals altijd stak ik, dan pas, de stekker van de naaimachine in het stopcontact en begon geconcentreerd de draad langs de juiste weg naar en door de naald te rijgen. Op datzelfde moment hoorde ik een heel licht geknetter en onmiddellijk verspreidde zich vanonder de naaimachine een dikke vette grijze rook! Paniek, inderdaad, maar niet genoeg om niet bliksemsnel, bijna volautomatisch, te reageren door de verbinding van de machine met het elektriciteitsnetwerk te verbreken. Achteraf bedacht ik me dat ik mogelijk ook nog een elektrische schok geriskeerd had, maar daar denk je op zo'n moment echt niet aan: de plug van de stroomkabel, die zich vlak naast mijn rechterhand bevond, uit de machine trekken, dat ging véél sneller dan van m'n stoel opstaan en me omdraaien om de stekker uit het stopcontact in de muur te halen!... De zware, laaghangende rook bleef echter walmen en vulde in geen tijd de hele kamer en even later ook het hele appartement. En stinken! Man, man, man, met geen woorden te beschrijven, zo verschrikkelijk stinken!
Heel voorzichtig heb ik de machine opgetild en naar buiten gedragen, om ze daar op het terras op haar zijkant verder te laten liggen uitwalmen. Daarbij viel pardoes het klepje aan de onderkant eraf, en eerlijk gezegd: veel meer schade dan een enigszins gesmolten, antiek ogend kleine 'relais'-ding zag ik niet... (Na enig opzoekwerk blijkt dit de 'overbruggingscondensator' te heten.)
Met alle deuren en vensters wagenwijd open duurde het toch nog een hele tijd voor de rook en de stank uit m'n huis verdwenen. Terwijl ik -letterlijk en figuurlijk- weer op adem kwam, realiseerde ik me dat we vermoedelijk ternauwernood aan veel erger ontsnapt zijn. Als ik de stekker van de naaimachine éérst in het stopcontact gestoken had vooraleer op m'n duizend gemakjes naaigaren te gaan uitzoeken, ver weg in de achterste kamer van 't appartement, dan zou ik het geknetter niet gehoord en de rook niet terstond opgemerkt hebben. Mogelijk was dan, lang voor ik goed en wel kon ingrijpen, de houten tafel beginnen smeulen, met, wie weet, want dat gaat razendsnel, een uitslaande brand als gevolg. Ik moet er niet aan denken!...
Dat heb ik dus altijd, hé: heel koelbloedig en doelgericht handelen in tijden van nood, en achteraf pas bibberende benen en koud zweet. Maar 'k heb er in dit geval toch niet te lang bij stilgestaan en er al helemaal niet van wakker gelegen. Na enig opzoekwerk op het internet naar wat een nieuwe naaimachine tegenwoordig moet kosten, is er besloten dit 25 jaar oude gerief samen met m'n andere, 'reserve', 'voor zwaar werk' Pfaff naaimachine -minstens 50 jaar jong en in loodzwaar gietijzer, maar loopt nog steeds als een trein- eens binnen te doen voor 'groot onderhoud' bij de Naaimachine-Kliniek hier in Deurne. De buurvrouw is ondertussen -uiteraard- verwittigd dat het inkorten van haar rok dan toch een heel stuk langer zal duren dan de verwachtte 10 minuutjes, en mijn jurkjes blijven voorlopig ook nog wel eventjes veel te lang... Maar in 't beste geval heb ik dan misschien binnenkort voor de zeer betaalbare kostprijs van onderhoud en mogelijke wisselstukken terug 2 perfect snorrende naaimachines. En lukt dat niet -of beginnen ze er niet eens meer aan, dat valt nog af te wachten- dan kan ik me nog altijd een nieuwe aanschaffen. De kostprijs voor een ietwat degelijke naaimachine zal dan stellig een behoorlijke aanslag op mijn portemonnee zijn, maar, geef toe: da's nog altijd niks vergeleken bij het moeten herstellen en herinrichten van een half verkoold huis, hé... Zoals ik al zei: bijna, maar gelúkkig net niet. Oef! ;-)
P.S. Ondertussen bracht ik, met de hulp van vriendin Betty en haar auto, beide naaimachines naar de Kliniek, en er is bijzonder goede hoop dat ze binnen de kortste keren, en opnieuw voor zeer vele jaren, weer vrolijk zoemend dienst zullen doen. ♥
woensdag 18 augustus 2021
De terugblikjes.
Op vrijdag 6 maart 2015 verscheen mijn allereerste, toen nog bijzonder korte blogje: '3, 2, 1, START!' Zoals daarin te lezen staat, komt mijn blog voort uit de vele piepkleine tekstjes met leuke anekdotes uit mijn dagelijkse belevenissen, die ik af en toe op Facebook postte.
Regelmatig krijg ik via de 'herinneringen' van Facebook deze minischrijfsels weer onder ogen en telkens weer bezorgen ze me minstens een brede glimlach.
Maar, die piepkleine tekstjes verschijnen slechts heel even, om dan meteen weer te verdwijnen, nog nauwelijks of zelfs helemaal niet meer terug te vinden in de gigantische uitgestrektheid van het wereldwijde internet. Ik besloot er een paar voor mezelf te kopiëren, om bij te houden en te koesteren. En ondertussen is dat een mooie collectie aan het worden. Een collectie fijne glimlachjes, een plezierige verzameling 'terugblikjes'.
En, waarom zou ik die voor mezelf houden? Glimlachjes deel ik immers erg graag...
Vanaf nu mag je je dus af en toe verwachten aan een voorlopertje van de blogjes. Geregeld zal er een miniatuurverhaaltje verschijnen tussen mijn meer -hum- uitgebreide 'epistels'.
En hierbij krijg je van mij meteen het eerste terugblikje! Veel leesplezier! ;-)
Terugblikje
16 maart 2012
“Nee, aan zo’n oud scharminkel, daar veranderen wij niks meer aan. Koop maar een nieuwe.” Hard en definitief antwoord van het ongeïnteresseerde fietsenmakersknechtje in het atelier dat ik al een eeuwigheid trouw ben. Mijn hoop, ooit weer vrij en vrolijk, en vooral pijnvrij te kunnen rondpeddelen op m’n eigen rijwiel, werd zonder veel omhaal aan diggelen gesmeten.
20 minuten later, 2 straatjes voorbij mijn eigen adres, stond ik in een voor mij volledig onbekende fietswinkel. Met amper twee woordjes uitleg begreep de sympathieke mevrouw achter de toonbank welke aanpassingen er nodig zijn, en showde meteen alle mogelijkheden. "Fluitje van een cent", zei ze. En vervolgens verontschuldigde ze zich uitvoerig dat de nodige onderdelen ‘pas’ woensdag binnenkwamen… Ik had haar bijna omver geknuffeld van geluk!
De bestelling neerschrijvend deelde ze nog even warm mee “dat het nogal logisch was dat zo’n geliefde tweewieler met al 25 jaar trouwe dienst nog lange tijd m’n metgezel moest kunnen zijn, mits die paar veranderingen”. Ik ben, even blij als het kleine meisje dat lang geleden die fiets kado kreeg, de winkel uit gehuppeld.
Nog heeeeel even en ik bol weer gezwind door de straten op m’n eigen vertrouwde stalen ros!
zaterdag 14 augustus 2021
Kralenweelde.
Door de jaren heen groeide de collectie kralen alleen maar aan. Overal waar er al eens koopjes te doen zijn, kocht ik kralen. Hoe bijzonderder het model of de kleur, hoe gretiger ze me maakten. In alle mogelijke vormen, kleuren en maten, nog totaal geen idee wat ik er er ooit eens mee zou maken, allemaal belandden ze in mijn steeds toenemende verzameling. Gewoon omdat ik ze mooi vond, en omdat het zo fijn is ze in je handen te houden en als ware schatten te bewonderen. Ook kapotte halssnoeren en afdankertjes, van bijvoorbeeld mijn moeder of grootmoeder, hield ik bij. Zelfs verloren sieraardjes, gevonden op straat of op het strand, kregen een plaatsje tussen al het moois.
Het spreekt voor zich dat de collectie door de jaren groeide en groeide. En behalve dat ik er, toen ik een dikke 7 jaar geleden zou gaan verhuizen, eens zeer uitgebreid orde in schiep -met zo van die handige vakjesdozen, die ook voor spijkers en moeren of klein naaigerief verkocht worden- gebeurde er niets of toch niet veel meer mee. O ja, het was ronduit ge-wél-dig om alles op kleur en soort in die prachtige, overzichtelijke nieuwe sorteerkoffertjes te leggen, en te zien liggen. Zoals het ook ronduit zalig was om absoluut élke kraal bewonderend en koesterend even vast te nemen. Zeker weten. Maar inspiratie om er daadwerkelijk eens iets mee te maken, die kwam er verrassend genoeg niet uit voort. Jammer eigenlijk, want ik ben, zoals u vermoedelijk al wel gemerkt hebt, bijzonder dol op m’n eigen blinkerkes, mijn niet meer te tellen hoeveelheid oorbellen en vaak extravagante halssnoeren. Buitenkomen zonder die extra 'versiering' voelt altijd een beetje als ‘niet volledig aangekleed’, een beetje bloot zelfs.
Alles verhuisde, bijzonder keurig en overzichtelijk geordend en gesorteerd, mee naar m’n nieuwe adres en kreeg een plaatsje in de speciaal daarvoor gereserveerde ‘kralenkast’. Ja, zoveel is het dus: het heeft een volledige, uitsluitende daaraan gewijde kast nodig… Maar, behalve voor een snel piepklein herstellingske van een sluiting of een haakje bleef de collectie onaangeroerd. Vreemd eigenlijk...
Tot het voorjaar van 2019. In een vlaag van overmoed, niks beters te doen, goesting en nieuwsgierigheid laadde ik heel die kast leeg en stalde ik alles breed en overdadig op de grote eetkamertafel uit. Indrukwekkend! En terwijl m’n vingers koesterend en gretig in de vele bakjes graaiden, herontdekten mijn ogen die fenomenale overvloed aan hoofdzakelijk vergeten schatten. En toen... Toen sloeg werkelijk ónmiddellijk de creativiteit in alle hevigheid toe. M’n handen waren eigenlijk niet snel genoeg om de enorme ideeënstroom die op gang kwam bij te houden en de unieke, net bedachte kralencombinaties alvast bij elkaar te leggen, in afwachting van assemblage. Alsof tientallen jaren inspiratie in 1 grote explosie uit me barstte. Urenlang reeg en her-reeg ik. De ene na de andere bijzondere fraaie -al zeg ik het zelf- collier kreeg vorm. Meters zilverdraad liet zich gewillig in haakjes en oogjes plooien voor de nodige -hoe kan het ook anders?!- bijpassende oorbellen. Ik kon maar niet loslaten om te gaan slapen en deed bijna volledige nachtjes door. 'k Vergat te eten, hield af en toe zelfs m'n plas veel te lang op en ging zwaar over m'n grenzen wat betreft m'n nek en rug... Zo totaal gefocust en bijna als bezeten gedreven creëerde ik. Absoluut alles wat ik ooit nog eens voor mezelf wou maken of toch nog ontbreken vond in mijn al zo enorme persoonlijke juwelencollectie, het ontstond daar en dan, aan m'n grote houten tafel.
Even plots als deze aanval van scheppingskracht begon, hield hij ook weer op: er was niets meer dat ik me nog kon wensen. "Wow, nu heb ik zeker en vast meer dan genoeg 'versiering' voor de rest van mijn leven", bedacht ik me de fenomenale hoeveelheid nieuw fraais overschouwend. "Maar, wat nu met al die kralen die ik qua kleur of vorm helemaal niks voor mezelf vind?..."
Tja, behalve een occasionele herstelling voor vrienden of familie van één of ander geliefd doch gesneuveld juweel maakte ik in het verleden af en toe wel eens iets op bestelling voor iemand die iets aparts wou of de juiste kleur bij een bepaalde outfit niet in de winkel vond. Misschien was het een goed idee om al te beginnen creëren voor wensen die nog niet concreet geformuleerd waren...
Onmiddellijk bruiste de inspiratie weer in mij. Zonder de beperking van wat ik zelf graag zag qua kleur en vorm waren de creatieve mogelijkheden met al die mooie kralen pas écht eindeloos! En weer konden m'n handen de vernieuwde inspiratiestroom amper bijhouden. Binnen de kortste keren stond ik een brede waaier aan halssnoeren, armbanden en oorbellen te bewonderen die -voor het eerst in m'n leven eigenlijk- eens niét voor mezelf bedoeld waren, maar iemand anders extra mooi en gelukkig zouden kunnen maken.
Om die theorie uit te testen, kon ik geen beter moment dan m'n eigen kerstconcerten bedenken. Dat jaar waren vrienden en fans niet alleen in de mogelijkheid zich mijn boeken en wenskaartjes, en cd's van de muzikanten, aan te schaffen; er stond een heus kraampje met alle sieraden die ik tegen die tijd geproduceerd kreeg. Netjes uitgestald en enthousiast gepromoot door lieve vriendin Lena werden mijn handwerkjes nieuwsgierig en nauwkeurig bekeken en gekeurd. En... o wat fijn, ook gretig gekocht! Heeeeeerlijk! Echt, amai!...
Extra fijn gevolg van het een beetje openbaar maken van mijn creatieve frulwerk was, dat kennissen me plots overstelpten met allerlei kralen en oude of kapotte fantasiejuwelen die bij hen al jaren in de kast stof lagen te verzamelen.
Heel voorzichtig begon ik te denken dat dit wel eens een extra inkomen zou kunnen worden. Zo'n kraampje kon natuurlijk ook op een kunstmarktje, of tussen de stalletjes bij een festival. Af en toe een plekje op een rommelmarkt hoorde eveneens tot de mogelijkheden. Zelfs zo'n soort 'home party', zoals de gekende Tupperware-avonden, waarbij er wat vriendinnen en kennissen bij een kopje koffie en wat lekkers gezellig komen kiezen en keuren, passen en kopen, leek me leuk om eens te organiseren. Met al die interessante en plezante ideetjes in m'n achterhoofd breidde ik heel langzaamaan, m'n enthousiasme zo goed mogelijk in de hand houdend, uit. Mijn strakke metalen wasrekje, dat tot op dat moment dienstgedaan had als 'driedelig rek met etages' voor alle reeds gefabriceerde halssnoeren, volstond al lang niet meer om de groeiende collectie te huisvesten, dus kocht ik, tweedehands, ter vervanging, een set van 3 grote kledingrekken op wieltjes. (Eéntje daarvan begint ondertussen trouwens ook al overvol te geraken...) Natuurlijk moesten er ook speciale rekjes voor de oorbellen komen, en houders voor de armbanden. En enkele bustes om eens iets uitzonderlijk fraai op bijzonder mooie manier te kunnen etaleren mochten eveneens niet ontbreken, vond ik. De verschillende tweedehands sites, waarop ik naar die dingen zocht -en waar ik ze ook vond- bleken ook de ideale plek om grote ladingen kralen en/of afgedankte juwelen op de kop te tikken. Vaak van mensen die, na zelf jarenlang creatief met sieraden bezig te zijn geweest, hun volledige voorraad in één enkel pakket -kralen, draad, gereedschap, boeken, half afgewerkte juweeltjes, noem maar op, gewoon álles tezamen- voor een uitzonderlijk goede prijs met veel plezier aan mij verkochten. Op die manier bevinden er zich nu in mijn collectie pas écht speciallekes en ware schatten! En mijn inspiratie en goesting om te creëren vierden zo mogelijk nog méér hoogtij natuurlijk...
En toen, toen sloeg het coronavirus toe. Ik fabriceerde ondertussen, op m'n gemakje genietend van het geprul, een uurtje hier, een uurtje daar, meer dan genoeg om een klein winkeltje te vullen, maar... er was dus plots geen enkele mogelijkheid meer om al dat moois aan de man -allé, misschien eerder aan de vrouw, hé, alhoewel...- te brengen. Geen kunstmarktjes meer, ook geen rommelmarkten natuurlijk, festivalletjes allemaal afgelast, zelfs geen concerten meer, ook niet in eigen beheer en met extreem strikte maatregelen. En een huiskamer vol bezoekers was uiteraard al helemaal uit den boze...
Omdat het ondertussen toch wel een erg fijne gewoonte werd, besteed ik nog steeds menig uurtje aan kralengefrutsel, maar het tempo en de elan liggen duidelijk een stuk lager dan anderhalf jaar geleden. Ik verblijdde de voorbije zoveel maanden wel enkele, voor totaal iets anders bij me op bezoek zijnde, buurvrouwen met een paar dingetjes. Hun oog viel dan per ongeluk op wat leuks dat, net af, op dat moment te bewonderen op m'n tafel lag. En ik herstelde of hermaakte wat gekoesterde oude juwelen voor enkele vriendinnen; maar verder lag het hele juwelenplannetje volledig op z'n gat.
"Ge kunt misschien een webwinkeltje beginnen", opperde één van de vriendinnen. Maar dat zou betekenen dat ik echt een 'zaak' start en ondernemer word, met bedrijfsregistratie, boekhouding, btw-toestanden... en daardoor vermoedelijk ook met -voor mijn gevoel toch- 'astronomisch hoge' prijzen zou moeten gaan werken, puur om alles betaald te krijgen en de zaak drijvende te houden. Eerlijk gezegd, zie ik mezelf daar dus nog niet zo snel mee beginnen. Een 'reparatie-shop' zou eventueel ook nog kunnen, want met geliefde doch kapotte fantasiejuwelen kan je voor herstelling zowat nergens terecht. Sowieso al zeker niet bij een 'echte' juwelier. Blijkbaar wordt er bij kapotte fantasiejuwelen automatisch 'weggooien en nieuw kopen' verwacht... Tenzij je zo'n gezellig prutsende enthousiasteling als mezelf kent uiteraard. Maar hoe begin je aan zo een herstellingsdienst dan? En valt zoiets niet ook onder 'bedrijf'?... Lastig allemaal, wreed lastig.
Och, wie weet wat de toekomst nog allemaal brengt. Ondertussen kan ik er natuurlijk altijd eens een blogje over schrijven, hé! Bij wijze van sluikreklame. Af en toe een klein beetje met jezelf uitpakken, dat moet al eens kunnen... Dus bij deze: heb je een herstellingske, wil je iets laten her- of vermaken, zoek je wat leuks en 'costum made' bij een outfit of gelegenheid, of wil je gewoon eens gezellig in mijn 'voorraad' komen neuzen: ge weet me te vinden, hé. ;-)